1. Het bepalen van het effect van hydrologische ingrepen in kleirijke gronden op de grondwaterstand.

Vergelijkbare documenten
1. Opzetten van een social media beleid uitvoeringsprogramma en vormgeving van rekentools

1. Opzetten van een social media beleid uitvoeringsprogramma en vormgeving van rekentools

Droogte in de stad Geohydrologie, civiele techniek en bouwkunde verbonden

(Regionale) gebiedsinformatie over huidig watersysteem

Module C2500 Grondwateronderzoek. Inhoud

Het klimaat past ook in uw straatje

Module B2300. Inhoud. 1 Inleiding Verantwoording Wat is veranderd? Opstellers en begeleidingscommissie 4 1.

Nota van beantwoording

REVIEW FUGRO EN WARECO

DE KLIMAATBESTENDIGE STAD: INRICHTING IN DE PRAKTIJK. Kosten en baten van inrichting. Wiebe Bakker november 2015

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda

Visie Water en Ruimtelijke Ontwikkeling bijlage 1

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

Raak onderzoek 2015, 2016 Wiebe Bakker

Anne Mollema IGWR. Grondwater in de Stadhouderslaan en omgeving

Notitie Effecten maaivelddaling veenweidegebied op grondwatersysteem Fryslân Inleiding Werkwijze

Hierbij ontvangt u ons antwoord met een kopie van de schriftelijke vragen van de heer Snoek.

Stromingsbeeld Rotterdam

Watertoets Klaproosstraat 13, Varsseveld

Waterparagraaf Heistraat Zoom

Voorkomen van natte terreinen tijdens en na de bouw

Verslag bewonersavond 24 november 2016

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

Welkom. Grondwaterproblematiek Krimpenerwaard. Erwin Heeringa(Nederlek)

GOUDA STEVIGE STAD AANPAK OVERLAST BODEMDALING BINNENSTAD

De klimaatbestendige (oude) stad

Verdroging: tegen gaan van verdroging in het algemeen door beperken van verharding, ruimte voor infiltratie, hydrologisch neutraal ontwikkelen etc.

Ruimtelijke Adaptatie en Zoetwater Voor watertekort kennisvragen te over? Kennisdag Zoetwater, Utrecht 15mei 2018

Formulier ten behoeve van het indienen van schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 37 van het Reglement van Orde Verenigde Vergadering Delfland

Praktijkvoorbeeld VAF Argonautenstraat Amsterdam

Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018

Integraal Waterplan Haarlem. Erhard Föllmi afd. OGV/SZ 17 sept. 2014

Geohydrologisch onderzoek Centrumplan Oldebroek

Grondwater en de fundering van uw huis

Versie 28 februari Tijd voor een grondige aanpak, Fundering voor een nationale strategie.

Stellingen Sturen op basisafvoer. water verbindt

Richtlijnen ter voorkoming van grondwateroverlast in nieuw bebouwd gebied

Verkenning (stedelijk) grondwaterbeheer

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt

voorontwerp bestemmingsplan locatie Zuilenstein

SAMENVATTING. en funderingen

PEILVERHOGING IN HET VEENWEIDEGEBIED; GEVOLGEN VOOR DE INRICHTING EN HET BEHEER VAN DE WATERSYSTEMEN

: SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24

toekomst veenweide Inspiratieboek

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII

Inhoudelijke voortgangsrapportage van het project afronding onderzoek verhoging grondwaterstand (periode november 2014 t/m juni 2015)

Waterschap Hunze en Aa s Ontvangen d.d.: Documentnummer: Raakvlak waterbeheer: ja/nee. gemeente Assen Verbouwing woning Venestraat GM ASSEN

Nota van beantwoording

Inventarisatie wateraspecten Haringbuys te Bloemendaal. Rapport. Uitgebracht aan: Gemeente Bloemendaal Postbus AE OVERVEEN

Deltaprogramma Nieuwbouw en herstructurering. Intentieverklaring Ruimtelijke Adaptatie

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE

MONITORING GRONDWATERSTANDEN 3E OOSTERPARKSTRAAT EN VROLIKSTRAAT TE AMSTERDAM

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs

WATERPARAGRAAF SLAAKDAM 2A DE HEEN (STEENBERGEN)

Funderingsproblematiek Tweede kamer commissie BiZa en I&M 28 maart 2013

AM Wonen BV Noord-Holland T.a.v. de heer S. Hupkens Postbus NN AMSTERDAM

INDELING INLEIDING (AANLEIDING?) GRONDWATERBEHEER IN DELEN DE WATERWET OVERLAST EN ONDERLAST: DE PROBLEMEN VERBONDEN.

Klimaatverandering in Utrecht. Erwin Rebergen Beheerder/Beleidsadviseur stedelijk water gemeente Utrecht Groenmoetjedoen!

Anna Schoemakers Klimaat voor Ruimte

Bijlage IV Watertoets. Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014

Beveiligingsaspecten van webapplicatie ontwikkeling met PHP

Bodemdaling van A tot Z

1 Inleiding en projectinformatie

Toepassing van onderwaterdrains in stad en land: mogelijkheden en kansen

Samenvatting van de watertoets. Hieronder vindt u een samenvatting van de door u ingevulde gegevens.

Nota beantwoording zienswijzen

Aanvullende informatie Nota van Uitgangspunten bestemmingsplan Buitengebied

Gevolgen van watertekorten voor stedelijk gebied. Marco Hoogvliet Projectmanager Stedelijk water en bodembeheer. Opdrachtgever: het Deltaprogramma

PvE Stedelijk Water. Deel: Functionele Eisen Grondwater. Versie 1.1

Klimaatbestendige stad

Keynote Future Green City 26 november

Team stedelijk water B

Ontginningen: inleiding tot de stabiliteitsrisico s

datum dossiercode Geachte heer/mevrouw Ruben Beens,

Herinrichting Baarskampstraat

Klimaatadaptatie in Zwolle (IJsselvechtdelta)

Bijlage E: Peilvakken en de gewenste grond- en oppervlaktewaterpeilen.

Waterparagraaf. Opdrachtgever. Groenstraat 2, Sprundel. De heer C.J.M. Lazeroms Groenstraat SK Sprundel

Achtergrondartikel grondwatermeetnetten

Afkoppelen hemelwater. Oude Pastoriebuurt. Auteur(s): Dhr. T. van den Kerkhof Dhr. R. Thijssen

BELEIDSREGEL DEMPEN SLOTEN WATERSCHAP HUNZE EN AA S

De klimaatbestendige stad: hoe doe je dat?

Hoe gaan waterschappen om met waterberging op groene daken?

Op basis van de door u verstrekte informatie zijn de volgende wateraspecten van belang in het plangebied.

Kennisagenda NKWK- KBS. Groeidocument versie 0.1

De duiker bevindt zich globaal op de volgende coördinaten: X = en Y =

Waterparagraaf. Perron 073 Den Bosch. ing. J.A. Wemekamp. Definitief. Auteur

De Peilstok Inspirerende projecten voor droge voeten en een koel hoofd

HUISSENSCHE WAARDEN AANVULLENDE GRONDWATERBEREKENING

Bijlage 5 Wateradvies Wetterskip

1 Kwel en geohydrologie

Waterparagraaf Melkveebedrijf M.C.M. Sieben, Witte Plakdijk 6 Ospel

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Regelingen in water: (vloei)stof tot denken

Ontwikkeling Dishoek Beknopte watertoets

Achtergrond rapportage beleidsregel toepassen van drainage in attentiegebieden. Juni 2011

Bodemgeschiktheidseisen stedelijk gebied

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

1. Nieuwe methode voor de bepaling van representatieve hoge en lage grondwaterstanden uit grondwaterstandsmetingen

Transcriptie:

Stages Index 1. Het bepalen van het effect van hydrologische ingrepen in kleirijke gronden op de grondwaterstand. 2. Het effect van gewichtsverandering op drukhoogte in (semi)spanningspakketten. 3. Waardering economisch droogterisico in stedelijk gebied. 4. Ontwikkelen maatschappelijke kosten en baten analyse instrument voor peilbesluiten. 5. Doorlatendheidstesten, van veldwerk naar advies. 6. Effecten Onttegel de stad. 7. Klimaatbestendig/waterrobuust bouwen

Stages/Afstudeeronderzoeken Waterbeheer kenmerk : niveau : HBO/WO betreft : Het bepalen van het effect van hydrologische ingrepen in kleirijke gronden op de grondwaterstand Stage Onderwerp Begeleider Achtergrond Vraagstelling Waterbeheer Het bepalen van het effect van hydrologische ingrepen in kleirijke gronden op de grondwaterstand: vervolgonderzoek Maarten Kuiper West-Nederland wordt grotendeels bedekt met een slecht waterdoorlatende klei- en veenlaag, een zgn. deklaag. Vele hydrologische ingrepen worden gedaan in deze deklaag. Gedacht kan worden aan het graven van oppervlaktewater, peilveranderingen in open water, het aanleggen van drainages, bemalingen voor bouwputten, etc. Afhankelijk van de bodemgesteldheid van de deklaag hebben de hydrologische ingrepen invloed op de freatische grondwaterstand. Het is op dit moment onvoldoende bekend hoe het effect van hydrologische ingrepen op de grondwaterstand in gebieden met een kleiige ondergrond optimaal kan worden ingeschat. Vaak wordt gebruik gemaakt van generieke literatuurwaarden, waardoor mogelijk over- of onderschatting van effecten plaatsvindt. Meer kennis is gewenst over het bepalen van hydrologische parameters van klei-/veenlagen in relatie tot het uitvoeren van effectberekeningen in slecht doorlatende lagen. Een student van de Vrije Universiteit Amsterdam heeft in 2011 gedurende een half jaar bij Wareco onderzoek uigevoerd naar dit onderwerp. Het onderzoek bestond uit een veldstudie (met mooie interessante resultaten) en een modelstudie. Hieruit zijn diverse nieuwe onderzoeksvragen naar voren gekomen, bijvoorbeeld: Op welke wijze kunnen effecten het beste worden berekend met een numeriek model. Is een koppeling met een oppervlaktewater- en/of onverzadigde zone model nodig? Wat is de betrouwbaarheid van de modelinstrumentaria voor stroming door kleibodems? Bij voorkeur maakt ook een studie naar veldmetingen onderdeel uit van de stage- of afstudeeropdracht. Dit is een uitstekende kans om je tanden te zetten in een sterk inhoudelijke uitdaging. Terug naar index effect hydro ingrepen op grondwaterstand_mku

Stages/Afstudeeronderzoeken Waterbeheer kenmerk : niveau : HBO/WO betreft : Effect van gewichtverandering op drukhoogte in (semi)spanningspakketten Stage Onderwerp Begeleider Achtergrond Vraagstelling Waterbeheer Effect van gewichtverandering op drukhoogte in (semi)spanningspakketten Maarten Kuiper In diverse grondwateronderzoeken, pompproeven en effectstudies wordt onderzoek uitgevoerd naar de interactie tussen het freatische grondwater en onderliggende spanningspakketten. Kennis over de interactie is bijvoorbeeld van (groot) belang om schade bij bouwputbemalingen te voorkomen, om kwelstromen in beeld te krijgen, om effecten van oppervlaktewaterpeilwijzigingen te berekenen, etc. Door de onderzoeken zijn in de loop van de tijd veel metingen beschikbaar gekomen van de grondwaterstand en de stijghoogte. Soms komt het voor dat een gemeten verandering in de grondwaterstand en stijghoogte niet eenduidig te verklaren zijn op basis van alleen grondwaterstroming. Mogelijk speelt een ander effect een belangrijke rol: dat van het gewicht van freatisch water op de stijghoogte in spaningspakketten. Dit onderwerp is ondermeer aangehaald in het specialistische vakblad Stromingen van de NHV. Een beter begrip van het effect van gewichtverandering op drukhoogte in (semi)spanningspakketten is een onderwerp bij uitstek om een vernieuwend en inhoudelijk uitdagende afstudeer- of stageonderzoek op te richten. Voorgestelde?? uitvoering effect van gewichtsverandering op _MKU

2 Terug naar Index effect van gewichtsverandering op _MKU 22-6-12

Stages/Afstudeeronderzoeken [fun/water] niveau : WO betreft : Stage Waardering economisch droogterisico in stedelijk gebied Stage Funderingen/Water Onderwerp Waardering van het economisch droogterisico in stedelijk gebied bij Klimaatscenario s Begeleider Achtergrond Stan Geurts van Kessel (Wareco), Manfred Wienhoven (Ecorys) Bij een ontwikkeling volgens een droog klimaatscenario (G+ en W+) is een toename in de watervraag vanuit de stad te verwachten. Wordt hierin niet voorzien dan dreigt een toename van het risico op zettingsschade door het verzakken van constructies en mogelijk ook schadekosten van paalrot. De mogelijke funderingsschade wordt geschat op ca. 40 miljard (Deltares, 2013). De veronderstelling hierbij is dat schade optreedt aan alle voor lage grondwaterstanden gevoelige panden. Dit is een zeer simplistische benadering. Vraagstelling Wat is het werkelijke schaderisico? Het feit of wel geen schade optreedt in de vorm van zettingsschade of paalrot en de omvang van de schade, hangt onder meer samen met het niveau en de frequentie en duur waarmee grondwaterstanden uitzakken. Tevens is het moment van optreden van schade in de tijd bepalend voor het schatten van de huidige (contante) waarde van de schade (in verband met confrontatie met de kosten). Relevante vragen: - Weegt de vermeden (droogte)schade aan opstallen e.d. op tegen de kosten van de maatregelen die nodig zijn om het grondwaterpeil op niveau te houden? - Is er een eenduidige relatie te leggen tussen maatregelgrondwaterstand (ingreep-effectrelatie) enerzijds en grondwaterstand/duur/frequentie-economische schade (dosiseffectrelatie) anderzijds? - Is er voldoende informatie beschikbaar om enigszins harde uitspraken te kunnen doen over het moment waarop/ de droogtesituatie waarbij fysieke schade aan funderingen op zal treden? Zowel voor paalfunderingen als funderingen op staal? - Wat zijn de schade (meer)kosten door klimaatverandering, dus los van de schade die er nu al is, of die sowieso zou optreden? Eindresultaat Deze studie bestaat uit verschillende deelvragen. Het resultaat van de stage is het beantwoorden van één of meerdere van bovenstaande vragen. Terug naar index

Stages/Afstudeeronderzoeken Waterbeheer niveau : WO betreft : Stage Ontwikkelen MKBA instrument voor peilbesluiten" Stage Waterbeheer Onderwerp Het ontwikkelen en testen van een MKBA instrument (maatschappelijke kosten-baten analyse) voor het nemen van peilbesluiten in zettingsgevoelige veengebieden. Begeleiders Stan Geurts van Kessel (Wareco) en Jurgen Bals (hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard) Achtergrond Voor polders in Nederland worden peilbesluiten genomen. Daarin stelt het waterschap een verantwoord oppervlaktewaterpeil vast. Met name in de laagst gelegen veengebieden van Nederland wordt het steeds lastiger om een goede afweging van belangen te maken. Waar het vroeger ging om land- en akkerbouw, is er nu ook een sterke vertegenwoordiging van recreatieschappen, ondernemers, natuurbeheerders en particuliere huiseigenaren. Door maaivelddaling worden tegenstrijdige belangen steeds duidelijker. Er is behoefte aan een MKBA instrument om de situatie hanteerbaar te maken voor bestuurders en belanghebbenden. Dit instrument moet worden ontwikkeld en getoetst, zodat het herhaaldelijk inzetbaar is voor toekomstige peilbesluiten bij verschillende waterschappen. Een groot aantal polders in met name het laaggeleven westen van Nederland bestaat uit zettingsgevoeilige veengronden. Hier wordt het waterpeil afgestemd op het zakkende maaiveld ( peilaanpassing ). Dit wordt gedaan zodat de agrarische functie behouden blijft: op natte grond is de agrarische opbrengst lager. Het aanpassen (verlagen) van het oppervlaktewaterpeil kan echter ook negatieve effecten op bebouwing en infrastructuur hebben. Dit zijn met name negatieve effecten op de funderingen van woningen en verzakking van wegen. Er zijn meerdere polders benoemd waarbij het punt is aangebroken waarbij de kans op het ontstaan van schade groot wordt. Overwogen wordt voor het bebouwde gebied geen peilaanpassing meer toe te passen. Ook kan worden overwogen om polders op de langere termijn een natuurfunctie te geven in plaats van een agrarische functie. Er zijn diverse technische oplossingen mogelijk om schade te voorkomen bij bebouwing en infrastructuur, echter deze brengen kosten met zich mee en sommige kunnen weer negatieve effect hebben op de agrarische functie. Vraagstelling Door Wareco is reeds een globale analyse uitgevoerd van mogelijke oplossingen en de bijbehorende kosten. Voor bestuurders en belanghebbenden ontbreekt het echter aan een instrument om gezamenlijk een gedragen besluit te nemen. Een maatschappelijke kosten baten analyse. Hierin is het ook van belang voor de langere termijn een stage mkba voor peilbesluit MRU

2 vergelijking te maken. Daarnaast is de uitdaging om de analyse toegankelijk te maken zodat bestuurders een gefundeerde keuze kunnen maken. Eindresultaat Het einderesultaat van het onderzoek is een (visueel) toegankelijk gepresenteerde kosten-batenanalyse. Deze heeft de vorm van een instrument dat herhaaldelijk inzetbaar is bij toekomstige peilbesluiten van verschillende waterschappen. Een analyse waarin de relevante belangen zijn opgenomen en goed zijn vertaald. De bestuurders van waterschap en gemeenten krijgen daarmee inzicht in de consequenties van een keuzealternatief. Achterliggende informatie bij de kosten-batenanalyse omvat technische kenmerken en kostenkengetallen van natuur, landbouw, recreatie, bebouwing, infrastructuur en het oppervlaktewatersysteem. Deze opdracht is geen invuloefening! We zoeken voor deze opdracht iemand met kennis en doortastendheid om een MKBA instrument te ontwikkelen (inhoud en vorm) en deze te testen. Terug naar index stage mkba voor peilbesluit MRU 7-5-15

Stages/Afstudeeronderzoeken Waterbeheer niveau : WO betreft : Stage doorlatendheidstesten, van veldwerk naar advies Stage Waterbeheer Onderwerp Doorlatendheidstesten veldtools en achterliggende methoden en formules Begeleiders Inge Schuurman (adviseur water bij Wareco) Achtergrond In het werkveld als hydrologisch adviseur is het bepalen van de doorlatendheid van de bodem essentieel om passend advies te doen bij ondergrondse toepassingen zoals infiltratiemogelijkheden. Om de doorlatendheid van de ondergrond te bepalen zijn verschillende veldmethoden en tools beschikbaar, zoals de dubbele ring infiltrometer en de Aardvark permeameter. Daarnaast is het mogelijk om in het lab korrelgrootteanalyses uit te voeren en aan de hand daarvan de doorlatendheid te berekenen. Om de resultaten van zowel de veld- als labmetingen naar één doorlatendheid om te rekenen zijn verschillende formules voorhanden. Deze formules zijn zowel empirische als analytische benaderingen. In deze stage kan jouw hydrologische kennis én veldervaring samenkomen. Figuur: Voorbeeld van een veldtool, de Aardvark permeameter, bron: Eijkelkamp Stage doorlatendheidstesten

2 Vraagstelling Eindresultaat Wat zijn de gevoeligheden bij de uitvoering van de metingen? Idee is om een (aantal) dag(en) mee te gaan op veldwerk om metingen uit te voeren. (Veldstudie) Wat zijn de verschillen tussen de toe te passen formules en in hoeverre beïnvloedt een wijziging van deze formule de uitkomsten? (literatuur en desk-studie). Een concrete dataset met resultaten van diverse metingen in één onderzoeksgebied is beschikbaar, zowel uit het veld als uit het laboratorium. Hoe verschillen uitkomsten van deze methoden, welke metingen lijken de meest betrouwbare uitkomsten op te leveren en hoe pakken we een vergelijkbare vraag in het vervolg het beste aan? Een naslagwerk met de gevoeligheden van verschillende meetmethoden, een afweging voor het gebruik van verschillende methodes en formules. Terug naar index Stagevoorstel doorlatendheidstesten 25-6-15

Stages/Afstudeeronderzoeken Waterbeheer niveau : HBO/WO betreft : Stage Effecten onttegel de stad!" Stage Stedelijk (grond)water Onderwerp Onttegel de stad! Effect van vertegeling/onttegeling op hemelwaterafvoer, grondwater en hittestress: klimaatadaptatie Begeleiders Drs. ing. Maarten Kuiper Achtergrond De afgelopen decennia is het verhard oppervlak de hoeveelheid tegels in tuinen toegenomen. Gemeenten willen graag deze trend van betegelde tuinen in stedelijke gebied doorbreken. Zij doen dit met het idee de hemelwaterafvoer naar de riolering en hittestress in steden te verminderen. Vraagstelling Hoeveel hemelwater stroomt eigenlijk van tuinen naar de riolering? Hoeveel hemelwater komt door de verharding en voedt het grondwater? Wat is het effect op de grondwaterstand tussen een betegelde of een onttegelde tuin? In welke mate kan onttegelen en beplanten van tuinen en openbaar terrein hittestress in stedelijk gebied tegengaan? Hoe zijn de resultaten van één tuin op te schalen naar een straat, wijk of de gehele stad? Maken bovenstaande vragen je enthousiast om dit verder te onderzoeken? Dan heeft Wareco Ingenieurs mogelijk een interessante stageplaats voor jou! Uitvoering Naast een verdiepende literatuurstudie zijn er binnen deze stage uitgebreide mogelijkheden voor een veldstudie in samenwerking met een gemeente, waarbij parameters als neerslag, grondwaterstanden, verhardoppervlak, temperatuur et cetera verzameld en geanalyseerd kunnen worden. Eindresultaat Wie? Een naslagwerk waarin je aanpak, resultaten, analyses en conclusies helder zijn verwoord. (Praktische) toepasbaarheid van de onderzoeksresultaten en conclusies heeft de voorkeur. - Hands-on! We verwachten dat je initiatief neemt om veldwerk te organiseren (denk aan: regelen proeflocatie, metingen verzorgen); - Aanpakken en doorzetten; een pragmatische insteek! Eigenschappen die goed tot z n recht komen om een (gedeeltelijke) veldstudie en het analyseren van een brede dataset uit te voeren. Wij begeleiden je hierbij graag en op professionele wijze. - Eigen inbreng. Het betreft een breed scala aan te onderzoeken onderwerpen. Samen met jou kunnen we (een gedeelte van) de onderzoeksvragen nader afbakenen. Terug naar index stage Onttegel de stad JOuke

Stageopdracht: meewerken aan klimaatbestendig / waterrobuust bouwen Omschrijving opdracht Doel Doelgroep Aanpak / werkwijze Stageopdracht voor 2 studenten op het snijvlak van waterbeheer en recht. Beide studenten zijn van ten minste HBO-niveau. Zij werken samen aan één opdracht met daarbinnen voldoende ruimte voor het eigen vakgebied. De opdracht bestaat kort gezegd uit het doen van concrete voorstellen om zgn. exploitatieovereenkomsten voor nieuwbouw te voorzien van waterhuishoudkundige bepalingen om daarmee te bereiken dat de kans op wateroverlast voor de uiteindelijke gebruikers (bewoners/bedrijven) aanzienlijk kleiner wordt. Exploitatieovereenkomsten spelen een belangrijke rol bij het bouwrijp maken (BRM) van gronden. Zie nader de bijlage bij deze stageopdracht. De opdracht is als volgt te omschrijven (kort, met de kanttekening dat studenten hier zelf nog mede invulling aan kunnen geven): 1. Analyse van en bevindingen uit ca. 20 willekeurige exploitatieovereenkomsten 2. Ontwikkelen van een waterhuishoudkundige checklist om exploitatieovereenkomsten standaard te voorzien van waterhuishoudkundige bepalingen (dus: waaraan moet aandacht worden besteed bij het BRM?) 3. Ontwikkelen van waterhuishoudkundige modelbepalingen voor exploitatieovereenkomsten (hoe zouden de eisen aan de projectontwikkelaar/bouwer concreet geformuleerd kunnen worden?) 4. Ontwikkelen van een tool/software waarin gebiedskenmerken e.d. worden vermeld en op basis waarvan technische aandachtspunten en voorbeeldbepalingen naar voren komen. 5. Meer bekendheid en draagvlak creëren voor onderwerp bij de direct belanghebbenden (overheden en private partijen/bouwwereld). - Gezamenlijk artikel in vakblad (bv. Land en Water en/of H2O en/of Cobouw) - Mogelijk presentatie op symposium o.i.d. 6.? Het leveren van een belangrijke bijdrage aan het waterrobuust realiseren van nieuwbouw (ook wel klimaatbestendig bouwen genoemd). De relatie water en ruimtelijke ordening (ro) staat inmiddels al vrij goed op het netvlies van de overheid. Het sinds 2003 verplichte watertoetsproces dat bij wijzigingen van bestemmingsplannen moet worden doorlopen heeft hieraan een belangrijke bijdrage geleverd. Bij dit watertoetsproces staan de mogelijke waterhuishoudkundige gevolgen van de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling centraal. We willen bereiken dat ontwikkelende partijen (overheid en markt) op het juiste moment (vroegtijdig) aan de juiste onderwerpen denken en op de juiste wijze vastleggen om wateroverlast (en mogelijk ook droogteschade, bv. zetting van woningen door droogte) te voorkomen. Zie nader de bijlage bij deze stageopdracht. Gemeenten, waterschappen en de private bouwwereld (projectontwikkelaars, architecten, aannemers) Voorstel: 1. Studenten kader meegeven of zelf laten bedenken: wat zou minimaal in een exploitatieovereenkomst moeten staan, technisch over bodem en water en juridisch (hoe zijn afspraken vastgelegd?). hierbij nagaan of er een modelexploitatieovereenkomst bestaat (bv. van de VNG) en hoe waterbeheer hierin is opgenomen.

Resultaat Projectuitvoerder(s) en profielomschrijving 2. Vervolgens zo n 20 exploitatieovereenkomsten verzamelen en beoordelen. 3. Conclusies trekken: hoe is water geborgd in de beoordeelde overeenkomsten? 4. Jurisprudentieonderzoek naar bouwrijp maken van gronden en eventuele schadevragen als gevolg hiervan: wie is verantwoordelijk te houden als er problemen komen? (zie voorbeelden in bijlage). Is aansprakelijkheid een onderwerp in de overeenkomsten? 5. Voorstel met invulling van een waterparagraaf in exploitatieovereenkomsten. Dat kan een checklist zijn die bij elk project op tafel moet komen (in gesprekken tussen gemeente en ontwikkelaar) 6. Op basis van voorstel een tool ontwikkelen om het de praktijkmensen gemakkelijk te maken snel aan de juiste/relevante onderwerpen aandacht te geven. 7. Rapportage (paar concepten die worden besproken) + eindrapport 8. Artikel op basis van eindrapport (en eventueel een presentatie op een symposium o.i.d) 1. Analyse van en bevindingen uit ca. 20 willekeurige exploitatieovereenkomsten 2. Waterhuishoudkundige checklist om exploitatieovereenkomsten standaard te voorzien van waterhuishoudkundige bepalingen 3. Waterhuishoudkundige modelbepalingen voor exploitatieovereenkomsten 4. Tool/software waarin gebiedskenmerken e.d. worden vermeld en op basis waarvan technische aandachtspunten en voorbeeldbepalingen naar voren komen. 5. Meer bekendheid en draagvlak voor onderwerp bij de direct belanghebbenden (overheden en private bouwwereld). Mogelijk aandacht op symposium o.i.d. 6. Artikel in vakblad (bv. Land en water en/of H2O en/of Cobouw) Technisch georiënteerde student. Profiel: - Enige (geo-)hydrologische kennis - Goede schrijfvaardigheid - Geloof in multidisciplinaire aanpak van vraagstukken - In staat om een tool te ontwikkelen om het de praktijk gemakkelijk te maken - Praktijkgericht kunnen werken - Juridisch georiënteerde student. Profiel - Richting: milieurecht en/of waterbeheer en/of bouwrecht en/of privaatrecht/contractenrecht en/of ruimtelijk bestuursrecht. - Goede schrijfvaardigheid - Geloof in multidisciplinaire aanpak van vraagstukken - Praktijkgericht kunnen werken Begeleiding Betrokken partijen / te betrekken partijen Onderwijsinstelling + Wareco (drs.ing Maarten Kuiper) en Sterk Consulting (mr. Peter de Putter) Meedenken en begeleiding door: - Bouwwereld, bv. Siem Bijman (Bouwend Nederland) - VNG, Evelien Babbé - Unie van Waterschappen, Reinier Romijn, Mark van Kruiningen, Marcel de Ruijter of Andy Krijgsman - HH Delfland, Toos Lander of Jerry Berserik - HDSR, Dries Schuwer - Een aantal gemeenten, wij denken aan Amsterdam (afd Grond en Ontwikkeling), Nijkerk (projectleider Doornsteeg), Utrecht (projectbureau Leidsche Rijn), Heiloo/Castricum (projectleiders Zuiderloo en Zandzoom),, Ca. 6 maanden (in overleg te bepalen) Stagekosten, te dragen door Wareco en Sterk Consulting Duur stage Kosten Start project Eerste helft 2016 Einde project Einde 2016

Bijlage bij stageopdracht het waterhuishoudkundig slecht of onvoldoende bouw- en woonrijp maken is een belangrijke oorzaak van uiteindelijke wateroverlastproblemen (grondwater en hemelwater) in wijken en woningen. Enkele belangrijke bouw- en woonrijpactiviteiten zijn: a. het ophogen of afgraven van terreinen; b. de aanleg van ontwateringsmiddelen (zowel zichtbare als onzichtbare systemen); c. de aanleg van riolering (type stelsel en dimensionering); d. het omgaan met hemel- en grondwater; e. het voorkomen van bodemverdichting; f. het beheer van het oppervlaktewaterpeil; g. het realiseren van een goede afwatering en het creëren van open water; h. het aanleggen van groen-/speelvoorzieningen (bergend vermogen); i. het meer of minder verharden van wegen (incl. doorlaatbaarheid). Afhankelijk van de specifieke omstandigheden komen deze activiteiten in meer of mindere mate naast elkaar voor. Voor de meeste activiteiten is de gemeente als eerste aan zet. Maar voor een goed op de grond afgestemd gebruik zijn het beheer van het oppervlaktewaterpeil, het realiseren van een goede afwatering en het creëren van open water en bergend vermogen anderszins taken van de waterbeheerder. Gemeente en waterschap moeten dus zó duidelijk zijn in hun eisenpakket dat de private bouwwereld (architecten, projectontwikkelaars en aannemers) hier niet omheen kan. Het is daarom van belang dat gemeenten en waterschappen beter werk maken van exploitatieovereenkomsten. De exploitatieovereenkomst (vaak tussen de gemeente en een projectontwikkelaar) moet expliciet en gedetailleerd aangeven hoe de grond bouw- en woonrijp wordt gemaakt. Onduidelijkheid over de te verwachten kwaliteit van de grond vergroot de kans op bouwrijpe grond van onvoldoende kwaliteit en daarmee op waterhuishoudkundige problemen in de beheerfase. Op waterhuishoudkundig ongeschikte grond is het slecht wonen. Cruciaal is dat het vage begrip bouwrijp maken concreet wordt gemaakt. Het is weinig verhelderend als bijvoorbeeld een gronduitgiftecontract of een exploitatieovereenkomst bepaalt dat de grond in bouwrijpe staat wordt opgeleverd of in de staat waarin deze zich bevindt. In de praktijk is erg vaak onduidelijk wat bouwrijp maken nu precies inhoudt. 1 Het is dus van belang dat exploitatieovereenkomsten/-plannen, gronduitgiftecontracten en bestekken, de termen bouw- en woonrijp maken nader definiëren, met inachtneming van de waterhuishoudkundige randvoorwaarden. Anders zijn begrippen te vaag en leiden zij al snel tot problemen. De gemeente moet hierop samen met de waterbeheerder alert zijn. 1 Zie bv. ook: Rechtbank Dordrecht, 24 februari 2010 (ECLI:NL:RBDOR:2010:BL6069) en Hof Den Bosch, 19 december 2006 (ECLI:NL:GHSHE:2006:AZ5895). In beide gevallen ging het in de kern om onduidelijkheid over de vraag wat verstaan moest worden onder bouwrijp maken.