leerlijn muzische derde graad.xls 1van15 Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsaanbod

Vergelijkbare documenten
leerlijn muzische 2de, 3de en 4de leerjaar.xls 1 van 10 Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsaanbod

Muzische opvoeding. Muzikale opvoeding. klas: doelen deelleerplan VSKO 1999

leerlijn muzische kleuters en 1ste lj.xls 1 van 10 Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsaanbod

OBSERVATIELIJST van de MUZISCHE ONTWIKKELING Van kleuters IN 5 CATEGORIEËN

Leerplandoelen Drama (GO)

ATTITUDINALE DOELEN VOOR DE KLEUTERSCHOOL Klas : Schooljaar : Thema's I II III trimester

Accent op verhaal. Aan al deze doelen wordt gewerkt, toch duidt u best aan welke u in de verf wil zetten.

Accent op verhaal. Aan al deze doelen wordt gewerkt, toch duidt u best aan welke u in de verf wil zetten.

Leerplan GO! Verbondenheid door middel van rituelen tijdens speciale gelegenheden. Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen

Accent op improvisatie

basiscompetenties 2de graad beeldende en audiovisuele kunsten

Leerplan OVSG. Verbondenheid door middel van rituelen tijdens speciale gelegenheden. Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen

Accent op verhaal. Aan al deze doelen wordt gewerkt, toch duidt u best aan welke u in de verf wil zetten.

VOLO 1 visietekst muzische domeinen

basiscompetenties 2de graad muziek

Secundair Onderwijs Eindtermen Artistieke Opvoeding 1ste graad

basiscompetenties 3de graad beeldende en audiovisuele kunsten

De Vakman. De leerling hanteert de muzikale parameters en componenten. De leerling leest en schrijft de muziektaal

basiscompetenties 3de graad muziek

Accent op improvisatie

Kunst en cultuur (PO-havo/vwo)

Accent op improvisatie en taal

BIJLAGE 2 RELATIONELE EN SEKSUELE VORMING IN DE LEERPLANNEN. Inleiding. verwijst naar ontwikkelingsaspecten uit het OWP

Eén, twee, drie en rust.

Enkele krachtlijnen voor kwalitatieve muzische vorming MUZISCHE GRONDHOUDING ONTWIKKELEN MUZISCHE EXPRESSIEVORMEN ONTDEKKEN

Wat een feest! Eerste graad Tweede graad Derde graad

Leerplan VVKBaO. Verbondenheid door middel van rituelen tijdens speciale gelegenheden. Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen

Accent op improvisatie en taal

Timing: 50 min. Graad: 2-3. Leerplandoelen: VVKBAO:

Verbondenheid met zichzelf, anderen, gemeenschappen, natuur en cultuur

de leerling is geconcentreerd en toont zin voor afwerking de leerling communiceert over zijn/haar kunstbeleving

Dans & drama o.b.s. De Eiber Dedemsvaart Januari 2015

Kunst en cultuur (PO-vmbo)

Verbondenheid met zichzelf, anderen, gemeenschappen, natuur en cultuur

ET 1.1. De leerlingen kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren.

Workshop. Vriendschapsbandjes

Onderwijskundige doelen

Workshop. Het museum. Opzet: Aan de hand van een plan de maquette van het museum in elkaar knutselen.

Piramide 4: muzische vorming

Cijfers en letters. Zelfstandig spelen. Ontmoeten

BIJLAGE 3 DE LEERPLANNEN EN RELATIONELE EN

Lijst van de gebruikte leerplannen binnen het katholiek onderwijs

3 LEERPLANDOELEN. De katholieke basisschool stelt zich als algemeen streefdoel voor mediaopvoeding:

Arrangement: Sport en spel

Elk onderdeel wordt in de klas geobserveerd en minstens tweemaal per jaar wordt dit geëvalueerd in het rapport..

Verantwoording Doorgaande Leerlijn Muziek Thema s - Muzieklessen....by Just Notes Music

Doelenlijst G-start voor VVKBaO

Accent op beweging. Aan al deze doelen wordt gewerkt, toch duidt u best aan welke u in de verf wil zetten.

LEERPLANDOELEN CREAFICHES BIJ WONEN EN LEVEN IN INDIA

Piramide 4: muzische vorming

IK ALS UNIEKE KUNSTENAAR

Sint-Nicolaas, de bisschop van Myra

CREATIVITEIT KUN JE LEREN! ICC netwerkdag, 31 mei 2018 Ellie van den Bomen

Accent op verhaal. onderdeel: dialoog

ontwerpleerplan Kunstenbad

Registratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2

Doelenlijst Relationele Vorming in de Basisschool in combinatie met de IK-zinnen

DOELSTELLINGEN BUURT IN ZICHT

EINDTERMENTABEL OVERZICHT. Flos en Bros werkboekjes. x x. x x x x x. x x x. Werkboekje blz e Leerjaar 6 e Leerjaar

Nederlands. Mondeling onderwijs

Timing: 50 min. Graad: 1-2. Leerplandoelen: VVKBAO:

Thema 3de leerjaar Activiteit OD/ET VVKBaO OVSG GO Extra

Nieuwsgierig zijn naar media en genieten om ermee bezig te zijn - de wereld van de media met een open houding exploreren

Erfgoedonderwijs. 1. Wat is erfgoed? 2. Waarom erfgoedonderwijs? 3. Erfgoedonderwijs en 21e eeuws leren. 4. Erfgoed in de klas voorbeelden

Klasbezoek bibliotheek 2de-3de kleuter

klantgerichtheid klanteninzicht groepsdynamica omgaan met diversiteit stemgebruik taalvaardigheid

Creativiteit, kun je dat afdwingen?

LEERPLANDOELEN WONEN EN LEVEN IN INDIA

Lichamelijke opvoeding

Accent op materiaal. Aan al deze doelen wordt gewerkt, toch duidt u best aan welke u in de verf wil zetten.

Accent op materiaal. onderdeel: schimmenspel. Titel les/thema Schaduwbeelden Graad: 2. Leerplandoelnummer Leerplandoel uitgeschreven

Ook voor de basisschool zijn nieuwe er kerndoelen gemaakt die duidelijk aansluiten bij de kerndoelen van de onderbouw VO.

Cultuureducatie met Kwaliteit Nijmegen - Vaardigheidslijn Drama -

VISIE. Met opvoeden en onderwijzen beogen leerkrachten de harmonische ontplooiing van de totale persoon.

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - -

Eindtermen: Activiteiten + 6 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen

Klankmakerij - lesdoelen

Ik hoor, ik hoor, wat jij niet ziet

Examenprogramma kunst (algemeen) (voorheen ckv2)

Eindtermen Nederlands lager onderwijs

eindtermen basisonderwijs

Lesonderwerp: Hocus pocus circus: Een nieuw dier samenstellen a.d.h.v. verschillende materialen.

Eindtermen: Activiteiten + 10 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen

DOELSTELLINGEN EN VOET BUURTAMBASSADEURS

Piramide 4: muzische vorming

basiscompetenties 3de graad dans

Timing: 50 min. Graad: 2-3. Leerplandoelen: VVKBaO

Onderzoek Welke muzische leerplandoelen moeilijk te verwezenlijken?

Thema 2de leerjaar Activiteit OD/ET VVKBaO OVSG GO Extra

talentstimuleren.nl CREATIEF DENKEN Ik kom met originele oplossingen en bedenk vernieuwende ideeën

MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM

Onderwerp. VVKBaO. Het verloop van een sessie Scratch Junior.

De zes algemene onderwijsdoelen die voor alle vakken en sectoren in het vmbo gelden, zijn

Cultuureducatie met Kwaliteit

Cultuurbeleidsplan

Timing: 50 min. Graad: 2-3. Leerplandoelen: VVKBAO:

Doelen relationele vorming

Examenprogramma muziek

tweede keuze : WORKSHOP

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door

Transcriptie:

1. Intensief gebruik maken van alle zintuigen ET 6.1 Ik verken spontaan de mogelijkheden tot zintuiglijke waarneming. Ik neem de tijd voor een zo volledig mogelijke waarneming. Vooraleer een oordeel te vellen over een kunstwerk, bekijk ik het eerst grondig. ( 4.4) (ET 1.1) Ik reflecteer over mijn eigen kijkgedrag. ( 3.10) Ik ervaar dat beelden gekoppeld aan geluiden een grotere invloed hebben dan beelden alleen. ("2.6) Ik ervaar dat bewegende beelden veel invloed hebben. ( 2.7) Ik ben gericht op zintuiglijke ervaringen. ( SD 26) (ET 1.2) Ik beschouw de omgeving intensief en met al mijn zintuigen. ( SD 33) (ET6.5) Bij het luisteren naar klanken en muziek kan ik wat ik hoor omzetten in een grafische notatie of in elementaire vormen van traditionele notatie. ( 6.2). Ik heb oog voor elementen als oogcontact, mimiek, lichaamstaal en niet-talige tekens bij mondeling taalgebruik. () (ET 3.3, 3.2) Ik heb aandacht voor aspecten van spreektechnische vaardigheden. ( )(ET 3.3, 3.2) Ik kan vormen van lichaamstaal herkennen en interpreteren. ( 1.1) Ik sta open voor de interactie tussen woord en gebaar, beeld en klank tijdens het dramatisch spel. ( 3.1) (ET 3.2) Ik heb oog voor de uitdrukkingskracht van taal en beweging in een doe-alsof-situatie. ( 3.2) (ET 3.2) Ik kan een dramatisch spel geconcentreerd bekijken, beluisteren en beleven. ( 10.2) 2. De wereld, in het bijzonder de muzische expressie ervan, met een open houding benaderen. ET 6.1, 6.4, 6.5 - Ik benader de (muzische) wereld vanuit een spontane nieuwsgierigheid. leerlijn muzische derde graad.xls 1van15 Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsaanbod

Ik ben nieuwsgierig naar beelden en naar wat ze te zeggen hebben. ( 1.1) (ET 6.5) Ik ben geboeid door de bewegingsexpressie van anderen. ( 5.4) (ET 6.1, 6.2) Ik treed de wereld van stilte, geluid en muziek verwonderd en aandachtig tegemoet. ( 12.2) (ET 2.3, 6.1, 6.2, 6.3) Ik neem een onbevooroordeelde houding aan tegenover taalverscheidenheid en taalvariatie en tegenover het taalgebruik van anderen. () (ET 3.2, 3.4) Ik wil de diepere dimensie van mondelinge en schriftelijke communicatie ontdekken door waarderend, religieus en gelovig te luisteren en te spreken. ( ) (ET 3.4) Ik kan zonder vooroordeel genieten van allerlei voor kinderen bestemde culturele activiteiten zoals theater, poppenspel, pantomime, filmvoorstelling, of vertelnamiddag rond een kinderboek. ( 2.4) (ET3.5, 3.1*, 3.7*,6.1, 6.1*, 6.2*, 6.3*) 3. De muzische expressievorm aanvoelen, begrijpen en waarderen. Ik herken en begrijp in beelden de beeldaspecten (kleur, compositie, textuur, ) ( 9-15). Ik herken de culturele achtergrond van beelden. ( 3.3) (ET 1.3) Ik kan het verband verwoorden tussen gebruikte materialen en de indrukken die ze veroorzaken. ("3.4) (ET 1.2) Ik herken de verschillende soorten beelden en kan ze benoemen (bv. Stilleven of portret). ("3.6) (ET 1.3) Ik zie het verband in tussen beeld en muziek. ( 3.8) Ik ben me ervan bewust dat beelden veel toepassingsmogelijkheden hebben in de maatschappij (bv. techniek, mode of media) ("2.2) Ik kan de functie en de betekenis van een geluidsomgeving herkennen en beschrijven. ( 5.3) (ET 2.1, 6.2, 6.5) Ik kan eenvoudige functies van film- en reclamemuziek herkennen. ( 5.4) Ik kan geluiden, klanken en klankeigenschappen herkennen, vergelijken en ordenen volgens diverse criteria. ( 5) (ET 2.1, 6.2, 5.3) Ik kan eenvoudige vormen van samenklank herkennen en vergelijken. ( 7.2) (ET 2.1) Ik kan de structuur en de vorm van een ritme, een melodie of een klank- of muziekstuk aan de hand van de structurele principes (herhaling, variatie, contrast) herkennen en benoemen. ( 7.5) Ik kan eenvoudige muzikale vormen herkennen en vergelijken. ( 7.6) leerlijn muzische derde graad.xls 2van15 Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsaanbod

Ik herken beelden en symbolen van auditieve prikkels. ( 8.1) Ik kan die beelden en symbolen noteren. ( 8.1) Ik kan de vorm van talige boodschappen beoordelen. ( ) (ET 3.7*) Ik kan materiaal selecteren op grond van expressieve en creatieve waarde. ( ) In mijn nadenken over Wat is de weg en wat zijn de middelen? heb ik aandacht voor: klankverwante woorden, spreektechnische aspecten, expressieve aspecten van taal, figuurlijk taalgebruik en stijl. ( ) (ET 3.2, 6.5*) Ik denk na over spreektechnische aspecten zoals articulatie, accent of intonatie. ( ) (ET 3.2) Ik ervaar de wezenlijke aspecten van dramatisch spel: rol en handeling, tijd en ruimte en motieven en gevoelens. ( 1.5) Ik weet dat vragen als wie, wat, waarom, hoe, wanneer en waar? me op het spoor brengen van de wezenlijke aspecten van dramatisch spel. ( 1.6) Ik kan vaststellen hoe een boodschap via dramatisch spel op verschillende wijzen kan worden gebracht. ( 3.7) Ik kan illustreren hoe beweging en dans waardevol zijn in het dagelijkse leven, hier en in andere culturen. (Ó 5.5) 4. Gevoelig zijn voor het overdrachtelijke of symbolische karakter van een muzische expressievorm. Ik ben gevoelig voor beeldspraak in kunstzinnige expressie. Ik zet mijn eigen fantasie en verbeelding in tijdens de ontmoeting met kunst of een kunstzinnige uiting van anderen. Ik kan materiaal selecteren volgens expressieve en creatieve waarde. ( ) Ik denk na over de betekenis van een talige boodschap en heb daarbij oog voor: figuurlijk taalgebruik, letterlijke en overdrachtelijke betekenis, beeldspraak, spreekwoorden, zegswijzen, uitdrukkingen, () Ik denk na over de stijl en aspecten daarvan waarmee aan een bepaalde boodschap vorm wordt gegeven. () Ik heb oog voor de uitdrukkingskracht van taal en beweging in een doe-alsof-situatie. ( 3.2) (ET 3.2) 5. De ander in zijn expressie willen ontmoeten. ET 6.4, 6.5 leerlijn muzische derde graad.xls 3van15 Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsaanbod

Ik beschouw een kunstzinnige expressie als de uitdrukking van een boodschap, een persoon of een gemeenschap. Ik kan de boodschap van de kunstenaar koppelen aan zijn levensverhaal. In kunstzinnige uitingen ontdek ik andere culturen en breng daar waardering voor op. In elke kunstzinnige uitdrukking ervaar ik een verbondenheid met mezelf of met de andere. Ik zoek de kunstzinnige expressie van iemand op, omdat ik het als een belangrijke weg ervaar naar wie hij diep van binnen is. In expressie ervaar ik de relatie van mensen met de Andere (God). Ik stel vragen over beelden. ( 1.2) (ET 1.3,6.1) Ik tracht in de beeldende expressie de andere(n) te ontdekken. ( SD 18) Ik sta open voor en hou rekening met de kenmerken van een bepaalde muziekcultuur. ( 14.3) (ET 2.3, 6.1, 6.3, 6.5) Ik ben bereid om geconcentreerd te luisteren en inhoudsgericht te spreken door me in te leven in een boodschap. () Ik breng waardering op voor de vertolking van eenzelfde boodschap door anderen. ( 4.2) (ET 6.4, 6.5*) Ik breng respect op voor de manier waarop een bepaald idee of personage, een bepaalde gebeurtenis of omstandigheid wordt gedramatiseerd. ( 4.1) (ET3.4, 6.5*) 6. De band leggen met de eigen innerlijke wereld. Ik grijp elke impressie aan om met mezelf te communiceren en me bewust te worden van wie ik ben en van wat me beweegt. Ik ben me bewust van de verschillende mogelijkheden tot zelfexpressie. Ik kan me inleven in de zeggingskracht van beelden. ( 2.5) (ET 1.3) In het luisteren naar anderen (tijdens het bespreken van werkstukken) doe ik zelfkennis op. ("SD20) Ik heb weerstand opgebouwd ten opzichte van bepaalde beelden. ( SD 35) Ik sta kritisch tegenover diverse vormen van muzikale communicatie. ( 14.1) (ET 2.3) Ik gebruik mijn voorkennis tijdens de omgang met mondelinge en schriftelijke taal. ( ) Ik verzamel materiaal door onder meer te putten uit mijn gevoelsleven, mijn ervaring en beleving, mijn fantasie en door te associëren. ( ) (ET 3.5) leerlijn muzische derde graad.xls 4van15 Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsaanbod

Ik kan me inleven in de wijze waarop anderen gestalte geven aan een spelsituatie. ( 3.6) (ET 3.2) Ik kan me verwonderen over de boodschap die anderen dramatiseren. ( 3.5) (ET 3.2) Ik ken de relatie tussen het spel en mijn eigen ik, mijn eigen leefomgeving, de sociale of de maatschappelijke omgeving. ( 6.5) (ET 3.2, 3.3, 3.4, 6.5) 7. Willen kennismaken met de wereld van de kunst. Ik begrijp dat mensen en gemeenschappen veel waarde hechten aan kunst, dat ze kunst willen tonen en bevorderen en dat ze kunstproducten met zorg bewaren. ET 6.2 Ik toon interesse en bewondering voor kunstwerken, ook van andere volkeren en van vroegere tijden. Ik probeer zonder vooroordelen naar beelden te kijken. ( 1.3) (ET 6.2) Interesse betonen voor beelden ( SD14) Ik ben nieuwsgierig voor diverse vormen van muzikale communicatie. ( 14.1) (ET 2.3, 6.1,6.2) Ik ben nieuwsgierig naar boeken. ( ) (ET 6.1*) Ik sta open voor de nieuwe dingen die ik in mijn omgeving ontdek als inspiratiebron voor mijn eigen dramatisch spel en geniet daarvan. ( 2.3) (ET 6.1) 8. Genieten van een kunstzinnige expressie of een kunstwerk. Et 3.7, 4.1, 6.2* Ik koester mijn eigen creaties. Ik ben me bewust van wat me in kunstwerken aantrekt, onverschillig laat of afstoot en kan dat uitdrukken. Ik kan o.a. bewondering opbrengen voor: de expressieve kracht, de technische perfectie, de sterke verbeeldingskracht, de oorspronkelijkheid en de schoonheid van een kunstwerk. Ik ben verwonderd en toon bewondering voor beelden. ( SD 15) Ik beschouw aandachtig en waardeer allerlei aspecten van de beeldende kunsten van vroeger en nu en van verschillende culturen. (" SD 34) (ET 1.1) Ik geniet van het muzisch handelen waardoor mijn expressiemogelijkheden verruimen. ( 2.1) (ET 3.1*, 3.7*, 6.1*, 6.2) Ik geniet van het gevarieerde aanbod van hedendaagse en klassieke kinderliteratuur als mogelijk uitgangspunt voor dramatisch spel. ( 2.7) (ET 3.1*, 3.7*, 6.1, 6.1*, 6.2) leerlijn muzische derde graad.xls 5van15 Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsaanbod

Ik beleef plezier aan taalbeschouwing en aan het spel ermee. ( ) Ik beleef plezier aan lectuur. ( ) (ET, 3.7*, 6.3*) 9. Over kunst communiceren. Ik kan en durf mijn eigen ervaringen of interpretaties van een kunstzinnige creatie uitdrukken. Ik kan bij het beschouwen de leefwereld en de levensvisie van de kunstenaar ter sprake brengen. Ik kan mijn beleefde emoties rond een bepaald gebeuren, een onderwerp, een idee onder woorden brengen. ("2) Ik kan mijn auditieve ervaringen beschrijven en met een gepaste woordenschat benoemen. ( 11.1). (ET 2.5) Ik kan in mijn spreken over muziek veel voorkomende begrippen uit de wereld van klank en muziek passend gebruiken. ( 11.3) (ET 2.5) Ik kan napraten en van gedachten wisselen over leeservaringen met anderen. ( ) (ET 3.5, 3.7*) Ik kan met anderen praten over de keuze van spelvormen, onderwerpen en beleving in het eigen spel en dat van anderen. ( 10.4) (ET 3.7*) 10. Ervaren dat schoonheidsbeleven of de smaak van mensen verschilt. ET 6.2*, 6.5) Ik ervaar dat smaken en schoonheidsidealen zoals ook in de mode, de architectuur, de populaire muziek of de dans verschillen naar tijd en ruimte of van cultuur tot cultuur. Ik zie die verscheidenheid als een rijkdom en een kans voor een intense uitwisseling tussen mensen. Ik toon begrip voor verschillende interpretaties en appreciaties van beelden. ( SD19) Een eigen mening over de omgang met klank en muziek verwoorden. ( 11.2) Ik kan een boodschap vergelijken met mijn eigen of met een andere mening. ( ) (ET 6.2) 11. Over kunstzinnige expressie een oordeel geven. ET 1.1, 2.5, 3.7, 5.5, 6.2*, 6.5 Ik toon respect voor de uitingen van leeftijdsgenoten die tot de eigen en andere culturen behoren. leerlijn muzische derde graad.xls 6van15 Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsaanbod

Bij het beoordelen van het typisch muzische of kunstzinnige zelf hanteer ik criteria zoals: de relatie tussen inhoud en vormgeving, de originaliteit, de doorleefdheid en de expressieve kracht. Ik gebruik passende termen om op een genuanceerde wijze het kunstzinnige te beoordelen. Ik durf mijn eigen schoonheidsbeleven en oordelen over kunst eerlijk bevragen. Ik voel niet de behoefte om elke kunstzinnige uiting te willen beoordelen. Ik ben me ervan bewust dat een vastgelegd beeld een subjectieve weergave is van de werkelijkheid. ("4.6) Gemotiveerde appreciaties kunnen uitspreken. ( SD13) Ik hanteer vorm- en kwaliteitscriteria bij het beoordelen van bewegingsexpressie. ( 6.2) (ET 4.6) Ik kan en durf mijn eigen en andermans bewegingsexpressie kritisch te bespreken. ( 6.4) (ET 4.6) Ik kan een eigen mening over de omgang met klank en muziek verwoorden. ( 11.2) (ET 2.5) Ik kan de esthetische waarde, de originaliteit en creativiteit van niet-talige en talige boodschappen beoordelen. () (ET 3.7*) Ik kan op tekorten of kwaliteiten van een boodschap wijzen. ( ) Ik kan het dramatisch spel van leeftijdsgenoten opbouwend-kritisch en tactvol bespreken. ( 10.1) Ik kan dramatisch spel beoordelen op basis van bepaalde criteria zoals: verhouding beeld - klank, woord - beweging, beleving, fantasie, originaliteit enz. ( 10.5) Ik ben gevoelig voor opbouwende kritiek. ( 10.6) Ik herken in audiovisueel opgenomen dramatisch spel opvallend goede en minder geslaagde fragmenten. ( 9.2) (ET 5.1, 5.2, 5.4) 12. Erop gericht zijn de eigen ervaringen, ideeën, gevoelens en waardering in muzische talen uit te drukken. ET 6.3 Ik ervaar de muzische taal als onmisbaar in de communicatie tussen mensen en zet ze waar mogelijk in. Ik kan mijn gevoelens uiten in beelden. ( SD12) Ik durf me door middel van klank en geluid uiten. ( 12.1) Ik tracht expressief te spreken en te schrijven. ( ) Ik kan expressief, muzisch spreken: me inleven in duidelijk herkenbare rollen en situaties vanuit de eigen verbeelding. ( ) Ik kan boodschappen en teksten integreren in manuele, muzikale, lichamelijke en leerlijn muzische derde graad.xls 7van15 Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsaanbod

dramatische expressie. () Ik kan bewust de werkelijkheid verbeelden. ( 5.3) (ET 3.1, 3.4, 3.5) Ik ben bereid eigen belevenissen, ervaringen, gedragingen, gevoelens en handelingen spontaan in allerlei situaties te vertolken in dramatisch spel. ( 5.4) (ET 3.1, 3.4, 3.5) Ik kan samen met anderen een bewegingsopdracht- of verhaal uitvoeren. ( 5.2) (ET4.2) Ik kan een eenvoudig bewegingsverhaal opbouwen over iets wat ik gehoord, gezien, gelezen, gevoeld of meegemaakt heb. (Ó4.3) 13. Erop gericht zijn de muzische expressiemogelijkheden te exploreren en ermee te experimenteren. ET 6.1, 6.2, 6.3 Ik geniet ervan de dingen om me heen op hun expressieve mogelijkheden te onderzoeken. Ik toon belangstelling voor materialen en instrumenten die in expressieve of kunstzinnige realisaties worden aangewend. Met het oog op een originele expressie durf ik met instrumenten en materialen experimenteren. Door werkstukken te maken ontdek ik de vele mogelijkheden van de beeldtaal. ( 5.2) (ET 6.2) Ik ben nieuwsgierig naar de kennismaking met nieuwe materialen en technieken. ( 5.3) Ik kan het materiaal verkennen waarmee ik me beeldend kan uitdrukken. ( 16) Ik kan vrij en gericht experimenteren met materiaal of kan het gericht verkennen. ( 17) Al doende ontwikkel ik een persoonlijke bewegingsstijl. ( 1.5) (ET 4.3, 6.4) Ik kan experimenteren met verschillende aspecten van de tijd: duur, tempo, snelheid, volgorde, metrum en ritme. (Ó3.1) (ET4.4) Ik experimenteer met mijn stem en heb daarbij aandacht voor een goed stemgebruik, een zuivere toon en expressiviteit. ( 1) (ET 2.1, 2.2, 2.4) Ik denk na over Wat is de weg en wat zijn de middelen? en durf te experimenteren met klankverwante woorden, spreektechnische aspecten, expressieve aspecten van taal, stijl en stilistische aspecten van zinnen, visuele aspecten van de tekststructuur, figuurlijk taalgebruik en stijl, en stilistische aspecten in verband met de semantiek. ( ) (ET 3.6) Ik durf te improviseren door in te spelen op onvoorziene omstandigheden. ( 7.3) Ik reageer expressief met een creatief stem- en taalgebruik en beeld daarmee ook belevenissen uit.( 8.3) (ET 3.2, 3.3, 3.6) Ik pas verbale en non-verbale spelvormen toe of improviseer. ( 6.6) (ET 3.2, 3.3, 3.4, 3.6, 6.5) leerlijn muzische derde graad.xls 8van15 Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsaanbod

Ik kan me inleven in een ding, een idee, een personage, een gebeurtenis of een omstandigheid uit de werkelijkheid of uit een verteld of voorgelezen verhaal en geef dat al spelend vorm. ( 6.1) (ET 3.2, 3.3, 3.4, 3.6, 6.5) 14. Technische vaardigheden in verband met muzische vormgeving trachten te beheersen. Ik zoek spontaan naar nieuwe technieken die kunnen bijdragen tot een betere zelfexpressie. Ik streef naar een zeker métierschap binnen één of meerdere muzische talen. Op mijn niveau beheers ik de beeldtaal. ( 6.2) Ik ken de beeldaspecten licht, ruimte, lijn, vorm, kleur, textuur en compositie en pas die toe in mijn beeldend bezig zijn. ("9 15) (ET 1.5) Ik doorzie de mogelijkheden en beperkingen van een techniek of materiaal en hou daarmee rekening bij het aanwenden. (" SD 3). Ik beheers verschillende technieken. ( SD 29) (ET 1.5) Ik kan zowel grote als kleine werkstukken creëren. ( SD30) Ik heb aandacht voor een goede lichaamshouding als een aspect van de werkhouding. ( SD31) Ik kan materieel nodig om materiaal te bewerken benoemen, juist gebruiken en er veilig mee omgaan. (" 18, SD32) Ik ken middelen en kan die aanwenden om verschillende materialen aan elkaar te bevestigen. (" 19) Ik voel mezelf goed aan in bewegingsexpressie. ( 2) (ET 4.4) Ik kan spelen met evenwicht in houdingen en bewegingen. ( 2.1) (ET4.4) Ik voel de lichaamsruimte aan en kan die gebruiken. ( 2.2) (ET4.4) Ik kan mijn bewegingsenergie doseren. ( 2.3) (ET4.4) Ik kan mezelf op een dynamische wijze organiseren in mijn bewegingsexpressie. ( 2) (ET 4.4) Ik ga bewust om met bewegingsrichtingen, plaats en bewegingsbanen. ( 3.3) (ET 4.4) Bij het musiceren gebruik ik mijn ademhaling bewust en verzorg ik mijn lichaamshouding. ( 1.1) (ET 2.4) Ik voer een tekst of een lied uit met aandacht voor een correct stemgebruik en een goede stemexpressie. ( 1.3) (ET 2.4) Ik bezit een gevarieerd repertoire van kinderliedjes die ik zuiver en expressief kan zingen. Ik gebruik mijn liederenschat als impuls voor diverse expressiewijzen en spelvormen. ( 1.4) (ET 2.4, 6.3) Ik kan musiceren met voorwerpen en instrumenten en heb daarbij aandacht voor klankproductie en speeltechniek. ( 2) (ET 2.2) leerlijn muzische derde graad.xls 9van15 Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsaanbod

Ik gebruik elementaire muzieknotatie als hulpmiddel bij het vocaal of instrumentaal musiceren. ( 3.2)(ET 2.3) Ik kan een eenvoudige, grafische muziekpartituur vocaal of instrumentaal verklanken. ( 3.3) Ik kan de opnamemogelijkheden van audioapparatuur zinvol gebruiken. ( 4.3) Ik kan bij het musiceren verschillende verwerkingsmogelijkheden of musiceervormen toepassen. ( 4.1) (ET 2.2, 2.4) Ik herken bij het musiceren de verschillende rolverdelingen en pas die zelf ook toe. ( 4.2) (ET 2.4) Ik kan een grafische partituur ontwerpen. ( 8.2) Ik kan een klank- of muziekstuk ontwerpen vanuit een buitenmuzikaal gegeven. ( 9.1) (ET 2.5) Ik kan een klank- of muziekstuk ontwerpen vanuit een muzikaal gegeven. ( 9.2) Ik verzorg mijn accentueringen en intonatie. ( ) (ET 3.6) Ik ken vergelijkingen, weet ze te gebruiken en kan er zelf maken. ( ) Ik kan figuurlijk taalgebruik herkennen en zelf gebruiken. ( ) Ik kan teksten selecteren op grond van hun expressieve en creatieve waarde. ( ) Ik kan bij mijn schrijven aan anderen communicatieve, schrijfstrategische, schrijftechnische, taalkundige en spellingvaardigheden op mijn niveau toepassen. ( ) Ik kan weergavetoestellen bedienen om dramatisch spel van mezelf en van anderen te bekijken. ( 9.3) Ik ontwikkel een aangepaste spreektechniek (articulatie, adembeheersing, tempo, toonhoogte, toonsterkte, ). ( 8.2) (ET 3.2, 3.3, 3.6) Ik gebruik de ruimte op gepaste wijze (mise-en-scène). ( 8.4) (ET 3.2, 3.6) Ik ervaar dat de juiste verhouding tussen woord en beweging mijn expressie kan vergroten. ( 8.7) (ET 3.2, 3.3, 3.4, 3.6) 15. Je voorstellingsvermogen, je fantasie of je verbeelding durven aanspreken. ET 6.4 Ik kan allerlei belevingsmomenten bij mezelf opdiepen. Ik kan originele combinaties en ongewone verbanden leggen tussen mijn voorstellingen. Ik ben een associatief en divergent denker. Ik ben gericht op het zoeken van creatieve oplossingen. ( SD9) Ik druk mijn innerlijke gevoelswereld uit in creatieve beelden. ( SD36) Ik kan een bewegingsverhaal opbouwen over iets wat ik heb gehoord, gezien, gelezen, gevoeld of meegemaakt. (Ó4.3) (ET 4.2) Ik kan improviserend reageren op bewegingen van anderen en zo komen tot leerlijn muzische derde graad.xls 10van15 Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsaanbod

samenspel. (Ó5.1). (ET 4.3) Ik kan zelf dansen ontwerpen om individueel of samen met anderen te dansen. (Ó5.3) (ET 4.3, 4.5) Ik kan mijn beweging afstemmen op een klank, op muziek of op andere bewegingen. ( 10.4) Ik kan me inleven in duidelijk herkenbare rollen en situaties en vanuit de eigen verbeelding en beleving daarop inspelen. ( ) (ET 3.4) Ik spreek over voorstellingen en situaties uit de fantasie. ( ) (ET 3.6) Bij het verzamelen van materiaal put ik uit mijn eigen gevoelsleven, ervaring en beleving, mijn fantasie en door te associëren. () Ik verken een spelopdracht vanuit eigen vragen. ( 6.3) (ET 3.3, 3.4, 3.6, 6.5) Ik ben bereid eigen belevenissen, ervaringen, gedragingen, gevoelens en handelingen spontaan in allerlei situaties te vertolken in dramatisch spel. ( 5.4) (ET 3.5) Ik ben me bewust van het verschil tussen verbeelde en werkelijke tijd en kan de plaats en handeling juist inschatten. ( 8.5) (ET 3.2, 3.3, 3.4) Ik kan de werkelijke tijd (duur van het spelen) en de verbeelde tijd (in het spel gesuggereerde tijd) passend gebruiken. ( 8.6) (ET 3.2, 3.3, 3.4) 16. Gericht zijn op een oorspronkelijke vormgeving. ET 6.3, 6.4, 6.4* Ik kan afstappen van het gewone, van wat de meesten denken en doen. Ik ben gericht op een oorspronkelijke en originele vormgeving. Ik ga na of ik, soms zonder het te beseffen, niet op platgetreden paden ben terechtgekomen. Ik ga gedreven door in het zoeken van een eigen weg en ben gericht op de ontwikkeling van een eigen stijl. - Ik hanteer een eigen beeldtaal om impressies weer te geven. ( 7) (ET 1.4, 1.5) Zich door middel van klank en muziek durven uiten. ( 12.1) Ik heb een persoonlijke bewegingsstijl. ( 1.5) Ik maak nieuwe combinaties en plannen. ( ) (ET 6.1*) Tijdens het spel durf ik met een eigen expressiestijl inspelen op ervaringen, gevoelens, ideeën en fantasieën van anderen. ( 7.4) (ET 6.4*) leerlijn muzische derde graad.xls 11van15 Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsaanbod

17. Gericht zijn op een verstaanbare of sprekende vormgeving. ET 6.3 Ik ben me bewust van mijn voorkeur voor (een) bepaalde muzische ta(a)l(en), waarmee ik het best tot zelfexpressie kom. (Ik ken mijn Muzenplu.) Ik probeer de zeggingskracht van mijn creaties o.a. te vergroten door accenten te leggen, weg te laten wat niet essentieel is, een verrassend element in te bouwen, variatie, herhalingen en tegenstellingen in te bouwen. Ik kan het standpunt van de ontvanger innemen. Ik ervaar dat niet alleen het verhalende (de inhoud) van de beeldtaal van belang is, maar dat ook de vorm en de presentatie belangrijk zijn. ("6.4) Tijdens het creëren toets ik mijn gedachten en beelden aan het product en laat daaruit nieuwe beelden ontstaan. ("7.2) (ET 1.5, 1.6) Ik streef naar een verrijking van mijn eigen beeldtaal. ( 7.3) (ET 6.3) Ik neem actief deel aan het groepsmusiceren en kan mij aanpassen aan de eisen van het samenspel. ( 13.2) (ET 2.2, 6.5) Ik besef dat luisteren, spreken en schrijven basisvaardigheden zijn om me als persoon in de samenleving te ontplooien en te handhaven. ( ) (ET 3.4) Ik kan op een doeltreffende en verzorgde wijze eigen boodschappen mondeling en schriftelijk aan anderen overdragen, onder meer in relevante situaties binnen en buiten de school. () (ET 3.4, 3.5) Ik kan mijn dramatisch spel beoordelen op grond van bepaalde criteria zoals de verstaanbaarheid van de gekozen vormgeving voor het publiek. ( 10.5). (ET 3.7*) 18. Werken vanuit geloof in eigen kunnen. ET 6.3, 6.4* Ik heb vertrouwen in mijn eigen expressiemogelijkheden. Ik toon mijn creatief werk graag aan anderen. Ik heb zelfvertrouwen. ( SD10) Ik durf bewegen vanuit een persoonlijke stijl. ( 1.5) (ET 6.4, 6.3) Ik heb zicht op mijn eigen mogelijkheden op het vlak van bewegingsexpressie. ( 6.1) (ET 4.6) leerlijn muzische derde graad.xls 12van15 Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsaanbod

Ik durf me door middel van klank en muziek uiten. ( 12.1) (ET 6.2, 6.3) Ik wil en durf spreken en ben bereid aan gesprekken deel te nemen. ( ) (ET 3.6 Ik wil en durf schrijven. ( ) Ik ervaar mijn eigen uitdrukkingsmogelijkheden en beperkingen om me dramatisch-expressief te uiten. ( 7.1) (ET 6.4*) Ik overwin lichamelijke en psychische gêne. ( 7.2) (ET 6.3, 6.4*) Ik speel iets met zelfvertrouwen, met of zonder publiek. ( 7.5) (ET 6.3, 6.4*) 19. Genoegen beleven aan muzisch bezig zijn. ET 6.3 Ik ervaar hoe ik een stukje van mezelf kan ontdekken in wat ik met m n hele zijn vorm geef. Ik ervaar in het samen beleven en muzisch bezig zijn de verbondenheid met de anderen en ik geniet daarvan. Ik beleef veel plezier aan een creatieve en speelse omgang met de werkelijkheid. Ik ga helemaal op in de muzisch-creatieve verwerking van de werkelijkheid. Vreugde beleven aan het creëren van werkstukken. ( SD7) (ET1.4) Vreugde beleven aan het experimenteren met materialen en technieken. ( SD6)(ET1.4) Ik voel me verbonden met de anderen tijdens het groepsgericht bezig zijn met muziek. ( 12.3) (ET 2.4, 6.3) Ik beleef plezier aan de omgang met mondelinge taal en in talige expressie. ( ) (ET 3.1, 6.3*) Ik beleef plezier in de omgang met schriftelijke taal en in talige expressie. ( )(ET 3.1, 6.3*) Ik beleef plezier aan schrijven en aan schriftelijke talige expressie. ( )(ET 3.1, 6.3*) Ik beleef plezier aan taalbeschouwing en aan het spel ermee. ( )(ET 3.1, 6.3*) Ik beleef plezier aan en geniet van zelf spelen en spelen met anderen. ( 2.5) (ET 3.1*, 3.7*, 6.3*) Ik beleef plezier aan een presentatie voor publiek. ( 2.6) (ET 3.1*, 3.7*, 6.3*) 20. Overal mogelijkheden tot muzische vormgeving ontdekken en toepassen. ET 6.1* Ik ben er op gericht waar mogelijk een muzisch-expressief element toe te voegen aan wat ik maak en doe. leerlijn muzische derde graad.xls 13van15 Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsaanbod

Ik probeer rond mij een muzisch klimaat te scheppen bv. door aankleding en muziek. Ik ga steeds op zoek naar creatieve oplossingen. ( SD9) Ik neem initiatief. ( SD 8) Ik probeer beeldende problemen op een creatieve manier op te lossen. ( SD40) (ET 1.5) Ik kan de functie en de betekenis van een geluidsomgeving herkennen en beschrijven. ( 2.1) Ik zie hoe beweging en dans waardevol kunnen zijn in het dagelijkse leven, hier en in andere culturen. (Ó5.5) (ET 6.4, 6.5) Ik spreek expressief en muzisch. ( ) (ET 3.6) Waar mogelijk probeer ik alleen of in groep een grap, een raadsel, rijmpjes, gedichten, sprookjes, verhalen, een poppenspel, dialogen of toneelstukjes naar voren te brengen. ( ) 21. Het muzische bezig zijn zelf kunnen verrijken en sturen (leren leren). Ik heb aandacht voor wat er van leeftijdsgenoten en kunstenaars te leren valt. Ik ga spontaan op zoek naar middelen om mijn vormgevingstechniek te verbeteren. Ik ga planmatig te werk bij het werken aan een creatie. Ik neem op tijd afstand van mijn werk om na te gaan of en hoe ik moet bijsturen. Ik ga voor mezelf na hoe ik nog meer genoegen kan beleven aan het beschouwend en creërend bezig zijn. Ik ben me bewust van wat me remt en waar mijn knelpunten zitten waarin ik mezelf kan verbeteren of bijsturen, zowel op het gebied van vaardigheden als op dat van houdingen waarmee ik activiteiten benader. Een moeilijk detail oefen ik vooraf in. ( 8.6) (ET 1.5) Bij het creëren van beelden vertrek ik vanuit globale aanzetvormen. ( 8.7) Ik kan een werkstuk grondig doorwerken. ( 8.9) Ik schrik er niet voor terug om tijdens het creëren het ontwerp te wijzigen. ( 8.10) Ik bekijk mijn beeldend werk nog eens na een pauze. ( 8.12) Tijdens het creëren wissel ik regelmatig van gedachten met anderen over onze realisatie. ( 8.13) Ik kan efficiënt werken. ( SD 23) Ik kan een gemotiveerd oordeel uitspreken over mijn eigen creaties. ( SD 25) Ik kan leesvaardigheden en -strategieën aanwenden, rekening houdend met de totale leessituatie, de tekstsoort en het verwerkingsniveau. ( ) leerlijn muzische derde graad.xls 14van15 Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsaanbod

Ik kan communicatieve elementen integreren zoals andere hulpmiddelen kiezen of hulpmiddelen anders gebruiken, mijn communicatief gedrag aanpassen, mijn voorleesgedrag aanpassen en bijsturen, en bij voorlezen allerlei spreektechnische vaardigheden doeltreffend toepassen. () (ET 3.6) Ik kan als taalbeschouwer mijn taalgebruik plannen, sturen en bewaken en zo mijn taal meer bewust gebruiken en verbeteren. () (ET 3.6) Ik besef dat de kwaliteit van visuele boodschappen en van teksten verbeterd kan worden door er met anderen over te spreken. () (ET 3.2) Ik ben bereid kritisch te staan tegenover mijn schrijven en spreken. ( ) (ET 3.7*) Ik praat over en sta kritisch tegenover de keuze van spelvormen, onderwerpen en beleving, in het eigen spel en dat van anderen. ( 10.4) (ET 3.7*) Ik sta open voor suggesties van medespelers om het eigen dramatisch spel en het samenspel te verbeteren. ( 10.8) (ET 3.7*) Ik ben bereid terechte opmerkingen van het publiek in mijn eigen spel te verwerken. ( 10.9) (ET 3.7*) leerlijn muzische derde graad.xls 15van15 Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsaanbod