Functie en profiel: Sociaal Werker wijkteam De context In de gemeente Leeuwarden wordt in de Amaryllis-teams gewerkt aan het versterken van de zelfredzaamheid van (kwetsbare) bewoners, het versterken van collectieve voorzieningen en het verbeteren van de leefbaarheid in de wijken en dorpen. Er is daarbij expliciete aandacht voor de ontwikkelingsmogelijkheden en veiligheid (het veilig kunnen opgroeien) van kinderen en jongeren. De Amaryllis-teams werken vanuit de 10 uitgangspunten van Welzijn Nieuwe Stijl/Amaryllis: 1) Eigen regie en eigen verantwoordelijkheid staan voorop; 2) Ondersteuning wordt eerst gezocht in het eigen netwerk; 3) Bij gevaar of (ernstige) bedreiging van ontwikkeling snel ingrijpen (er-op-af); 4) Preventie en facilitering gaan vóór hulpverlenen; 5) Overheidsvoorzieningen waar mogelijk collectief aanbieden; 6) Vertrouwen waar mogelijk, procedures waar noodzakelijk; 7) Sluitende financieringssystemen; 8) Waar nodig gebied gebonden en vindplaatsgericht; 9) Afstemmen van hulp op de vraag: van eenvoudig naar complex; 10) Eén huishouden, één plan, één werker. Amaryllis bestaat op dit moment uit acht sociale wijkteams. De wijkteams werken in de buurt, waardoor ze dichtbij en zichtbaar zijn voor huishoudens die ondersteuning nodig hebben. De teams bestaan uit generalisten (de sociaal werkers) en enkele specialisten. De sociaal werker is generalist voor de bewoners en specialist in het team. De kracht van het team is de som van de sociaal werkers: samen zowel breed als diep. In de werkwijze van de teams staan de volgende werkprincipes en waarden centraal: Het kan wel: kansen, talenten en mogelijkheden worden herkend: niet de klacht maar de kracht van bewoners staat centraal. Er op af, er zijn, present zijn: de sociaal werker maakt actief contact, leert bewoners goed kennen en is dagelijks in de buurt, schat adequaat in wat er aan de hand is, wat er moet gebeuren en wat er dreigt te gebeuren en durft in te grijpen. Doen wat nodig is: interventies sluiten aan bij wat mensen wel kunnen. De sociaal werker staat naast de bewoners en ziet hoe er geleerd wordt. Hij/zij is de coach van de zelfredzaamheid, biedt zo nodig structuur en managet de complexiteit van het leven en zorgt ervoor dat alles beheersbaar blijft en dat erger wordt voorkomen. Vanuit deze brede ondersteuning worden indien nodig ook specialisten en experts ingeschakeld. Inbedden en activeren (maatschappelijke participatie): iedereen doet ertoe! Maatschappelijk betrokken en actief zijn versterkt de zelfredzaamheid. De bewoners worden daarom gestimuleerd en uitgedaagd hun kansen en mogelijkheden te benutten en in te zetten. Verbinding en samenhang nastreven: de sociaal werker pakt mét bewoners en hun sociale verbanden zaken integraal (= op alle leefgebieden) aan. Hij/zij staart zich niet blind op symptomen maar zoekt naar oorzaken en verbanden om duurzame, geïntegreerde oplossingen te bewerkstelligen. Sociaal Werker 1
De sociaal werker is signalerend aanwezig in (kwetsbare) huishoudens en in de wijk. Hij/zij ervaart hoe het is om onder allesbehalve ideale omstandigheden te wonen en te (over)leven. De sociaal werkers komen letterlijk bij de mensen over de vloer. De leefwereld is het vertrekpunt en vanuit dit vertrekpunt ondersteunen de sociaal werkers de bewoners stap voor stap om verder te komen. Als een huishouden ondersteuning nodig heeft, wordt gewerkt volgens het uitgangspunt: één huishouden, één plan, één werker. De sociaal werker zit op zijn handen als dat mogelijk is en grijpt in wanneer dat noodzakelijk is en stelt zich ten doel dat de eigen regie van de bewoner op zijn leven weer zo snel als dat kan in handen genomen kan worden. De sociaal werker overziet de volgende leefdomeinen en kan een analyse maken van de zelfredzaamheid op: financiën, werk, huisvesting, gezin en opvoeding, activiteiten dagelijks leven, sociaal netwerk, dagbesteding, maatschappelijke participatie, geestelijke gezondheid, lichamelijke gezondheid, verslaving, justitie. De sociaal werker heeft mandaat om voorzieningen te verstrekken. Functie-eisen De sociaal werker is enthousiast over het generalistische werken en brengt de Amaryllis principes in de praktijk. Moed, lef, durf, ondernemers-schap en pro-activiteit worden verwacht als ook een scherp oordeels- en inschattingsvermogen. Hij/zij is in staat een boodschap te verkopen en kan out of the box denken en werken met humor en relativeringsvermogen. De sociaal werker is reflecterend ingesteld: is in staat kritisch naar zichzelf te kijken, kan omgaan met feedback, kent zijn eigen emoties/reacties en weet wat dit met de ander kan doen. Hij is als geen ander in staat om contact te maken met de ander en weet daarin goed om te gaan met nabijheid en afstand. Hij/zij kent zijn eigen grenzen en mogelijkheden en weet op tijd zelf hulp te vragen aan het team. Een sociaal werker realiseert zich dat het bereiken van doelstellingen met bewoners veel tijd vergt. Hij/zij is geduldig en volgt het tempo van de bewoners. De werker is dan ook in staat om en wil zich voor lange tijd aan bewoners en de wijk verbinden. Het resultaat van het werk moet zijn dat de bewoner, het huishouden en vaak ook de omgeving er baat bij heeft gehad. De sociaal werker heeft een specialisme in zijn/haar rugzak maar is in, bij en voor het huishouden een generalist, maar ook contact- en vertrouwenspersoon. Voor zijn collega s is de sociaal werker ook specialist en weet hij/zij kennis en vaardigheden over te dragen en, of in te zetten ten gunste van het werk en de caseload. Voor de sociaal werker staat in zijn werk niet de eigen professie voorop maar de professionaliteit. Duidelijk is voor de werker dat de omgeving blijft veranderen en dat hij zelf mee moet bewegen. De generalistische taken: - Benadert de wijk en de huishoudens proactief. Werkt op huishoud- en wijkniveau en positioneert zich naast de bewoners. Beschouwt bewoners niet als cliënt, maar als eigenaar en regiehouder; Sociaal Werker 2
- Weet mensen in de buurt aan elkaar te verbinden, werkt aan het verbeteren van de leefomgeving en werkt aan het vergroten van mogelijkheden om in de wijk maatschappelijk actief te zijn. Nodigt mensen uit om met elkaar in gesprek te gaan zodat verwaterde contacten hersteld worden en nieuwe contact gelegd en bestendigd worden. Stelt zich faciliterend op t.a.v. burgerinitiatieven en collectieve activiteiten; - Analyseert de zelfredzaamheid van het huishouden op basis van de zelfredzaamheidmatrix en houdt deze bij; - Stelt samen met het huishouden een plan van aanpak op, ondersteunt het huishouden bij de uitvoering van het plan en stelt het plan daar waar nodig bij; - Benut optimaal de eigen kracht van het huishouden en de omgeving. Benut sociale netwerken zodat bewoners om wie het allemaal draait, zorg en aandacht krijgen binnen hun eigen systeem en omgeving; - Ondersteunt en coacht huishoudens om zelf de kracht te (her)vinden en de regie op hun eigen leven weer te pakken; - Biedt ook ondersteuning in allerlei praktische zaken en is indien nodig niet te beroerd om de handen uit de mouwen te steken; - Heeft de regierol t.a.v. werkafspraken met de eventueel bij het plan betrokken specialisten en andere professionals en initieert collateralen; - Raadpleegt collega s, specialisten en teamleider indien zich problemen voordoen in de uitvoering en zorgt zonodig dat het plan wordt aangepast; - Beoordeelt wanneer inzet van andere professionals en specialisten noodzakelijk is en behoudt in dit proces en de verder samenwerking de regie. - Herstelt en verbetert contacten tussen bewoners en maatschappelijke organisaties, zodat de bewoner maatschappelijk beter ingebed is en zich maatschappelijk kan redden. - De specialistische taken - Treedt op als specialist op één van de hierboven genoemde leefgebieden; - Neemt deel aan vakgroepen en houdt specialistische kennis in het team op peil. Functie-eisen: - een relevante opleiding op minimaal HBO werk- en denk niveau; - een specialisatie op één van de leefgebieden en in staat dit vakgebied te onderhouden; - in staat tot kennisdeling/overdracht aan andere teamleden en kunnen leren van andere teamleden; - kennis van de overige specialisaties en ondersteuningsmogelijkheden en deze betrekken bij de uitvoering indien nodig; - praktijkervaring met (praktische) ondersteuning en hulpverlening/coaching aan kwetsbare huishoudens met meestal meervoudige problematiek; - ervaring met het werken met bewoners met verschillende sociaal-culturele achtergronden (intercultureel); - kennis van en een netwerk hebben in de sociale kaart van Leeuwarden; - ervaring met coachen en werken vanuit eigen kracht ; - analytisch vermogen; - geen 9 tot 5 mentaliteit; - ondernemende instelling; Sociaal Werker 3
- kunnen werken vanuit kansen en mogelijkheden; - wil zich verbinden aan een wijk en/of vindplaats van een doelgroep; - is minimaal 28, maar liefst 36 uur voor 5 dagen beschikbaar. Competenties (zijn in potentie aanwezig en ontwikkelbaar) 1. Aanpassingsvermogen: Zich bij veranderende omstandigheden gemakkelijk aanpassen. - Is in staat adequate werkrelaties op te bouwen en in stand te houden met bewoners, burgers en collega s van verschillende etnische achtergronden, religies, en karakters (leefwereld). - Is in staat adequate werkrelaties op te bouwen en in stand te houden met partnerorganisaties en beleidmakers (systeemwereld) - Staat open voor een grote diversiteit van normen, waarden en gedragsregels zonder het gevoel te hebbende eigen identiteit te verliezen - Past planningen en schema s vlot aan en stuurt deze bij wanneer dit noodzakelijk blijkt - Werkt effectief wanneer taken onverwacht veranderen. 2. Creativiteit: Originele/goede of nieuwe ideeën en oorspronkelijk oplossingen kunnen bedenken, invalshoeken vinden die afwijken van de gevestigde denkpatronen en vertaalt deze in nieuwe of integreert deze in bestaande werkwijzen. Gedragsvoorbeelden - Kijkt verder dan de meest voor de hand liggende oplossing - Praat in termen van mogelijkheden in plaats van problemen - Komt met ideeën die buiten bestaande kaders liggen - Doet voorstellen van originele werkwijzen en benaderingen - Verbindt concepten en denkwijzen uit verschillende vakgebieden met elkaar 3. Coachen: Mensen begeleiden en motiveren teneinde hen effectiever te laten functioneren door hun zelfinzicht en probleemoplossend vermogen te vergroten en aanspreken op hun verantwoordelijkheden. Koerst hierbij op de ontwikkeling van eigen kracht van mensen. - Luistert actief en onbevooroordeeld en stelt vragen die de bewoner/gezinslid in beweging brengen Sociaal Werker 4
- Stimuleert mensen belemmerende patronen te doorbreken - Stimuleert mensen om zelf verantwoordelijkheid te nemen en de regie (terug) te nemen - Draagt geen oplossingen aan, maar vergroot het probleemoplossend vermogen van anderen - Zoekt de optimale balans tussen zelfwerkzaamheid en interveniëren en weet het nemen van eigen initiatief als professional goed te doseren 4. Netwerken en verbinden: Ontwikkelen en verstevigen van relaties binnen en buiten de eigen organisatie en die gebruiken om steun en medewerking te krijgen en initiatieven aan elkaar te verbinden. Het verbinden aan andere mensen middels het tonen van belangstelling (mensen vragen niet snel hulp), uitnodigend te zijn om wensen, problemen te delen. Het kunnen verbinden aan inwoners. - Ontwikkelt en ondersteunt samenwerkingsrelaties van burgers, professionals, verenigingen, ondernemers en beleidsmakers zodat een integrale en doelmatige aanpak gerealiseerd wordt - Bouwt en werkt actief aan zijn (sociale) netwerk - Onderneemt actie om contacten te leggen en te onderhouden - Zoekt samenwerking met interne en externe partners uit wederzijds belang - Schakelt het eigen netwerk in (bijvoorbeeld voor informatie) om eigen werkzaamheden te ondersteunen 5. Samenwerken Op effectieve wijze meewerken aan een gezamenlijk resultaat, ook wanneer het niet direct een persoonlijk belang dient. - Verbindt individuele vragen en behoeften met de mogelijkheden van vrijwilligers, actieve burgers en organisaties op individueel en collectief niveau - Deelt kennis en ervaring met anderen - Viert successen en betreurt mislukkingen gezamenlijk - Onderkent de bijdrage van andere disciplines en vakgebieden en benut deze (specialist/generalist) - Laat anderen inzien dat hun bijdrage noodzakelijk is om een gewenst gezamenlijk resultaat te bereiken 6. Overtuigingskracht Het kunnen winnen van anderen voor zijn/haar standpunten en ideeën en draagvlak creëren. Stelling kunnen nemen en daadkracht tonen als leefbaarheid van buurten en of veiligheid/gezondheid binnen huishoudens in het geding is. Sociaal Werker 5
- Straalt geloof uit in eigen overtuiging - Verwoordt argumenten op een voor de doelgroep aansprekende manier - Hanteert een goede mix tussen zakelijk argumenten, humor, relativering, en begrip voor de situatie van de ander - Gebruikt concrete voorbeelden om de eigen argumenten kracht bij te zetten - Laat de ander de mogelijkheden en de voordelen van de voorstellen inzien 7. Resultaat gerichtheid Gericht zijn op het halen en verbeteren van resultaten en bereid zijn om daartoe een stap extra te zetten. - Behaalt of overtreft de gestelde resultaten - Formuleert de eigen doelstellingen in termen van concreet resultaat (meetbaar resultaat, voorzien van een deadline) - Gaat actief op zoek naar de best mogelijke manier om doelen te bereiken, weegt daarbij opties tegen elkaar af - Geeft niet op, zoekt actief naar alternatieven indien geconfronteerd met hindernissen en tegenslagen - Mobiliseert mensen en middelen, ook wanneer anderen hiertoe eerst overtuigd moeten worden 8. Durf Risico s nemen om er (op termijn) voordeel mee te behalen. - Werkt outreachend, stapt in onbekende situaties en gaat er op af - Durft, indien de situatie daar om vraagt, risico te nemen en van de [protocollen af te wijken - Zoekt, creëert en benut de professionele ruimte - Heeft het lef fouten toe te geven. Ziet de ruimte die het maken van fouten biedt voor nieuwe mogelijkheden en kansen - Heeft zicht op de reikwijdte van het risico dat genomen wordt Sociaal Werker 6