Onderzoek naar veiligheid op de werkvloer en de omgang met gevaarlijke stoffen bij Norma MPM



Vergelijkbare documenten
Een introductie op de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E)

arboregelgeving Informatiebron Arbo-aspecten bij het gebruiken van biomassa voor energie-opwekking arbowet

Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking

Communicatieplan voor interne communicatie bij Norma MPM

Een integrale aanpak voor RI&E op de werkvloer. 18 mei 2015 Mark Fleuren

ARBOCATALOGUS PKGV- INDUSTRIE De arbocatalogus PKGV- industrie is een in fasen ontwikkelde catalogus die beheerd wordt door het Verbond Papier- en

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Hoe ziet een CMR stof eruit en wat doe ik ermee? Edwin Ferdinandus en Marjan Demmer

Voorwoord: status model RI&E SW

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid BESLUIT:

De strategie van de risico-inventarisatie en evaluatie

Functieprofiel: Arbo- en Milieucoördinator Functiecode: 0705

S A M E N V A T T I N G

De ri&e en het plan van aanpak

Claim! Amerikaanse toestanden

REACH en ARBO Hoe implementeer ik REACH in arbeidsomstandigheden? Diana Martens Projectleider Renske Beetstra Specialist Diana Martens, Inspectie SZW

Opstellen van gevaarlijke stoffenregister BMD Advies Centraal Nederland B.V.

Peek Bouw & Infra BV. T.a.v. Mevr. N. van Hienen Postbus GB Houten. Betreft: Toetsing RI&E. Geachte mevrouw van Hienen,

RISICO-INVENTARISATIE EN EVALUATIE (RI&E) MET BETREKKING TOT DE BLOOTSTELLING

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A

Geachte., Deze overtredingen worden hieronder nader toegelicht: Psychosociale arbeidsbelasting: Werkdruk:

Van risico s naar beheersmaatregelen. Door: Huib Arts, ArboProfit

Vrijwilligers en Arbeidsomstandigheden

Protocol voor het handelen bij ongevallen

Het onderzoeksverslag

Voorkomen is nog altijd beter dan. Risico- inventarisatie en -evaluatie

Vakjargon uit Arbowet en arbocatalogus. FNV Woordenlijst

Copyright by Katoen Natie en by Dicky voor de illustraties. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van

SAMENVATTING UITVOERDER P&O-BELEID, UITVOERDER ARBOBELEID EN LEIDINGGEVENDE INFORDOCUMENT TOOL

3 Vragen van de adviesaanvraag

DOSIS SOLA FACIT VENEMUM

Voor iedereen die veiligheid en gezondheid serieus neemt

Workshop: Training preventiemedewerker. Door: Mark Smakman Arbeids- & Organisatieadviseur/Veiligheidskundige

ARBO BELEID. Krammer HE Brielle /

MEDEWERKERS INFORMATIE. Werken met gevaarlijke stoffen

Praktijkopdrachten Oriëntatie op de organisatie (niveau 3 en 4)

Aansluitend is er op 27 januari 2014 een afrondend gesprek gevoerd met,,, d en.

Samenvatting wetgeving omtrent Machines en Arbeidsmiddelen

Gevaarlijke Stoffen en Inspectie SZW

Communicatieplan WTH Vloerverwarming in het kader van de CO2-Prestatieladder

Sessie 2 RI&E en Plan van aanpak. Wendy Roescher

Instroom 1. Inclusie. Uitstroom. Doorstroom. Universiteit Utrecht 1

Blootstelling aan gevaarlijke stoffen

Checklist: Gezondheidsklachten door fijnstof

Van werkdruk naar werkplezier

IN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM

Veilig werken op hoogte : een richtlijn voor de leden van de Algemene Schoorsteenvegers Patroon Bond

REACH: Nieuwe regels voor chemische stoffen. Informatie voor professionele gebruikers van stoffen

MEDEWERKERS VRAGENLIJST BRANCHE-RIE TECHNISCHE GROOTHANDEL

PAGO Gevaarlijke Stoffen juni 2018 dia nr 5. Blootstelling aan gevaarlijke stoffen op het werk in Nederland. PAGO Gevaarlijke Stoffen

HANDLEIDING OPZETTEN BELEID TER VOORKOMING EN BESTRIJDING VAN ONGEWENST GEDRAG

Toelichting RI&E Formats Bioscopen

Dit document is alleen geldig op de aangegeven printdatum, tenzij de volgende gegevens zijn ingevuld:

Arbeidsomstandigheden

Door opheffing PBO is het secretariaat verhuisd naar Sociale Zaken Pluimvee Industrie

Arbocatalogus Tuincentra

Aan de slag met de Stoffenmanager Schoonmaak. Zo werk je prettiger!

1 Voortgang onafhankelijke commissie Chroom-6

RI&E. Chr. montessorischool De Abeel Den Haag 4 mei 2015 RISICO-INVENTARISATIE EN -EVALUATIE

Betrekken medewerkers bij de uitvoering van de RI&E.

1. Arbowet: plichten van de werkgever

Rekentool Veiligheidsklassen werken met verontreinigde grond (versie 4.x, Conform CROW Publicatie 132, 4e druk)

VERANTWOORDELIJKHEDEN BIJ UITVOERING VAN WELZIJNSWET EN IN HET BIJZONDER VAN DE HIERARCHISCHE LIJN

PBM's kopen en gebruiken

Even een paar vragen?

Oefening: Profiel en valkuilen vragenlijst

Van Bedrijfsrie naar V&G plan. Toon Westerburger

Veilig en gezond werken in de diervoederindustrie

VEILIG WERKEN OP HOOGTE

Voorwoord: status model RI&E SW

Asbest in gemeentelijke gebouwen. Een praktisch handvat voor het omgaan met asbest

Formulier A. Inventarisatie takenpakket

Leidraad bij de aanschaf van persoonlijke beschermingsmiddelen Keuze, gebruik, reiniging en onderhoud

Welzijnscultuur Behaviour Based Safety (BBS)

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding

Analytisch denken Het oplossen van problemen door vragen te ontleden in kleinere delen, verbanden leggen en logische conclusies trekken.

Branchetoetsdocument: Arbo en veiligheid

Veiligheid 5.1 is pure winst

Risico s Vallen van hoogte. Collectieve beschermingsmiddelen Niet van toepassing.

Toelichting ISO Milieuprestatiemeting versie 15 mei 2018

Agenda. Bijeenkomst Veiligheidscoaches Gilde van Vrijwillige Molenaars. 1. Opening. 3. Arbowet- en regelgeving (1)

FNV Bondgenoten. Checklist Beleid chemische stoffen, zwangerschap en voortplanting in bedrijven

Discriminatie op de werkvloer:

De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers

Stichting Empowerment centre EVC

Schadelijke producten algemeen

taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden vast te leggen voor de bij hem in dienst zijnde werknemers;

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Veiliger werken met gevaarlijke stoffen

De waarde van een TRA voor het laboratorium. Introductie + Onderwerpen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

8b. (0,5 VE) Op welke manier wordt de blootstelling aan gevaarlijke stoffen beoordeeld? Geschat Gemeten Weet niet

Sociale wijkzorgteams Den Haag

Fulco Stoekenbroek Hoger Veiligheidskundige. Waternet Taken o.a.

Praktijkopdrachten Oriëntatie op de organisatie (niveau 2)

PROVIKMO DYNAMISCH RISICOBEHEERSINGSMODEL: HANDLEIDING

Voorlichting, onderricht & Toezicht

Communicatieplan Breur IJzerhandel

Speech Commissie bijeenkomst genodigden Willem II stadion 31 januari 2019.

Transcriptie:

Stageopdracht Norma MPM 2012 Onderzoek naar veiligheid op de werkvloer en de omgang met gevaarlijke stoffen bij Norma MPM Naam: Opleiding: Instituut: Begeleiders Schoolcoach: Praktijkcoach: Integrale Veiligheidskunde Mevr. Bernadette Holtkamp Dhr. Johannes de Boer

Samenvatting Een bedrijf dat met gevaarlijke stoffen werkt zoals Norma MPM is zowel aan nationale als ook aan internationale wetgeving gebonden Het werken met gevaarlijke stoffen biedt namelijk gevaren voor de gezondheid. Het meest voorkomende risico s die op kunnen treden zijn allergische reacties van huid, ogen en de ademhalingswegen. Maar daarnaast kunnen door regelmatig contact met de chemische stoffen ook chronische, ernstige ziektes ontstaan. Om dit te voorkomen dienen persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt te worden. Welke beschermingsmiddelen voor welke stof vereist zijn is na te lezen in de veiligheidsinformatiebladen waarvan altijd één per stof beschikbaar moet zijn. Omdat in de veiligheidsinformatiebladen heel veel informatie in staat om de gevaren van een bepaalde stof uit te leggen, is ervoor gekozen een overzicht met alle gevaarlijke stoffen voor de vier productieafdelingen van Norma MPM te maken. Daarnaast is er een methode ontwikkeld om aan de hand van de gegeven informatie in de veiligheidsinformatiebladen de gevaren per stof in te kunnen schatten. Door het toekennen van scores (geringe score betekent geringe gevaarlijkheid, hoge score betekent hoge gevaarlijkheid) en kleuren (van groen naar rood) is geprobeerd op een eenvoudige manier de gevaren van de chemische stoffen aan de medewerkers kennelijk te maken om hun aan te moedigen veilig met de stoffen om te gaan en de vereiste beschermingsmiddelen te gebruiken. De methode kan voor elke gevaarlijke stof gebruikt worden omdat voor elke gevaarlijke stof een veiligheidsinformatieblad (VIB) bestaat. Er wordt aanbevolen de methode voor de toekomst als vorm van gevaarcommunicatie te gebruiken of misschien de methode verder te ontwikkelen door een koppeling met een computersysteem. De veiligheidscultuur binnen Norma MPM is volgens de theorie van Parker en Hudson en het gedane onderzoek binnen de onderneming als reactief in te schatten. Om op een hoger niveau te komen wat de veiligheidscultuur betreft is duidelijk aangegeven waar knelpunten liggen. Het laatste resultaat van het onderzoek heeft een communicatieplan die zich tot de interne communicatie over veiligheid en de gevaarlijke stoffen beperkt. Eigenlijk bevat een communicatieplan alle vormen van communicatie die binnen een bedrijf gebeuren maar ook externe communicatie. Voor de toekomst zal dit nog een mogelijk project zijn een compleet communicatieplan op te stellen. In het communicatieplan dat in het kader van dit onderzoek is opgesteld wordt aanbevolen van de al aanwezige communicatiemiddelen bewust gebruik te maken en ook de opgestelde risicomatrices over de gevaren van de stoffen ter risicovermindering of ter verhoging van het veiligheidsbewustzijn van de medewerkers in te zetten. 2

Voorwoord Dit rapport is geschreven door de stagiaire studente van de opleiding Integrale Veiligheidskunde op de Saxion Hogeschool Enschede. Het rapport is geschreven in het kader van het traject "Veiligheid op de werkvloer" van het Kenniscentrum Design & Technologie in samenwerking met het bedrijf Norma MPM (Hengelo). Het rapport draait om de veiligheid op de werkvloer binnen Norma MPM en de omgang met gevaarlijke stoffen. Er is onderzocht hoe de veiligheidscultuur binnen de organisatie eruit ziet en op basis van de daaruit voortkomende informatie werd een communicatieplan opgesteld voor verbetering van de communicatie over veiligheidsonderwerpen. Naast het veiligheidscultuuronderzoek is er een eigen methode ontwikkeld, om aan de hand van veiligheidsinformatiebladen, de gevaarlijkheid van de chemische stoffen, in te kunnen schatten. Door middel van het toekennen van verschillende kleuren aan de stoffen, afhankelijk van de door de eigen methode geconstateerde gevaarlijkheid, is geprobeerd de gevaren op een eenvoudige manier aan te tonen. Om de opdracht goed uit te kunnen voeren zijn er verschillende onderzoeksmethoden toegepast. Ik wil me bij alle verantwoordelijke personen vanuit Norma MPM bedanken voor de mogelijkheid deze opdracht uit te kunnen voeren om ervaringen in de beroepspraktijk te kunnen maken. Verder wil ik me bedanken bij mijn begeleiders vanuit de Saxion Hogeschool, zowel bij mijn praktijkcoach de heer Johannes de Boer als bij mijn schoolcoach mevrouw Bernadette Holtkamp. Gronau, 8 januari 2012 3

Inhoudsopgave Leeswijzer... 6 1 Onderzoeksopzet... 7 1.1 Inleiding... 7 1.2 Aanleiding... 7 1.3 Doel... 7 1.4 Inleiding probleemstelling... 8 1.4.1 Probleemstelling:... 8 1.5 Onderverdeling probleemstelling in onderzoeksvragen... 8 1.6 Methodische verantwoording... 11 1.6.1 Onderzoek verwerking... 11 1.6.2 Onderzoeksstrategie... 11 1.6.3 Onderzoeksmethoden... 11 2 Gevaarlijke stoffen, Werken met gevaarlijke stoffen - wettelijke kaders... 13 2.1 Inleiding... 13 2.2 Wettelijke kaders voor het werken met gevaarlijke stoffen... 13 2.2.1 Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet)... 13 2.2.2 Arbobesluit... 14 2.2.3 Arboregeling... 14 2.2.4 De wet milieubeheer... 14 2.2.5 Internationale regelgeving op Europees Niveau - REACH... 14 2.2.6 Technieken die moeten worden ingezet om het werken met gevaarlijke stoffen veiliger te maken... 14 2.2.7 Technieken die nog ingezet kunnen worden om het werk veiliger te maken - het communicatieplan... 15 3 Gevaren van gevaarlijke stoffen... 16 3.1 Inleiding... 16 3.2 Algemene gevaren van gevaarlijke stoffen... 16 3.3 Risico s van de bij Norma MPM gebruikte gevaarlijke stoffen (risicomatrices)... 16 3.3.1 Samenvatting van de belangrijkste kenmerken van de gevaarlijke stoffen binnen Norma MPM voor alle afdelingen... 17 3.4 Hoeveelheden gevaarlijke stoffen... 18 3.4.1 Inleiding... 18 3.4.2 Hoeveelheden van gevaarlijke stoffen waarmee binnen Norma MPM gewerkt wordt... 18 4 Veiligheidscultuur... 19 4.1 Inleiding... 19 4.2 Veiligheid in een bedrijf... 19 4.3 Cultuur en veiligheid in een bedrijf... 19 4.3.1 Veranderingen in cultuur... 20 4.3.2 Problemen in kaart brengen en oplossingen vinden... 21 4.3.3 Gedrag beïnvloeden... 21 4.3.4 Betekenis voor de toekomst... 21 4.3.5 Theorie over veiligheidscultuur... 22 4.4 Veiligheid bij Norma MPM... 22 4.4.1 Inleiding... 22 4.4.2 Norma MPM en veiligheidscultuur... 23 4.5 Omgang met risicocommunicatie over nieuwe producten... 25 4.5.1 Inleiding... 25 4.5.2 Zichtwijze van deskundige van de Koninklijke Metaalunie Nederland... 25 5. Communicatieplan... 27 4

5.1 Inleiding... 27 5.2 Stappen voor een communicatieplan... 27 Het doel... 27 5.3 Werken veiliger maken door middel van een communicatieplan... 27 5.4 Technieken in een communicatieplan... 28 5.4.1 Uitleg eigen methode voor inschatting van gevaarlijkheid van de gevaarlijke stoffen... 28 5.5 Mogelijke effecten van een communicatieplan... 34 6 Conclusie... 36 Verklaring gebruikte hulpmiddelen... 38 Bronnenlijst... 39 Bijlagen... 41 Bijlage 1) Veiligheidsinformatieblad 02901; 1303 500 87001... 42 Bijlage 2) Causaal veldmodel - opname van gevaarlijke stoffen via de huid (dermaal)... 46 Bijlage 3) Causaal veldmodel- opnameroute door maag- darmkanaal... 47 5

Leeswijzer Het rapport bestaat in totaal uit zes hoofdstukken. Naast deze zes hoofdstukken zijn er een aantal bijlagen. Het eerste hoofdstuk beschrijft de onderzoeksopzet en met welke methodes zijn gebruikt. Voor het behalen van de doelstelling de veiligheid op de werkvloer binnen Norma MPM te verhogen is eerst een inventarisatie gemaakt welke wettelijke kaders in acht moeten worden genomen, deze is te vinden in hoofdstuk 2. Vervolgens wordt nader beschreven welke kenmerken gevaarlijke stoffen algemeen hebben, welke gezondheidsrisico s deze met zich mee kunnen brengen en hoe men tijdens het werken met gevaarlijke stoffen om moet gaan, beschreven in hoofdstuk 3. Na de uitleg van wettelijke kaders betreffende gevaarlijke stoffen en de definitie van een gevaarlijke stof, wordt overgegaan tot de uitleg van veiligheidscultuur binnen ondernemingen in hoofdstuk 4. Vervolgens wordt de theorie over veiligheidscultuur toegepast op de onderneming Norma MPM. Door middel van veiligheidscultuuronderzoek binnen de onderneming en het toepassen van de theorie van Parker en Hudson (Roёl, van den Brink, Adolfs, & Ambacht, 2011) is er in hoofdstuk vijf een inschatting gemaakt van de veiligheidscultuur binnen Norma MPM. Het veiligheidscultuuronderzoek leverde ook de input voor het communicatieplan. Het communicatieplan zelf is toegevoegd in de bijlage 1. Na hoofdstuk 5, met de toepassing van de theorie over veiligheidscultuur binnen Norma MPM, volgt hoofdstuk 6 met aanbevelingen en de conclusie. Voor het communicatieplan zelf is er een eigen communicatiemiddel. Namelijk een overzicht met alle gevaarlijke stoffen die per afdeling gebruikt worden. Door analyse van veiligheidsinformatiebladen van de gevaarlijke stoffen is er een methodiek ontworpen om de gevaarlijkheid van de stoffen door middel van verschillende kleuren duidelijk aan te tonen. Deze kleuren zijn ook terug te vinden in de risicomatrices. De methodiek is nog apart beschreven en ook opgenomen als bijlage nummer 2. 6

1 Onderzoeksopzet 1.1 Inleiding Het onderzoek is gericht op arbeidsveiligheid binnen het bedrijf Norma MPM. Het onderzoek maakt deel uit van het project veiligheid op de werkvloer van het Kenniscentrum Design en Technologie van de Saxion Hogeschool Enschede. In detail gaat het bij dit onderzoek erom inventariseren hoe men het werken met gevaarlijke stoffen door middel van maatregelen veiliger kan maken. Om dit te realiseren zijn een aantal dingen in kaart gebracht die aan bod komen in de probleemstelling en de daarop volgende onderzoeksvragen (zie paragrafen 1.4.1 t/m 1.5.6 c) Verder wilde het bedrijf door middel van een communicatieplan, dat onderdeel ia van deze opdracht, het veiligheidsbewustzijn van de werknemers verhogen en het werken met gevaarlijke stoffen op deze manier veiliger maken. Ook bij het bestuderen van literatuur kwam naar voren dat communicatie belangrijk is voor de veiligheidscultuur binnen een onderneming en ook daarom wordt een communicatieplan opgesteld. Voor het verhogen van de veiligheid is er een eigen methode ontwikkeld om de informatie uit de veiligheidsinformatiebladen in een praktisch overzicht te kunnen zetten. Voornamelijk gaat het bij deze overzicht om de gevaarlijkheid van de stoffen door middel van verschillende kleuren kenbaar te maken. Aan de hand van bepaalde kenmerken van de gevaarlijke stoffen te vinden in de veiligheidsinformatiebladen werden verschillende scores toegekend. Des te hoger de score van een stof des te gevaarlijker is de stof. Deze methode wordt nader toegelicht in paragraaf 5.3.1. 1.2 Aanleiding De aanleiding voor Norma het werk veiliger te maken was dat er in het bedrijf het bewustzijn over veiligheid op het werk van twee kanten dient te komen. Namelijk van de kant van de werknemer en de werkgever. Het probleem dat de leiding hierin zag is dat de informatie over instructies op Arbo- en milieubeleid niet aankwamen bij de werknemer dat er een kloof was tussen de perceptie van mogelijke gevaren op de werkvloer van werknemer en werkgever. Deze perceptie wilde de leiding van het bedrijf dusdanig aanpakken dat de werknemers hun perceptie overdenken en in toekomst veiliger te werk gaan. Een recent voorbeeld dat de omgang met de gevaarlijke stoffen veilig dient te gebeuren was dat tijdens de samenwerking met studenten binnen Norma MPM de studenten allergische reacties kregen door de omgang met een gevaarlijke stof (Ingrid van Damme, 2011). 1.3 Doel Het hoofddoel was het werk veiliger te maken. Specifiek ging het erom veilig gedrag te verbeteren, aanwezige gevaren in de onderneming en in het gedrag te reduceren, herkenbar maken van gevaarlijke stoffen en plekken waarin deze worden bewaard, just in time communicatie en signalering, melden van ongevallen en bijna ongevallen en de communicatie over gevaren op lange termijn. Daarnaast diende binnen de branche een vergelijking gemaakt te worden. De vergelijking was ervoor in kaart te brengen in hoeverre veiligheid op de werkvloer in de hele branche van de Metaalunie geschat werd en of de mate van veiligheid op de werkvloer bij Norma MPM daarmee overeenkomt. 7

1.4 Inleiding probleemstelling Om de opdracht uit te kunnen werken werd een probleemstelling opgesteld en in verschillende onderdelen opgesplitst, om elk onderdeel goed uit te kunnen werken. 1.4.1 Probleemstelling: Welke elementen dient een communicatieplan te bevatten om het werken met gevaarlijke stoffen bij Norma MPM veiliger te maken? 1.5 Onderverdeling probleemstelling in onderzoeksvragen In dit hoofdstuk wordt nader erop ingegaan door middel van welke methode(s) geprobeerd is antwoord te geven op de onderdelen van de probleemstelling en hoe de onderdelen van het rapport tot stand zijn gekomen. 1.5.1 Het was van belang om duidelijk af te kunnen bakenen wat een gevaarlijke stof is en welke stoffen bij Norma MPM aanwezig zijn en relevant voor het onderzoek. Om de definitie van een gevaarlijke stof te kunnen geven diende er vakliteratuur geraadpleegd te worden en de wettelijke omschrijving gegeven te worden. Om vast te stellen welke gevaarlijke stoffen bij Norma MPM ingezet worden werd de verantwoordelijke voor het Kwaliteits-, Arbo- en Milieubeleid gevraagd een lijst van alle stoffen ter beschikking te stellen. In deze lijst waren de veiligheidsinformatiebladen over alle gebruikte gevaarlijke stoffen opgenomen. De veiligheidsinformatiebladen (VIB s) spelden bij het opstellen van de risicomatrices de centrale rol (zie paragraaf 5.3.1 en bijlagen 3 t/m 7.). Wat is een gevaarlijke stof (wettelijke definitie) en met welke stoffen wordt er binnen de inrichting Norma MPM gewerkt? Welke wettelijke kaders zijn er betreffende het werken met gevaarlijke stoffen, welke technieken moeten er worden ingezet om het werken met gevaarlijke stoffen veiliger te maken, welke technieken worden er al ingezet bij Norma MPM en welke optionele technieken kunnen nog bijdragen aan een veiliger werkomgeving binnen Norma MPM? 1.5.2 Om het werken met gevaarlijke stoffen veiliger te maken diende er duidelijk te zijn welke gevaren eraan verbonden zijn en hoe men het risico kan verminderen. (De vergelijking met het algemene gebruik van gevaarlijke stoffen in de hele branche en het Norma MPM maakt het mogelijk verschillen duidelijk te maken tussen Norma MPM en de hele branche.) Welke gevaren van bepaalde gevaarlijke stoffen uitgaan is na te lezen in de veiligheidsinformatiebladen. Om algemene informatie over metaalverwerkende branche te krijgen werd een open interview gehouden met een persoon vanuit de Metaalunie, een vakbond voor metaalverwerkende bedrijven. Uit dit interview kwamen onder andere verwijzingen naar relevante websites naar voren en de betreffende informatie werd ook gebruikt voor dit rapport. Welke gevaren brengen gevaarlijke stoffen met zich mee en welke gevaren bergen de bij Norma MPM aanwezige gevaarlijke stoffen? 8

1.5.3 Gevaren die aan het werken met gevaarlijke stoffen verbonden zijn konden alleen juist worden geschat als bekend was hoe vaak en in welke hoeveelheden deze stoffen gebruikt worden. Grote hoeveelheden bergen veelal grotere gevaren dan kleine hoeveelheden. Om in te kunnen schatten welke hoeveelheden kleine of grote gevaren bergen zijn de wettelijke kaders van belang. Om antwoord op de vraag te kunnen geven dient men de afdelingsleider van Norma MPM te vragen over de hoeveelheid aan gevaarlijke stoffen en over de frequentie van de inzet hiervan. De wettelijke kaders zijn op internet te vinden en in vakliteratuur. Hoe vaak en met welke hoeveelheden van gevaarlijke stoffen wordt er binnen het bedrijf gewerkt? 1.5.4 Het realiseren van een veiligere werkomgeving heeft te maken met de veiligheidscultuur binnen een bedrijf. Om de veiligheidscultuur bij Norma MPM in te kunnen schatten, diende ten eerste omschreven te worden wat het begrip "veiligheidscultuur" inhoudt. Dit was door het raadplegen van vakliteratuur te realiseren. Daarnaast diende geobserveerd te worden in welke mate medewerkers veiligheidsbewust handelen. Bijvoorbeeld of ze wisten welke gevaren aan bepaalde gevaarlijke stoffen verbonden zijn. Door middel van open interviews werden vragen gesteld om aan de hand van de antwoorden de veiligheidscultuur binnen Norma MPM in te kunnen schatten. Ook de indrukken verkregen door bedrijfsbezoeken en gesprekken leverden indicaties op om de veiligheidscultuur in te schatten. Wat houdt het begrip veiligheidscultuur in, hoe ziet de veiligheidscultuur binnen het bedrijf eruit en hoe ziet algemeen de veiligheidscultuur binnen de metaalverwerkende industrie eruit? 1.5.5 Voor Norma MPM was het van belang te weten hoe algemeen in de metaalverwerkende branche ermee omgegaan werd als nieuwe producten/gevaarlijke stoffen binnen een bedrijf geïntroduceerd worden. (Het antwoord op de vraag geeft een indicatie waar nog verbeterpunten zijn en kan daarnaast ook ideeën geven om in hun bedrijf nieuwe technieken proberen toe te passen om het werken met gevaarlijke stoffen veiliger te maken.) Door middel van een interview met een deskundige uit de Metaalunie was deze vraag te achterhalen. Hoe wordt binnen de metaalverwerkende branche algemeen omgegaan met nieuwe producten/ gevaarlijke stoffen, hoe probeert men onder andere werknemers te informeren over de risico s van de nieuwe producten en hoe wordt geprobeerd werknemers aan te moedigen veilig met de gevaarlijke stoffen om te gaan? 1.5.6 Voor het opstellen van een effectief communicatieplan moest helder zijn welke onderdelen een communicatieplan moet bevatten. Daarnaast diende men rekening te houden met 9

mogelijke effecten van het communicatieplan die zowel negatief als positief kunnen zijn, om, bij een niet tevredenstellend resultaat, maatregelen te kunnen nemen om bij te sturen. Informatie over de inhoudelijke onderdelen van een communicatieplan was in vakliteratuur te vinden. Welke onderdelen bevat een communicatieplan en welke effecten zou een communicatieplan voor het bedrijf kunnen hebben en voor de veiligheid op de werkvloer? 1.5.6 a) Het beoogde effect van het opstellen van een communicatieplan bij deze opdracht was het werk veiliger te maken binnen het bedrijf. Hier stelt zich dus boven genoemde vraag die aansluit bij de voorafgaande, namelijk bij de positieve effecten. Nu moest men een stap verder gaan en het communicatieplan zodanig opstellen dat het beoogde effect ook gerealiseerd kan worden. Om ideeën te krijgen hoe een communicatieplan dit effect kan bereiken werd vakliteratuur geraadpleegd. Hoe kan men door middel van een communicatieplan de boodschap aan medewerkers over brengen veilig met gevaarlijke stoffen om te gaan? 1.5.6 b) Het was noodzakelijk te weten welke technieken voor een communicatieplan geschikt zijn om een effectief communicatieplan op te stellen. Informatie daarover was te vinden in vakliteratuur. Daarnaast was het mogelijk ook door het voeren van een interview met een persoon van de vakbond Metaalunie algemene informatie over communicatie binnen bedrijven uit de betreffende branche te krijgen. Welke technieken kan men in een communicatieplan gebruiken of welke elementen dient een communicatieplan te bevatten om het werken met gevaarlijke stoffen bij Norma MPM veiliger te maken? 1.5.6 c) Om bepaalde technieken in te zetten was het noodzakelijk om vooraf over mogelijke effecten van de desbetreffende technieken na te denken. Zowel over negatieve als positieve effecten. Dat was relevant om onder andere ook af te kunnen wegen welke technieken of elementen van communicatie inzetbaar zijn in het bedrijf. Ook in samenhang met het bedrijf zelf diende ernaar gekeken te worden, omdat niet voor elk bedrijf hetzelfde instrument voor communicatie geschikt is. Wat zijn mogelijke effecten van bepaalde communicatietechnieken en welke effecten zijn mogelijk voor Norma MPM rekening houdend met de bedrijfsveiligheidscultuur? 10

1.6 Methodische verantwoording Om de probleemstelling en de onderzoeksvragen op een goede manier te kunnen beantwoorden wordt nu toegelicht op welke manier de onderzoeksvragen worden beantwoord en welke onderzoeksmethoden gehanteerd worden. 1.6.1 Onderzoek verwerking De verzamelde informatie en de conclusies die daaruit kunnen worden getrokken worden verwerkt in een rapport. Naast dit rapport is het de bedoeling in het bedrijf de resultaten te presenteren. Tijdens het onderzoek is daarnaast gepland een groep van studenten uit te nodigen om het bedrijf kennen te leren en over de inhoud van de opdracht te informeren. 1.6.2 Onderzoeksstrategie Om het onderzoek goed uit te kunnen voeren was het de eerste taak alle ter beschikking staande informatie te evalueren. Door middel van deskresearch werd geprobeerd nog ontbrekende informatie te verkrijgen om de onderzoeksvragen en de probleemstelling te kunnen beantwoorden. 1.6.3 Onderzoeksmethoden Er werden verschillende onderzoeksmethoden gebruikt. Het toepassen van verschillende onderzoeksmethodes is ook wel bekend onder het begrip "triangulatie". Door het toepassen van meerdere onderzoeksmethodes wordt de kwaliteit van het hele onderzoek vergroot. Door middel van het bijhouden van relevante informatie werd geprobeerd de onderzoeksvragen en probleemstelling te beantwoorden. Verder diende er naast de relevantie van de informatie ook gecontroleerd te worden in welke mate de informatie betrouwbaar en valide is. Voor betrouwbaarheid en validiteit was het nodig bij literatuur en dossiers een aantal indicaties te controleren. Deze indicaties waren een literatuurlijst of bronvermelding van de auteurs, dat vast te stellen was welke belangen de auteur heeft en dat de argumentatie door andere bronnen gesteund kon worden. Literatuuronderzoek Naast deskresearch en het raadplegen van voorhanden zijnde dossiers werd er ook door middel van literatuur een theoretisch kader gelegd om deze theorie later op de praktijk toe te kunnen passen. Door eerder opgedane kennis waren al een aantal boeken bekend die mogelijkerwijs relevant konden zijn voor de uitvoering van de opdracht. Hierbij ging het om een aantal, dat ook in de literatuurlijst te vinden zijn. Basisboek Integrale Veiligheid(Wouter Stol, Jos Rijpma, Carel Tielenburg, Henk Veenhuysen, & Tanja Abbas, z. d.). Integraal veiligheidszorgmanagement (Zwart, 2005). Beleidsinstrumentatie (J. HJ. van den Heuvel, 2005). Leren Communiceren (Steehouder, Jansen, Maat, van der Staak, & Woudstra, 1992). RI&E toxische stoffen (Marquart, Noy, Voskuyl, Oostendorp, & Heederik, 2001). The Psychology of the workplace safety (Barling & Frone, 2004). Persuasive communication (Stiff & Mongeau, 2003). Handboek gevaarlijke stoffen (Zwaard, Kroes, van Nijnatten, & van der Schans, 2007). Gezondheidsrisico s van gevaarlijke stoffen (Remco Visser, 2007). 11

Praktijkboek Arbeidsomstandigheden (Kamphof, 2007). RI&E toxische stoffen: het beoordelen van de blootstelling (Marquart e. a., 2001). Veiligheid op het werk (Mahieu, 2007). Interne communicatie bij verandering (Koeleman, 2002). Dossieronderzoek Behalve literatuuronderzoek waren er ook een aantal, dat relevante informatie konden leveren voor de opdracht. Norma MPM Infomil (Infomil, Z.D.) Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. (SZW Arboportaal.nl, Z.D.) Alle geraadpleegde bronnen zijn opgenomen in de bronnenlijst aan het eind van dit document. Causale veldmodellen Om causale verbanden in een schema weer te geven werd gebruik gemaakt van causale veldmodellen (zie bijlagen 8 t/m 10). Een causaal veldmodel geeft in een schematisch overzicht weer hoe oorzaken en gevolgen aan elkaar gerelateerd zijn. Men kan zo duidelijk maken dat een gevolg bijna nooit alleen één oorzaak heeft. Andersom kunnen oorzaken ook meerdere gevolgen hebben. Een causaal veldmodel is aan het begin van een project praktisch te gebruiken om een eerste overzicht van de problematiek te krijgen. (Losse, M.A., 2009) Open interviews Om het literatuuronderzoek en de deskresearch met informatie aan te vullen werden er open interviews gehouden met personen die relevante informatie voor de opdracht konden leveren. Hierbij viel te denken aan de verantwoordelijke personen van het bedrijf, de medewerkers maar ook deskundigen uit de branche. Doel van de interviews was specifieke informatie te krijgen die niet op internet of in vakliteratuur te vinden was. Door open interviews te voeren werd er zowel van buiten het bedrijf informatie over de branche gehaald (interview met persoon van de Metaalunie); maar ook directe informatie uit het bedrijf Norma MPM is relevant omdat niet alle specifieke informatie op internet te vinden was die voor de uitwerking van de opdracht noodzakelijk was. Daarnaast was het mogelijk uit een persoonlijk gesprek ook diepgaandere informatie dan internetbronnen te halen. Op grond van de praktijkervaring van de geïnterviewden. Bedrijfsbezoeken / Veldonderzoek Om een beeld te krijgen van het bedrijf werd een aantal bedrijfsbezoeken ondernomen. Deze leverden indrukken op over het bedrijf die ook relevante input leverden voor het onderzoek. Ontwikkeling eigen methode Om op een eenvoudige manier duidelijk aan te kunnen tonen hoe gevaarlijk een bepaalde chemische stof is werd een methode bedacht om aan de hand van de informatie uit de veiligheidsinformatiebladen een puntensysteem op te stellen. Des te hoger de uiteindelijke score des te gevaarlijker was de stof. Meer daarover in paragraaf 5.3.1. 12

2 Gevaarlijke stoffen, Werken met gevaarlijke stoffen - wettelijke kaders 2.1 Inleiding Voor het werken met gevaarlijke stoffen bestaan een aantal, dat in acht moeten worden genomen door elk bedrijf dat met gevaarlijke stoffen werkt. Om duidelijkheid te krijgen onder welke wetgeving Norma MPM globaal valt worden algemene wetten toegelicht die voor de algemeenheid van toepassing zijn. Ook welke technische maatregelen verplicht zijn is noodzakelijk te weten. Door wettelijke onderbouwing van maatregelen zijn deze eerder door te voeren omdat men verplicht is dit te doen, anders dan bij maatregelen die alleen vrijwillig zijn. De wettelijke kaders die relevant zijn worden als eerste toegelicht, daarna welke technieken bij Norma MPM worden gebruikt en welke mogelijkheden er naast de wettelijk verplichte en al aanwezige technieken nog ingezet kunnen worden. Naast de opgenoemde wetten zijn er nog meer wetten voor het bedrijf Norma MPM relevant. Maar er is voor gekozen de belangrijkste wetten op te noemen die met veiligheid van de werknemers te maken hebben zowel op nationaal als ook op internationaal niveau (Pross, L., 2011; Zwaard e.a., 2007). 2.2 Wettelijke kaders voor het werken met gevaarlijke stoffen Er zijn een aantal wetten van toepassing op bedrijven die met gevaarlijke stoffen werken. Het meest belangrijke worden hier kort toegelicht. De Wet milieubeheer, de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet), Arbobesluit en Arboregeling. Ook op internationaal niveau zijn wetten over het omgaan met gevaarlijke stoffen: REACH en GHS. De eerste is een Europese verordening en de andere en globale leidraad vastgelegd door de Verenigde Naties. Algemeen zijn deze wetten ervoor bedoeld de veiligheid op het werk voor de werknemers zo goed als mogelijk door wetten vast te leggen en het milieu te beschermen. Als volgt wordt de inhoud van de bovengenoemde wetten kort toegelicht (B. van Veen, 2004; Pross, L., 2011; Zwaard e.a., 2007). 2.2.1 Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) Algemeen zijn in de arbeidsomstandighedenwet regels vastgelegd met betrekking tot arbeidsomstandigheden. De arbeidsomstandighedenwet is een kader stellende wet, waarop andere wet- en regelgeving is gebaseerd. Daarbij gaat het om het Arbeidsomstandighedenbesluit (Arbobesluit) en de Arbeidsomstandighedenregeling (Arboregeling). Naast deze wettelijk verplichte regels bestaan er nog Arbobeleidsregels en Arbo- informatiebladen, die echter niet juridisch bindend zijn maar alleen richtinggevend. De Arbowet bevat regels die gelden voor zowel de werknemer als ook de werkgever, ondernemingsraad, arbodienst en Arbeidsinspectie. In de wet zijn vooral voorschriften over procedures beschreven onder andere het procedurevoorschrift voor het uitvoeren van een risico- inventarisatie en - evaluatie (RI&E). De inhoudelijke voorschriften over wat in een RI&E dient te staan vindt men in het Arbobesluit. De Arbowet geldt voor elk bedrijf, maar voor een aantal branches zijn er naast algemene regels ook nog specifieke regels. Deze specifieke regels zijn wederom beschreven in het Arbobesluit en de Arboregeling (B. van Veen, 2004; Pross, L., 2011; Zwaard e.a., 2007). 13

2.2.2 Arbobesluit In het Arbobesluit zijn de regels uit de Arbowet concreter neergelegd. Voor het omgaan met gevaarlijke stoffen is hoofdstuk 4 uit het Arbobesluit relevant. Voorschriften voor arbeidsomstandigheden die gedetailleerder beschreven zijn dan in de Arbowet staan dus in het Arbobesluit (Zwaard e.a., 2007). 2.2.3 Arboregeling De Arboregeling bevat vooral voorschriften die vaak en binnen een korte tijdsperiode veranderen. Bijvoorbeeld blootstellinggrenswaarden staan in de Arboregeling beschreven. Maar omdat deze ook snel kunnen worden verhoogd of verlaagd staan deze niet in het Arbobesluit. De wijziging van het Arbobesluit kost namelijk veel meer tijd dan een wijziging van de Arboregeling (Zwaard e.a., 2007). 2.2.4 De wet milieubeheer In de wet milieubeheer gaat het om milieurecht. Het milieurecht bevat "regels over de omgeving van de mens teneinde- mede met andere instrumenten- een oplossing te bieden aan ontstane milieuproblemen en om nieuwe milieuproblemen te voorkomen" (van der Meijden, 2009) blz.19). Elk bedrijf die onder het begrip "inrichting" valt dient ook een milieuvergunning te hebben om te mogen produceren. Algemene regels die de wet milieubeheer stelt zijn van toepassing op alle inrichtingen. Naast de algemeen geldige regels zijn in een milieuvergunning ook specifieke regels opgenomen die alleen voor het desbetreffende bedrijf relevant zijn (van der Meijden, 2009). 2.2.5 Internationale regelgeving op Europees Niveau - REACH Naast nationale wet- en regelgeving zijn ook wetten vanuit de Europese Unie van toepassing voor bedrijven die met gevaarlijke stoffen werken. In het bijzonder REACH, de afkorting staat voor: Registratie, Evaluatie en Autorisatie van Chemische Stoffen (Zwaard e.a., 2007). Doel van deze wet is het werken met gevaarlijke stoffen veiliger te maken en risico s te reduceren. Bedrijven die met gevaarlijke stoffen werken, deze produceren of leveren moeten over de risico s kennis hebben en ook maatregelen treffen om deze te reduceren. Bedrijven zijn verplicht alle gevaarlijke stoffen te registreren en via veiligheidsinformatiebladen over de stof te informeren. Naast algemene wettelijke voorschriften betreffende het omgaan met gevaarlijke stoffen wordt ook vereist een aantal technieken toe te passen om het werken met gevaarlijke stoffen zo veilig als mogelijk te maken. Deze worden in de volgende paragraaf toegelicht (B. van Veen, 2004; Pross, L., 2011; Zwaard e.a., 2007). 2.2.6 Technieken die moeten worden ingezet om het werken met gevaarlijke stoffen veiliger te maken Algemeen geldt voor het werken met gevaarlijke stoffen de arbeidshygiënische strategie toe te passen. Deze beschrijft vier niveaus waarop maatregelen dienen te worden genomen. Het hoogste niveau is de bronaanpak. De bron van gevaar dient weggenomen te worden. Bij een gevaarlijke stof kan dat bijvoorbeeld door het vervangen van deze stof door een andere minder gevaarlijke. Als op het eerste niveau niet mogelijk is te handelen (te onderbouwen met argumenten) kan men overgaan tot handelen op het tweede niveau. Dit niveau omvat collectieve maatregelen. Dat kan bijvoorbeeld inhouden dat alleen in een gescheiden ruimte met een bepaalde stof gewerkt mag worden. Indien ook op het tweede niveau van de 14

arbeidshygiënische strategie geen maatregel(en) getroffen worden kan wordt overgegaan naar het derde niveau. Nadat collectieve maatregelen niet mogelijk zijn dient men over te gaan tot individuele maatregelen. Een voorbeeld hiervan zou kunnen zijn dat voor een werkproces alleen speciaal opgeleid personeel ingezet wordt, die een specifieke opleiding, cursus of voorlichting hebben gehad, zodat ze alert en bewust met het product omgaan en dat zo het risico wordt verminderd. Het vierde niveau van de arbeidshygiënische strategie is de inzet van persoonlijke beschermingsmiddelen als de voorafgaande drie niveaus niet het gewenste of voldoende effect hebben voor de veiligheid. Voorbeelden van persoonlijke beschermingsmiddelen zijn speciale schoenen met stalen neuzen, handschoenen, lasbrillen, adembescherming, oordopjes om een paar op te noemen. In de praktijk kan natuurlijk ook een mix uit alle verschillende niveaus en beheersmaatregelen worden ingezet om het gewenste effect te bereiken. Voor het verkleinen van de blootstelling aan de risico s die het werken met gevaarlijke stoffen met zich mee brengt worden een aantal maatregelen en technieken aanbevolen. De maatregelen dienen altijd volgens het principe van de arbeidshygiënische strategie uitgevoerd te worden. Voorbeelden van veelal toegepaste technieken zijn: het kiezen van een andere werkmethode vervanging van een stof door een minder schadelijke ventilatie van de werkplek beperking van het aantal, dat worden blootgesteld aan de gevaarlijke stof geven van voorlichtingen over het veilig werken met gevaarlijke stoffen gebruik maken van persoonlijke beschermingsmiddelen een combinatie van maatregelen 2.2.7 Technieken die nog ingezet kunnen worden om het werk veiliger te maken - het communicatieplan Om het werken bij Norma MPM vooral wat het omgaan met gevaarlijke stoffen betreft stelt het management voor een communicatieplan op te zetten. De theoretische achtergrond over de inhoud van een communicatieplan wordt toegelicht in hoofdstuk 5. De uitwerking van het communicatieplan voor Norma MPM is te vinden in bijlage 1. 15

3 Gevaren van gevaarlijke stoffen 3.1 Inleiding Er zijn een aantal gevaren dat algemeen voor gevaarlijke stoffen gelden omdat de gevaren bij meerdere gevaarlijke stoffen aanwezig zijn. Om het onderzoek en de beantwoording van de onderzoeksvraag te realiseren wordt eerst algemeen op een aantal gevaren ingegaan en daarna specifiek op de gevaren die de gevaarlijke stoffen met zich mee brengen waarmee bij Norma MPM gewerkt wordt. Bij de gevaarlijke stoffen die bij Norma MPM ingezet worden, wordt door middel van een groepering en een matrix geprobeerd te verduidelijken welke gevaren voor welke stoffen aanwezig zijn. 3.2 Algemene gevaren van gevaarlijke stoffen De gevaarlijkheid van een stof hangt af van de kenmerken van de stof, maar ook van de omgeving waarin met deze stof gewerkt wordt. Algemene risico s die door het omgaan met gevaarlijke stoffen aanwezig zijn is dat men een overgevoeligheid tegen deze stof ontwikkeld als men regelmatig (bijvoorbeeld op het werk) met de gevaarlijke stof in contact komt. Maar bij iedereen kan een verschillende hoeveelheid en blootstellingduur van de gevaarlijke stof een overgevoeligheidsreactie veroorzaken. Stoffen die overgevoeligheid veroorzaken heten ook sensibiliserende stoffen. De overgevoeligheid kan zich in verschillende symptomen uiten. Als het probleem niet wordt herkend of behandeld kan de beginnende overgevoeligheid zich tot een chronische allergie ontwikkelen waardoor chronische symptomen optreden. De allergenen uit de stoffen kunnen negatieve effecten hebben op de huid en de luchtwegen. De meest optredende chronische impacts zijn eczemen op de huid en allergisch astma. Daarnaast bestaat er nog het risico een chronische longziekte te krijgen dat betekent dat er een chronische verstopping van de luchtwegen bestaat. Deze ziekte wordt ook met de Engelse term "chronic obstructive pulmonary disease" (http://www.arboportaal.nl/onderwerpen/gevaarlijke- stoffen/gevaarlijke- stoffen/allergenen- sensibiliserende- stoffen.html) beschreven. Afgekort wordt deze met de letters COPD. Bekende stoffen die allergenen behelzen zijn lijmen, tweecomponent verven en metalen zoals nikkel, kobalt en chroom (Remco Visser, 2007). (http://www.arboportaal.nl/onderwerpen/gevaarlijke- stoffen/gevaarlijke- stoffen/allergenen- sensibiliserende- stoffen.html) 3.3 Risico s van de bij Norma MPM gebruikte gevaarlijke stoffen (risicomatrices) In de matrix is een groepering gemaakt van gevaarlijke stoffen die op elkaar lijkende gevaren kunnen bieden voor werknemers en de gezondheid van werknemers. De vier risicomatrices zijn bijgevoegd in de bijlagen 4 t/m 7. De belangrijkste uitkomsten van het overzicht zijn in de volgende paragraaf aangegeven. De risicomatrices zijn opgesteld op basis van de informatie verkregen uit de veiligheidsinformatiebladen. Naast de risicomatrices zijn er nog causale veldmodellen opgesteld (te vinden in bijlagen 8 t/m 10), om het verband tussen de mogelijke opnameroutes voor gevaarlijke stoffen in het lichaam te laten zien en de mogelijke effecten die opname van gevaarlijke stoffen voor de gezondheid kan betekenen. 16

3.3.1 Samenvatting van de belangrijkste kenmerken van de gevaarlijke stoffen binnen Norma MPM voor alle afdelingen Meest voorkomende risico s voor de gezondheid van de werknemers De meest voorkomende risico s voor de gezondheid van de werknemers door het werken met gevaarlijke stoffen binnen de afdelingen zijn: roodheid en pijn van huid en keel. Daarnaast kan een groot aantal gevaarlijke stoffen voor overgevoeligheid van huid en de ademhalingswegen zorgen die weerom kan leiden tot allergische reacties zoals huideczemen en astma en daarnaast nog aandoeningen van huid en longen. Bij sommige gevaarlijke stoffen hebben de dampen van de stof het effect dat ze slaperigheid en duizeligheid veroorzaken. In ernstige gevallen kunnen deze een zulk grote en ernstig impact hebben, dat het contact met de stof tot dood kan leiden. Verder is het bij de iets gevaarlijkere stoffen mogelijk dat zij carcinogene effecten hebben of deze niet uit kunnen worden gesloten. Verder is het belangrijk op te noemen dat sommige stoffen impact hebben op de spieren, het bloed of het zenuwstelsel. Om deze mogelijke gevolgen niet eerst op te laten treden is het noodzakelijk de verplichte persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken en voor voldoende afzuiging te zorgen. De genoemde effecten zouden namelijk eerst zo ernstig kunnen worden indien nalatig gebruik wordt gemaakt van de verplichte persoonlijke beschermingsmiddelen. De beschermingsmiddelen die het meest gebruikt dienen te worden, komen vervolgens aan de orde. Meest voorkomende verplichte beschermingsmiddelen Persoonlijke beschermingsmiddelen zijn in vier categorieën onderverdeeld: handschoenen, veiligheidsbrillen, bescherming van de ademhalingswegen en beschermende kleding. Voor de stoffen worden een aantal verschillende soorten handschoenen genoemd. Bijna elke stof vereist het dragen van handschoenen. Dat is ook logisch omdat bijna elke gevaarlijke stof bij direct huidcontact roodheid, pijn, eczemen, huidaandoeningen en allergische reacties op kan roepen. Indien er onzekerheid bestaat bij welke stof welke soort handschoenen verplicht is wordt verwezen naar de risicomatrix voor de betreffende afdeling. Elke stof staat er opgenoemd met het nummer en er is aangegeven welk soort handschoenen verplicht zijn. Voor de ogen zijn er drie hoofdsoorten brillen die het meeste genoemd worden: namelijk de stofbril, veiligheidsbril en zuur bril. Ook hier kan aan de hand van de risicomatrix geraadpleegd worden welke soort bril voor welke gevaarlijke stof dient te worden gebruikt. Naast handschoenen en brillen is het soms vereist een extra bescherming van de ademhalingswegen te dragen. Ook als de afzuiging voldoende is. Het meest genoemde type bescherming van de ademhalingswegen is het stofmasker P2 of met filtertype A. Als laatste persoonlijke beschermingsmiddel wordt de kleding genoemd. Bij veel gevaarlijke stoffen is er uitdrukkelijk op gewezen dat er beschermende kleding noodzakelijk is. In sommige gevallen moet men zelfs erop letten, dat de kleding en de schoenen antistatisch zijn. Samengevat is het dus heel erg belangrijk de in de veiligheidsinformatiebladen vereiste persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken aangezien de mogelijke schadelijke effecten voor de gezondheid die gevaarlijke stoffen op kunnen roepen. 17

3.4 Hoeveelheden gevaarlijke stoffen 3.4.1 Inleiding Grote hoeveelheden van gevaarlijke stoffen bergen veelal ook grotere risico s dan geringere hoeveelheden. Maar ook kleine hoeveelheden kunnen grote risico s bergen als bijvoorbeeld een gevaarlijke stof heel erg veel schade kan veroorzaken bij iemand die met deze stof in direct contact komt (zie VIB in bijlage 3). Voor een goede inschatting welke maatregelen men kan nemen om gevaren weg te nemen en het werken met gevaarlijke stoffen veiliger te maken dient men daarom te weten met welke hoeveelheden er wordt gewerkt binnen het bedrijf. 3.4.2 Hoeveelheden van gevaarlijke stoffen waarmee binnen Norma MPM gewerkt wordt De hoeveelheden die bij Norma MPM aan gevaarlijke stoffen gebruikt worden zijn klein. Daarom is het zwaar mogelijk te achterhalen op welke werkplek met welke hoeveelheid van welke stof gewerkt wordt. Op grond van deze omstandigheid is het management bang dat het werken met kleine hoeveelheden leidt tot onoplettendheid en onachtzaamheid bij de omgang met de stoffen. Over de frequentie valt te constateren dat wel regelmatig met gevaarlijke stoffen wordt omgegaan (Alphons Koster, KAM- verantwoordelijke, persoonlijke communicatie, op 6 oktober 2011). 18

4 Veiligheidscultuur 4.1 Inleiding Veiligheid is een algemeen en breed onderwerp in elke onderneming. Iedereen die in het bedrijf aanwezig is heeft ook te maken met de veiligheid in het bedrijf. Daarbij maakt het niet uit in welke afdeling men zich bevindt, welke positie men binnen het bedrijf heeft of zelfs alleen maar een bezoeker van het bedrijf is. In dit hoofdstuk wordt eerst algemeen toegelicht welke betekenis veiligheid voor een bedrijf dient te hebben. Daarna wordt ingegaan op de veiligheidssituatie bij Norma MPM (Wientjes; van der Slikke; Fuhrmann; Benschop; Siemons, 2011). Vervolgens wordt het begrip veiligheidscultuur uitgelegd en daarna wordt ingegaan op de veiligheidscultuur van Norma MPM en algemeen in de metaalverwerkende industrie. 4.2 Veiligheid in een bedrijf Omdat iedereen in het bedrijf bij de veiligheid mede betrokken is, ligt de veiligheid van het bedrijf, van andere aanwezigen en voor zichzelf bij elke persoon. Verantwoordelijkheid voor veiligheid is noodzakelijk in een bedrijf om een hoge kwaliteit te kunnen garanderen. Maar ook voor de gezondheid en veiligheid van alle aanwezigen in het bedrijf dient er voldoende verantwoordelijkheid en bewustzijn te zijn. Om van een goed veiligheidsbewustzijn in een bedrijf te kunnen spreken dient men ook milieuverantwoordelijk te werk te gaan. Veiligheid dient prioriteit te zijn voor een bedrijf die een veiligheidscultuur nastreeft. Dat kan alleen indien men continu na verbeteringen zoekt en elke werknemer betrokken is (Wientjes; van der Slikke; Fuhrmann; Benschop; Siemons, 2011). Het realiseren van een veiligheidsbewustzijn, het integreren van automatisch veilig werken om tot een hoogwaardige veiligheidscultuur binnen het bedrijf te komen is een langdurig en continu proces die altijd geobserveerd, geëvalueerd en aangepast dient te worden (Zwart, 2005). 4.3 Cultuur en veiligheid in een bedrijf Voor de realisatie van een goede veiligheidscultuur dient eerst het algemene begrip "cultuur" in samenhang met een organisatie duidelijk te zijn. De cultuur van een organisatie bestaat uit verschillende onderdelen zoals, managementconcepten, trainingen, omgangsvormen, werkprocessen en managementrapportages. Algemeen omvat het begrip "cultuur" globaal alle opvattingen, ideeën, gewoonten en gedragingen maar ook communicatie is een onderdeel van de cultuur. Deze onderdelen van cultuur worden overgedragen en zijn daarnaast altijd in beweging en in verandering. Van een gemeenschappelijke organisatiecultuur kan men alleen spreken als er algemeen geaccepteerde normen, waarden, opvattingen en gedragingen aanwezig zijn. Vooral wat de normen, waarden, opvattingen en gedragingen in relatie met veiligheid betreft. Als er geen consensus over veiligheidsnormen in het bedrijf bestaat, kan men niet spreken van een veiligheidscultuur. Deze ontwikkelt zich onder de invloed van diverse factoren. Factoren die bijdragen aan het ontstaan van cultuur zijn, samenwerking, procedures, doelstellingen, hiërarchische verhoudingen, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Algemeen geldt, dat de normen en waarden uit moeten gaan van de leiding. De norm van de medewerker is namelijk de norm 19

van de leidinggevende. Als niet duidelijk is hoe de actuele situatie eruitziet, kan men moeilijk veranderingen aanbrengen naar een andere situatie (J. HJ. van den Heuvel, 2005). Het lastige voor het implementeren van de gewenste veiligheidscultuur is het vaststellen van de bestaande situatie omdat normen, waarden en gedragscodes voornamelijk ongeschreven regels zijn. Vooral voor iemand die zelf binnen het bedrijf werkt is het lastig in te schatten hoe het met de veiligheidscultuur eruitziet, omdat degene niet objectief kan zijn. Vaak zijn mensen binnen het bedrijf niet meer alert op dingen, die binnen de onderneming gebeuren. Er is in dat geval sprak van "bedrijfsblindheid". Om een te subjectieve inschatting van de veiligheidscultuur te voorkomen door een bedrijfsinterne persoon kan men de inschatting laten doen door een onafhankelijke persoon (Ozinga; Blijerveld, 2005). 4.3.1 Veranderingen in cultuur Voor het doorvoeren van veranderingen binnen het bedrijf wat de cultuur betreft dient de leiding vooruit te gaan. Bij veiligheidscultuur gaat het om een continu proces die gebaseerd is op gemeenschappelijke waarden die erom draaien risico s te beheersen, schade van medewerkers te voorkomen en te leren van onveilige situaties. De bedrijfsleiding moet duidelijk communiceren welke veranderingen men wil bereiken en moet dienovereenkomstige acties ondernemen om bij de medewerkers aan te tonen, dat het management achter de veranderingen staat. Daarnaast dient men ook over voldoende financiële middelen ter beschikken en bereid zijn tijd vrij te maken voor het plannen en uitvoeren van de veranderingen. Bepalende factoren zijn of medewerkers zich durven dingen bij de directie aan te spreken, of ze zelfs daarvoor door de directie gemotiveerd worden en hoe in het verleden met incidenten om is gegaan. Het creëren van veiligheidsbewustzijn is een proces waarbij het om gaat een hoger bewustzijn te scheppen voor het waarnemen van risico s die door handelingen en gemaakte keuzes ontstaan. Van groot belang is, dat vanuit het management de aansturing komt om de veiligheidscultuur binnen een bedrijf te verbeteren. Medewerkers moeten merken dat het management overtuigd is van de veranderingen. (http://www.5xbeter.nl/site/ documents /767 /Betrokkenheid%20top%20management%20is%20essentieel.pdf[03.10.2011]) Alleen zo kan op lange termijn een cultuur ontstaan waar een van de belangrijkste normen en gemeenschappelijke noemer is veilig te werken. Daarom mag de leiding ook niet nalatig zijn in belangen die de veiligheid raken. Daarbij moet erop worden gewezen dat het een moeizaam proces is gedrag te veranderen. Resultaat hiervan is dat medewerkers continu op onveilig gedrag aangesproken worden zonder het als afstraffend te laten ervaren. Een straffend karakter voor het veranderen van ongewenst gedrag leidt namelijk eerder tot ontkenning van problemen dan tot een oplossing. Voor het vinden van oplossingen is het waardevol medewerkers en hun ideeën erbij te betrekken. Op deze manier voelen medewerkers zich serieus genomen. Als dat het geval is, leidt dit weerom tot een hogere mate van werkmotivatie en een hogere productkwaliteit. Stel vragen zoals, waar medewerkers situaties als gevaarlijk ervaren, welke risico s bekend zijn en welke maatregelen kunnen worden genomen om de risico s zo goed als mogelijk te beheersen. Voor de toekomst is het noodzakelijk duidelijke afspraken te treffen om onveilige situaties te voorkomen. 20