WATERPARAGRAAF SLAAKDAM 2A DE HEEN (STEENBERGEN)

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "WATERPARAGRAAF SLAAKDAM 2A DE HEEN (STEENBERGEN)"

Leo Theodoor van der Wolf
7 jaren geleden
Aantal bezoeken:

318827_1331028363790_waterparagraaf_slaakdam_2_S_BEM1201217_1.

(s) MYZ12000090 Omgevingsmanager WATERPARAGRAAF SLAAKDAM 2A DE HEEN (STEENBERGEN) Opdrachtgever: A.

1 318827_ _waterparagraaf_slaakdam_2_S_BEM _1.pdf *BEM * BEM gemeente Steenbergen Behoort bij beschikking d.d nr.(s) MYZ Omgevingsmanager WATERPARAGRAAF SLAAKDAM 2A DE HEEN (STEENBERGEN) Opdrachtgever: A. van Lith Pluimveebedrijf De Heen Turfven PD te STERKSEL R & S advies Langegracht 4a 5091 SJ MIDDELBEERS Telnr: Faxnr: adres: rens.advies@kpnplanet.nl Rapportnummer SLD2a Watertoets Omgevingsvergunning Pluimveebedrijf De heen Pagina 1

2 Inhoudsopgave INLEIDING...3 RELEVANT BELEID... 3 PRINCIPES VAN HET WATERSCHAP...4 BODEMGEBRUIK EN GRONDWATER...5 WATERPARAGRAAF

3 1. Inleiding Het doel van de watertoets is te waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen bij alle waterhuishoudkundig relevante plannen en besluiten. De watertoets is in het leven geroepen omdat met name het waterbeleid een wezenlijk andere oriëntatie heeft gekregen: van reageren naar anticiperen. Water heeft een aantal specifieke kwantitatieve en kwalitatieve eigenschappen waar de ruimtelijke ordening rekening mee moet houden. Een watertoets maakt de mogelijke negatieve invloeden van het initiatief op de projectlocatie inzichtelijk. Tevens geeft de watertoets oplossingsrichtingen aan waarmee mogelijke optredende negatieve invloeden beperkt of ongedaan gemaakt kunnen worden. Het waterschap heeft een aantal principes gedestilleerd, die van belang zijn als vertrekpunt van het overleg tussen initiatiefnemer en waterbeheerder. 2. Relevant beleid Waterbeheersplan Het waterbeheersplan van het Waterschap is gericht op het streven naar een duurzame situatie op de lange termijn. Het beheer van de waterketen komt in beeld naast het tegemoet komen aan de wensen vanuit het bestaande grond- en watergebruik. In het waterbeheersplan wordt op hoofdlijnen aangegeven wat het waterschap de komende jaren gaat doen om het streefbeeld te bereiken, zoals verwoord in de nota Visie op water. De huidige situatie is daarbij het uitgangspunt. Een nadere invulling voor de beleidslijnen voor gebieden is niet opgenomen in het waterbeheersplan. Een gebiedsgerichte uitwerking dient plaats te vinden in nauwe samenwerking met betrokken partijen in een gebied. Afspraken over de te voeren maatregelen kunnen worden vastgelegd in overeenkomsten. Keur Voor waterhuishoudkundige ingrepen in het plangebied is de Keur Waterschap de Dommel van toepassing. De Keur is een waterschapsverordening die gebods- en verbodsbepalingen bevat met betrekking tot ingrepen die consequenties hebben voor de waterhuishouding en het waterbeheer. Op grond van de Keur is het onder andere verboden om handelingen te verrichten waardoor het onderhoud, aanvoer, afvoer en/of berging van water kan worden belemmerd, zonder een ontheffing van het waterschap. Gemeentelijk rioleringsplan Sinds 1 januari 2008 zijn gemeente verantwoordelijk voor het hemelwater, het afvalwater en het grondwater. In het gemeentelijk Rioleringsplan beschrijft de gemeente Oirschot, op welke manier de gemeente invulling geeft aan rioleringstaken en het beleid ten aanzien van een doelmatige inzameling van transport van afvalwater. 3

Water heeft een aantal specifieke kwantitatieve en kwalitatieve eigenschappen waar de ruimtelijke ordening rekening mee moet houden.

4 3. Principes van het waterschap De beoogde herontwikkeling getoetst aan de principes van het waterschap. 1) Gescheiden houden van vuil water en schoon hemelwater Het streefbeeld is het afvoeren van het vuile water via de riolering en het binnen het plangebied verwerken van het schone hemelwater. Afhankelijk van de omstandigheden ter plaatse kan een compromis gesloten worden, waarbij de minimale inzet (in bestaand bebouwd gebied) is om het vuile en het schone water gescheiden aan te bieden op het (reeds aanwezige) gemengde rioolstelsel. 2) Doorlopen van de afwegingsstappen: hergebruik - infiltratie - buffering -afvoer In aansluiting op het landelijke beleid (NW4, WB21) hanteert het waterschap het beleid dat bij nieuwe plannen altijd onderzocht dient te worden hoe omgegaan kan worden met het schone hemelwater. Hierbij worden de afwegingsstappen hergebruik - infiltratie - buffering afvoer (afgeleid van de trits vasthouden - bergen - afvoeren ) doorlopen. 3) Hydrologisch neutraal bouwen Nieuwe ontwikkelingen dienen te voldoen aan het principe van hydrologisch neutraal bouwen, waarbij de hydrologische situatie minimaal gelijk moet blijven aan de uitgangssituatie. 4) Water als kans Water wordt door stedenbouwkundigen bij inrichtingsvraagstukken vaak benaderd als een probleem ( er moet ook ruimte voor water gecreëerd worden, en m² zijn duur ). Dat is erg jammer, want water kan ook een meerwaarde geven aan het plan, bijvoorbeeld door gebruik te maken van de belevingswaarde van water. Zo is wonen aan het water erg gewild, een mooie waterpartij met bijbehorend groen wordt door vele inwoners gewaardeerd et cetera. Het principe water als kans wordt in onderhavig initiatief wel toegepast. 5) Meervoudig ruimtegebruik Er moet ruimte voor water gecreëerd worden, en vierkante meters zijn duur. Maar door bij de inrichting van een plangebied ruimte voor twee of meer doeleinden te gebruiken, is het verlies van vierkante meters als gevolg van de toegenomen ruimtevraag vanuit water te beperken. Zo is het in bepaalde gevallen mogelijk om het flauwe talud ook te gebruiken als onderhoudsstrook. Flauwe taluds geven veel ruimte voor buffering van water, maar zijn ook te gebruiken voor recreatieve doeleinden (een fietspad dat af en toe niet te gebruiken is). 4

Afhankelijk van de omstandigheden ter plaatse kan een compromis gesloten worden, waarbij de minimale inzet (in bestaand bebouwd gebied) is om het vuile en het schone water gescheiden aan te bieden op

5 4. Bodemgebruik en grondwater De projectlocatie is gelegen op een hoogte van circa 1,16 1,19 meter boven NAP. De locatie is thans in gebruik als pluimveehouderij. Het agrarisch bouwblok heeft een totale oppervlakte van circa m² waarvan in de huidige situatie circa m² bestaande bebouwing en m2 erfverharding aanwezig is. De uitbreiding van het veehouderijbedrijf omvat een toename van circa m² nieuwe bebouwing en 217 m² aan nieuwe erfverharding. Gemiddelde hoogste / laagste grondwaterstand (GHG / GLG) Uit de Wateratlas van de provincie Noord-Brabant blijkt dat de gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG) ter plaatse cm-mv bedraagt. De GLG ter plaatse bedraagt: cm-mv. Slaakdam 2a Infiltratie voorziening 5

De uitbreiding van het veehouderijbedrijf omvat een toename van circa 4.032 m² nieuwe bebouwing en 217 m² aan nieuwe erfverharding.

6 Slaakdam 2a Infiltratie voorziening Figuur 1. GHG en GLG uit Wateratlas provincie Noord-Brabant Het gebied bestaat uit zeekleigronden die voedselrijk en vochtig tot nat zijn. In de nabijheid van de projectlocatie zijn geen hoofdwatergangen gelegen. De dichtstbijzijnde sloot ligt op een afstand van circa 5 m¹ ten noorden van de projectlocatie. Figuur 2. Bodemkundige hoofdeenheid 6

7 Figuur 3. Hoofdwaterlopen in de omgeving van de projectlocatie 7

8 5. Waterparagraaf Hemelwater Om te voldoen aan het principe van hydrologisch neutraal bouwen zal het hemelwater op eigen terrein worden geïnfiltreerd en vertraagd worden afgevoerd. Hiervoor zal een infiltratiemogelijkheid worden gecreëerd die voldoet aan de eisen die hieraan door de gemeente en het waterschap worden gesteld. Dit betekent dat een hoeveelheid regenwater van minimaal 30,3 mm/uur (bui T= % ) vermenigvuldigd met het verhard oppervlak geborgen moet worden op eigen terrein. Oftewel 30,3 liter per m² bebouwing en erfverharding. In deze berekening mag er niet vanuit worden gegaan dat er door infiltratie minder berging noodzakelijk is. De concrete bergingscapaciteit is afhankelijk van het doorlatend vermogen van de bodem (k-waarde). Ondanks de vochtig tot natte zeeklei en de GHG van cm-mv is infiltratie van het hemelwater naar verwachting goed mogelijk. Er dient echter te worden gegarandeerd dat er geen overlast voor derden bestaat bij de beoogde (her)ontwikkeling. De k-waarde is ter plaatse van het plangebied niet onderzocht. Om voldoende berging te garanderen en overlast voor derden te voorkomen dient derhalve rekening gehouden te worden met een berging van 30,3 mm/uur. De afvoercoëfficiënt van water in de bodem is laag en gesteld op 0,67 x 1,3 (klei factor) = 0,87 l/s/ha. De toegevoegde vierkante meters aan verharding (erfverharding en gebouwen) betreft verharding met een oppervlakte van totaal m². Bij een dergelijke oppervlakte aan nieuwe bebouwing / verharding dient een berging aangelegd te worden van 265 m3 bij T = 10 (zie hiervoor de als bijlage berekening). De infiltratie/bergingsruimte zal in de vorm van de aanleg van een infiltratiesloot plaats vinden die op eigen terrein wordt uitgevoerd. Om te komen tot een bergingscapaciteit van 265 m³ heeft de aan te leggen infiltratie sloot een totale lengte van 90 m¹, een breedte van 4,0 m¹ op maaiveld, een bodembreedte van 2,94 m¹ en een diepte van 0,95 m¹. Door toepassing van betreffende maatvoering vindt de berging plaats boven de gemiddelde hoogste grondwaterstand en is infiltratie gewaarborgd. Het hemelwater zal gedeeltelijk via het maaiveld en gedeeltelijk via een ondergronds leidingsysteem naar de infiltratiesloot worden geleid. Bij de aanleg van de bebouwing en leidingsysteem zal geen gebruik gemaakt worden van uitlogende materialen. 8

Dit betekent dat een hoeveelheid regenwater van minimaal 30,3 mm/uur (bui T=10 + 10% ) vermenigvuldigd met het verhard oppervlak geborgen moet worden op eigen terrein.

9 0.95 m 0.53 m 2.94 m 0.53 m Figuur 5. Dwarsprofiel infiltratiesloten Bedrijfsmatig afvalwater Het bedrijfsafvalwater van huishoudelijke aard (douche, toilet, kantine) wordt op het gemeentelijk (druk)riool geloosd. Hiertoe zijn in de milieuvergunning voorschriften opgenomen ter bescherming van het gemeentelijk riool. 9

van huishoudelijke aard (douche, toilet, kantine) wordt op het gemeentelijk

Vergelijkbare documenten

Waterparagraaf. Bouw woning Hollevoort, Bakel. Waterparagraaf. Woning Hollevoort, Bakel

Waterparagraaf. Bouw woning Hollevoort, Bakel. Waterparagraaf. Woning Hollevoort, Bakel Waterparagraaf Bouw woning Hollevoort, Bakel Waterparagraaf Projectlocatie Hollevoort ongenummerd, Bakel Omschrijving project Waterparagraaf ten behoeve van de bouw woning buitengebied gemeente Gemert-Bakel