S R L G S A H R R U T Y O U A E E D R A F O R A S Het ABC van het goede leven Lucht & klimaat in de stadsregio
Het ABC van het goede leven Onze ambitie is een regio die de sfeer van het goede leven uitademt. Een regio met een prachtig landschap, veel natuur, een rijke cultuurhistorie, verschillende dorpen, een aantal grotere plaatsen en twee grote steden. Een regio met een enorme variatie en een sterke eigen identiteit. Wij willen een regio zijn waar het prettig wonen en werken is. Waar we ons snel en gemakkelijk kunnen verplaatsen en waar we ons heerlijk kunnen ontspannen. Een regio met een mooi en aantrekkelijk landschap en een gezonde leefomgeving. Kortom, een regio waar het goed leven is: aantrekkelijk, bereikbaar en concurrerend. TREND TOENEMENDE MOBILITEIT - De belasting van het wegennet in onze regio is sterk toegenomen met 26% in 2000 ten opzichte van 1995 tegenover 9% in dezelfde periode in de rest van ons land. - In toenemende mate kampen de snelwegen in de regio, met name de A12 en A50 met congestieproblemen. Ook op de stedelijke wegennetten van Arnhem en Nijmegen verloopt de verkeersafwikkeling steeds moeizamer. - Voor de periode tot 2020 wordt verwacht dat de groei van het autoverkeer in de regio Arnhem Nijmegen nog eens met 53% zal toenemen ten opzichte van 1998, voor het vrachtverkeer verwacht men zelfs een groei van 89% tot 2020. Voor het openbaar vervoer wordt een groei verwacht van 10% in 2020 ten opzichte van 1998 in de stadsregio. Het openbaar vervoer kan de groei van het aantal reizigers maar net bijhouden. - De autonome groei van het aantal auto s (als gevolg van economische groei en welvaart) gecombineerd met de toename van het aantal bovenregionale en locale verplaatsingen zorgen welhaast voor een onoplosbaar bereikbaarheidsprobleem. In deze regio wonen ongeveer 725.000 inwoners. En ruim 300.000 daarvan wonen in twee grote steden: Arnhem en Nijmegen. Naast deze beide steden telt de regio negen middelgrote en nog eens negen kleinere gemeenten. In een gebied waar zoveel mensen wonen en werken staat de aantrekkelijkheid van het goede leven onder druk. Een goede bereikbaarheid is een belangrijke voorwaarde voor een vitale en concurrerende regio. Maar ook een schoon leefmilieu. Met dit ambitieuze programma laten we zien dat deze eigenschappen binnen ons bereik liggen. Wij willen werken aan de aantrekkelijkheid van de stadregio door een betere bereikbaarheid. En we willen zorgen voor schone lucht waarbij we ons vizier richten op het klimaatsvraagstuk. Maar dat is nog niet alles. Wij willen dat ook de economie, de woonomgeving en het landschap daarvan profiteert. Wij willen een kwaliteitssprong maken. Wie wij zijn? De Stadsregio Arnhem Nijmegen en de daarin gelegen twintig gemeenten. Doet u met ons mee? 3 Het ABC van het goede leven
Mobiliteit als hefboom Mobiliteit is een randvoorwaarde voor een regio waarin het goed wonen, werken en ontspannen is. Tegelijkertijd zorgen zowel wonen, werken als recreëren voor een toename van de mobiliteit. Een toename van de mobiliteit kan ervoor zorgen dat er knelpunten ontstaan in de bereikbaarheid, de economische ontwikkeling en de kwaliteit van de leefomgeving. VERKEER EN LUCHTVERONTREINIGING - In 2003 leverde verkeer naar verhouding de grootste bijdrage aan de totale uitstoot van fijn stof, ruim 38%. - Bij verkeer levert het vrachtverkeer naar verhouding de belangrijkste bijdrage. Bij fijn stof zorgt het vrachtverkeer voor 25% van de totale uitstoot. Bij stikstofoxiden zorgt het vrachtverkeer voor 50% van de uitstoot. - Omdat vrachtverkeer in verhouding een grote bijdrage levert, is het effect van schoner vrachtverkeer ook in verhouding groot. Echter maatregelen als het beïnvloeden van de intensiteit, minder (vracht)verkeer en een betere doorstroming zijn eveneens belangrijke maatregelen. - Via milieuvergunningen en de handhaving daarvan, wordt gestuurd op de uitstoot van verontreinigende stoffen door de industrie. In ons programma Eolus onderzoeken wij in hoeverre bij bedrijven en de overige bronnen nog kosteneffectieve maatregelen mogelijk zijn om ook deze uitstoot terug te dringen. OVERIG INDUSTRIE BETERE DOORSTROMING AFNAME INTENSITEIT LANDBOUW VERKEER SCHONER VRACHTVERKEER UITSTOOT FIJN STOF PER SECTOR EFFECT VAN DE MAATREGELEN De paradox van de mobiliteit schuilt er dus in dat juist de aantrekkelijkheid van de regio ervoor kan zorgen dat de mobiliteit toeneemt. Deze toegenomen mobiliteit, op haar beurt, kan ervoor zorgen dat de aantrekkelijkheid en de concurrentiekracht van de regio onder druk komen te staan. 4
ONTSPANNEN WERKEN MOBILITEIT WONEN TOENAME VAN MOBILITEIT ZET DE KWALITEITEN VAN DE STADSREGIO ONDER DRUK Omdat mobiliteit zo n centrale rol speelt, gebruiken we mobiliteit als hefboom. Als we de toenemende mobiliteit kunnen stroomlijnen, nemen de aantrekkelijkheid en de concurrentiekracht van de regio toe, terwijl tegelijkertijd de luchtkwaliteit verbetert en de klimaatverandering beperkt wordt. Dit vraagt om een gerichte inzet van een samenhangende mix aan maatregelen. Slimmer Kan het beter? Kunnen we de bestaande wegen beter benutten door de doorstroming en de verkeersafwikkeling te verbeteren? Kunnen we het goederenvervoer efficiënter organiseren zodat er minder vrachtverkeer is? Schoner Kan het schoner? Op een andere manier of met motoren die de lucht minder vervuilen en minder geluid produceren? Ons minder afhankelijk maken van olie en olieproducerende regio s. Duurzamer zijn en een bijdrage aan het klimaatvraagstuk leveren? Robuuster Kan het wegennet robuuster? Waar ontbreken schakels? En wat zijn de zwakke plekken? Waar verlicht capaciteituitbreiding de druk? En waar leidt een extra weg tot een betere verbinding of verlichting van de druk elders? 5 Het ABC van het goede leven
Verzachtend Waar kunnen we de problemen verzachten? Welke maatregelen kunnen we inzetten om de nadelen van mobiliteit om te buigen in een voordeel? Hoe kunnen maatregelen die een negatief effect moeten beperken, toch een aantrekkelijke meerwaarde krijgen? ONTSPANNEN WERKEN MOBILITEIT - SLIMMER - SCHONER - ROBUUSTER - VERZACHTEND WONEN MOBILITEIT ALS HEFBOOM VOOR EEN AANTREKKELIJKE, BEREIKBARE EN CONCURRERENDE REGIO Dit vraagt om een kwaliteitsprong. Een sprong die willen wij graag met u willen maken. Slimmer Allereerst richten we ons op het beter benutten van de bestaande infrastructuur. Met het programma Beter Bereikbaar KAN! (BBKAN!) voeren we nu samen met alle 22 wegbeheerders in de regio het dynamisch verkeersmanagement in. Dit wordt voor alle belangrijke wegen in de stadsregio, of het nu rijkswegen, provinciale wegen of wegen van de gemeenten zijn, ingevoerd. Hiermee werken we actief aan een betere doorstroming op deze 6
wegen. BBKAN! omvat een pakket van 80 maatregelen die omstreeks 2010 allen zijn uitgevoerd. De regio is daarmee koploper in Nederland. BETER BEREIKBAAR KAN! - BBKAN! is een samenwerkingsorganisatie van alle wegbeheerders in de regio: gemeenten, provincie, rijk. - De wegen van deze wegbeheerders worden beschouwd als één samenhangend wegenstelsel. Het verkeer over deze wegen wordt gemanaged alsof er geen beheergrenzen bestaan. - Voortdurend worden verkeersgegevens ingewonnen over de verkeerssituatie op het wegenstelsel binnen de stadsregio. Deze informatie wordt in de verkeerscentrale geanalyseerd en vergeleken met een vooraf vastgesteld referentieniveau. Afhankelijk van de verkeerssituatie kunnen in de regionale verkeerscentrale maatregelen worden getroffen om de doorstroming van het verkeer te verbeteren. Daarvoor is de onderlinge prioriteit van de wegen in de stadsregio bepaald. Wegen die van groot belang zijn voor de bereikbaarheid van de stadsregio hebben de hoogste prioriteit. Daarnaast worden draaiboeken (scenario s) opgesteld over hoe de regionale verkeersmanager op bepaalde verkeerssituaties moet reageren. - Het pakket bevat maatregelen als: Dynamische Route Informatie Panelen (DRIP s), optimalere instelling van verkeerslichten en coördinatie tussen verkeerslichten, extra rijstroken, herindeling van rijstroken, spits-, wissel- en plusstroken, aanpassen van toe- en afritten, hoofdrijbaan- en toeritdosering, omleidingroutes, verkeersremmende maatregelen, aanbrengen en aanpassen bewegwijzering, filebeveiliging en verkeerssignalering ten behoeve van werk in uitvoering en snelheidsmaatregelen. - Het pakket bestaat uit 80 maatregelen die in de periode 2005-2010 worden uitgevoerd. Voor de uitvoering van dit pakket is ruim 27 miljoen euro gereserveerd. In en rond Arnhem en Nijmegen bevinden zich enkele hardnekkige knelpunten in de doorstroming van het verkeer. Die pakken we aan met een extra pakket van 12 maatregelen. Het gaat om zogenaamde quick wins die we uit de Netwerkanalyse hebben geselecteerd. BBKAN! zal deze maatregelen vanaf 2007 voorbereiden en uitvoeren. QUICK WINS - In de zomer van 2006 is de Netwerkanalyse afgerond. Deze analyse geeft een doorzicht naar 2020 en geeft aan wat de mobiliteitsproblemen en de daarbij behorende oplossingen zijn. - De hardnekkigste knelpunten liggen in en om Arnhem en Nijmegen. - Uit de Netwerkanalyse is een pakket geselecteerd: de quick wins. - Dit pakket bevat maatregelen zoals het beter benutten van het trolleynetwerk, aanleg busbanen, mobiliteitsmanagement op transferia, beperkte uitbreidingen van knooppunten, vergroten railcapaciteit, meer treinen, nieuwe stations, P+R-voorzieningen op bestaande stations en beperkte uitbreiding doorstromingsmaatregelen. - Het pakket bestaat uit 12 maatregelen die in de periode 2007 2010 worden uitgevoerd. Voor de uitvoering van dit pakket is nog eens ruim 14 miljoen euro gereserveerd. De volgende stap is om samen met de bedrijven te komen tot een transportefficiënte stadsregio. Daarvoor introduceren wij nu een nieuwe programma: Terra. 7 Het ABC van het goede leven
In Terra staat het vrachtverkeer centraal en richten we ons op vervoersmanagement, stedelijke distributie en het verbeteren van de doorstroming specifiek van het vrachtverkeer. Bij vervoersmanagement wordt bekeken in hoeverre op kosten bespaard kan worden door het minder en efficiënter inzetten van materieel, met gelijktijdig een gunstig effect op het milieu. Stedelijke distributie is hiermee vergelijkbaar en is ook onderdeel van Terra. Daarbij wordt bekeken in hoeverre het bevoorraden van de stad kan worden verbeterd, rekening houdend met de kwaliteit van de omgeving. Is een vrachtwagen eenmaal in beweging, dan moet deze ook met een vrij constante snelheid in beweging kunnen blijven. Routes en doorstromingsmaatregelen moeten hiervoor zorgen. Terra is door zijn samenhangende, integrale aanpak op het schaalniveau van de stadsregio een noviteit in Nederland! Schoner Onze ambitie is dat reizigers in de stadsregio vrij kunnen kiezen hoe ze willen reizen. Op dit moment is er weinig synergie tussen verschillende onderdelen van het openbaar vervoer. Ook kan het voor- en natransport verbeterd worden. Openbaar vervoer en de fiets moeten niet alleen een aantrekkelijk alternatief voor de auto zijn, maar openbaar vervoer, fiets en auto moeten ook goed op elkaar zijn afgestemd. De quick wins bevatten hiervoor al een belangrijk aantal maatregelen. Maar wij willen een grotere kwaliteitssprong maken. Samen met de vervoersbedrijven werken wij nu een programma uit met een concreet pakket aan maatregelen. Tevens willen we de fietsverbindingen én de faciliteiten voor fietsers in de regio te verbeteren. Deze samenhangende aanpak is bijzonder in Nederland. AANTREKKELIJKER GEBRUIK VAN OPENBAAR VERVOER EN FIETS - Door van het regionale spoor een echt OV-netwerk te maken: met doorgaande spoorverbindingen, met meer halteplaatsen, overlappende diensten, met een goed gefaciliteerd voor- en natransport (bijvoorbeeld met de fiets). StadsregioRail heeft hierin een belangrijke functie, maar dat is niet genoeg. Een goede afstemming met het busvervoer in de regio is onmisbaar, waarbij de buslijnen vooral gericht zijn op voeding van de StadsregioRail. Routes, haltering en dienstregeling van bussen moeten sterker aan StadsregioRail verknoopt worden. Bovendien is een betere afstemming met de auto noodzakelijk, waarbij bijzondere multimodale plekken in het netwerk mogelijkheden bieden voor uitwisseling van auto en StadsregioRail in de vorm van strategisch gelegen transferia. - Naast goed en betrouwbaar openbaar vervoer in de stadsregio is ook goede reisinformatie aan de klanten belangrijk. Daarom wordt vanaf 2007 in de stadsregio een Dynamisch Reis Informatie Systeem (DRIS) ingevoerd. Reisinformatie over onder meer vertrektijden en stagnaties wordt weergegeven op displays bij belangrijke bushaltes op busstations. - De stadsregio werkt aan een netwerk van DRIP s op de hoofdroutes in de stadsregio die de weggebruiker stimuleren gebruik te maken van het openbaar vervoer en transferia in onder meer Arnhem Zuid, Elst en Nijmegen Noord. In samenhang daarmee is nabij de Ovatonde in de Waalsprong, Nijmegen Noord, voorzien in een transferpunt. 8
- Het huidige netwerk voor langzaam verkeer vergt aanleg van een aantal ontbrekende schakels maar vooral verdere comfort- en kwaliteitsverbeteringen. In de regio liggen mogelijkheden om de huidige fietsverbindingen door te ontwikkelen tot een samenhangend regionaal netwerk voor langzaam verkeer. - In 2007 zijn alle bussen in de stadsregio voorzien van een roetfilter. Daarnaast onderzoekt de stadsregio een verdere uitbreiding van het Arnhemse trolleysysteem en de invoering van bussen op aardgas/biogas bij de stadsdienst in Nijmegen. Tevens onderzoekt de stadsregio de mogelijkheden van een experiment voor waterstof in het openbaar vervoer. De volgende stap is om te komen tot een schonere auto s, bussen en vrachtwagens. Daarvoor introduceren we nu het programma Hydra. Wij willen een transitie op gang brengen richting een duurzaam transport. Transport op waterstof, en de tussenstap rijden op aardgas en biogas, zijn enkele van de maatregelen die we willen inzetten om de luchtkwaliteit te verbeteren en het klimaatvraagstuk aan te pakken. Samen met andere partijen realiseren wij een infrastructuur van tankstations waar aardgas, biogas of waterstof getankt kan worden. Daarnaast stimuleren wij bedrijven en particulieren om wagens die op deze bandstoffen kunnen rijden, aan te schaffen. CNG/LNG BIOGAS BRANDSTOFCEL H 2 (DUURZAAM) H 2 VERBRANDING (FOSSIEL) BRANDSTOFCEL H 2 (FOSSIEL) BRANDSTOFCEL H 2 (DUURZAAM) BRANDSTOFCEL H 2 (FOSSIEL) BRANDSTOFCEL H 2 (DUURZAAM) TIJD TRANSITIEPADEN NAAR EEN DUURZAAM TRANSPORT Robuuster Het beter benutten van bestaande infrastructuur lost het ontbreken van belangrijke verbindingen en zwakke schakels niet allemaal op. Dus ook die pakken we aan. De A50 tussen knooppunt Ewijk en Grijsoord wordt over de hele lengte verbreed. Dat is inclusief een nieuwe burg over de Waal bij Ewijk. Ook wordt 9 Het ABC van het goede leven
het knooppunt Valburg verbeterd, zodat de A50 beter aansluit op de A15. In 2011 is dit gerealiseerd. In Nijmegen wordt in 2011 de stadsbrug geopend. Deze vormt een nieuwe verbinding tussen bestaande stad en de Waalsprong. Aandachtspunt blijft de doorstroming op de A325. Gezien de woningbouwopgave en de toename van het wegverkeer zullen maatregelen op de A325 worden genomen om de doorstroming te garanderen. Ook de A12 van Utrecht tot en met de Duitse grens wordt verbeterd. Dat gebeurt in fasen. Ook hier is behoefte aan meer capaciteit (verbreding). In 2015 zal de doortrekking van de A15 een feit zijn. Er is dan een rechtstreekse verbinding van het huidige einde van de A15 (op de A325) en de A12 (tussen Duiven en Zevenaar). Hiermee wordt het netwerk van de stadsregio robuuster en zal de Pleijroute ontlast worden. De planstudie voor de A15 is inmiddels gestart. Verzachtend Groene maatregelen maar ook maatregelen aan de weg leveren een serieuze en betekenisvolle bijdrage aan het aanpakken van de luchtkwaliteit en het klimaatvraagstuk. Ze maken tegelijkertijd de woonomgeving aantrekkelijker en versterken het landschap. Het gaat daarbij om nieuwe bospercelen, singels, lanen en ruigten. Maar ook om de groene aankleding van wegen met bomen, hagen en plantvakken en groene (geluid)schermen langs de weg. Datzelfde geldt voor schone wegen. Uit onderzoek blijkt dat bijvoorbeeld ZOAB niet alleen de geluidbelasting reduceert, maar ook de concentratie van fijn stof in de lucht positief beïnvloedt. Onduidelijkheden en onzekerheden over de (on)mogelijkheden van deze maatregelen zorgen ervoor dat gemeenten veelal terugdeinzen om groene maatregelen toe te passen. Kansen grijpen waarbij sprake is van een multipliereffect. Daarvoor introduceren we nu het programma Flora. Een programma dat ervoor moet zorgen dat groene maatregelen en schone wegen actief en breed worden ingezet. Een maatregel die in meerdere opzichten ons leefmilieu verbetert en aanvult! Samenwerkingsagenda De transitieopgave die wij voor ogen hebben vraagt om een driedubbele sprong: een schaalsprong, een kwaliteitsprong en een sprong in de samenwerking tussen alle partijen. De kunst is om over onze eigen belangen heen te kijken en te erkennen dat de som meer is dan de afzonderlijke delen. Dit stelt eisen aan de sturingsstijl en procesaanpak. De overheid, en daarmee ook de stadsregio, staat niet langer boven maar tussen alle partijen. De opgave vraagt erom dat private partijen, maatschappelijke organisaties, ondernemers en burgers ook zelf vorm en inhoud aan de programma s 10
kunnen geven. Op basis van gemeenschappelijke doelstellingen geven we samen vorm en inhoud aan programma s. En dat gedurende het hele proces van initiëren, activeren, programmeren, uitvoeren en evalueren. En vooral dat laatste vinden wij ook van belang. Wat is nu precies het probleem? Welke maatregelen kunnen we het beste inzetten? Hebben de gekozen maatregelen het verwachte effect? Zijn de maatregelen ook echt zo kosteneffectief als we hadden gedacht? Met Argus, het regionale meet- en rekenprogramma, onderzoeken we dit. En wie weet. Aan de hand van allerlei indicatoren sturen we nu op verkeer, proberen deze goed op gang te krijgen en te houden. Indirect leveren we daarbij een belangrijke bijdrage aan de leefbaarheid. Maar wellicht sturen we in de toekomst op het leefmilieu en daarmee indirect op het verkeer. De stadsregio als koploper Onze stadsregio is op dit moment koploper in Nederland als het gaat om de (brede) invoering van het dynamisch verkeersmanagement. Vanaf 2010 kunnen we het verkeer in de regio actief sturen! Dit systeem wordt op de rijkswegen al enigszins toegepast. Maar de stadsregio gaat daarin veel verder. We zijn dus met iets zeer interessants bezig. En bouwen daar kennis over op. Terra is ook een voorbeeld dat ons koploperschap illustreert. Het gaat om duurzaam transport, op een schaal en met een integraliteit die uniek zijn in Nederland. Ook de toepassing van waterstof is uniek. Nergens in Nederland wordt deze transitie zo bewust ingezet als in deze regio. Daarnaast zetten we ons in om Arnhem te ontwikkelen tot kennis- en technologiecluster op het gebied van waterstof dat grotendeels door de bedrijven zelf getrokken wordt. Afgelopen jaren hebben we vooral in de kwantiteit geïnvesteerd. Dat was nodig. Nu investeren we in kwaliteit. We richten ons nu vooral op de bereikbaarheid en het verbeteren van de luchtkwaliteit. Maar onze ambitie gaat verder. In onze programma s houden we al rekening met het energieen klimaatsvraagstuk dat we de komende jaren verder willen uitwerken. Wij nodigen u graag uit om samen met ons de huidige programma s verder vorm te geven en uit te voeren. Wij nodigen u ook graag uit om met ons na te denken over de volgende samenwerkingsagenda. 11 Het ABC van het goede leven
Postbus 6578, 6503 GB Nijmegen Stationsplein 26, 6512 AB Nijmegen T (024) 329 79 79 F (024) 329 79 70 info@destadsregio.nl www.destadsregio.nl