Onderzoeksrapport. Jongerenparticipatie



Vergelijkbare documenten
Jongerenparticipatie in Amersfoort

Stichting Jeugd en Jongerenwerk Midden-Holland Jeugdparticipatie

Wijkraad Lent - Rekenkamer Nijmegen

Jongerenparticipatie in en door de sport. Niet betrokken, dus vertrokken (Johan Stekelenburg, voorzitter Jeugd in Beweging)

INITIATIEFVOORSTEL JONGERENRAAD

Samen doen. Zorgvisie. Zorg- en dienstverlening van A tot Z

Fijn, mijn kind heeft een puberbrein

This is APP! Jongerenparticipatie Gemeente Appingedam

Participatie van jeugd en ouders in gemeenten

JONGEREN IN GELDERLAND OVER

Stichting Ster van de Elf Steden Juli 2015

Zo kijkt VVJ naar participatie 1

Fijn, mijn kind heeft een puberbrein

Vertrouwenswerk & Cliëntenparticipatie

Initiatiefvoorstel. Status: besluitvormend. Agendapunt: * Instelling Jongerenraad. Datum: 22 juni Decosnummer: 361

Plan van aanpak. Jongerenraad Moerdijk

Stichting Jeugd en Jongerenwerk Midden-Holland Jongerenraden, hoe werkt het?

Rijksuniversiteit Groningen

Onderzoek Inwonerspanel Jongerenonderzoek: alcohol

Stichting Jeugd en Jongerenwerk Midden-Holland Hoe maak ik een jeugdenquête

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners

Werken aan persoonlijke ontwikkeling en sturen van eigen loopbaan

Onderzoek Maatschappelijke Stage

jaargang 6, peiling 4 3 februari 2009

Online communicatie & de basisscholen van Leerplein055

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

WAARDERING GEMEENTEBESTUUR KOGGENLAND

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS

Cliënttevredenheidsonderzoek

BELEIDSPARTICIPATIE DOOR EEN KINDERRECHTENBRIL

Medezeggenschap van kinderen en jongeren en de nieuwe Jeugdwet

HET LEIDERDORPPANEL OVER...

Factsheet Jongerenparticipatie, hoe organiseer je dat?

Pedagogisch beleid in Brede School de Waterlelie, Prinsenhof te Leidschendam

Puberhersenen in ontwikkeling

Lorem Ipsum JOPA. JOngerenPArticipatie in de praktijk

Onderzoek naar de nieuwe vrijwilliger in de sport in Ommen en Hardenberg. Rapportage 31 mei 2017

i n t e r n e t p a n e l o v e r b e z u i n i g i n g e n

In hoeverre kunnen personen met een verstandelijke handicap daadwerkelijk participeren via de gebruikersraad (GBR) van die voorziening?

De parels benutten! Meedoen, meepraten en meedenken! Samenspraak! Medezeggenschap en participatie van vrijwilligers in de besluitvorming!

MEER ZIELEN, MEER IDEEËN, MEER OPLOSSINGEN BEWONERSPARTICIPATIE IN STEDELIJKE ONTWIKKELING

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Participatie, waarom niet? Misschien draaien we de vraag waarom participatie? beter om. Dan wordt het: waarom zou je er niet aan beginnen?

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Zuid aan Zet Gebiedsgericht werken in Colmschate-Zuid oktober 2012

Onderzoeksdocument. Creatieve Bloeiplaats

WORKSHOP ONDERZOEKSMETHODEN

Uitgaan jarigen in Roosendaal. Een rapportage over het uitgaansgedrag van jarigen en hun wensen m.b.t. uitgaansmogelijkheden.

Spiegelgesprek Wie en wat? Hoe? Resultaat?

De stem van ouders. succesvolle samenwerking. voor. Sardes Special

Voorstel voor een Maatschappelijke Verkenning naar de beleving van het begrip Veiligheid door de inwoners van Maassluis

Draaiboek voor een gastles

Waar winkelen de inwoners van de gemeente Ede? Een onderzoek op basis van 304 winkelmomenten

Op weg naar een inclusief Tynaarlo

Wijkactiviteiten Papendrecht BEKENDHEID, DEELNAME, VRIJWILLIGERSWERK & EIGEN INITIATIEVEN

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg

tot 24 jaar Monitor jongeren 12

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders

PARTICIPATIE IN GORINCHEM

Subsidie uitvraag Welzijnswerk 2017

Beleving van kata onder judoleraren. Rapport maart 2019

Een jongerenruimte in Hapert!

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Eemsdelta ME. Minder jongeren, meer kansen! Dossier jongerenparticipatie Appingedam

Stad en raad Een Stadspanelonderzoek

RKC Medemblik Opmeer. Notitie onderzoeksopzet

Mogelijkheden windenergie

Samenwerkingsovereenkomst Vrijwilligersraad Stichting Surplus 1.0

Rapport nieuwe drank- en horecawet

Zondagopenstelling Drechterland Peiling onder inwoners. Gemeente Drechterland Augustus 2013

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Leidraad voor omgaan met initiatieven van inwoners of van de gemeente. Korte versie

Gezondheidsbeleid Onderzoek onder gemeentepanel Venlo

Resultaat tevredenheidsonderzoek externe relaties Odion

Jongerenparticipatie bij beleidsvorming

Rapportage. Onderzoek Het oplossend vermogen van de openbare ruimte

Burgerpeiling Hoeksche Waard 2015

Rapport onderzoek Afgevaardigden

Initiatiefvoorstel aan gemeenteraad

389 van de 770 benaderde panelleden hebben de vragenlijst ingevuld; ruim 50%.

SAMEN WERKT VISIE STICHTING JEUGDBELANGEN MALDEN

Beleidsparticipatie. Hier komt de titel van de presentatie

ENQUETE JEUGD AERDENHOUT 2014

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

tips voor zorgverleners 1. geef speciale aandacht aan oudere kinderen in het kinderziekenhuis tips voor jongeren

Gebieds- en Stedelijke Programma s. Leiding en Staf Stedelijke Programma s. Gemeente Vlaardingen RAADSVOORSTEL

Toolkit Cliëntenparticipatie Zorg en Welzijn

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok

Nieuwsflits. Evaluatieonderzoek naar de Regeling palliatieve terminale zorg

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

Inventarisatie van Wmo-raden de uitgewerkte antwoorden -

Workhop 4 Participatie en medewerkersbetrokkenheid. Saraï Sapulete, Ecorys Camiel Schols, SBI Formaat

Afstudeeronderzoek over het perspectief van de burger op het verrichten van vrijwilligerswerk

Rapportage Enquête Mantelzorgondersteuning 2012

Communicatievisie 2015

OMGEVINGSSCAN 10 NOVEMBER 2016 NICOLE BLOK

Stappenplan Jong & Natuur. Betrek jongeren in 8 stappen bij uw organisatie

Transcriptie:

Onderzoeksrapport Jongerenparticipatie Marianne Steltenpool afdeling Welzijn Juni 2009

Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Samenvatting resultaten onderzoek... 4 3. Theoretisch kader.... 7 3.1 Jongerenparticipatie e.. 7 3.2 Doelgroep.. 9 4. Jongerenparticipatie binnen gemeente Koggenland 12 4.1 Jeugdmonitor.. 12 5. Jongerenparticipatie binnen andere gemeenten......13...13 6. Probleemstelling en vraagstelling. ing... 17 7. Onderzoeksopzet. 18 4.1 Onderzoeksmethode en paradigma p 18 4.2 Keuze voor dataverzamelingsmethode.. 18 4.3 Respondenten.... 18 4.4 Betrokkenheid van de jongeren j.. 19 4.5 Dataverzameling: waar, wanneer, hoe.. 19 4.6 Validiteit en betrouwbaarheid rheid.. 19 8. Resultaten en conclusie. 20 8.1 Vragenlijst jongeren. 20 8.2 Interview raadsleden....33.33 9. Beantwoording vraagstelling..........35 8. Aanbevelingen...38 10. Literatuurlijst......40.40 11. Bijlagen......41..41 1. Vragenlijst jongeren 2. Resultaten vragenlijst 3. Interview vragen raadsleden 2

1. Inleiding Voor u ligt het onderzoeksrapport naar jongerenparticipatie in de gemeente Koggenland. De gemeente Koggenland heeft tot op heden weinig contact met jongeren. Er zijn in de gemeente 13 jongerenclubs die zich hoofdzakelijk richten op de doelgroep t/m 15 jaar. Voor de 15+ jongeren zijn er nauwelijks jongerenclubs, hierdoor hebben de gemeente en de jongerenwerkers minder contact met deze doelgroep. vindt het belangrijk dat jeugdbeleid interactief tot stand komt. Een eerste aanzet hiertoe is om invulling te geven aan jongerenparticipatie. Jongerenparticipatie sluit ook goed aan bij de Wmo. Om jongerenparticipatie te bevorderen in de gemeente heeft de gemeente Koggenland een studente van de Hbo opleiding Pedagogiek aangesteld om onderzoek te doen onder de jongeren van 15 t/m 23 jaar inwonend in de gemeente Koggenland. Er wordt onderzocht op welke wijze de gemeente Koggenland vorm kan geven aan jongerenparticipatie en wat de behoeften/wensen van de jongeren zijn met betrekking op voorzieningen/activiteiten. 3

2. Samenvatting resultaten onderzoek De gemeente Koggenland heeft tot op heden minimaal contact met de jongeren van 15 t/m 23 jaar. Binnen de gemeente zijn er alleen basisscholen waardoor de jongeren na de basisschool buiten de gemeente naar school gaan. De jongerenwerkers, die regelmatig contact hebben met de jongeren, geven aan dat de jongeren graag mee willen praten of denken over voorzieningen en activiteiten die op hen zijn gericht. Om erachter te komen wat de jongeren tussen de 15 en 23 jaar belangrijk vinden is er onderzoek gedaan onder 900 jongeren, verdeeld over de negen woonplaatsen en verschillende leeftijden, waarbij de meeste naar de grootste woonplaatsen als Avenhorn/De Goorn, Obdam en Ursem/Rustenburg. Deze jongeren hebben een vragenlijst thuisgestuurd gekregen met daarin vragen over hun wensen en behoeften. Van de 900 vragenlijsten zijn er 420 teruggestuurd. Dit komt neer op een respons van bijna 50%. Van de teruggestuurde vragenlijsten komen de meeste jongeren uit Avenhorn/De Goorn, Obdam en Ursem/Rustenburg. Dit is ook niet vreemd aangezien daar de meeste vragenlijsten naar verstuurd zijn. Tevens zijn er interviews afgenomen bij een drietal raadsleden van de gemeente Koggenland. Aan hen werden vragen voorgelegd over hun mening over jongerenparticipatie, eigen ervaringen met jongerenparticipatie en wie zij de aangewezen persoon vinden om zich met jongerenparticipatie bezig te houden. Resultaten Vragenlijst De jongeren die de vragenlijst hebben ingevuld zijn van verschillende leeftijden, wel is er een afname zichtbaar naarmate de jongere ouder wordt. Van de 420 jongeren waren er 247 vrouwen en 173 mannen die de vragenlijst hebben ingevuld. De jongeren zitten hoofdzakelijk op school en hebben een bijbaan (58,6%), waarbij de grootste groep een bijbaan heeft in de handel(winkels) en de agrarische sector. De hoogst gevolgde opleidingen of opleidingen die nu gevolgd worden zijn het Voortgezet Onderwijs, Middelbaar Beroepsonderwijs en het Hoger Beroepsonderwijs. De jongeren vinden dat er voldoende bibliotheken, (sport)verenigingen, binnen sporthallen en basketbalvelden aanwezig zijn in de gemeente. Echter vindt de helft van de ondervraagde jongeren dat er te weinig ontmoetingsplekken, uitgaansgelegenheden, bioscopen, sportvoorzieningen en winkels aanwezig zijn binnen de gemeente. De ontmoetingsplekken worden hoofdzakelijk door de jongeren van 15 en 16 jaar gemist en de uitgaansgelegenheden door 15, 16, 17 en 19 jarigen. Onder de sportvoorzieningen die de jongeren missen in de gemeente bedoelen zij sporten die niet tot nauwelijks aangeboden worden zoals hockey en hardloopbanen. Qua activiteiten en/of evenementen geven de jongeren aan graag een muziekevenement te willen. Onder een muziekevenement verstaan we alle muziekgenres. Een festival met muziek/cultuur en sportactiviteit werden ook vaak genoemd. 72,9% van de jongeren heeft aangegeven wel eens contact met de gemeente te hebben. Het contact dat zij hebben is hoofdzakelijk met de afdeling Burgerzaken. Dit voor het aanvragen van een identiteitskaart, rijbewijs etc. Verder is er nog regelmatig contact met de afdeling Wonen & Ontwikkeling, de jongerenwerkers en de afdeling Zorg & Welzijn. Het contact met de afdelingen wordt redelijk tot goed ervaren. Aan de jongeren is ook gevraagd of zij willen meepraten/meedenken over bepaalde onderwerpen. Zij konden daarbij aangeven over welke onderwerpen zij wilden meepraten/meedenken en op welke manier zij dat wilden doen. Hieruit kwam naar voren dat de jongeren mee willen praten/denken over activiteiten voor jongeren, sport, ontmoetingsplekken/keten, clubs, binnen- en buitenvoorzieningen en alcohol/drugs. Zij willen het liefst meepraten/meedenken doormiddel van een vragenlijst, 4

internetpoll/forum/hyves of email. Dit kost weinig tijd, waarbij ze wel de mogelijkheid krijgen om hun mening te laten horen. Van de 420 jongeren geven 186 jongeren aan dat ze het leuk vinden dat de gemeente contact met ze opneemt. Dit komt neer op 44% van de ondervraagde jongeren. Zij worden zo spoedig mogelijk benaderd. De grootste groep jongeren die contact met de gemeente willen volgen een opleiding aan het Voortgezet Speciaal Onderwijs. De mening van de jongeren van andere opleidingsniveaus zijn verdeeld. Interview raadsleden De raadsleden verstaan onder jongerenparticipatie: actief deelnemen aan de maatschappij. De jongeren dienen betrokken te worden bij de maatschappij. Dit kan op verschillende manieren, als ze maar op een eigen manier een bijdrage kunnen leveren aan de maatschappij. Praten over onderwerpen die zij belangrijk vinden maar ook onderwerpen die verder van hun bed staan. Meepraten en meedoen zijn belangrijke speerpunten bij jongerenparticipatie. Jongerenparticipatie vinden de raadsleden allen erg belangrijk. Jongeren moeten de kans krijgen om hun mening te laten horen. Als je ergens over mee praat hoor je (tegen) argumenten en zie je mogelijkheden en onmogelijkheden. Als je niet participeert gebeurt er niets, dan kan je je mening niet uiten. De heer Tessel van de CDA geeft hierbij aan dat er in groep 7/8 van de basisschool al begonnen moet worden met participeren. Laat de kinderen bijvoorbeeld meedenken en meepraten over hun eigen school, speelplaatsen, trapveldjes etc. Als je de kinderen van groep 7/8 nu mee laat denken en praten, gaan ze zich later meer aangetrokken voelen om mee te denken over andere onderwerpen. Mevrouw Blomberg sluit zich aan bij de mening van de heer Tessel over dat jongeren steeds jonger kunnen meepraten en meedenken. De aangewezen personen om zich met jongerenparticipatie bezig te houden binnen de gemeente vinden ze allen de jeugd- en jongerenwerkers. Zij zullen hierin dan voornamelijk een sturende functie hebben. Zij kunnen de jongeren stimuleren om naar de politiek te stappen als ze wat willen. Maar ook de verenigingen en basisscholen worden genoemd. Aanbevelingen Aan te raden is om alle jongeren te benaderen die hebben aangegeven mee te willen praten met de gemeente. Zo wordt het deze jongeren duidelijk dat de gemeente echt geïnteresseerd is in hun mening. Het eerste contact moet worden gelegd via de email. Dit is voor de jongeren laagdrempelig. Er kan dan samen met de jongeren een passende manier gevonden worden om te participeren. Het is van groot belang rekening te houden met de wensen van de jongeren. Luister goed naar de jongeren, zij zijn deskundige van hun leeftijdsgroep. Zij kunnen precies vertellen wat jongeren belangrijk vinden en wat hun wensen en behoeften zijn. Houdt hierbij rekening met de leeftijd en opleidingsniveau van de jongeren. Jongeren van vijftien hebben andere wensen en behoeften dan de jongeren van twintig jaar. Er zal een scheiding tussen de leeftijden van de jongeren moeten plaatsvinden, als je alle jongeren actief wilt blijven houden. Als de jongeren en een medewerker, die betrokken is met jongeren, overeen zijn gekomen op welke manier zij willen participeren, dienen de wensen en behoeften van de jongeren die zij in de vragenlijst hebben genoemd te worden benadrukt De jongeren hebben aangegeven graag ontmoetingsplekken, uitgaansgelegenheid, sportvoorzieningen en winkels te willen. Ook zouden zij graag een muziekevenement willen organiseren. Het is van belang dat er eerst gewerkt wordt aan het opzetten van voorzieningen en het uitvoeren van activiteiten die de jongeren hebben aangegeven en dat er daarna naar andere voorzieningen en activiteiten wordt gekeken. De jongeren die de vragenlijst hebben ingevuld zien dan ook dat hun mening van groot belang is, omdat er wat mee wordt gedaan. 5

De gemeenten Stede Broec en Medemblik waar gesprekken mee gevoerd zijn geven aan dat jongeren al op jonge leeftijd mee kunnen denken en praten over onderwerpen die hen aangaan. Er wordt gezegd dat het al vanaf vier jaar kan, maar ook vanaf een jaar of elf. Jongeren van elf jaar zijn nog enthousiast om mee te denken en te praten. Door hun enthousiasme kunnen zij al jong betrokken worden en willen zij zich, wanneer ze zien dat hun mening wordt gehoord, later eerder inzetten als de gemeente een beroep op ze wilt doen. De raadsleden van de gemeente Koggenland geven in het interview ook aan dat jongeren van groep 7/8 van het basisonderwijs ook mee kunnen praten en denken over onderwerpen die hen aangaan. Aan te bevelen is om eerst te participeren met jongeren van vijftien tot drieëntwintig jaar. Indien dit is opgestart en goed loopt kan er gekeken worden naar de inbreng van jongeren vanaf elf jaar. Zij zijn namelijk nu ook niet betrokken bij het onderzoek. De cognitieve functies van jongeren zijn aan het begin van de puberteit nog niet volledig ontwikkeld. Deze functies worden gevormd tijdens de adolescentiefase (10 t/m 23 jaar). Doordat de cognitieve functies nog niet volledig ontwikkeld zijn kunnen jongeren problemen hebben met beslissingen nemen. Ze nemen beslissingen op grond van korte termijn consequenties, ze willen iets en dat moet snel gebeuren. Langere termijn consequenties overzien kunnen ze nog niet goed. Om rekening te houden met de cognitieve functies van de jongeren verdient het werken met kleine projecten een aanbeveling. Door met kleine projecten te werken is het einddoel voor de jongeren duidelijk en weten ze wat ze moeten doen om het einddoel te bereiken. Een aandachtspunt hierbij is dat als er beloftes worden gemaakt aan de jongeren, deze ook dienen te worden nagekomen. Indien dit niet het geval is haken de jongeren af. Geef de jongeren geen valse beloftes. Indien niet duidelijk is of iets mogelijk is leg dit dan duidelijk uit aan de jongeren. Zij begrijpen dit heel goed. Adolescenten zijn zeer gevoelig voor de invloed van hun leeftijdsgenoten. Bij het bepalen van wat ze aantrekken, met wie ze uitgaan en welke films ze kijken, laten adolescenten zich vaak beïnvloeden door leeftijdsgenoten. Hier dient rekening gehouden te worden met het feit dat de mening die jongeren uiten een combinatie is van hun eigen mening en de mening van leeftijdsgenoten. Hierdoor kan er aanbevolen worden dat de meningen van de jongeren in de gemeente gehoord kunnen worden door van elke leeftijd en uit elke woonplaats twee jongeren te benaderen om mee te denken en praten. Meedenken en meepraten is niet genoeg voor de jongeren. Zij willen ook coproduceren (de jongeren nemen het initiatief van het project en nemen besluiten over de uitvoering. Volwassenen hebben een begeleidende rol). Het is voor de jongeren in het beginstadium niet mogelijk om zelfstandig een project op te zetten en uit te voeren, zonder hulp van volwassenen. Zij zullen de eerste tijd moeten worden gestuurd door volwassenen. Sterk aan te raden is dan ook om de jongeren te laten coproduceren. Zo leren zij verantwoordelijkheid te nemen voor het opzetten en uitvoeren van het project, maar ze kunnen ook terugvallen op de volwassenen. De eerste drie treden op de participatieladder van Roger Hart zijn geen optie voor jongerenparticipatie in deze gemeente. Bij deze treden wordt het project door volwassenen gecoördineerd of geheel uitgevoerd. De jongeren kunnen hierbij alleen hun mening uiten. 6

3. Theoretisch kader 3.1 Jongerenparticipatie Deelname van kinderen en jongeren aan maatschappelijke activiteiten moet al op jonge leeftijd worden gestimuleerd. Hierdoor is de kans groter dat ze later, als volwassene, volwaardig meedraaien in de samenleving, aldus het ministerie van Jeugd en Gezin. Jongerenparticipatie betekent voor jongeren inspraak hebben, invloed hebben, meepraten, meedenken, ruimte krijgen, initiatief nemen, meedoen. Jongerenparticipatie kent vele vormen: politieke participatie in een jongerenraad, bij een jongerenvakbond of een jongerenafdeling van een politieke partij. En maatschappelijke participatie door het doen van vrijwilligerswerk, het organiseren van een wijkfeest, of het doen van een maatschappelijke stage. Participatie is een basisbeginsel in het Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Het Verdrag is opgesteld door de Verenigde Naties en is door 193 landen ondertekend. Kinderen hebben het recht hun mening te vormen. En zij moeten in de gelegenheid gesteld worden die mening ook daadwerkelijk naar voren te brengen daar waar het zaken betreft die hen aangaan. Alle aspecten van het leven van jeugdigen komen in de 54 artikelen van het Verdrag aan de orde, zoals het belang van het kind, ontwikkeling, onderwijs, inspraak en bescherming tegen kindermishandeling. Onderstaand artikel uit het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind heeft betrekking op jongerenparticipatie. Bij jongerenparticipatie staat de mening van de jongere centraal. Artikel 12. De mening van een kind 1. De Staten die partij zijn, verzekeren het kind dat in staat is zijn eigen mening te vormen, het recht die mening vrijelijk te uiten in alle aangelegenheden die het kind betreffen, waarbij aan de mening van het kind passend belang wordt gehecht in overeenstemming met zijn leeftijd en rijpheid. 2. Hiertoe wordt het kind met name in de gelegenheid gesteld te worden gehoord in iedere gerechtelijke en bestuurlijke procedure die het kind betreft, hetzij rechtstreeks, hetzij door tussenkomst van een vertegenwoordiger of een daarvoor geschikte instelling, op een wijze die verenigbaar is met de procedureregels van het nationale recht. De term actief burgerschap wordt steeds belangrijker gevonden door de overheid. Jongeren ontwikkelen al participerend allerlei vaardigheden die ze in de toekomst kunnen gebruiken. Deze sociale competenties - verantwoordelijkheid nemen, zelfvertrouwen, samenwerking - bereiden jongeren voor op hun deelname in de maatschappij als competente burgers. Maar ook door de komst van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is er veel aandacht voor burgerparticipatie, dus ook van jongeren. Meedoen staat in deze wet centraal. De gebruikte inspraaktechnieken van gemeenten zijn meestal niet erg aantrekkelijk voor jongeren. Saai, ingewikkeld of gedomineerd door andere groepen zoals volwassenen. Door participatiemethoden in te zetten die specifiek voor jongeren zijn bedoeld, lukt het vaak wel om hen bij bijvoorbeeld beleid te betrekken. Jongeren betrekken bij hun leefomgeving, maakt dat zij zich meer betrokken voelen. En wie die binding met zijn of haar leefomgeving voelt, zal ook eerder geneigd zijn verantwoordelijkheid te nemen. Bij jongerenparticipatie staat actief aan de slag gaan met jongeren centraal. Dat betekent dat er meer inzicht wordt verkregen in hun zienswijze en wensen. Daarmee ontstaat meer inzicht in de diversiteit van deze doelgroep. Ook bevordert het vraaggericht werken. Immers, wie meer weet over jongeren, kan beter inspelen op hun behoeften. Jongeren moeten kunnen meedoen in de samenleving. Bovendien hebben gemeenten de plicht om met hun jeugdbeleid voor een plezierige en stimulerende omgeving voor jongeren te zorgen. 7

Van Hees (2002) (medewerker jongerenprojecten Instituut voor Publiek en Politiek) pleit voor alternatieve vormen van jongerenparticipatie dat beter aansluit bij de belevingswereld van jongeren. Van Hees stelt dat de jongerenraad binnen de gemeente een ouderwetse vorm is van jeugdparticipatie, dat blijkt uit een enquête waaraan 303 gemeenten meewerkten. De enquête is afgenomen door het IPP (Instituut voor Publiek en Politiek). Van Hees pleit voor medezeggenschap in plaats van alleen maar gehoord worden. In de enquête werd onder andere gevraagd naar de wijze waarop aan jongerenparticipatie vorm is gegeven, over welke onderwerpen jongeren mee mogen praten en van welk participatieniveau sprake is. Dit leverde meerdere conclusies op. Jongeren hebben in geen enkele gemeente medezeggenschap over zaken. In de meeste gemeenten is sprake van ouderwetse vormen van jongerenparticipatie, zoals de jongerenraad. En de vorm die een gemeente kiest voor jongerenparticipatie heeft geen consequentie voor de mate van participatie. Een jongerenraad biedt jongeren dus niet meer inspraak dan bijvoorbeeld een enquête. Veel jongeren weten niet dat hun gemeente een jongerenraad heeft. Vaak bereikt de jongerenraad alleen politiek geïnteresseerde jongeren, de jongeren die de jongerenraad bekleden zijn dus niet representatief voor de jongeren van de desbetreffende gemeente. Daarnaast is er weinig begeleiding aanwezig en zijn de jongeren op zichzelf aangewezen. De jongerenraad kost vaak teveel geld en tijd, en de stukken zijn vaak te ambtelijk waardoor er een heel groot percentage jongeren afvalt voor de raad. Uit de enquête blijkt dat jongerenparticipatie in 90 procent van de gemeenten een aandachtspunt is. Toch worden jongeren op dit moment in minder dan 60 procent van de gemeenten ook werkelijk betrokken bij de besluitvorming. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport stelt op de website: Bij jeugdparticipatie gaat het over meer dan alleen meepraten over een hangplek in de wijk. Jongeren moeten structureel invloed kunnen uitoefenen op wat er voor hen gerealiseerd en bepaald wordt. Het is dus niet voldoende om jongeren alleen maar te raadplegen, de jongeren moeten veel meer betrokken worden bij de besluitvorming. Alleen dan krijgen jongeren het gevoel dat hun mening ertoe doet. Participatieladder Hart Jongerenparticipatie vindt plaats op verschillende niveaus. Deze niveaus heeft Roger Hart opgenomen in een participatieladder. Helemaal onder aan de ladder, die niet in het plaatje zijn opgenomen, worden drie niveaus van participatie genoemd: Manipulatie Hierbij wordt de jongere ingezet bij acties geformuleerd door volwassenen waarbij de jeugd niet weet wat de geformuleerde acties/doelen inhouden. Decoratie Hier wordt de jongere ingezet om een actie van volwassenen op te luisteren. Afkopen Hierbij lijken de jongeren een stem te krijgen, maar heeft totaal geen invloed. Naast bovenstaande vormen van participatie zijn er vijf niveaus van participatie welke wel op de ladder zijn opgenomen: Informeren Het project wordt door volwassenen uitgevoerd, maar de jongere wordt adhoc betrokken bij het proces. Raadplegen Het project wordt door volwassenen uitgevoerd, maar de jeugd wordt geraadpleegd, heeft inzicht in het proces en hun mening wordt serieus genomen. Adviseren Het project wordt gecoördineerd door volwassenen, maar de jongere wordt bij ieder onderdeel van het proces betrokken. Coproduceren De jongeren nemen het initiatief van het project en nemen besluiten over de uitvoering. Volwassenen hebben een begeleidende rol. (Mee) beslissen De jongeren nemen het initiatief en voeren het project uit. De jongeren nemen het initiatief om eventuele volwassenen bij de besluitvoering te betrekken. Hoe hoger het niveau op de ladder voorkomt, hoe meer de jongere wordt betrokken bij het besluitvormingsproces. 8

3.2 Doelgroep De doelgroep die ik heb gebruikt voor het jongerenparticipatie onderzoek, zijn jongeren in de leeftijd van 15 tot en met 23 jaar. Deze doelgroep valt binnen de adolescentie. De adolescentie is het ontwikkelingsstadium tussen de kindertijd en de volwassenheid. Het is een periode die niet heel duidelijk afgebakend is. Hij begint vlak voor de tienerjaren en eindigt net daarna. Adolescenten worden niet meer beschouwd als kinderen, maar ook nog niet als volwassenen. De adolescentie is een tijd van grote fysieke, cognitieve en sociale veranderingen. Aangezien de adolescentie begint vlak voor de tienerjaren, en ik in dit onderzoek gebruik maak van adolescenten vanaf 15 jaar, zal ik de doelgroepanalyse zoveel mogelijk aanpassen op adolescenten van 15 tot 23 jaar. Fysieke ontwikkeling In de adolescentie voltrekt de toename van lengte en gewicht zich in een snel tempo. Op de leeftijd van 15 jaar zijn de jongeren vaak al ver ontwikkeld in hun fysieke ontwikkeling. Zij zijn in het begin van de adolescentie talloze centimeters gegroeid. Ook de seksuele rijping is vaak al ver gevorderd op de leeftijd van 15 jaar. Adolescenten zijn zich duidelijk bewust van wat er met hun lichaam gebeurt, en ze kunnen daar met afschuw of met vreugde op reageren. Er zijn maar weinig adolescenten die neutraal staan tegenover de veranderingen die ze waarnemen. Alcohol is het populairste verslavende middel onder adolescenten, bijna alle adolescenten experimenteren met alcohol. Uit een onderzoek is gebleken dat 37% van de vijftien- en zestienjarige scholieren meer dan veertig keer alcohol gedronken. Er zijn verschillende redenen waarom jongeren alcohol drinken: het neemt spanningen weg, het staat stoer en ze hebben het idee dat iedereen alcohol drinkt dus zij ook. De hersenen van pubers zijn nog in ontwikkeling en alcohol heeft een remmende werking op de ontwikkeling van de hersenen. Alcohol remt de opname van calcium in de hersenen. Als na inname van een grote hoeveelheid alcohol gestopt wordt met drinken en hierdoor alle alcohol uit de hersenen verdwijnt, komt er teveel calcium in de hersenen: een grote giftige hoeveelheid die hersencellen doet afsterven. Het percentage scholieren van 12 tot 19 jaar in Nederland dat ooit cannabis gebruikte steeg van 5% in 1984 naar 20% in 1996 volgens onderzoek van de overheid. Ook het gebruik van andere drugs neemt toe. Jongeren gebruiken drugs om de plezierige ervaringen die het met zich mee brengt, de druk van leeftijdsgenoten en jongeren willen experimenteren. Gebruikers van cannabis worden high, vrolijk en ontspannen, maar tegelijkertijd wordt het kortetermijngeheugen beïnvloed, kunnen gebruikers zich minder concentreren en minder logisch nadenken. Een gevolg op de lange termijn is het achteruitgaan van het concentratievermogen voor taken die veel aandacht vragen Cognitieve ontwikkeling Wat gebeurt er in de hersenen? Hersenen bestaan voor het grootste deel uit grijze stof en witte stof. Grijze stof bestaat uit hersencellen, de zenuwcellen, en een deel van hun uitlopers. Via uitlopers van zenuwcellen worden elektrische signalen doorgegeven van de ene zenuwcel naar de andere. Witte stof wordt voornamelijk gevormd door de uitlopers, die met een isolatielaagje omgeven zijn. De witte kleur wordt veroorzaakt door dit laagje, dat bestaat uit een vetachtige stof, myeline. Myeline zorgt ervoor dat de elektrische signalen sneller voortgeleid kunnen worden over de uitlopers en zo sneller worden doorgegeven van de ene zenuwcel naar de andere. Bij de geboorte zijn bijna alle zenuwcellen al in de hersenschors van de grote hersenen aanwezig. In de eerste vier à vijf jaar worden de hersenen bijna drie keer zo groot. Niet het aantal hersencellen neemt dan toe, maar de zenuwcellen worden groter en krijgen langere uitlopers met meer myeline. Door deze grote toename zijn er teveel cellen en verbindingen. Er vindt daarom in de eerste tien à twaalf jaar een snoeiproces plaats, waarbij de verbindingen die niet meer gebruikt worden, worden 9

afgebroken. Rond het zesde levensjaar hebben de hersenen 95% van de omvang van volwassen hersenen bereikt. In de puberteit vindt een verdere rijping van de hersenen plaats. De groei van de hersenen gebeurt van achter naar voren. De achterste hersendelen worden als eerste volledig ontwikkeld en de voorste hersendelen, zoals de frontale hersenschors komen als laatste volledig tot ontwikkeling. De frontale hersenschors is in samenwerking met andere hersengebieden verantwoordelijk voor cognitieve functies zoals plannen, organiseren, abstract denken, sociaal gedrag en impulsbeheersing. Deze vaardigheden worden dus als laatste ontwikkeld en zijn pas volledig aan het einde van de adolescentie. Doordat deze vaardigheden pas aan het eind van de adolescentie volledig ontwikkeld zijn kunnen pubers problemen hebben met beslissingen nemen. Pubers maken een keuze op grond van kortetermijn consequenties: ik wil iets en ik wil het nu. Maar langetermijn gevolgen overzien kunnen ze nog niet goed. Ze zullen keuzes maken om dingen te doen die direct leuk zijn (langer in de kroeg blijven) en daarbij houden ze geen rekening met de (negatieve) langetermijngevolgen die kunnen optreden (huisarrest). Formeel Operationele fase Piaget (Jean Piaget, psycholoog) formuleerde vier verschillende stadia in de ontwikkeling van het kind/de jongere. In de adolescentie wordt gesproken over de formeel operationele fase. In deze fase staan de ontwikkeling van het ruimtelijk denken, de ontwikkeling van het abstract denken en leren logisch te denken en consequenties te trekken centraal. In de adolescentie worden grote cognitieve sprongen gemaakt. Hoewel de algemene intelligentie zoals die wordt gemeten met de IQ-tests stabiel blijft, treden er ingrijpende verbeteringen op in de specifieke mentale vermogens die ten grondslag liggen aan intelligentie. De verbale, mathematische en ruimtelijke vaardigheden groeien. De geheugencapaciteit neemt toe, en adolescenten weten hun aandacht beter te verdelen over meer dan één stimulus tegelijk. Ze kunnen bijvoorbeeld gelijktijdig een biologierepetitie leren en naar een cd luisteren. Het denken van adolescenten wordt beheerst door het egocentrisme. Egocentrisme is een toestand waarbij het eigen ik in het middelpunt staat en waarin de wereld puur vanuit het eigen standpunt wordt bekeken. Door hun egocentrische houding stellen adolescenten zich kritisch op tegenover ouders en leraren, zijn ze niet bereid om kritiek te ontvangen en hebben ze snel commentaar op het gedrag van anderen. Sociale ontwikkeling en persoonlijkheidsontwikkeling Hoewel adolescenten soms verschillende rollen uit proberen en veel dingen doen die hun ouders niet goed vinden, verloopt de adolescentie bij de meeste mensen relatief rustig. Adolescenten liggen in de eerste jaren van de adolescentie met de verschillende kanten van hun persoonlijkheid overhoop. Ze willen zichzelf graag op een bepaalde manier zien, en worden nerveus als hun gedrag niet met die zienswijze overeenkomt. Aan het einde van de adolescentie leggen tieners zich neer bij het feit dat verschillende situaties verschillend gedrag en verschillende gevoelens oproepen. Hoewel adolescenten steeds beter gaan begrijpen wie ze zijn (hun zelfbeeld), garandeert deze kennis niet dat ze ook tevreden met zichzelf zijn (eigenwaarde). Erik Erikson (psycholoog die zich richtte op de psychoanalyse) zegt dat de adolescentie de tijd is van het stadium van identiteit-versus-identiteitsverwarring. In het stadium van identiteit-versusidentiteitsverwarring proberen tieners erachter te komen wat hen uniek maakt en wat hen onderscheidt van anderen. Ze proberen hun eigen sterke en zwakke punten te ontdekken en ze proberen vast te stellen welke rol ze het best kunnen spelen in hun toekomstige leven. Adolescenten streven steeds meer naar autonomie, onafhankelijkheid en het gevoel controle te hebben over hun eigen leven. De toenemende autonomie van adolescenten komt tot uiting in de relatie tussen ouders en tieners. Aan het begin van de adolescentie is die relatie doorgaans asymmetrisch: ouders hebben de meeste macht en invloed. Aan het einde van de adolescentie zijn die macht 10

en invloed niet meer in evenwicht en krijgen ouders en kinderen uiteindelijk een gelijkwaardiger relatie. Macht en invloed worden gedeeld, hoewel ouders meestal de boventoon blijven voeren. Vanaf de basisschooltijd brengen kinderen steeds meer tijd door met leeftijdgenoten en worden relaties met leeftijdgenoten steeds belangrijker. Er is geen andere periode in het leven waarin die relaties zo belangrijk zijn. Adolescenten zijn zeer gevoelig voor de invloed van hun leeftijdgenoten. Bij het bepalen wat ze aantrekken, met wie ze uitgaan en welke films ze kijken, laten adolescenten zich vaak beïnvloeden door hun leeftijdgenoten. Maar als het gaat om niet-sociale zaken, zoals het kiezen van het beroep of het oplossen van problemen, zullen ze zich eerder spiegelen aan een ervaren volwassene. 11

4. Jongerenparticipatie binnen de gemeente Koggenland De gemeente Koggenland heeft tot op heden weinig contact met jongeren. Er zijn in de gemeente 13 jongerenclubs die zich hoofdzakelijk richten op de doelgroep t/m 15 jaar. Voor de 15+ jongeren zijn er nauwelijks jongerenclubs, hierdoor hebben de gemeente en de jongerenwerkers minder contact met deze doelgroep. vindt het belangrijk dat jeugdbeleid interactief tot stand komt. Een eerste aanzet hiertoe is om invulling te geven aan jongerenparticipatie. Jongerenparticipatie sluit ook goed aan bij de Wmo. Om jongerenparticipatie te bevorderen in de gemeente heeft de gemeente Koggenland een stagiaire aangesteld om onderzoek te doen onder de jongeren van 15 t/m 23 jaar inwonend in de gemeente Koggenland. Er wordt onderzocht op welke wijze de gemeente Koggenland vorm kan geven aan jongerenparticipatie en wat de behoeften/wensen van de jongeren zijn met betrekking op voorzieningen/activiteiten. 4.1 Jeugdmonitor De jeugdmonitor West-Friesland is een driejaarlijks terugkerend onderzoek onder de Westfriese jongeren dat wordt uitgevoerd in opdracht van de Westfriese gemeenten. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door I&O research. De eerste regiobrede meting voor de jeugdmonitor West-Friesland is in 2002 en 2005 uitgevoerd. Rond mei a.s. komt er een nieuwe meting voor de jeugdmonitor West- Friesland die zich richt op jongeren in de leeftijdsgroep 16 t/m 23 jaar. In de jeugdmonitor zijn vragen opgenomen die gaan over leefstijl, veiligheid, school en werk, wonen, vrije tijd en sport en politieke interesse. In de jeugdmonitor van 2005 zijn aan de jongeren vragen gesteld over hun interesse in de politiek. Ook werd er gevraagd op welk gebied de gemeente meer voor jongeren zou moeten doen naar mening van de jongeren zelf. De jongeren vonden het belangrijk dat de gemeente er voor moest zorgen dat het veilig was in de buurt, er voldoende uitgaansmogelijkheden waren en dat er voldoende werkgelegenheid voor de jongeren was. Op de vraag of de gemeente voldoende deed voor de jongeren, werd er divers gereageerd. 23% gaf aan dat dit voldoende was, ook 23% gaf aan dat dit onvoldoende was en 54% hebben weet niet ingevuld. Op de vraag Hoe zou de stem van de jongeren beter gehoord kunnen worden door de gemeente? komt internet als belangrijkste mogelijkheid naar voren(47%). Een jongerenraad krijgt 34% van de stemmen. I&O research zal waarschijnlijk een groot aantal van de vragen uit de jeugdmonitor 2005 opnemen in de jeugdmonitor van mei 2009. Voor het onderzoek naar jongerenparticipatie binnen de gemeente Koggenland wordt er rekening houden met de vragen die in de jeugdmonitor worden gesteld, zodat de jongeren niet dezelfde vragen gesteld krijgen. 12

5. Jongerenparticipatie binnen andere gemeenten Gemeente Delft Doelstelling van het beleid voor jongeren van 16 t/m 23 jaar In Delft nemen alle jongeren en jongvolwassenen verantwoordelijkheid voor zichzelf en hun omgeving en leveren hun eigen bijdrage aan de samenleving Visie De gemeente Delft wil de komende tijd vanuit een ander perspectief naar de jeugd kijken. Zij willen kinderen en jongeren positief benaderen, waarbij ze ervan uitgaan dat kinderen en jongeren naarmate ze opgroeien steeds meer keuzes kunnen maken en daarmee ook zullen bijdragen aan een vrolijker en sterker Delft. De gemeente vindt dat ieder kind uniek is en de kans moet hebben ergens zijn/haar hart in te leggen. Waarin precies is niet zo belangrijk, het gaat er om dat ieder kind of iedere jongere meedoet en zich erkend weet. In een positieve visie op Delftse kinderen en jongeren past dat anderen hen serieus nemen, maar het betekent net zo goed dat jongeren aanspreekbaar zijn op hun keuzes en dat van hen verwacht mag worden dat ze meedoen en meehelpen. De omgeving schept daartoe kansen en stimuleert, maar het hoe en wat kan meer aan jongeren worden overgelaten. De gemeente Delft wil dat beleidsmakers, instellingen en organisaties in Delft die activiteiten voor jongeren uitvoeren, gevoelig zijn voor signalen uit de verschillende groeperingen van jongeren in Delft en rekening houden met hun specifieke wensen. Jongerenparticipatie Gemeente Delft vindt het nodig om zowel ouders als jongeren te betrekken om meer aansluiting te krijgen bij hun leefwereld. Omdat niet alle jongeren hetzelfde willen en hetzelfde nodig hebben, is het belangrijk jongeren te betrekken bij het jeugdbeleid. Niet alleen bij de ontwikkeling maar ook bij de uitvoering daarvan. De jongerenparticipatie binnen de gemeente Delft is een taak van de jongerenwerkers. De jongerenwerkers ondersteunen de jongeren en stellen faciliteiten beschikbaar. Daar waar mogelijk betrekt het jongerenwerk de jongeren bij het organiseren van de activiteiten en het beheer van het centrum. De jongeren participeren voornamelijk over vrije tijdszaken. Ook is er een Jongerenplatform Delft opgericht. Jongeren kunnen in het platform meepraten, meedoen, meedenken of initiatieven inbrengen. Via scholen worden jongeren geworven met diverse achtergronden, opleiding, competenties en interesses. Het jongerenplatform wordt een gesprekspartner van het gemeentebestuur en kan gevraagd en ongevraagd adviseren. Voor de nota jeugdbeleid Delft 2008-2011 De Delftse jeugd aan zet is gesproken met jongeren en diverse partijen in de stad over elf thema s, welke in de nota zijn uitwerkt. Gemeente Stede Broec Doel Het doel van de gemeente Stede Broec is dat de stem en mening van jongeren, in de leeftijdsgroep van 16-21 jaar, een vanzelfsprekend onderdeel gaat vormen binnen de ontwikkeling van jeugd- en jongerenbeleid. Beleid zal hierdoor beter op de doelgroep kunnen worden afgestemd en jongeren zullen zich meer betrokken en medeverantwoordelijk gaan voelen voor het beleid. Jongerenparticipatie Uit een grootschalig onderzoek onder de jongeren van de gemeente Stede Broec blijkt dat jongeren graag willen meepraten over activiteiten en voorzieningen in hun gemeente maar dan wel op een makkelijke manier. Het internet is voor jongeren een snelle en eenvoudige mogelijkheid om infor- 13

matie te vinden en hun mening te laten horen. De gemeente Stede Broec heeft, aan de hand van het onderzoek, ervoor gekozen om een jongerenpanel via email en sms en inspraakavonden voor jongeren op locatie te gebruiken om de jongeren mee te laten participeren. Ze hebben incentives ingesteld om de respons onder de jongeren hoog te houden. De gemeente Stede Broec heeft zelf de eerste inspraakavond georganiseerd en de verdere inspraakavonden worden door de jongeren zelf georganiseerd. Op vrijdag 4 april 2008 is de website Young-Stede Broec (YSB) de lucht in gegaan. Deze website richt zich voornamelijk op de jongeren in Stede Broec. Deze website is geheel door de jongeren ontworpen en wordt ook door jongeren onderhouden. In een gesprek met de jongerenwerker die samen werkt met de gemeente Stede Broec, kwam naar voren dat de gemeente Stede Broec al drie jaar bezig is om jongerenparticipatie van de grond te krijgen. Ze hebben nu een website en een werkgroep. De werkgroep heeft ook een bestuur dat bestaat uit een aantal coördinatoren van verschillende groepen jongeren in de gemeente. De coördinatoren vergaderen één keer in de maand en de besproken onderwerpen geven zij door aan de jongeren van de actiegroep. De jongeren die door de gemeente benaderd zijn vallen in de doelgroep 15 t/m 23 jaar. Er is echter wel een opvallendheid te zien in de jongeren die benaderd zijn en de jongeren die uiteindelijk in het bestuur van de actiegroep zitten. In het bestuur van de actiegroep zitten voornamelijk 4 de jaar VWO leerlingen. Er komen wel steeds meer jongere mensen bij, maar die vinden het vaak lastig om te overleggen op het hoge niveau van de VWO leerlingen. Er wordt vaak voor een bepaalde activiteit jongeren aangetrokken die daar veel verstand van hebben. Zoals een workshop graffiti waar jongeren die verstand hebben van graffiti worden uitgenodigd om de workshop te organiseren en uit te voeren. De jongerenwerkers hopen zo dat deze jongeren gemotiveerd raken om bij andere projecten (die ze minder interessant vinden) ook mee te denken en te praten. Voor kinderen van groep 7/8 zal het ook goed zijn als ze mee kunnen praten en denken over onderwerpen die hen aangaan. De jongerenwerker raadt wel aan om met deze leeftijdsgroep te werken met thema s. De kinderen blijven dan bij één onderwerp dat ze eerst kunnen afsluiten voordat ze met een nieuw onderwerp starten. Het is voor deze kinderen wel belangrijk dat ze zich serieus genomen voelen door de gemeente. Indien dit niet het geval is, zullen zij snel afhaken. Doordat er al op jonge leeftijd gestart wordt met jongerenparticipatie, zullen deze jongeren zich later eerder inzetten als de gemeente een beroep op ze wilt doen, dan wanneer er niet op jonge leeftijd wordt gestart. Een knelpunt dat de jongerenwerkster tegengekomen is bij de voorbereiding en uitvoering van de jongerenparticipatie is het enthousiast maken van jongeren voor de werkgroep. De jongeren van tegenwoordig hebben het erg druk met andere dingen, en hebben weinig zin om hun tijd te investeren in het organiseren van activiteiten. Een ander knelpunt is het budget wat voor het jongerenwerk beschikbaar wordt gesteld. De werkgroep heeft lang moeten wachten op een budget. Met het eigen budget kunnen ze zelf invullen wat ze ermee willen doen. Hiervoor hoeven ze dan niet steeds verantwoording af te leggen bij de gemeente Stede Broec. Een knelpunt bij de uitvoering van jongerenparticipatie is dat de jongeren in de gemeente Stede Broec graag een hangplek wilden. Ze hebben er alles voor gedaan om die hangplek te realiseren. De gemeente Stede Broec zei steeds tegen de jongeren dat de hangplek er zou komen, maar heeft dit 5 jaar later toch afgekapt. De jongeren worden zo gedemotiveerd. Ze zullen zich daardoor minder snel opnieuw inzetten. Gemeente Medemblik De gemeente Medemblik zit nog in een opstartfase wat betreft jongerenparticipatie. In het jeugdbeleid van de gemeente is een hoofdstuk over jongerenparticipatie opgenomen. Hierin beschrijven zij wat ze willen opzetten om jongerenparticipatie in de gemeente te laten plaatsvinden. Hieronder vindt u een kort overzicht hiervan. 14

Nagenoeg alle kernen in de gemeente Medemblik hebben of krijgen een dorps-/stadsraad. De dorps- /stadsraden spelen een belangrijke rol bij het vergroten van de inwonersparticipatie en communicatie met de gemeente. De invulling van de jongerenparticipatie wordt hierop aangesloten. Activiteiten die kinderen van het basisonderwijs aanspreken zijn door voortgezet onderwijs al snel kinderachtig. De gemeente Medemblik heeft er daarom voor gekozen om een kindergemeenteraad voor 10-12 jarigen op te zetten en jongerenambassadeurs van 10-23 jaar. Jongerenambassadeurs vormen de peer group van de Medemblikker jeugd (jongeren die als intermediair fungeren tussen de gemeente en de jongeren). De jongerenambassadeurs peilen onder de jongeren of er vraag naar voorzieningen of activiteiten zijn. Ze stimuleren ook de jongeren om jongereninitiatieven bij de gemeente in te dienen. Daarnaast geven ze de gemeente gevraagd en ongevraagd advies over het beleid van de gemeente en het jeugd- en jongerenbeleid. De gemeenteraad stelt tevens jaarlijks een budget beschikbaar voor uitvoering van jongerenprojecten in de gemeente. De projectvoorstellen worden door de indieners gepresenteerd aan een panel van jongerenambassadeurs, betreffende dorps-/stadsraden en ambtenaren. In overleg wordt één of meerdere projecten uitgevoerd. De gemeente Medemblik vindt dat kinderen al op jonge leeftijd betrokken kunnen worden bij de inrichting van speel- en ontmoetingsplekken. Zij denken dat kinderen vanaf 4 jaar hun mening al kunnen uiten. Bijvoorbeeld door het maken van tekeningen. Jongeren kunnen als ervaringsdeskundigen en als gebruikers waardevolle verbeteringen aandragen over de inrichting. De speel- en ontmoetingsplekken worden daardoor een deel van hun zelf. Dit vergroot het gebruik en vermindert eventuele vernielingen. Ook bij het beheer en onderhoud kunnen kinderen actief betrokken worden. Het schoonhouden van de speeltoestellen, het opknappen van toestellen, etc. Diverse voorbeelden in Nederland laten zien dat deze methodiek goed werkt (bijvoorbeeld: Duimdrop, Thuis op straat). Jeugdigen kunnen betrokken worden bij het onderhoud van de ontmoetingsplekken via beheersteams. Onder begeleiding van het jongerenwerk zijn jongeren zelf verantwoordelijk voor het schoon en heel houden van de eigen ontmoetingsplekken. Wat van jezelf is verniel je immers niet. Gemeente Capelle aan den IJssel Doelstellingen: In 2010 worden jongeren structureel betrokken bij de totstandkoming van beleid rond vraagstukken die hen aangaan (Collegewerkplan:1500 jongeren bereikt in 2010). In 2010 is het percentage jonge vrijwilligers (16-29 jaar) gestegen naar 19% ten opzichte van 14% in 2005 (Bewonersenquête) Visie Jongeren hebben het recht om hun eigen ding te doen. Maar zij hebben ook het recht om als volwaardig individu deel uit te maken van de maatschappij, aangemoedigd te worden om taken op zich te nemen, verantwoordelijkheid te dragen en eigen beslissingen te nemen. Door jongerenparticipatie wordt de inspraak van jongeren vergroot en de positie van jongeren versterkt. De gemeente Capelle aan den IJssel ziet jongerenparticipatie als middel om in gesprek te raken met de jongeren en als voorwaarde voor een effectief jeugdbeleid dat aansluit bij de behoefte van de jeugd. De betrokkenheid van jongeren bij beleidsontwikkeling kan variëren van raadplegen van en adviseren door jongeren tot coproduceren of meebeslissen door jongeren. De wijze waarop de gemeente de jongeren betrekken, moet aansluiten bij de belevingswereld van de jongeren. Als jongeren een jaar moeten wachten tot hun inzet wordt beloond, haken ze af. Jongerenparticipatie Jongerenparticipatie is lange tijd onderbelicht gebleven in het beleid van de gemeente Capelle aan den IJssel. De jongeren werden vooral ad-hoc bij het beleid betrokken, zoals het Kom-Op-Een-Idee spel en de realisatie van het jongerencentrum. Uit de enquête Veilig Opgroeien bleek dat jongeren zelf graag willen meedenken over het gemeentelijke beleid. Hierop is een jongerendenktank be- 15

staande uit 15 jongeren opgezet die ook actief betrokken is bij de totstandkoming van de jeugdagenda. Hun wens was een eigen jeugdraad in Capelle. In de jeugdagenda 2008-2011 is een pilot Jeugdraad opgenomen. Vooruitlopend op de jeugdagenda is eind 2007 op geheel natuurlijke wijze vanuit een jongerendenktank al een jeugdraad ontstaan: de Capelse Jeugdraad (CJR). Momenteel telt de CJR ongeveer 20 leden in de leeftijdcategorie van 12 tot en met 20 jaar. De algemene doelstellingen van de CJR zijn: Het actief laten horen van de stem van Capelse jongeren. Actief betekent dat de jeugdraadsleden weten wat er onder Capelse jongeren leeft en wat zij belangrijk vinden. De Capelse Jeugdraad vervult een belangrijke rol tussen de gemeente Capelle aan den IJssel en de Capelse jeugd. De jongeren worden via verschillende communicatiekanalen bereikt. Er wordt, in samenwerking met de jongerenraad, op media ingezet die deze groep goed kent en weet te vinden. Internet, zoals een eigen jongerenwebsite en Hyves zijn hier voorbeelden van. In het kader van de communicatie met de Capelse jeugd en jeugdraad, heeft de portefeuillehouder jeugd een plek op deze profielenwebsite. 16

6. Probleemstelling en vraagstelling Situatie De gemeente Koggenland is een gemeente met 21.795 inwoners verdeeld over tien woonplaatsen. Binnen de gemeente Koggenland zijn er 13 jongerenclubs die zich voornamelijk richten op de doelgroep t/m 15 jaar. Er zijn een paar jongerenclubs die zich op de jeugd v.a. 15 jaar richten. Op de straat zijn ook de jongeren boven de 15 jaar vertegenwoordigd. De jongeren boven de 15 jaar zijn vaak vertegenwoordigd in het vrijwilligersbestand van diverse clubs. Het is een doelgroep waar een minimaal activiteitenaanbod voor wordt georganiseerd vanuit de gemeente. Probleem De gemeente Koggenland heeft tot op heden minimaal contact met de jongeren van 15 t/m 23 jaar. Binnen de gemeente zijn er alleen basisscholen waardoor de jongeren na de basisschool buiten de gemeente naar school gaan. De jongerenwerkers, die regelmatig contact hebben met de jongeren, geven aan dat de jongeren graag mee willen praten of denken over voorzieningen en activiteiten die op hen zijn gericht. De jongeren in de gemeente Koggenland geven ook aan dat de bestaande jongerenclubs beperkte openingstijden hebben, wat zij jammer vinden. Doel onderzoek De stem en mening van jongeren, in de leeftijdsgroep van 15 t/m 23 jaar, dient een vanzelfsprekend onderdeel te vormen bij het voorbereiden en ontwikkelen van jeugdbeleid. Het beleid zal hierdoor beter op de doelgroep kunnen worden afgestemd en de jongeren zullen zich meer betrokken en medeverantwoordelijk gaan voelen voor het beleid. Door jongerenparticipatie zal de kwaliteit van de huidige voorzieningen en de nog te realiseren voorzieningen/activiteiten beter aansluiten op jongeren. Bovendien zal er naar verwachting bij de jongeren draagvlak ontstaan voor maatschappelijke betrokkenheid en meer betrokkenheid van de gemeente bij de jongeren. Vraagstelling 1. Op welke wijze kan de gemeente Koggenland vormgeven aan jongerenparticipatie? 2. Wat zijn de wensen/behoeften van de jongeren, van 15 t/m 23 jaar, inwonend in de gemeente Koggenland met betrekking tot voorzieningen/activiteiten? Onderzoeksvragen 1. Zijn de jongeren tevreden over het huidige contact met de gemeente Koggenland? 2. Hebben de jongeren behoefte aan contact met de gemeente Koggenland? 3. In hoeverre willen de jongeren meedenken/meepraten over voorzieningen/activiteiten binnen de gemeente Koggenland? 4. Over welke onderwerpen zouden de jongeren mee willen praten binnen de gemeente? 5. Op welke manier zouden de jongeren mee willen praten over de aangedragen onderwerpen? 6. Is er een relatie tussen het niveau van de opleiding van de jongere en de deelname aan jongerenparticipatie? 7. In hoeverre is er politiek draagvlak aanwezig om jongerenparticipatie te realiseren binnen de gemeente Koggenland? 8. Wat zijn de voorwaarden voor jongerenparticipatie waar de gemeente Koggenland rekening mee moet houden als zij met jongeren willen samenwerken? 9. Zijn de jongeren tevreden over de huidige voorzieningen/activiteiten die er binnen de gemeente Koggenland bestaan? 10. Wat missen de jongeren binnen de gemeente Koggenland m.b.t. de huidige voorzieningen/activiteiten? 17

7. Onderzoeksopzet Onderzoeksmethode en paradigma Het jongerenparticipatie onderzoek valt onder de categorie van behoefte onderzoek. Essentieel bij behoefteonderzoek is het inventariseren of bepalen van het verschil tussen een bestaande en gewenste situatie. Keuze voor dataverzamelingsmethode methode Om de behoeften duidelijk boven water te krijgen wordt er gebruik gemaakt van drie dataverzamelingsmethodes. De dataverzamelingsmethodes worden gebruikt zijn een gestructureerde vragenlijst, het gestructureerde open interview en een inhoudsanalyse. Een gestructureerde vragenlijst Om antwoord te krijgen op deelvragen 1 t/m 6 en 9 & 10 wordt er gebruik gemaakt van een gestructureerde vragenlijst. Een gestructureerde vragenlijst is een dataverzamelingsmethode waarvan de vragen die worden voorgelegd, van tevoren precies zijn geformuleerd. De vragen zijn in principe voor iedereen hetzelfde. De volgorde voor de vragen ligt vast. Hoewel er soms vragen voorkomen waar de respondent zelf een antwoord moet formuleren, liggen bij de meeste vragen ook de antwoordrubrieken vast. Het gestructureerde open interview Om antwoord te krijgen op deelvraag 7 wordt er gebruik gemaakt van een gestructureerd open interview. Dit interview bestaat uit een serie vragen die van tevoren zijn verwoord en gerangschikt. Deze vragen worden in een vaste volgorde en in dezelfde bewoordingen aan alle ondervraagden voorgelegd. De ondervraagde is vrij in het formuleren van zijn antwoorden, daarover worden geen suggesties gedaan. Er zijn geen van tevoren aangegeven antwoordrubrieken. Kwalitatieve Inhoudsanalyse Voor deelvraag 8 wordt er gebruik gemaakt van een inhoudsanalyse. Een inhoudsanalyse is een dataverzamelingsmethode die gebruikt wordt voor het verzamelen en verwerken van kwalitatieve gegevens uit documenten, uit media en uit de fysieke en sociale werkelijkheid. Voor de inhoudsanalyse maak ik geen gebruik van respondenten. De informatie wordt uit literatuur over jongeren en jongerenparticipatie gehaald. Respondenten/informanten Een gestructureerde vragenlijst De respondenten waar de gestructureerde vragenlijst bij af wordt genomen zijn jongeren, van 15 t/m 23 jaar, inwonend in de gemeente Koggenland. Aangezien gemeente Koggenland 21.682 inwoners heeft en hiervan een grote populatie jongeren is, wordt er een steekproef genomen onder 900 jongeren, van 15 t/m 23 jaar, inwonend in de gemeente Koggenland. Deze steekproef wordt uitgevoerd door de afdeling Burgerzaken. Zij hebben een programma die zelf de steekproef neemt. Het programma houdt hierbij rekening met leeftijden en woonplaatsen. Het gestructureerde open interview Voor het gestructureerde open interview wordt er gebruik gemaakt van informanten. De interviews worden afgenomen bij gemeenteraadsleden die ieder voor een andere politieke partij instaan. Omdat de interviews niet betrekking hebben op de raadsleden persoonlijk, maar over jongerenparticipatie, spreken we hier van informanten in plaats van respondenten. Betrokkenheid van de jongeren Een geselecteerd aantal jongeren, van 15 t/m 23 jaar inwonend in de gemeente Koggenland, worden gevraagd een gestructureerde vragenlijst in te vullen. Een grote respons is hierbij gewenst, zodat de gemeente daarna intensiever contact met deze jongeren kan opbouwen. Door het onderzoek 18

wil de gemeente Koggenland te weten komen of de jongeren, van 15 t/m 23 jaar, inwonend in de gemeente Koggenland behoefte hebben om mee te denken over projecten/voorzieningen binnen de gemeente en op welke manier dit mogelijk is. De jongeren zullen in een later stadium meer betrokken worden bij de jongerenparticipatie. De betrokkenheid van de jongeren in dit onderzoek is dus minimaal. Dataverzameling: waar, wanneer, hoe Een gestructureerde vragenlijst Het afnemen van de gestructureerde vragenlijst gebeurt via de post. De jongeren, van 15 t/m 23 jaar inwonend in de gemeente Koggenland die uit de steekproef naar voren komen, krijgen deze vragenlijst allen tegelijk opgestuurd. Zij kunnen deze vragenlijst ingevuld per post aan mij retourneren. Uit de teruggestuurde vragenlijsten worden 10 cadeaubonnen van 25 verloot. Het gestructureerde open interview Op 11 maart 2009 wordt er een email sturen naar de fractievoorzitters van de partijen die in de gemeente Koggenland actief zijn. Indien zij niet binnen twee weken reageren, wordt er een herinnering gestuurd. In deze email wordt gevraagd wie van hun partij het beste kan worden benaderd over jongerenparticipatie. Daarna wordt er contact opgenomen met die personen om een afspraak te maken voor een interview. De interviews staan gepland op dinsdag 7 april, donderdag 22 april en donderdag 7 mei 2009. Kwalitatieve Inhoudsanalyse De kwalitatieve inhoudsanalyse worden tussen de interviews en het verwerken van de resultaten door uitgewerkt. Veel informatie over jongerenparticipatie is aan het begin van dit onderzoek al uitgewerkt. Validiteit Door 900 jongeren, uit verschillende woonplaatsen, te benaderen wordt er een grote populatie jongeren bereikt voor het onderzoek. De hoop is gevestigd een respons van 40% van de geselecteerde jongeren. Uit eerdere onderzoeken die binnen de gemeente Koggenland werden gehouden, kwam vaak een kleine respons terug. Als er een respons van 40% is, kan er worden gezegd dat er een goede afspiegeling van de mening van de jongeren in de gemeente Koggenland is. Betrouwbaarheid Omdat er 900 vragenlijsten zijn verstuurd kan er worden gezegd dat toevalligheden uitgesloten kunnen worden. Aan iedere jongere worden dezelfde vragen voorgelegd. De antwoorden van de jongeren kunnen uiteenlopen aangezien er meerdere antwoorden mogelijk zijn. Bij de interviews met de raadsleden wordt er gebruik gemaakt van gerangschikte vragen die in dezelfde volgorde aan ieder raadslid worden voorgelegd. De interviews met de raadsleden worden in een rustige ruimte afgenomen, zodat er geen afleiding is. 19

8. Resultaten en conclusie 8.1 Vragenlijsten jongeren Om de wensen en/of behoeften over de voorzieningen/activiteiten die worden aangeboden binnen de gemeente Koggenland duidelijk naar voren te laten komen is er een vragenlijst naar 900 jongeren verstuurd. 420 jongeren hebben de vragenlijst ingevuld en teruggestuurd. Dit komt neer op een respons van bijna 50%. Er kan gezegd worden dat dit een grote respons is. Indien hieronder gesproken wordt over de jongeren, moet er de jongeren die een vragenlijst hebben ingevuld worden gelezen. Een aantal antwoorden van de jongeren zijn opgenomen in de onderstaande resultaten. De overige resultaten van de vragenlijst vindt u terug in de bijlage. 8.1.1 Algemene gegevens In de vragenlijst zijn eerst enkele algemene vragen opgenomen. Bij deze vragen werd nog niet naar de mening van de jongeren gevraagd. Als u kijkt naar figuur 8.1 ziet u dat de jongeren die de vragenlijst hebben ingevuld van verschillende leeftijden zijn. Wel is er een afname zichtbaar hoe ouder de jongere wordt. Zo zijn de vijftien jarigen met 24% de grootste groep jongeren die een vragenlijst ingevuld hebben, zijn de vijftien, zestien en zeventien jarigen ongeveer gelijk vertegenwoordigd en zijn de drieëntwintig jarigen met 2% de kleinste groep. Van de 420 jongeren waren er 247 vrouwen en 173 mannen die een vragenlijst ingevuld hebben. Figuur 8.1 8 Leeftijd 7% 2% 15 jaar 24% 16 jaar 8% 17 jaar 8% 18 jaar 11% 13% 19 jaar 20 jaar 21 jaar 13% 14% 22 jaar 23 jaar Als u figuur 8.2 bekijkt zijn geen grote opvallendheden te ontdekken. De 900 vragenlijsten zijn verdeeld over de 9 woonplaatsen zoals hieronder genoemd, met betrekking op het inwoner aantal. In de vragenlijst zijn Avenhorn en De Goorn apart genoemd, maar binnen de gemeente worden zij als één woonplaats gezien. Daarom zijn zij nu samen opgenomen in onderstaande grafiek. Doordat Avenhorn/De Goorn de meeste vragenlijsten toegestuurd hebben gekregen, is het niet verwonderlijk dat uit die woonplaats ook de meeste vragenlijsten teruggestuurd zijn. Een uitzondering is er bij de woonplaatsen Spierdijk en Hensbroek/Wogmeer. Hensbroek/Wogmeer hebben meer vragenlijsten toegezonden gekregen dan Spierdijk maar hebben een kleiner aantal vragenlijsten teruggestuurd. Figuur 8.2 8 Woonplaats age 30 25 20 15 10 5 0 Avenhorn/De goorn 25,3 23,8 Obdam Ursem/Rustenburg 17,6 Berkhout 8,8 8,3 8,1 Spierdijk Hensbroek/Wogmeer Scharwoude/Oudendijk 3,8 3,6 Zuidermeer Grosthuizen 0,7 20