Speech van Frank Elderson bij het jubileumcongres van de Kring van Pensioenspecialisten, Spijkenisse, 2 december 2016 Dames en heren, Hartelijk dank voor de uitnodiging om hier vandaag te spreken. Het is een eer om hier te staan tussen u pensioenspecialisten die al 25 jaar aan de weg timmeren om onze pensioenen beter te maken. En of u nu actuaris, accountant, jurist, vermogensbeheerder, toezichthouder of gewoon pensioenfondsbestuurder bent, u draagt hier ieder op uw eigen manier uw steentje aan bij. Dus ik wil het bestuur, de oud-bestuurders en alle leden van de Kring van Pensioenspecialisten van harte feliciteren met het 25- jarige bestaan. Een echte mijlpaal! En ontzettend belangrijk dat specialisten elkaar al zo lang opzoeken om te spreken en te discussiëren over dit bijzondere onderwerp. Een onderwerp dat de gemoederen bezighoudt. En een onderwerp waar u en ik en alle andere sprekers vandaag, een fascinatie voor delen. Want het is een heerlijk onderwerp, als je houdt van maatschappelijke debatten en technische discussies, van politiek en economie, en als je zorg voor elkaar en goed huisvaderschap belangrijk vindt. Dus ik snap wel waarom u pensioenspecialist bent geworden. Pensioen is niet alleen een onderwerp waar wij allen aan bijdragen, en dus zorg voor dragen, maar ook een onderwerp waarover wij ons allen zorgen maken. Waardoor we af en toe flink met elkaar 1
overhoop liggen. Want wat zijn de beste keuzes voor nu en voor de toekomst? Hoe maken we het stelsel beter? En hoe zorgen we dat we die keuzes ook goed doorvoeren? Over dit soort vragen gaat mijn verhaal vanmiddag. Ik wil het hebben over een aantal veranderingen en ontwikkelingen die ertoe leiden dat we ons stelsel fundamenteel moeten aanpassen. En waar de pensioensector op voorbereid moet zijn. Veranderingen zijn niet nieuw voor de sector. Ze zijn al decennia lang gaande. Oude discussies over de vormgeving van ons pensioencontract komen terug. Maar er zijn ook nieuwe uitdagingen. De arbeidsmarkt verandert, financiële technologie ontwikkelt zich snel en deelnemers vragen om meer maatwerk. Bovendien hechten deelnemers aan maatschappelijk betrokken en verantwoorde pensioenfondsen. In deze complexe veranderende omgeving is het zaak om prioriteiten te stellen. Wat ons betreft ligt de prioriteit voor de komende jaren bij een evenwichtige overgang naar een duurzaam pensioencontract. Daarover zo meer. Maar eerst de veranderingen en ontwikkelingen. Ons stelsel is al langere tijd in verandering en zal dat de komende jaren blijven. Belangrijk hierbij is de renteontwikkeling. De rente piekte begin jaren tachtig tot boven de 10 procent. In 1991, toen de Kring van Pensioenspecialisten het licht zag, was de rente nog steeds rond bijna 9 procent. Sindsdien is de rente, schoksgewijs, steeds verder gedaald, tot het huidige lage niveau. Dat heeft enorme consequenties voor de bekostiging en daarmee de houdbaarheid van ons pensioen. 2
Een andere trend is de stijging van de levensverwachting. Vandaag de dag verwachten we als mannen en vrouwen op 67-jarige leeftijd nog respectievelijk 17 en 20 jaar van onze oude dag te genieten. Anno 1950 was dat nog een jaar of 13. In 1991, wederom, was het voor vrouwen zo n 18 jaar en voor mannen bijna 14 jaar. De pensioenperiode waarin we financieel moeten voorzien loopt dus al zeventig jaar op. Door deze ontwikkelingen wordt pensioensparen duurder. En dan is de vraag: hoe ga je daarmee om? Onder deze omstandigheden bestaat een gegarandeerd hoog pensioen tegen lage kosten immers niet. Dus er moeten verschuivingen plaatsvinden binnen de driehoek hoogte van de premie, hoogte van de toezegging en het nemen van risico s. Wat dat laatste betreft, ook hier is een trend waarneembaar die wordt gekenmerkt door het verplaatsen van risico s naar de deelnemer. Eindloon is middelloon geworden. We zien ook dat werkgevers steeds scherper kijken naar de invulling van hun rol als sponsoren van de pensioenregeling. De prijs van garantie, die er overigens nooit was, is met de tijd te hoog geworden. We moeten ons dus tevreden gaan stellen, kortgezegd, met een minder zeker pensioen óf met zeker minder pensioen. Tegelijkertijd is ons stelsel ook onderhevig aan bredere maatschappelijke ontwikkelingen die speciale eisen stellen aan het nieuwe stelsel. Steeds mondiger en individualistisch ingestelde burgers gaan steeds minder automatisch akkoord met verplicht gestelde, uniforme 3
pensioenregelingen. We willen die regelingen steeds beter op maat gesneden krijgen of zelf kunnen vormgeven. Passend in onze persoonlijke financiële levensloop. Ook vragen we als consument bij steeds meer producten en diensten gedetailleerde informatie over de prijs en de kwaliteit. Diezelfde eis stellen we in toenemende mate aan pensioenfondsen. Een ander voorbeeld is de veranderende arbeidsmarkt. Zo neemt het aantal zzp ers al jaren toe en is er meer flexibele arbeid, zoals tijdelijke contracten en uitzendbanen. Dat heeft gevolgen voor de dekking van het stelsel. Maar ook voor de overdraagbaarheid van pensioen. Verder vragen we van pensioenuitvoerders ook een maatschappelijk meer betrokken rol. Het doel van een goede oude dag is breder dan slechts de financiële dimensie: een ecologisch en maatschappelijk goede omgeving om van de oude dag te genieten is minstens zo belangrijk. Die taak sluit aan bij de lange-termijn opdracht van het pensioenfonds. Als toezichthouder die zich onder andere ten doel stelt de duurzame welvaart te stimuleren, hebben we eerder dit jaar onderzocht in welke mate het duurzame beleggingsbeleid al in de genen van de fondsbesturen zit. De uitkomsten zijn zonder meer bemoedigend. We zien de aandacht van pensioenfondsen voor duurzaamheid verschuiven. Waar het lange tijd veelal werd benaderd vanwege de reputatierisico s die maatschappelijk fout gepercipieerde beleggingen met zich meebrengen, zien we de laatste jaren een verdieping van de aandacht plaatsvinden: van reputatierisico, naar financieel risico, naar financiële kans, naar daadwerkelijke impact. 4
De focus komt steeds meer te liggen op het perspectief van duurzaamheid als goede en kansrijke investering. Waar bijvoorbeeld in 2013 nog 45 procent van de fondsen duurzaamheid in de investment beliefs had opgenomen, was dat in 2015 al 74 procent. And counting. Deze grote toename laat zien dat de keuze voor duurzaamheid vanuit de beleggingsovertuiging plaatsvindt en dat de inzet op duurzaamheid voor de langere termijn zal gelden. Dus om alles nog een keer kort te nomen, renteontwikkeling, stijgende levensverwachting, verschuiving van risico s, meer maatwerk in de pensioenoplossing, verantwoording van gemaakte kosten en geleverde diensten, veranderende arbeidsmarkt en verantwoord beleggingsbeleid: Er wordt nogal wat van de sector verwacht. En dat is niet eenvoudig. Maar dat vindt u pensioenspecialisten natuurlijk juist leuk. Toch moeten we ernaar streven het voor de deelnemers wel eenvoudig te maken. Dus hoe doen we dat? We moeten beginnen bij de inrichting van een nieuw pensioenstelsel. En dat moeten we zo snel mogelijk doen. Het doel dat we hierbij moeten nastreven, is op zichzelf eenvoudig: een goed pensioen voor iedereen. De techniek die daarachter zit, mag best ingewikkeld zijn. Daar bent u voor. Maar de criteria die we voor de inrichting van het nieuwe stelsel hanteren, moeten op hun beurt weer heel eenvoudig zijn: transparantie, goed uitlegbaar, ex ante fair, non-discriminatoir tussen generaties, geen rekeningen doorschuiven naar de toekomst. 5
Wat ons betreft zijn die criteria, of bouwstenen zoals wij ze noemen, een persoonlijk pensioenvermogen en een individueel leeftijdsafhankelijk beleggingsbeleid. Een persoonlijk pensioenvermogen voorkomt ondoorzichtige herverdeling tussen generaties en discussies over wie recht heeft op welk deel van de pot. Dat geeft duidelijkheid. Het maakt de overdraagbaarheid van het pensioen ook eenvoudiger. Een individueel leeftijdsafhankelijk beleggingsbeleid biedt de mogelijkheid om de beleggingen beter af te stemmen op kenmerken van een individu. Het beleggingsrisico wordt afgebouwd naarmate de deelnemer ouder wordt. Dit beschermt ouderen beter dan nu tegen kortingen en geeft jongeren uitzicht op een hoger verwacht pensioen. Hierbij beseffen wij natuurlijk dat de overgang naar een nieuw contract ingewikkeld is. Daarom moeten nu niet te veel nieuwe elementen te geïntroduceerd worden, zoals keuzevrijheid of de mogelijkheid tot inzet van pensioenpremies voor aflossing van de hypotheek. Zet dat even in de wacht. Hou het althans in deze toch al ingewikkelde overgangsfase zo eenvoudig mogelijk. En laten we zo snel mogelijk naar een nieuw stelsel gaan, omdat de rek uit het huidige stelsel is. Het is goed dat de sector deze urgentie ook ziet. Eergisteren is de Pensioenfederatie naar buiten gekomen met een uitgebreide rapportage over het nieuwe pensioenstelsel. U zult dat allemaal hebben gezien. De rapportage brengt vele relevante aspecten in kaart, die van groot belang zijn in de discussie over de herinrichting 6
van ons pensioencontract. Wij waarderen deze inspanning van de sector dan ook zeer. En ondertussen zitten wij ook niet stil. Ook vanuit ons toezicht sturen wij erop dat de sector zich klaar maakt voor de veranderingen die eraan zitten te komen. We hebben drie dagen geleden onze Toezicht Vooruitblik gepresenteerd. Daarin geven wij de onderwerpen van ons toezicht in 2017. Mocht u het stuk nog niet gezien hebben, kijk dan even op onze website, www.dnb.nl. We richten ons in 2017 op thema s waarin verandering centraal staat. Hoewel we er veel meer noemen in onze brochure, licht ik er omwille van de tijd graag twee uit. In de eerste plaats het creëren van duidelijke verwachtingen. Indien pensioenfondsen deelnemers niet duidelijk informeren over wat zij redelijkerwijs kunnen verwachten op basis van de financiële opzet van het fonds, dan zet dit het draagvlak voor de transitie naar een nieuw pensioenstelsel onder druk. DNB en de AFM willen bereiken dat pensioenfondsen hun deelnemers en gepensioneerden correct en duidelijk informeren over mogelijke kortingen en het uitblijven van indexering. Een ander thema is de visie en strategie van pensioenfondsen. Door alle veranderingen moet de pensioensector zich tijdig kunnen aanpassen aan nieuwe omstandigheden. Daarom kijken we hoe ze in hun visie en strategie omgaan met de kansen en bedreigingen van de omgeving en de sterktes en zwaktes van het fonds. 7
Dit jaar hebben we geïnventariseerd waar de pensioenfondsen staan. Volgende jaar sporen we, daar waar dat aan de orde is, de grote pensioenfondsen aan de benodigde slagen te maken. En daarnaast inventariseren we hoe de kleinere fondsen op dit terrein scoren. Doel is dat fondsen wendbaar en weerbaar zijn ten aanzien van de grote veranderingen in hun omgeving en focus hebben op de lange termijn. Klaar voor de toekomst dus. En daarmee wil ik ook afronden. De sector moet klaar zijn voor alle veranderingen. Maar heeft tegelijkertijd laten zien goed met veranderingen om te kunnen gaan. Want als we de sector van nu vergelijken met de sector van 25 jaar geleden, toen deze Kring van Pensioenspecialisten werd opgericht, dan is er veel veranderd. In financieel opzicht, in wetgeving, in governance, maar bijvoorbeeld ook in toezicht. En dat de sector pas heeft kunnen houden met alle ontwikkelingen en verandering, verdient een groot compliment! Is het allemaal eenvoudiger geworden? Dat zeker niet! Toch wil ik de vraag die u bij dit congres stelt, namelijk Pensioen en eenvoud: een utopie? met nee beantwoorden. Zoals ik eerder zei, het is geen utopie voor zover het het doel en de criteria betreft. We staan weliswaar voor een ingewikkelde opgave om het stelsel nieuw vorm te geven, maar het is een ingewikkelde opgave met als doel om pensioen eenvoudig te maken. En daar kunnen we allemaal, vanuit onze rollen en expertises een belangrijke bijdrage aan leveren. 8
Dus het lijkt mij verstandig dat deze Kring van Pensioenspecialisten nog zeker 25 jaar aan de weg blijft timmeren om onze pensioenen beter te maken. En met die aanmoediging wil ik eindigen. Dank u wel. 9