DE KISTOEFENING ONDER DE LOEP GENOMEN

Vergelijkbare documenten
Niveau: Rood 1. Week Conditie Tennis

Niveau: Blauw 1. Week Conditie Tennis

Wij willen meer leskwaliteit

vzw FOCUS TENNISSCHOLEN PLANNING GROEN (GEVORDERD > ITN 7)

SAMEN TENNIS SPELEN MET JE ZOON OF DOCHTER -QUALITY TIME MET JE GEZIN-

EFFECTIEVE LEEROMGEVING VOOR STARTEN VAN HET PUNT IN KIDSTENNIS ROOD

Tennis Vlaanderen DE KRACHT VAN GROEPSTRAINING WAAROM? INHOUD SESSIE SOCIALE & CLUBDOELSTELLINGEN TEAMDYNAMICA PARTICIPATIE + TERREINBEZETTING

EFFECTIEVE LEEROMGEVING VOOR STARTEN VAN HET PUNT IN KIDSTENNIS ROOD. Ruben NEYENS, Sportkaderopleiding Feest van de Jeugd, zaterdag 9 september 2017

Tennis Vlaanderen. Beleving. Gamification. Beelden. Beleving. Kastaar EFFECTIEVE LEEROMGEVING VOOR STARTEN VAN HET PUNT IN KIDSTENNIS ROOD

KDT - BE COACH ACTIECONCEPTEN IN DE PRAKTIJK 21/2/2016. Pieter Van Hyfte & Jeroen Klinckaert

SITUATIONEEL LEREN TRAINEN VAN KIDSTENNIS ROOD NAAR ORANJE. #DagVanDeTrainer 15 DECEMBER. Nick Vets i.o.v. Ruben Neyens. Beleving

Verbeter Tactische Vaardigheden door Partijvormen

vzw FOCUS TENNISSCHOLEN PANNING ORANJE PRO (MIDDELMAAT PLUS > ITN 8)

vzw FOCUS TENNISSCHOLEN PLANNING ZWART (GEVORDERD > ITN 5/4)

GBA U8, U9, U10, U12 & U14 ONTWIKKELEN VAN DE SPEELVAARDIGHEID

COGNITIEVE TRAINING IN TENNIS. #KADERDAGEN & 11 NOVEMBER Maxim Wouters & Janka Vanschoenwinkel

Doelstelling Oefenstof Organisatie en tips. Opwarming. Kern

vzw FOCUS TENNISSCHOLEN PANNING ORANJE GO (MIDDELMAAT > ITN 9)

Kinderen tot 8 jaar. +/- 10 min Kern A2: Aanleren slag beweging bij de Forehand

Tennis Fit Oefeningen

Trainingsprogramma C-junioren

MODERN DUBBELSPEL EEN VERRIJKING VOOR DE JONGE COMPETITIESPELER. Ben Vanhoudt voor Tennis Vlaanderen 2016

MODERN DUBBELSPEL. Tennis Vlaanderen EEN VERRIJKING VOOR DE JONGE COMPETITIESPELER MODERN DUBBELSPEL: INTRO FILM

Trainerscongres 2014

Doel van de warming-up oefeningen is het trainen van de basistechnieken zoals aannames, passen, lopen met de bal en passeerbewegingen.

Training voor Senioren. Doelgroep: senioren, lessen van 30 minuten

KADERDAGEN 2016 EFFECTIEF TRAINEN. Bart De Keersmaeker

Bouncebal. Voorbereiding voor hockeyvormen

KDT - BE COACH TACTISCHE SITUATIES ON COURT 6 NOVEMBER Pieter Van Hyfte

Nieuwerkerkse Hockey Club De IJssel. Coach tips Tactische uitgangspunten

Hoe kan ik meer ballen in het dubbelspel aan het net wegvolleren?

Diploma Squashen. Squashvereniging Amsterdam

Trainingsprogramma B-junioren

KDT BE COACH VISIE KIDS DEVELOPMENT TEAM INVULLING GAME BASED APPROACH OPPORTUNITEITEN EN ONTWIKKELINGSDOELEN PER LEEFTIJD. Bart De Keersmaeker

FOREHAND Ben Vanhoudt Herfst 2005

Van Groen naar Geel. Dia 1. Dia 2. Dia 3. Doelen vandaag: Ontwikkeling

Warming up. Shuttle tikkertje. Hoe lang? Doel van het spel Wat heb ik nodig? Organisatie. Start. Speelregels Hoe maak ik het makkelijker?

Spelvormen 1-tegen-1 (seizoen )

FC Landen. Ontwikkelingsfase 5 tegen 5 = LEERPLAN

SpecialOlympics.be. Reglement Special Olympics Belgium. Tennis. Februari Belgium

De route naar de Glazen Kooi

Trainingsprogramma 2 e jaars D-pupillen

Methode Mini Volleyball

SMART trainen. Naar een hoger niveau van de mini-volleybal training. Bert Brinkman, 2001 Terug naar de Volleybal pagina

Presentatie Zaalhockey

Relatie Greep - Contactpunt - Benenspel. Carl Maes herfst 2005

RAAMWERK ONTWIKKELINGSPROGRAMMA VOOR 30 WEKEN BADMINTONSCHOOL OOST-NEDERLAND INITIEEL VOOR U9/U11/U13 SPELERS vanaf begin augustus

Datum: Maandag 12 maart 2012 Onderwerp: Coachcursus Fielding (fielden) Door: Percy Isenia en hr. S. Isenia Aantekeningen door: Michel ten Broeke

SQUASH. 1. Spelregels. Schoenen: no black or dirty soles! Ballen: zwarte en blauwe ballen. Bril

Regel 1: puntentelling De puntentelling bij padel is hetzelfde als bij tennis en verloopt in game, set en match.

FEDERALE TRAINERSSCHOOL CENTRUM : WAREGEM CYCLUS 1 : JAAR 2 UEFA B DIPLOMA : (- JEUGDOPLEIDER -)

De vernieuwde spelvormen

doelschietspel met keeper

KNHB Expertisecentrum. Opleidingen voor Trainers, Coaches, Technisch Managers & Scheidsrechters

www. voetbaltrainer.be

De performante speler en het begeleidingsproces. Deel I: Wat is er nodig om te slagen in het huidige tennis?

Ontwikkelingsmodel 8v8 U10/U11/U12/U13

Trainingsprogramma 1 e jaars D-pupillen

KABOUTERTENNIS (WIT) Richtleeftijd: 3 t/m 4 jaar Balgewenning en algemene motorische vorming en coördinatie. 1-2 lln 3-4 lln 1-2 lln 3-4 lln

Opwarmingen U17. Opwarming 1. Opwarming 2. Beschrijving:Laatste van groep wordt eerste.

Spel en oefenvormen voor hockey op school

BIJLAGE DEEL 3 KIJKWIJZER ROOD

FUN WEDSTRIJD EN TUSSEN VORMEN. Initiator Voetbal (Getuigschrift C)

Zaterdag 21 maart 2015 Informatiesessie KidsTennis 1

Parantee vzw Zuiderlaan Gent T TORBAL RICHTLIJNEN TESTPROCEDURE

Trainingsinfo.eu. Ontwikkelingsmodel. Ontwikkelingsmodel 11v11 => U15/U17/U21. Pagina 1

1 Basisvorm: DVD D-pupillen oefenvormen. 4 tegen 4 met 4 doeltjes. Vereenvoudigingen. Oefenvormen

Training Week nummer Datum Trainingskern Oefening

LESFICHE. ORGANISATIE OEFENSTOF OPMERKING Vrij lopen in de zaal (10 )

Special Olympics Belgium. Tennis: Skills. Februari Belgium

1 e Periode: Balbezit en balbezit tegenstander. 2 e Periode: Omschakelen van balbezit eigen team naar balbezit tegenstander en Balbezit tegenstander

Deel 1: Contratechniek en service + ontvangst

Beleidsplan CMV juni Doel: opleiden en motiveren van jonge kinderen, zorgen voor veel plezier in het spel.

Overzicht Prestatie Niveau 1 Technische doelen Tactische doelen Sociale Doelen Mentale Doelen

Opwarming U21. Opwarming 1

BADMINTON SCHOOL OOST NEDERLAND

Technische doelen Tactische doelen Sociale Doelen Mentale Doelen

BIJLAGE DEEL 4 KIJKWIJZER ORANJE

Overzicht Prestatie Niveau 6 Technische doelen Tactische doelen Sociale Doelen Mentale Doelen

Overzicht Prestatie Niveau 2 Technische doelen Tactische doelen Sociale Doelen Mentale Doelen

Training Week nummer Datum Trainingskern Oefening

De Trainingsladder Het ontwikkelen van goed en sneller voetenwerk geeft je de vaardigheid om snel te bewegen.

BESCHRIJVING VAN DE SPELOMGEVING

1 tegen 1 / 2 tegen 2 / 3 tegen 3 / 4 tegen 4 / 6 tegen 6

Naam: Jeugdwerking KSAV St. Dimpna Duur: 1u 30min. Thema: B- Speelhoeken afsluiten. Aantal: K Categorie/niveau: u15 u21

Beter leren voetballen D-E-F pupillen Estria // april 2011

EFFECTIEF TRAINEN KADERDAGEN /01/2017. Bart De Keersmaeker UITGANGSPUNT TOEPASSING IN WEDSTRIJD? DUUR VAN DE PUNTEN

Fietsvaardigheden Volwassenen

OPKOMEN, NETSPEL & PASSING

BACKHAND Ben Vanhoudt Herfst 2005


week 2014/33, training 2 1. Fysiek 1. Agility 1. Bewegingspatronen Movement Pattern Zie aandachtspunten bij oefening Uitleg oefening

HOE PAK IK PRIVÉLESSEN AAN? WAT IS DE PLAATS VAN PRIVÉTRAININGEN BINNEN DE GAME BASED APPROACH? (DEEL 3)

RKSV WEC Aron van Balveren RKSV WEC

De Strafworp. Allereerst worden algemene punten genoemd waarmee een oefening gevarieerd kan worden.

poortschietspel vaste afstand

www. voetbaltraining.be

Reiken over het net (verplaatsing:lopen) OEFENINGEN: BLOKKERING. Verklaring gebruikte tekens. Blokkeren en Reiken over het net

Tafeltennis als revalidatiesport

Transcriptie:

DE KISTOEFENING ONDER DE LOEP GENOMEN De kistoefening is ongetwijfeld de meest gebruikte, maar vaak ook misbruikte uitvoeringswijze tijdens een tennistraining. In dit artikel geven we een leidraad hoe je de ideale kistoefening kan samenstellen. Een kist is zeer efficiënt voor training binnen verschillende domeinen (techniek, tactiek, conditie en mentaal) maar als trainer moeten we wel waken voor overgebruik (eindeloos herhalen) waarbij spelers geen beslissingen moeten nemen. Tennis blijft een spel (Gamebased Approach) waarbij er continu zet en tegenzet is en dus telkens weer beslissingen moeten genomen worden. 1. DOEL VAN DE KIST. Allereerst moet je weten wat je doelstelling is de doelstelling bepaalt de drill die je met de kist wil oefenen: Technisch: Initiatie van een bepaalde techniek i.f.v. situatie/kleur Vervolmaking van een bepaalde techniek i.f.v. situatie/kleur Foutenremediëring Grensverleggend werken: technisch breekpunt opzoeken vergroten van de balanscomfortzone Tactisch: Situatie creëren: basislijnspel netspel opslagspel terugslagspel tegenaanval Spelpatronen indrillen Lukken %-tennis Mentaal: Zelfvertrouwen Mentale sterkte Conditie coördinatie: Snelheid Uithouding 2. ORGANISATIE VAN DE KIST. Aantal spelers: Eén speler: eenvoudige organisatie, rekening houden met de aandacht van de speler om de rustmomenten en duur van de oefening te bepalen. Twee spelers: o Beide spelers oefenen in de kist, beurtelings aantal ballen spelen o Eén speler oefent in de kist, andere speler krijgt een opdracht; Aantal ballen rapen De oefening van de partner beoordelen (bv. tellen hoeveel keer in zone) Coördinatieopdracht Tennisspecifieke opdracht (bv. schaduwen, toss oefenen, ) Drie spelers: o Kan dezelfde organisatie als met twee spelers waarbij één speler oefent in de kist, één speler ballen raapt en één speler een andere opdracht uitvoert o Eén speler kistoefening, twee spelers oefenen zelfstandig, de andere speler oefent kist o Drie spelers oefenen kist: speler aantal ballen, raapt enkele ballen en terug klaar voor volgende reeks. Vier spelers: o Twee spelers kist, twee spelers oefenen zelfstandig o Eén speler kist, drie spelers oefenen zelfstandig o Vier spelers kist: enkel bij doelstelling snelheid Coach+ / Augustus 2016 1 / 5

Aantal ballen: In een kistoefening krijgt elke speler herhaaldelijk een aantal ballen. o Technisch: Initiatie: 6-8 ballen Vervolmaking: 4-6 ballen o Tactisch: Situatie creëren: 1-2 ballen Spelpatronen indrillen: 4-6 ballen Lukken %-tennis: 4-6 of 6-8 ballen o Mentaal: Zelfvertrouwen: 4-6 ballen Mentale sterkte: spelen tot je mist (onbepaald aantal ballen) o Conditie coördinatie: Snelheid: 1-2 ballen Uithouding: >8 ballen Het kan ook zijn dat de trainer een opdracht geeft en dat de speler actief blijft tot hij gelukt is in de opdracht (bv. 4x FH cross spelen in de zone). Er kan ook gekozen worden om na x aantal ballen het punt uit te spelen. Plaats van de kist: Als trainer plaats je de kist altijd aan je niet-slagzijde zodat de kist niet in de weg staat als je ballen aangeeft. Bij een gesloten oefening kan de kist zeker in het terrein staan. Wanneer na een aantal ballen uit de kist de balwisseling wordt gespeeld, moeten we erover waken dat de kist op een veilige plaats staat. o Lengte: hoe dichter de kist bij de speler, hoe makkelijker de bal kan aangespeeld worden. Hoe dichter bij de speler, hoe langzamer je een baltraject kan aanspelen/aangooien. Op terreinhelft van de speler (hand feed) Andere terreinhelft aan het net Andere terreinhelft achteraan o Breedte: Midden Paar Onpaar Ballen verzamelen tijdens de kistoefening: Leer de spelers hoe ze de ballen in de kist moeten verzamelen als je ondertussen als trainer ballen aangeeft: de ballenraper brengt de ballen binnen aan de andere zijde van de kist waar de trainer staat om het risico te vermijden geraakt te worden door het racket van de trainer. 3. TECHNIEK OM BALLEN AAN TE GEVEN. Aangeven: Aangooien: ideaal om zeer technisch te werken omdat de speler meer tijd heeft en de bal vrij neutraal aankrijgt. Aangeven met racket met bots: wanneer het accent op timing ligt (bv. bij opkomen en volley, timing splitstep en verplaatsing), is het nuttig om de bal te laten botsen zodat de spelers een correct referentiepunt hebben voor de timing van de splitstep. Aangeven met racket zonder bots: het meest voorkomende, dit garandeert een vlot verloop van de kistoefening. Aangeven van verschillende balkwaliteiten: Met een (semi)-continental greep kan je neutrale ballen aangeven die ideaal zijn om techniek aan te leren of te trainen i.f.v. automatisatie. Voor gevorderde spelers kan je kiezen om ballen met wat meer spin aan te spelen. Hiervoor zal je een FHgreep gebruiken. Coach+ / Augustus 2016 2 / 5

Naast het effect is ook de lengte (kort diep), de hoogte (laag hoog over net), de richting (FH-zijde - centraal - BH-zijde), de snelheid (traag snel) of een combinatie van deze verschillende kwaliteiten nodig bij bepaalde tactische situaties. Als trainer is het dus belangrijk controle te hebben over deze verschillende balkwaliteiten. o Snelheid: Wanneer je tactisch aanspeelt, bepaalt de situatie hoe snel/traag je de bal aanspeelt. Wil je de speler laten aanvallen, dan moet je zorgen dat hij in de voordeelsituatie zit. Oefen je op passing, dan ga je een sneller baltraject aanspelen zodat je speler vanuit een nadeelsituatie de passing moet spelen. o Lengte: Bij technische progressies start je met spelen met weinig verplaatsing. Centrale ballen die botsen rond de servicelijn zijn zeer geschikt omdat spelers hierbij aangemoedigd worden om hun lichaamsgewicht positief in te zetten. Net zoals bij de snelheid heeft de tactische situatie invloed op de lengte. o Spin: Tijdens de aanleerfase is het aangeven van neutrale ballen aangewezen. Spin zorgt ervoor dat de bal hoger en sneller zal opstuiten na de bots waardoor het moeilijker wordt om hierop terug te spelen. Net zoals bij de snelheid en lengte heeft de tactische situatie invloed of je met spin/slice aanspeelt. o Hoogte en richting: Tijdens de aanleerfase start je met een normaal boogtraject (45 ), dicht bij de speler en evolueer je richting strakkere baltrajecten en verder van de speler. Tactisch bepaalt de situatie hoe hoog en breed de bal wordt aangespeeld. Vasthouden van ballen: Max. vier ballen met een haltemoment: neem het aantal ballen in je hand en geef ze aan. Tijdens het haltemoment kan je je terug bevoorraden voor de volgende reeks. Meer dan vier ballen aangeven of continue kistenloop: start met drie of vier ballen in ja hand, heb je de voorlaatste bal gespeeld, neem dan telkens één of twee ballen bij. Zo kan je het ritme van aangeven blijven aanhouden o Tip: neem altijd één bal meer in je handen dan je nodig hebt, mis je een bal kan je altijd hernemen. Kijken naar de speler vs. kijken naar de kist: Bij het bevoorraden van ballen tijdens de kistenloop is één van de veel voorkomende fouten dat de trainer tijdens het bevoorraden naar zijn kist kijkt en hierdoor het oogcontact met de speler verliest. Hierdoor gaat belangrijke informatie verloren (technische analyse, controle balkwaliteiten, ). Trainerstips tijdens de kist: Verzorg je houding als trainer i.f.v. rughygiëne. o Zet de kist voldoende hoog zodat je niet continu moet doorbuigen om ballen te nemen. o Geef de ballen aan in een halfopen stand met soepel indraaien van heupen en schouders zodat je torsies in de lage rug vermijdt. Naar overbelasting van de onderarm is het aan te raden een voldoende licht racket te gebruiken. 4. TEMPO VAN DE KISTOEFENING. Het tempo van de kistoefening wordt bepaald volgens het doel van de kistoefening: Nieuwe vaardigheden aanleren: Je kan opteren om meer tijd te laten tussen twee ballen dan in de reële situatie. Vaardigheid inslijpen of tactische patronen inoefenen: Geef je ballen aan volgens het ritme van een reële balwisseling. De balbots op de helft van de lesgever is het signaal om te starten met het aangeven van een nieuwe bal. Als je als trainer aangeeft van aan de basislijn moet de lesgever de bal raken op het moment dat de tegenspeler de bal zou spelen in een balwisseling. Coach+ / Augustus 2016 3 / 5

Een goede kistoefening zorgt voor een hoge actieve leertijd. Waar erover dat je zo weinig mogelijk de oefening stil legt om een speler op een fout te wijzen. Hierdoor verlies je het rendement van de oefening. Kernwoorden vs. haltemoment: Door het gebruik van kernwoorden kan je spelers bijsturen zonder dat de kistoefening stilvalt. Wanneer alle spelers dezelfde problemen ondervinden, is het wel opportuun om even te stoppen om feedback te geven aan de volledige groep. Correct begin en einde van de oefenbeurt: Een goede trainer zorgt altijd voor een correct begin en einde van de oefenbeurt. De speler start telkens vanuit een alerte aandachtshouding en splitstep en eindigt met een herplaatsing naar de speelbasis. 5. OEFENINGEN. Ook voor het aangeven vanuit de kist geldt dat dit verloopt met vallen en opstaan. Veel oefenen is de boodschap! Hieronder een oefenbatterij om je vaardigheden als kist -trainer te verfijnen: Aangeven in zone: leg een zone 3m² op verschillende plaatsen in het achterveld. Hoeveel neutrale ballen op tien kan je aanspelen van kort achter het net (2m), servicelijn & basislijn. Daarna idem maar met spin aangeven. Ritmisch aangeven: laat een speler een reeks van tien ballen spelen (FH, BH, FH/BH afwisselend) met een realistisch tempo. Verschillende lengtes aangeven (aanwerpen, kort achter net, servicelijn & basislijn). Opnieuw ook met spin aangeven. Continue kistenloop met twee spelers waarbij spelers afwisselend vier ballen spelen (bv. afwisselend FH gekruist en rechtdoor). Maak er een spelvorm van waarbij je telt wie eerst 20 ballen in de juiste zones kan spelen. Continue kistenloop met drie spelers waarbij één speler in de kist oefent, één speler coördinatie opdracht krijgt en één speler ballen raapt. Werken op technisch accent, zorgen voor functionele coördinatieopdracht en zorg dat je oefening niet moet onderbreken om ballen te rapen. Aanwerpen (hand feed): technisch initiatie, technisch drillen, technisch grensverleggend werken en balanscomfortzone uitbreiden, conditioneel uithoudingsvermogen verbeteren. Situaties uitlokken: steeds de situaties in oefenvorm (veel herhalingen), spelvorm (veel herhalingen met meten van lukken door bv. zone) en wedstrijdvorm (situatie uitlokken en punt uitspelen). verre bal ophalen FH, BH, BH slice; hoge, diepe spinbal verwerken FH, BH; opkomen en volley spelen; passing spelen; lob spelen; drop spelen; terrein openen; (creatief zijn). Tenniscoördinatie: snelheid, oriëntatie, wendbaarheid, uithouding kan perfect getraind worden via tenniscoördinatie. Hieronder enkele voorbeelden. snelheid, oriëntatie, wendbaarheid: lob-drop of drop-lob. Speler vertrek kort aan net, tikt net met racket en wordt gelobd met de eerste aangeefbal. Speler haalt lob op en krijgt daarna een drop. Drop-lob is hetzelfde maar omgekeerde volgorde; snelheid, wendbaarheid: mitraillette basislijn, volley. Ballen worden aangespeeld maar nu sneller na elkaar dan het realistische tempo van balwisseling; snelheid, oriëntatie, uithouding: vlinder. Diepe bal FH, korte bal FH, diepe bal BH & korte bal FH. 1x, 2x of 3x na elkaar volgens conditioneel niveau spelers. Coach+ / Augustus 2016 4 / 5

Lesgever speelt volley na aangeven aan het net. Voordeel is dat er minder snel ballen moet geraapt worden. lesgever speelt bal aan en onderhoudt de balwisseling met volleys. Kan bij technische initiatie, vervolmaking en grensverleggend i.f.v. balanscomfortzones; lesgever kan situatie uitlokken. Speler moet 1 e bal naar de trainer spelen. Met deze bal lokt de trainer een bepaalde situatie uit (bv. speler staat in BH hoek, trainer staat tegenover de speler aan het net. Speler speelt de 1 e bal terug naar de trainer. Met deze bal geeft de trainer een verre bal aan in de FH, ophalen en punt uitspelen tegen andere speler of tegen trainer. Als speler 1 e bal mist, verliest hij zijn beurt); lesgever kan een reeks ballen aangeven (aan het net of servicelijn). Als de speler alle ballen goed kan spelen mag de speler punt uitspelen tegen de trainer aan het net (= superpunt). Coach+ / Augustus 2016 5 / 5