De succesformule van Flevodrome



Vergelijkbare documenten
TRAININGSCENTRUM. Schakel naar een passend vervolgtraject. Voor jongeren met een licht verstandelijke beperking in de leeftijd van 16 tot 23 jaar

De Sleutel tot het benutten van potentie

Mats Werkt! DÉ CURSUS VOOR HET BEGELEIDEN VAN MENSEN MET EEN ARBEIDSBEPERKING OP DE WERKVLOER.

Transactionele Analyse. Begrijpen en beïnvloeden. Nederlandse Vereniging voor Transactionele Analyse

Meander Nijmegen. Samen groot worden. Zorg voor jeugdigen. Begeleiding en (tijdelijk) wonen voor kinderen, jongeren en gezinnen BEGELEID (KAMER) WONEN

' Dit is de tijd die niet verloren gaat: iedre minuut zet zich in toekomst om.' M. Vasalis

Begeleid zelfstandig wonen. Voor jongeren met een (lichte) verstandelijke beperking

Training Omgaan met Agressie en Geweld

Info boekje voor ouders Gastouderbureau MIAvoorgezinnen

Sollicitatietraining: op weg naar stage & werk

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

S TA G E S L I J N 5

FAALANGST DE BAAS! TRAINING 1. faalangst. de baas! training.

Zorg voor je carrière. Neem gerust contact op of maak een afspraak. Telefoon: (030) of

Inge Test

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

Het pedagogisch beleid van het OPDC Samenwerkingsverband Zuidoost-Friesland VO

ZORGBUREAU JOKIJO PEDAGOGISCHE BELEIDSDOCUMENTEN

Productcatalogus 2015

Stap 3 Leeractiviteiten begeleiden

Samenwerking. Betrokkenheid

Op weg naar stage en werk

STICHTING KINDANTE. Visie Personeel

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld.

TIME OUT PROJECTEN. Samen. Aan Toekomst. Werken VZW ELEGAST

Mats Werkt! DÉ CURSUS VOOR HET BEGELEIDEN VAN MENSEN MET EEN ARBEIDSBEPERKING OP DE WERKVLOER.

Ons. Onderwijs. Kwaliteit in onderwijs

Onderwijskundige Visie

Opleiding. tot. Hooggevoeligheidsdeskundige

Samen doen. Zorgvisie. Zorg- en dienstverlening van A tot Z

Werken bij Het Poortje Jeugdinrichtingen. Werken aan een verantwoorde toekomst voor jongeren

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Liesbeth Bakker ID Datum

INTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS. duurzame plaatsing van werknemers met autisme

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Organisatiekracht. Mentale veerkracht. Teamkracht. Werkkracht. Menskracht MEER VEERKRACHT, MEER ENERGIE, BETERE PRESTATIES

Teamkompas voor Zelfsturing

Wonen Doe Je Thuis: inhoudelijk kader van Combinatie Jeugdzorg

APQ-vragenlijst 30 januari Daan Demo

Corporate trainingsaanbod

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen.

Training Leer Balans Leven

Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod

Master in. Leadership MAAK HET VERSCHIL VERBIND HART EN HARD START: ZIE AGENDA KLANTWAARDERING:

Informatie voor jongeren. Deeltijdbehandeling Radioweg

360 GRADEN FEEDBACK. Jouw competenties centraal

Oplossingsgericht en waarderend coachen.

Aanbod Persoonlijke Vaardigheden

Pedagogisch beleidsplan

GRAAG STELLEN WIJ ONS AAN U VOOR

1. De methodiek Management Drives

Een recept voor Vakmanschap. Bejegeningsstijl en opleiding van personeel

Doorstroming en oriëntering

Collectief aanbod Jeugd Houten

Identiteit van de Koos Meindertsschool

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

Als docent werk je vanuit een positie van autoriteit, als trainer vanuit een positie van gelijkwaardigheid

ACREON ZORGT VOOR ONDERWIJS

VELDDIJK WERELDSTAPPEN ELK TALENT TELT! EEN INKIJK BIJ

Integrale Zorg. Kom verder! INFORMATIE VOOR VERWIJZERS. Integrale Zorg voor kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking

Psychiatrie. Therapieprogramma.

Voor wie zijn de kind-jongere trainingen bedoeld? Hulpaanbod

Unal College. Professionele zorg, aandacht voor culturele achtergrond

Trainingen en workshops voor praktijkopleiders en leidinggevenden. Jouw talent, onze ambitie!

Observaties vanuit werkgevers over werknemers met een psychische kwetsbaarheid. datum 1 augustus Vooruitgang door vernieuwend werkgeven

Pedagogisch Beleid. Nanny Association

APQ-vragenlijst 28 maart Bea Voorbeeld

Leren in contact met paarden Communicatie die is gebaseerd op gelijkwaardigheid (Door Ingrid Claassen, juni 2014)

Training Conflicthantering

Mensen met licht verstandelijke beperking met moeilijk verstaanbaar gedrag

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

De paradox van de burger als uitgangspunt

INLEIDING / VERANTWOORDING. 3 DE METHODE 9 HET PERSOONLIJKE IN HET DOCENTSCHAP EN DE ROL VAN BEGELEIDER...

Integrale Zorg. Kom verder! INFORMATIE VOOR VERWIJZERS. Integrale Zorg voor kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking

Optimaal benutten, ontwikkelen en binden van aanwezig talent

Geestelijke Gezondheidszorg Eindhoven en de Kempen. Promenzo werkt

2 Training of therapie/hulpverlening?

Samenvatting van het projectverslag. Passend onderwijs voor hoogbegaafde leerlingen met sociaal-emotionele problemen en/of een ontwikkelingsstoornis

Post-mbo opleiding autisme

Werken met veerkracht bij de Rabobank. BA&O, 22 oktober 2015

paardencoach Frederieke van der Lijn Buitenpost

Proudy. Praktijk voor psychomotorishe kindertherapie

' Zijn wie je bent. Dat is geluk.'

Selectie-instrument HARRIE

ONDERWIJSONTWIKKELING - ACTIVERENDE DIDACTIEK

Pedagogisch beleid Kinderopvang Haarlem Spelend Groeien

is continu in beweging De wereld verandert De samenleving gemeente Voorst organisatieontwikkeling Colofon 2017 en verder

[2015] Oplossingsgericht werken met Kinderen. "Kids Skills" Gerrit van de Vegte

EEN LEVEN LANG LEREN

Welke vaardigheden hebben een invloed op het al dan niet succesvol zijn van het outplacement?

Effectief investeren in management

Pedagogische Visie en Beleid

STICHTING KINDANTE. Visie Personeel

SCHATTEN VAN ADVOCATEN

Online Psychologische Hulp Overspanning & Burn-out

Medewerkerstevredenheidsonderzoek

Doe mij maar een gewoon leven

Weerbaarheid en zelfsturing voor particulieren. Bouwen aan zelfvertrouwen. Jeugd

Missie van de Oosteinder: Het verzorgen van primair onderwijs in Aalsmeer Oost vanuit een integratieve aanpak en katholieke geloofsovertuiging.

ABC - Ambulant Behandelcentrum

Transcriptie:

De succesformule van Flevodrome De succesformule van leer-, werk- & trainingscentrum Flevodrome januari 2013

Contactgegevens Flevodrome Hout Adres : Veldweg 97 Postcode & plaats : 8231 SB Lelystad Telefoon : 0320 249 162 Flevodrome Metaal Adres : Silokade 7 Postcode & plaats : 1332 CN Almere Telefoon : 036-529 28 23 Postadres : Postbus 2344 8203 AH Lelystad Email Website : info@flevodrome.nl : www.flevodrome.nl 2

Inhoudsopgave Inleiding: dit is Flevodrome 4 1 Visie, missie & strategie 7 Visie 7 Missie 7 Strategie 7 2 Doelgroep: ver van de arbeidsmarkt 8 De doelgroep 8 Deelnamecriteria 8 3 Deskundigheid & organisatie 9 Deskundigheid 9 Lerende organisatie 9 Organigram 10 4 Methodiek 11 Transactionele Analyse 11 Systeemtheorie 12 Het cultiveren van zelfsturing 13 Leertheorie 14 Een eclectische benadering 15 5 Het traject: drie fasen & drie aandachtsgebieden 16 Drie fasen: kennismaking, training & uitstroom 16 Drie aandachtsgebieden: beroepshouding, vakmanschap & persoonlijke toekomstvisie 21 6 Resultaten tot nu toe 25 Opmerkelijke uitstroomcijfers 25 7 Flevodrome en de toekomst 26 Duurzame kansen 26 Bijlage 1: Schematische trajectweergave 27 Bijlage 2: Primair proces jongere 28 Bijlage 3: Transactionele Analyse 35 3

Inleiding: dit is Flevodrome Ons streven is jongeren te helpen bij het ontwikkelen van een goede beroepshouding, de nodige vakkennis en een realistische, positieve persoonlijke toekomstvisie Van bescheiden begin naar bewezen succesformule Flevodrome is in 1999 met drie 16-jarige jongeren in een schuur begonnen. Aanleiding was het feit dat er voor deze jongeren, die uit het ZMOK-onderwijs kwamen, geen passend vervolgonderwijs of werk te vinden was. Deze drie waren representatief voor een veel grotere groep jongeren voor wie alleen de weg van 12 ambachten en 13 ongelukken openligt. Flevodrome bood en biedt aan deze jongeren een nieuwe kans die bij hen past. Flevodrome werd opgericht door Eduvier onderwijsgroep, in samenwerking met de gemeenten Almere en Lelystad en de provincie Flevoland. Sinds die bescheiden start is Flevodrome uitgegroeid tot een volwaardige en succesvolle voorziening voor jongeren die vanwege gedrags- en motivatieproblemen (nog) niet meedraaien in reguliere opleidings- en reïntegratietrajecten. Hiermee is Flevodrome een onderdeel geworden van de Sluitende Aanpak waarmee de overheid jongeren met ernstige gedragsproblemen aan een plek in de samenleving wil helpen. Flevodrome is een leerwerkbedrijf gericht op werk en opleiding. We werken met een duaal traject. Enerzijds is dit gericht op gedragsaanpassing, anderzijds op het behalen van benodigde kwalificaties. Daarnaast onderzoeken we ook de noodzaak tot aanvullende hulpverlening en laten we jongeren werkervaring op doen door middel van stages. De twee locaties van Flevodrome in Lelystad en Almere bieden een omgeving die gunstig is voor de ontwikkeling van de jongere: kleinschalig, arm aan prikkels, rijk aan bewegingsruimte, met intensieve begeleiding (1 begeleider op 6 jongeren) en een sterk appèl op eigen verantwoordelijkheid. Hier kunnen zij 34 uur per week op ontspannen wijze een vak leren, terwijl zij intussen werken aan psychische en/of sociale barrières die hen weerhouden van het volgen van een opleiding of het vinden en behouden van een passende baan. De werkplaatsen in Lelystad (hout) en Almere (metaal & motorvoertuigen) bieden jongeren de mogelijkheid om in relatief korte tijd belangrijke stappen voorwaarts te maken in hun ontwikkeling tot verantwoordelijke, autonome volwassenen die hun eigen leven op positieve wijze weten in te richten. In dit document willen wij onze aanpak, die wij in alle bescheidenheid de succesformule van Flevodrome noemen, graag verder uiteenzetten. Doelstelling Leer-, werk- en trainingscentrum Flevodrome biedt jongeren intensieve individuele ondersteuning op het gebied van opleiding, beroepshouding en gedrag en motivatie. Het doel van onze activiteiten is de autonomie van de jongeren en daarmee hun succeskansen bij een vervolgopleiding of in het arbeidsproces te vergroten. We doen dat door hen een programma aan te bieden waarin ze leren door te werken, waar nodig ondersteund met specifieke testen of workshops. Ons streven is deelnemers te helpen om een goede beroepshouding, de nodige vakkennis en een realistische en positieve persoonlijke toekomstvisie te ontwikkelen. Dat doen ze in de praktijk (leren door doen) en in samenwerking met onze werkmeesters en andere deelnemende jongeren. 4

Doelgroep Flevodrome ziet zichzelf als één van de laagst liggende voorzieningen binnen de regio Flevoland. Zowel op het gebied van onderwijs en reïntegratie als op dat van de hulpverlening willen wij het gemakkelijkst toegankelijke vangnet zijn voor onze doelgroep. Die doelgroep bestaat uit jongeren van 16 tot en met 27 jaar, die veelal vanwege psychische, sociale, emotionele en/of contextuele problemen geen opleiding (kunnen) volgen of werk (kunnen) krijgen. Ook kinderen jonger dan 16 kunnen in sommige gevallen bij ons terecht. Dat gebeurt dan op voordracht van de aanmelder en met toestemming van de leerplichtambtenaar. Per locatie bieden wij plaats aan 18 deelnemers. Aangezien jongeren een traject bij ons volgen van gemiddeld een half jaar, kunnen wij per locatie jaarlijks zo n 32 nieuwe deelnemers op weg helpen. Resultaten Concreet stroomt jaarlijks tenminste 60% van onze deelnemers succesvol uit naar een baan of passende beroepsopleiding. Hun gedrag is dusdanig verbeterd dat wij hen in staat achten zelfstandig verder te gaan op de ingeslagen, positieve weg. De 40% die daar nog niet aan toe is helpen wij op weg naar een begeleidingstraject waarin andere hulpverleners hen ondersteunen. Sommigen gaan begeleid werken, anderen gaan naar een instelling, een justitiële jeugdinrichting (JJI) of een ontwenningskliniek om verdere terugval of recidive te voorkomen. Methodiek De methodiek die wij gebruiken is erop gericht de autonomie van de jongere te vergroten. De kracht van Flevodrome is de verantwoordelijkheid die genomen wordt om het traject, de ondersteuning en begeleiding met de jongere en zijn systeem aan te gaan. We (ver)oordelen niet, maar leren jongeren naar hun keuzes en gevolgen te kijken en daar verantwoordelijkheid voor te nemen. Het is essentieel dat een jongere inzicht krijgt in zijn eigen gedrag en de effecten daarvan op zijn omgeving. Bij Flevodrome vindt dit alles plaats op een ontspannen manier in de context van het dagelijks leer/werkprogramma. De competenties die een deelnemer gaandeweg verwerft, zowel vaktechnisch als gedragsmatig, zijn concreet en benoembaar. Op hout- of metaalgebied kan hij nuttige certificaten behalen, terwijl zijn gedragsvorderingen elke week aan de hand van een vaste vragenlijst met hem worden geëvalueerd. De methodiek die we hanteren binnen Flevodrome is gebaseerd op de leer van de transactionele analyse. Deze communicatie- en persoonlijkheidsontwikkelingstheorie gaat ervan uit dat menselijk gedrag gerelateerd is aan de verschillende rollen die wij vervullen (ouder, kind, volwassene). Het traject: intake & start, 3 hoofdfasen, nazorg Elke jongere die zich bij Flevodrome aanmeldt volgt een uniek traject dat op zijn/haar situatie, wensen en mogelijkheden is afgestemd. Globaal zien de trajecten er als volgt uit. Intake en start De jongere kiest zelf voor het traject, waarna wij het netwerk rondom hem/haar mobiliseren; Flevodrome maakt tijdens de intake een eerste beeldvorming, of inventarisatie van de problematiek en de veerkracht van de jongere; Het programma is gebaseerd op 5xR: rust, reinheid, regelmaat, relatie, respect; Door onze intensieve begeleiding krijgt de jongere direct reflectie op zijn eigen gedrag. 5

3 fasen Elk traject heeft 3 fasen: 1. Kennismaking Tijdens deze kennismakingsfase wordt elke jongere intensief begeleid. Het is een periode van veilig voelen en het samen in kaart brengen van aandachtspunten. Als het nodig is voeren we een persoonlijkheidsonderzoek uit om beter zicht te krijgen op behoeften en uitdagingen van de jongere. We zijn sterk gericht op het creëren van succeservaringen voor de jongere. Het aangaan van een relatie en bouwen aan vertrouwen door nabijheid, het beleven van succeservaringen en plezier hebben in, staan centraal in combinatie met werk, waardering, nuttige bezig zijn, ritme en richting geeft aan hun leven. 2. Training In deze fase trainen we de jongere om verantwoordelijkheid te nemen. Hij werkt aan eigen en algemene doelen die bij deze fase horen. De ondersteuning, jij bent oke, oordeel loze houding en vallen en opstaan staan in de relatie centraal. Het vinden en lopen van stage is een onderdeel van deze fase. 3. Uitstroom/autonomie In fase 3 gaat de jongere zijn eigen verantwoordelijkheid toepassen door zelfstandig zijn uitstroom voor te bereiden. Hij werkt verder aan zijn individuele doelen en maakt concrete plannen voor de periode na Flevodrome. Hij verkent vervolgroutes, schrijft zich in bij een opleiding of gaat solliciteren. Hij leert kiezen, initiatief te nemen en verantwoordelijk te worden voor zijn eigen toekomst. Flevodrome fungeert daarbij als begeleider, spiegel en supporter en laat de jongere langzaam los. Nazorg Nadat de jongere is uitgestroomd bieden wij naar aanleiding van een hulpvraag nazorg. We schakelen daarbij, in overleg met de jongere zelf, zijn eigen netwerk in: ouders, begeleiders, hulpverleners. Waar nodig versterken we dit netwerk door aanvullende externe hulp in te schakelen. 6

1 Visie, missie & strategie Jongeren kunnen bij ons erkende certificaten en diploma s behalen, terwijl we daarnaast hun gedrag wekelijks samen met hen evalueren Visie Onze visie is dat elke jongere potentieel heeft om een passende opleiding te volgen en/of een passende baan te krijgen en dat hij/zij erkenning en begeleiding verdient bij het ontdekken van dat potentieel. Flevodrome wil de laagst liggende onderwijs- en hulpverleningsvoorziening zijn voor onze doelgroep in de regio Flevoland. We willen jongeren, die er om wat voor reden dan ook niet in slagen een opleiding af te maken of een passende baan te vinden en te behouden, individuele leer-, werk- & trainingstrajecten aanbieden waarmee ze alsnog aansluiting vinden in het onderwijs of het arbeidsproces. Missie Flevodrome biedt individuele leer-, werk- en trainingstrajecten aan jongeren van 15 tot en met 27 jaar die psychische, sociale, emotionele en/of contextuele problemen hebben waardoor ze veelal binnen het reguliere onderwijsaanbod of arbeidsproces niet (kunnen) functioneren (verderop in dit document beschrijven wij de doelgroep uitgebreider). Wij bieden deze jongeren intensieve individuele ondersteuning op het gebied van opleiding, beroepshouding en hulpverlening. Ons doel is hun autonomie te vergroten zodat zij zelfstandig goede keuzes leren maken met betrekking tot opleiding en werk. We doen dit door leren en werken te combineren in een ontspannen dagelijks programma, waarbij het versterken van het zelfbeeld, het nemen van eigen verantwoordelijkheid en het maken van keuzes centraal staan. Daarbij helpen we deelnemers enerzijds praktijkgerichte vakkennis en vaardigheden te verwerven richting werk en anderzijds om een gezonde levens- en beroepshouding te ontwikkelen. Strategie Flevodrome is een onderdeel van de Eduvier onderwijsgroep, een organisatie die diverse vormen van onderwijs en begeleiding biedt aan kinderen met psychische, sociaal-emotionele en/of gedragsproblemen. De strategie van Eduvier is om ieder kind een individueel traject aan te bieden. Oftewel: één kind, één plan. Flevodrome doet dit voor de eerder beschreven doelgroep op basis van de methodiek van de Transactionele Analyse. In zijn of haar individuele leer-, werk- en trainingstraject bij Flevodrome krijgt elke deelnemende jongere ondersteuning op drie hoofdgebieden: beroepshouding; vakmanschap; eigen toekomstvisie. De competenties die deelnemers gaandeweg verwerven, zowel vaktechnisch als gedragsmatig, zijn concreet en benoembaar. Jongeren kunnen bij ons erkende certificaten en diploma s behalen, terwijl we daarnaast met hen evalueren hoe het gaat. Ze leren daarbij zelf verbeterpunten identificeren en doelen stellen. Op deze manier krijgen ze inzicht in hun eigen beperkingen, mogelijkheden en ontwikkeling. Met deze strategie heeft Flevodrome in de achterliggende jaren een unieke plek verworven in het onderwijs-, re-integratie en hulpverleningsaanbod binnen de regio Flevoland en vele jongeren hun eerste successen helpen beleven op weg naar zelfstandigheid. 7

2 Doelgroep: ver van de arbeidsmarkt Wat deze jongeren nodig hebben is een plek waar zij, vaak voor het eerst, successen kunnen boeken De doelgroep De jonge mensen op wie Flevodrome zich richt staan zeer ver van de arbeidsmarkt af. Vrijwel zonder uitzondering kampen ze met problemen van psychopathologische en contextuele aard. Velen zijn daarnaast in aanraking geweest met Justitie. In het algemeen onderscheidt onze doelgroep zich door een combinatie van (een aantal van) de volgende kenmerken: gebrekkige impulscontrole; gericht op directe behoeftebevrediging; verhoogde prikkelgevoeligheid, hyperactiviteit, afleidbaarheid, zwakke concentratie; lage frustratietolerantie; angstproblematiek, m.n. faalangst; stemmingsproblemen, depressieve kenmerken; laag zelfbeeld; gebrek aan basisveiligheid, hechtingsproblematiek; gebrek aan vertrouwen in anderen; gebrek aan zelfvertrouwen en zelfrespect; beperkte agressieregulatie (verhoogde agressie); beperkte oplossingsstrategieën; egocentrische instelling, beperkt inlevend vermogen; beperkte mate van zelfreflectie (gebrek aan zicht op eigen gedrag); opstandig gedrag, neiging tot externaliseren (zie ook het tekstvak op p.12); gebrekkige sociale vaardigheden; gebrekkige gewetensfunctie of een zwak/ander normbesef; weerstand tegen eisen en autoriteiten. Verslavingsproblematiek. Jongeren met dit soort problemen maken niet alleen weinig kans op een baan, maar kunnen ook in het reguliere onderwijs niet meekomen. Als gevolg van deze omstandigheden hebben zij vaak een lange historie van mislukkingen opgebouwd. Wat ze nodig hebben is een vertrouwde omgeving waarin hen intensieve individuele ondersteuning en in veel gevallen ook systeembegeleiding (zie ook het hoofdstuk Methodiek) wordt geboden. Een plek waar zij, vaak voor het eerst, successen kunnen boeken. Deelnamecriteria De belangrijkste voorwaarde waaraan een jongere uit deze doelgroep moet voldoen om een plaats te krijgen bij Flevodrome is dat hij leerbaar en enigszins gemotiveerd moet zijn om met ons aan zijn toekomst te werken. Ook moet hij vrij zijn van ernstige vormen van verslaving en ernstige psychiatrische problemen. Deelname is voor de jongere gratis. Reiskosten worden eventueel vergoed. 8

3 Deskundigheid & organisatie Flevodrome kenmerkt zich door professionaliteit, efficiency en een hoge mate van commitment aan de missie en de jongeren die bij ons binnenkomen Deskundigheid Flevodrome heeft de deskundigheid in huis die nodig is om onze missie voor en met de jongeren die bij ons komen te realiseren. Locatieleiders Alle leidinggevenden binnen Flevodrome dat wil zeggen de locatieleiders zijn minimaal in het bezit van een HBO-diploma gerelateerd aan de hulpverlening en/of hebben een onderwijsbevoegdheid. Daarnaast hebben zij een management opleiding gevolgd om Flevodrome ook organisatorisch in goede banen te kunnen leiden. Werkmeesters De werkmeesters die de jongeren op de werkvloer begeleiden zijn ervaren vakmensen. Zij zijn niet alleen specialisten in het materiaal waarmee zij werken (hout, metaal of motorvoertuigen), maar zijn daarnaast ook in het bezit van een pedagogisch-didactisch diploma. Ze kennen dus de ins en outs van hun vakgebied, maar zijn ook in staat de jongeren effectief op weg te helpen bij het verwerven van kennis en vaardigheden op dat vakgebied. Orthopedagoog Om elke jongere die bij ons komt de juiste begeleiding te kunnen bieden, hebben wij een orthopedagoge in dienst. Zij stuurt voornamelijk op de inhoudelijke kwaliteit van de trajecten die wij met elke jongere uitstippelen. Zij voert inhoudelijke gesprekken met de jongeren, in samenspraak met de andere leidinggevenden, volgt elk individueel traject, en doet dossieronderzoek. Bovendien betekent haar aanwezigheid dat Flevodrome in staat is om binnenshuis psychodiagnostisch onderzoek af te nemen. Hierdoor kunnen wij borg staan voor een deskundige en stevig onderbouwde aanpak en begeleiding. Ook neemt de orthopedagoge deel aan het kwaliteitsoverleg dat maandelijks met de locatieleiders plaatsvindt ter verbetering van de trajecten. Ondersteunende staf Onze ondersteunende staf zorgt er op de achtergrond voor dat het dagelijks reilen en zeilen binnen Flevodrome soepel en efficiënt voortgang kan vinden. Deze stafleden selecteren wij behalve op de benodigde deskundigheid ook op een positieve, rustige houding ten opzichte van de jongeren die aan onze programma s deelnemen. Lerende organisatie Flevodrome hecht er zeer aan een team te vormen dat zich kenmerkt door professionaliteit, efficiency en een hoge mate van commitment aan de missie en de jongeren die bij ons binnenkomen. Zonder deze nadrukkelijke eigenschappen zou de missie niet realiseerbaar zijn en zouden de jongeren op wie we gericht zijn op zichzelf aangewezen blijven. Mede om deze reden zijn wij voortdurend bezig onze expertise te vergroten door middel van het volgen van op onze eigen praktijk toegesneden opleidingen, trainingen en cursussen. 9

Organigram Flevodrome is een onderdeel van het Leer-, Werk-, & Trainingsbedrijf van Eduvier. Het Leer-, Werk- & Trainingsbedrijf is een strakke, praktijkgerichte organisatie met korte lijnen en duidelijke verantwoordelijkheden. De organisatie is als volgt opgebouwd: 10

4 Methodiek Wij werken vanuit een aantal verschillende theorieën die elkaar aanvullen, maar die vooral ook aansluiten op de praktijk die wij van dag tot dag tegenkomen in het op weg helpen van jongeren Binnen Flevodrome werken wij vanuit een aantal verschillende theoretische invalshoeken die elkaar aanvullen en versterken. Drie theorieën voeren de boventoon, te weten: de Transactionele Analyse, de Systeemtheorie en de Leertheorieën. Transactionele Analyse De Transactionele Analyse (TA) is een communicatie- en persoonlijkheidstheorie. Deze theorie gaat er vanuit dat ons menselijk gedrag nauw samenhangt met verschillende rollen die we dagelijks vervullen. De TA gaat uit van drie rollen: ouder, kind, volwassene. In onze onderlinge communicatie vertonen we reacties die samenhangen met de rollen die de ander en wijzelf spelen. Bijvoorbeeld: wanneer iemand tegen een volwassene autoritair optreedt (oudergedrag), kan dit onderdanigheid bij de ander oproepen (kindergedrag). Deze gedragsuitwisseling (ik doe jou iets, jij doet mij iets) noemen we een transactie. De TA onderscheidt, zoals gezegd, drie rollen, ook wel zijnswijzen genoemd, namelijk die van ouder, volwassene en kind. Zo n zijnswijze is een samenhangend patroon van gevoelens en ervaringen met een daarop aansluitend samenhangend gedragspatroon. Hieronder een korte toelichting op elk van de drie zijnswijzen: Ouder de kritische ouder: belerend, bestraffend, dominerend de voedende ouder: verzorgend, beschermend, opvoedend Volwassene kan omgaan met de directe werkelijkheid kan objectief informatie inwinnen pleegt verstandelijk overleg / reflecteert kan verantwoordelijkheid nemen voor keuzes Kind vertoont alle impulsen en min of meer verstarde gedragingen, meningen en gevoelens die in de jeugd zijn vastgelegd het natuurlijke kind: spontaan, intuïtief, creatief, rebels, genietend het aangepaste kind: gehoorzaam, stilletjes, vroegwijs of zeurderig het egocentrische kind: gericht op zichzelf en eigen behoeften. 11

Filosofische uitgangspunten van de TA De leer van de Transactionele Analyse is gebaseerd op een aantal humanistisch/existentiële filosofische uitgangspunten, te weten: Mensen zijn in staat om verantwoordelijkheid voor zichzelf en hun problemen te nemen en hun problemen op basis van gelijkwaardigheid op te lossen. Omdat mensen keuzevrijheid hebben, kunnen zij richting geven aan hun eigen leven. Mensen zijn van nature geneigd en in staat om in harmonie met zichzelf en anderen en de natuur te willen leven vanuit de attitude ik ben oké, jij bent oké! Iedereen verdient positieve aandacht en erkenning. De TA in de drie fasen van Flevodrome Bij Flevodrome passen we de theorie van de Transactionele Analyse toe in de drie verschillende fasen die elke jongere bij ons doorloopt: 1. In de eerste fase (kennismaking) speelt de werkmeester de rol van sturende ouder. De jongere houdt zich aan de regels die de werkmeester geeft en wordt vooral gestuurd. 2. Tijdens de tweede fase (training) veranderen de verhoudingen en komen de werkmeester en de jongere beiden in de rol van gelijkwaardige volwassene. De jongere krijgt nu meer vrijheden en de rol van de werkmeester wordt ondersteunend in plaats van sturend. 3. De laatste fase (uitstroom) wordt gekenmerkt door gelijkwaardigheid. De jongere is autonoom en verantwoordelijk voor zijn eigen gedrag en keuzes en is niet langer afhankelijk van sturing door een ouder. De ouder/werkmeester fungeert als vangnet voor de jongere. De werkmeester biedt nabijheid en bouwt een relatie op waarbij veiligheid centraal staat. Systeemtheorie Bij Flevodrome zien wij het gedrag van een jongere nooit als een geïsoleerd verschijnsel, maar altijd als een onderdeel van de omgeving waarvan hij of zij deel uitmaakt. Deze zienswijze komt overeen met de zogeheten systeemtheorie, die ervan uit gaat dat gedrag altijd gerelateerd is aan omgeving. Contract en autonomie Een systeem is een samenspel van elementen dat Kenmerkend voor onze omgang met (gedrags) als geheel functioneert door de onderlinge veranderingsprocessen op basis van de leer van afhankelijkheid van de elementen en dat voor de de Transactionele Analyse is dat wij met de betrokken elementen bepaalde functies vervult. jongeren een contract aangaan. In dit contract (Willemse, 2006) leggen wij samen met de jongere de wederzijdse bijdragen expliciet vast, evenals de gedeelde Uit de systeemtheorie vloeit voort dat gedragsverandering samenhangt met verandering van de omgeving. Als we jongeren willen helpen verantwoordelijkheid om de overeengekomen doelen te bereiken. Flevodrome richt zich daarbij op het zorgen voor toenemende autonomie van de jongere. veranderingen aan te brengen in hun leven, zullen Autonomie manifesteert zich door het vrijkomen wij hen ook mogelijkheden moeten bieden hun of het herstel van drie vermogens: omgeving te veranderen. Beiden zijn afhankelijk van elkaar en laten zich door elkaar beïnvloeden. - bewustzijn; - spontaniteit; - intimiteit. 12

De systeemtheorie biedt vooral een benaderingswijze voor het werk dat wij doen met Het cultiveren van zelfsturing jongeren: het stelt ons in staat gedrag in z n context te zien in plaats van alleen maar af te Jongeren die bij Flevodrome binnenkomen gaan op het gedrag zelf. worden in de beginfase vaak directief aangestuurd, maar in de loop van het traject Vijf uitgangspunten proberen we een verschuiving te laten plaatsvinden van externe sturing naar zelfsturing: De systeemtheorie kent 5 uitgangspunten: de deelnemer zal het uiteindelijk zelf moeten doen. Hierbij is het van vitaal belang dat zij 1. Het geheel is meer dan de som van de delen, inzicht krijgen in hun eigen gedrag en ontdekken dat ze dat gedrag zelf kunnen beïnvloeden: dat wil zeggen dat het systeem een uniek positief gedrag versterken, negatief gedrag karakter heeft dat niet is te herleiden tot de verminderen. Onze theoretische basis voor deze afzonderlijke eigenschappen van de delen; verandering is het self-management model van 2. Binnen het systeem zijn de delen van elkaar afhankelijk. Alles hangt met elkaar samen; Kanfer. Volgens Kanfer kunnen we langs drie stadia tot zelfsturing komen: 3. Het systeem bepaalt in belangrijke mate (zij het niet alleen) het gedrag van de individuen; Zelfobservatie zelfevaluatie 4. Het systeem probeert zich op allerlei zelfversterking/ zelfafzwakking manieren aan te passen aan zijn omgeving, omdat het wil overleven; 5. Het systeem heeft de eigenschap zichzelf te handhaven en te blijven voortbestaan. Om tot zelfsturing te komen moet een jongere dus leren zichzelf te observeren en te evalueren. Veel jongeren vinden dit moeilijk omdat ze hun Twee systemen: gezin/leefgroep en werkvloer eigen aandeel in gebeurtenissen niet (willen) zien en/of alles buiten zichzelf leggen (externaliseren). Binnen Flevodrome opereren wij nadrukkelijk met twee systemen : Bij zelfevaluatie stellen ze vaak veel te hoge of veel te lage eisen. Hun zelfsturing blijft vaak beperkt tot zelfafstraffing bij vermeend falen ( Het wordt ook nooit wat, was ik hier maar niet a) het gezin of de leefgroep waarvan de jongere aan begonnen ) en overmoed bij vermeend deel uitmaakt; succes ( Nu ik één las kan leggen kan ik b) de werkvloer. onderwaterlasser worden ). Bij Flevodrome helpen we jongeren hun In onze visie is het vitaal dat het gezin/de leefgroep van de jongere nauw betrokken raakt bij het traject dat de jongere doorloopt en medeverantwoordelijk wordt gemaakt voor dat realiteitszin en daarmee ook hun vermogen tot zelfsturing te ontwikkelen. Inzicht in eigen gedrag en in het effect daarvan op de omgeving is een eerste stap op weg naar gedragsverandering. Hoe traject. Flevodrome activeert dit eerste systeem t h t j t t door ouders/verzorgers en ook hulpverleners actief bij gesprekken en voortgang in te schakelen. Ook stimuleren we de jongere samen met het gezin of de leefgroep om eventuele vervolgstappen richting hulpverlening samen te nemen. Dit systeem kan op deze manier een bron van steun en kracht worden in het leven van de jongere. Met name in de kennismakingsfase kan dit betekenen dat we dagelijks contact zoeken met netwerkleden. De jongere is ook onderdeel van het systeem van de werkvloer. Op de werkvloer vindt een continue wisselwerking plaats tussen gedrag en reacties op dit gedrag. Dit fenomeen heet in wetenschappelijke termen circulaire causaliteit: gedrag roept reactie op, wat weer gedrag oproept. Een simpel voorbeeld: een jongere die van jongs af aan negatieve reacties op zijn gedrag heeft gehad, zal wellicht geïrriteerd reageren op kritiek; deze geïrriteerde houding zal weer een (negatieve) reactie uit zijn omgeving uitlokken enzovoort. Als we samen met een jongere zulke patronen in zijn/haar gedragsinteractie ontdekken, kunnen we die ook samen met hem of haar doorbreken. 13

Leertheorie Flevodrome werkt daarnaast ook vanuit principes die tot de zogeheten leertheorie horen. De leertheorie is een psychologische theorie over de wijze waarop menselijk gedrag tot stand komt. Een centraal uitgangspunt, dat wij bij Flevodrome onderschrijven, is dat gedrag is aangeleerd en dus ook weer kan worden afgeleerd. Eén van de stromingen binnen de leertheorie heeft onze bijzondere aandacht: de socialeinformatieverwerkingstheorie. Deze theorie verklaart afwijkend gedrag vanuit een verstoring in de informatieverwerking. De theorie onderscheidt verschillende fasen van informatieverwerking, te weten: 1. Encodering van sociale cues (anders gezegd het ontcijferen van sociale signalen); 2. Interpretatie van cues; 3. Doelselectie; 4. Responsconstructie; 5. Responsevaluatie; 6. Uitvoering respons. Op al die verschillende niveaus kan de verwerking van sociale informatie verstoord worden. Jongeren die op het eerste niveau problemen ervaren lezen informatie die van buiten op hen af komt verkeerd. Om een simpel voorbeeld te geven: jongeren met een autistische stoornis hebben moeite om bepaalde gezichtsuitdrukkingen op een juiste manier te encoderen. Hierdoor kunnen zij verkeerd reageren op een ander. Jongeren die op het tweede niveau verstoringen vertonen hebben moeite met de interpretatie van informatie. Bijvoorbeeld: een jongen die jarenlang negatieve reacties heeft gehad, al dan niet als gevolg van onhandelbaar gedrag, zal informatie al snel als negatief interpreteren. Kritiek, ook als die opbouwend bedoeld is, zal hij snel als aanval opvatten. Het derde niveau heeft te maken met het bepalen welk doel je wilt bereiken met je reactie op de ander. De jongen in bovenstaande situatie wil zich misschien beschermen tegen nog meer negatieve reacties en faalgevoelens. Niveau 4 en 5 staan respectievelijk voor het bedenken van een reactie en het uiteindelijk kiezen van een reactie. Voor jongeren die weinig verschillende reacties kennen, mogelijk wegens een gebrekkige ontwikkeling of negatieve ervaringen, zullen snel teruggrijpen op wat voor hen een bekende reactie is. Voor een jongen die gewend is geraakt om met agressie zijn doelen te bereiken zal agressie een voor de hand liggende reactie zijn. Hetzelfde geldt voor jongeren met angstproblemen, die in een stressvolle situatie haast vanzelf kiezen voor de mogelijkheid om zich terug te trekken. Bij de zesde en laatste stap in de verwerking van informatie komt de reactie tot uitvoering. Verstoringen op dit niveau kunnen leiden tot reacties als fysiek weglopen (vermijdgedrag) of schelden (agressief gedrag). Praktische waarde De praktische waarde van deze theorie is dat ze ons helpt om na te gaan waar bepaalde gedragingen vandaan komen. Stelt een jongere zich agressief op omdat hij het gedrag van anderen verkeerd interpreteert? Of kent hij geen andere gedragsalternatieven? In het eerste geval kan hij geholpen worden door uitleg, in het tweede geval door het aanleren van gedragsalternatieven. 14

Een eclectische benadering Door de hierboven beschreven theorieën toe te passen hebben wij binnen Flevodrome een keur aan goede handvatten voor de dagelijkse praktijk. Maar omdat Flevodrome een leer-, werk- en trainingscentrum is dat maatwerk wil en moet leveren, staat niet de theorie maar de individuele behoefte van elke jongere steeds voorop. Ons eerste belang is telkens het vaststellen van de hulpvraag van de jongere en zijn omgeving. Omdat we daarbij ook nog te maken hebben met jongeren die midden in hun adolescentie zitten, met alle biologische en neurologische veranderingen van dien, willen we hen in de eerste plaats tegemoet treden als gewone medemensen. Daarbij hebben we vanzelfsprekend oog voor kindkenmerken en ontwikkelingsstoornissen, maar ook voor gewone factoren als intelligentieniveau, leeftijd en persoonlijkheid. Toch bevestigt de praktijk dat gedrag nooit op zichzelf staat, maar altijd een gevolg is van zogeheten kindkenmerken en de interactie van het individu met zijn of haar omgeving. Daarom verdiepen we ons ook in de omgeving van elke jongere die wij hier ontmoeten. Al met al is de theoretische onderbouwing van ons werk eclectisch van aard, omdat we een aantal verschillende theorieën toepassen theorieën die elkaar aanvullen, maar die vooral ook aansluiten op de praktijk die wij van dag tot dag tegenkomen in het op weg helpen van jongeren. 15

5 Het traject: drie fasen & drie aandachtsgebieden Groeien in verantwoordelijkheid betekent paradoxaal genoeg dat jongeren realistischer worden over hun kansen en tegelijkertijd hun kansen vergroten Hoewel toegesneden op de specifieke behoeften van het individu, bestaan al onze leer-, werk- en trainingstrajecten uit drie fasen. Naast de intake en de nazorg zijn dat de volgende drie: 1. kennismaking en veiligheid (voor de jongere: tot rust komen); 2. training (voor de jongere: verantwoordelijkheid krijgen); 3. uitstroom (voor de jongere: verantwoordelijkheid nemen). Door alle drie de fasen heen richten we samen met de jongere de aandacht op drie elementen die de jongere nodig heeft om succesvol zijn weg te vinden in het onderwijs en het arbeidsproces: 1. beroepshouding; 2. vakmanschap; 3. persoonlijke toekomstvisie. Op deze drie fasen en drie aandachtsgebieden gaan we in dit hoofdstuk nader in. Drie fasen: kennismaking, training & uitstroom Aanmelding: eigen keuze Verleiden Jongeren mogen zichzelf aanmelden bij Tijdens het eerste aanmeldingsgesprek met een Flevodrome, maar kunnen ook worden jongere en eventuele verzorgers of betrokken aangemeld door anderen, zoals ouders, hulpverleners krijgt de jongere een rondleiding en vrijwillige hulpverlening, gedwongen een uitleg over onze werkwijze, onze hulpverlening, de leerplichtambtenaar, scholen, mogelijkheden en onze regels. In dit gesprek richt sociale zaken van de gemeente enzovoort. Ook Flevodrome zich nadrukkelijk op het verleiden, of prikkelen, van de jongere. Dat doen we als een jongere naar eigen gevoel onder bijvoorbeeld door te laten merken dat we naar dwang bij Flevodrome komt, proberen wij hem hem luisteren, hem respecteren, dat we te laten zien dat hij invloed kan uitoefenen op oplossingsgericht zijn en niet in zijn verleden zijn eigen positie. Dat kan bijvoorbeeld door hem willen wroeten maar samen de toekomst of haar zicht te geven op de gevolgen van het tegemoet willen treden. afwijzen van Flevodrome, of het niet meewerken We bespreken in dit gesprek onze aan het aangeboden programma. Zo helpen we deelnamecriteria en ook de drie de jongere, en voor zover van toepassing ook aandachtsgebieden van Flevodrome: beroepshouding, vakmanschap en persoonlijke zijn verzorgers, zich verantwoordelijk te voelen toekomstvisie. voor de route die hij volgt. Vanuit onze doelpositie als laagst liggende Omdat jongeren die tot onze doelgroep behoren voorziening in Flevoland, proberen wij in dit doorgaans gewend zijn om direct hun behoeften stadium alle eventuele drempels en obstakels weg te bevredigen en moeite hebben om een langer te nemen. Een goed voorbeeld is het feit dat tijdpad te overzien, zorgen wij bij Flevodrome deelname geen geld kost en dat zelfs de dat een aanmelding op zeer korte termijn gevolgd wordt door een kennismaking. Ons motto is: Vandaag bellen, morgen kennis maken, overmorgen beginnen. 16

De ervaring leert dat jongeren die aan boord worden genomen terwijl hun motivatie nog relatief hoog is meer kans maken om aan boord te blijven. De keuzevrijheid van de jongere uit zich ook in de mogelijkheid die Flevodrome al bij de aanmelding biedt om te opteren voor één van onze drie richtingen: hout (Lelystad), metaal of motorvoertuigen (Almere). In dit stadium beginnen wij ook de systemen waartoe de jongere behoort (zie hoofdstuk 4) en de eventuele rol van hulpverleners te inventariseren. We nemen de begeleiding van de jongere in regie. Waar nodig schakelen we hulpverlening in of bij. Intake: verwachtingen en afspraken Als een jongere na een kennismakingsgesprek in overleg met zijn ouder/verzorger heeft besloten een traject bij Flevodrome te starten, volgt een intake gesprek (soms lopen kennismaking en intake in elkaar over). Behalve de jongere zelf nodigen wij daarvoor ook zijn verzorger en/of aanmelder uit. Deze gezamenlijkheid versterkt het draagvlak en draagt bij aan een sterke start. Dit gesprek, dat bij voorkeur face-to-face plaatsvindt, wordt geleid door de locatieleider. Tijdens de intake brengen we de verschillende leefgebieden van de jongere in kaart, wisselen we informatie uit en maken we afspraken over de verschillende rollen en verantwoordelijkheden. Om zijn succeskans te vergroten, vragen we tijdens de intake inzage in alle onderzoeken die de jongere al heeft doorlopen en alle (hulpverlenings)rapportages die beschikbaar zijn. Tijdens de intake wordt het contract opgesteld. In dit contract komen de jongere en de staf van Flevodrome een aantal afspraken overeen, met als doel dat de jongere verantwoordelijkheid gaat nemen voor de keuzes die hij maakt, hij wil iets. Gezamenlijk worden de eerste leerdoelen vastgelegd. Zo spreekt Flevodrome de intentie uit om de jongere met respect te behandelen en te helpen en steunen bij het vormgeven van zijn eigen toekomst. We onderstrepen onze verwachting dat de jongere de afspraken die hij met ons maakt zal nakomen. Aan het einde van het intakegesprek maken we direct een afspraak voor de eerste systeem evaluatie (zie verderop). De case manager In een zo vroeg mogelijk stadium wijzen wij in overleg met de jongere, zijn ouders/verzorgers en de betrokken hulporganisaties een case manager voor de jongere aan. Dit is doorgaans een vertegenwoordiger van één van de betrokken organisaties en wel die instantie die de jongere ook nadat hij Flevodrome heeft verlaten blijft begeleiden. Fase 1: Kennismaking en veiligheid De kennismakingsfase duurt ongeveer vier tot acht weken. De jongere is inmiddels daadwerkelijk aan de slag bij Flevodrome. We proberen samen een goed beeld te krijgen van zijn interesses en toekomstperspectief, zijn beroepshouding en gedrag. Als we hierover met de jongere zelf, zijn ouders en hulpverleners onvoldoende duidelijkheid krijgen, vragen we met hem een persoonlijkheidsonderzoek aan. In de tussentijd raakt de jongere werkenderwijs vertrouwd met onder meer onze 5xR uitgangspunten: rust; regelmaat; reinheid relatie respect 17

De jongere ontdekt dat de staf van Flevodrome ook zelf op deze basis opereert Vertrouwen en krijgt handvatten om de vijf R s te leren Zodra een jongere bij Flevodrome binnenkomt, komt de toepassen. Een vast werkritme met vaste, staf langszij om vertrouwen op te bouwen met hem (en herkenbare patronen is daarbij van belang. zijn verzorgers). Binnen die vertrouwensrelatie begint Eigen plek innemen de jongere zijn eigen keuzes te maken, waarbij hij telkens weer geconfronteerd wordt met de gevolgen van die keuzes: het begin van het leerproces. Geleidelijk aan Veiligheid is een sleutelbegrip in de eerste leert hij zo de regie, oftewel de verantwoordelijkheid, dagen en weken. Die waarborgen wij door over zijn leven ter hand te nemen. Zijn autonomie iedere jongere te koppelen aan een vaste neemt toe. werkmeester die gaandeweg met hem in Dit proces speelt zich af binnen duidelijke regels en gesprek raakt, en die daarnaast natuurlijk grenzen. Begrippen als respect, eerlijkheid, het zorgt voor alle basisvoorzieningen: van nakomen van afspraken en individualiteit plaatsen wij veiligheidsschoenen, overall en daarbij centraal. Zo biedt Flevodrome de jongere een gereedschapskist tot een eigen werkplek. Die eigen werkplek is in onze visie een veilige ruimte om, al experimenterend, de grip op zijn leven terug te krijgen. Hij kan zich ontwikkelen en een belangrijk hulpmiddel. De jongere leert begin maken met het zelfstandig en evenwichtig letterlijk wat het betekent om zijn plek in te functioneren in de maatschappij. nemen. Ook ontdekt hij dat hij toestemming moet hebben om de plek van een ander te betreden. Deze ontdekkingen helpen hem bij het ontwikkelen van een gezonde beroepshouding. Op tijd komen Als een jongere niet op tijd in de werkplaats verschijnt, wordt hij eerst zelf gebeld. In tweede instantie stelt Flevodrome zijn ouders en indien nodig ook de hulpverlener op de hoogte. We doen dat vanuit de overtuiging dat deze jongeren onderdeel zijn van een systeem en dat ze alle hulp nodig hebben die ze van hun systeem kunnen krijgen. Door samen te werken met gezin en hulpverlening, bouwen we een stevig netwerk rondom de jongere. Intussen leert de jongere dat op tijd komen mogelijk en voor iedereen, inclusief hemzelf, prettig is. Zijn beroepshouding groeit. De eerste evaluatie Wekelijks vindt er een evaluatie plaats tussen de jongere, zijn werkmeester onder supervisie van de orthopedagoge. Aan de hand van het opgestelde contract en een competentie- en vaardighedenlijst waarop de jongere zelf scores invult, kan hij zijn kijk geven op zijn eigen functioneren. Later in het gesprek geeft de werkmeester feedback op het optreden van de jongere en op diens scoreperceptie. Het evaluatieformulier is uitsluitend gericht op het concrete werk in de werkplaats. Het onderliggende doel van het evalueren is echter dat de deelnemer leert kijken naar zijn eigen gedrag en de effecten daarvan op hemzelf en zijn omgeving. In dit gesprek leert hij dus kritische zelfreflectie te beoefenen en wordt hij gestimuleerd om ander gedrag te laten zien. Successen worden inzichtelijk gemaakt. Naar aanleiding van het gesprek formuleert hij zelf nieuwe leerdoelen voor de daaropvolgende periode van vier weken. 18

Evaluatie in bredere kring Dagelijks werkoverleg In de achtste werkweek presenteert de jongere Aan het begin van iedere werkdag voert de zijn toekomstplan. Daarbij aanwezig zijn de locatieleider van Flevodrome overleg met de locatieleider, (de gedragsdeskundige indien werkmeester over de vorderingen van elke nodig), de jongere, zijn ouders/verzorgers, de deelnemer. Tijdens deze bespreking evalueren zij case manager en eventuele andere belangrijke onder meer het gedrag, de werkzaamheden en personen. Dit gesprek gaat over de gebeurtenissen van de vorige dag en maken ze ontwikkeling van de jongere. De afgelopen afspraken over werk- en begeleidingsdoelen voor de nieuwe dag. periode wordt geëvalueerd, eventuele bijzonderheden worden besproken en voor de Tweewekelijkse casuïstiekbesprekingen toekomst worden nieuwe afspraken gemaakt. Dit gesprek is onder meer belangrijk omdat het Om de week houden alle medewerkers van laat zien hoe het systeem rondom de jongere Flevodrome die rechtstreeks met de jongeren functioneert. De ervaring leert dat hoe beter werken casuïstiekbesprekingen. Eens in de maand de jongere en het systeem op elkaar neemt de orthopedagoog deel om de deskundigheid afgestemd zijn, juist in deze beginfase, des te binnen het team te vergroten. Tijdens deze besprekingen kijken we vanuit verschillende groter zijn succeskans is. disciplines naar de vooruitgang van de jongere in kwestie en de interventies die nodig zijn. In de Persoonlijkheidsonderzoek casuïstiekbespreking komt ook onze algemene Als een jongere eerder in zijn (school)loopbaan methodiek aan de orde, waarbij we telkens toetsen of we effectief bezig zijn en theorie en praktijk met persoonlijkheidsonderzoeken heeft ondergaan, elkaar in overeenstemming zijn. Verder komen in zullen wij, in overleg met ouders/verzorgers, deze gesprekken eventuele aanpassingen in onze de uitkomsten daarvan meewegen bij het algemene aanpak en algemene regels aan bod. opstellen van zijn toekomstplan. Vaak is dat onderzoek er niet geweest en in sommige gevallen biedt onze eigen observatie onvoldoende zicht op het gedrag van een jongere en de beweegredenen daarachter. Als dat het geval is, kan aan het einde van de eerste fase of tijdens de tweede fase een psychodiagnostisch onderzoek plaatsvinden. Zo n gesprek kan worden aangevraagd door de jongere, een hulpverlener of de staf van Flevodrome. Op grond van de uitkomsten kunnen we samen met de jongere effectiever een passend vervolgtraject uitzetten. Het onderzoek richt zich, afhankelijk van de vraagstelling van de aanmelder, in het algemeen op het in kaart brengen van de oorza(a)k(en) van de problemen die de jongere in het onderwijs of op de arbeidsplek heeft. De volgende factoren kunnen aan bod komen: niveau van cognitief functioneren (intelligentieprofiel), als hierover geen recente onderzoeksgegevens beschikbaar zijn; beroepsinteresse, voor zover onduidelijkheid of onzekerheid bestaat over de te kiezen beroepsrichting of opleiding, en/of beroepsefficiëntie; pedagogisch-didactische vragen, als gegevens van eerder bezochte scholen voldoende aanwezig zijn of opgevraagd kunnen worden; medische beperkingen; mogelijke onderliggende stoornissen (waarbij we indien nodig op vervolgonderzoek kunnen aansturen). Fase 2: training en verantwoordelijkheid krijgen Na de kennismakingsfase weet de jongere wat er van hem wordt verwacht en heeft Flevodrome een goed beeld van zijn houding, prestaties en mogelijkheden. Hij heeft al enkele succeservaringen opgedaan aan de werkbank en is zichtbaar geworden: hij weet dat we hem zien staan, dat er 19

contact met hem is, dat hij bij afwezigheid gemist wordt en dat in dat geval het netwerk rondom hem wordt ingeschakeld. Hij functioneert in het ritme en binnen de structuur van Flevodrome. Nu breekt de fase aan waarin we hem stimuleren om te groeien in verantwoordelijkheid. Realistischer en tegelijkertijd kansrijker Dat gebeurt onder meer door de continue confrontatie, binnen het inmiddels vertrouwde kader van Flevodrome, met de gevolgen van keuzes die hij maakt. Zijn beroepshouding/gedrag wordt dagelijks bijgestuurd. Waar nodig of wenselijk kan Flevodrome aanvullende (gedrags)trainingen aanbieden. Bij dit alles is het pedagogisch klimaat van groot belang: gaandeweg merkt de jongere dat goede keuzes tot grotere vrijheid leiden. Zijn professionaliteit en mogelijkheden als toekomstige werknemer zijn een terugkerend onderwerp van gesprek en kritische reflectie. Veel deelnemers hebben nog nooit eerder eerlijke gesprekken gehad met een betrokken partner over hun mogelijkheden en beperkingen. Zij leven in de waan dat de toekomst wijd open ligt voor hen, zonder dat ze zelf verantwoordelijkheid hoeven te nemen. Groeien in verantwoordelijkheid, het vergroten van de autonomie, betekent paradoxaal genoeg dat ze realistischer worden over hun kansen en tegelijkertijd hun kansen vergroten. Dit is een belangrijk deel van het succes dat Flevodrome met hen nastreeft. Netwerkanalyse In deze tweede fase maakt Flevodrome ook een zogeheten netwerkanalyse. We brengen in kaart welke steunbronnen de jongere heeft en welke hulp hij nodig zal hebben in de toekomst. Als het nodig is halen we hulpverlening of trajectbegeleiders binnen. Bij een overvloed aan hulpverlening, wat ook voorkomt, zorgen we voor stroomlijning en heldere afspraken over de regie. Nog meer keuzes Meer nog dan de eerste fase, heeft de jongere nu zelf allerlei keuzemogelijkheden. Met het certificaat van Flevodrome op zak, als bewijs dat hij in staat is met hout dan wel metaal of motorvoertuigen te werken, heeft hij de keuze zich verder te specialiseren in een van de drie richtingen, of zich te gaan oriënteren op een andere richting buiten Flevodrome. Hij wordt voorbereid op het afscheid van zijn eerste werkmeester en de overgang naar een volgende werkmeester. Als hij ervoor kiest om zich te oriënteren buiten Flevodrome, wordt hij in de tussentijd assistent van een van onze werkmeesters. Op die manier oefent hij zich in het dragen van passende verantwoordelijkheid en kunnen we verder bouwen aan zijn beroepshouding. Werkmeester en assistent hebben dagelijks een werkbespreking, waarin zowel de feitelijke werkzaamheden als de beroepshouding van de assistent aan bod komen. Aan het einde van elke dag is er een nabespreking waarin ze samen leerdoelen opstellen voor de volgende werkdagen. Naast dat de jongere binnen het centrum werkt aan zijn beroepshouding en vakkennis, gaat hij op zoek naar een stageadres buiten het centrum in een normaal bedrijf. Fase 3: Uitstroom en verantwoordelijkheid nemen De jongere heeft inmiddels een gezond leer-/werkritme dat hij weet vast te houden. Hij komt op tijd op z n werk en kan gemaakte afspraken nakomen. Zijn persoonlijke toekomstvisie begint duidelijker te worden en hij is aan het werk om richting te geven aan zijn leven. Daarnaast kan hij terugvallen op een betrokken netwerk van verzorgers en hulpverleners, waarbij de verwachtingen en verantwoordelijkheden over en weer duidelijk zijn. Hij staat op het punt uit te vliegen. De fase van verantwoordelijkheid nemen, autonoom zijn, is aangebroken. In deze fase geven wij de jongere actieve ondersteuning in de door hem gemaakte positieve keuzes. Binnen Flevodrome kan hij nu toewerken naar verschillende richtingen van onderwijs, 20

werk, een combinatie van beide, of Werk vinden bij klanten van Flevodrome gespecialiseerde hulpverlening. Belangrijk is dat hij zelf zijn richting bepaalt en zich actief Door af en toe opdrachten voor bedrijven te doen, en verantwoordelijk in die richting beweegt. bouwt Flevodrome een netwerk van mogelijke Als hij kiest voor werk, verdere scholing of een werkgevers op waar jongeren gebruik van kunnen maken. Zo heeft onze metaalwerkplaats voor een combinatie van scholing en werk, lukt het nu klant een aantal aanhangwagens geproduceerd en over het algemeen om deze aansluiting te heeft de houtafdeling picknicktafels verkocht. Door vinden. Sommige jongeren maken gebruik van ons steeds actiever op de markt te begeven, stellen de diensten van Flevodrome als erkend leer-, wij onze jongeren bloot aan de arbeidsmarkt terwijl werk- en trainingscentrum, door bij ons bedrijven zicht krijgen op potentiële werknemers. verdere werkervaring op te doen terwijl ze intussen 1 tot 2 dagen in de week naar school gaan. Flevodrome helpt de jongere in dit stadium een vloeiende overgang te maken naar zijn volgende levensfase. Als een jongere kiest voor de arbeidsmarkt, maken we samen een CV, maakt de jongere onder begeleiding van zijn werkmeester een afspraak bij het UWV werkbedrijf en gaat hij zelf in samenspraak met zijn verzorgers, eventuele hulpverlening en Flevodrome op zoek naar werk. De insteek is dat de jongere zelf actief zoekt naar werk, immers zijn toekomst is zijn eigen verantwoordelijkheid geworden. Vanzelfsprekend geeft Flevodrome waar nodig ondersteuning. Gespecialiseerde hulp Sommige jongeren hebben gespecialiseerde hulp en zorg nodig om een goede toekomst tegemoet te gaan. Bijvoorbeeld in de vorm van plaatsing binnen de psychiatrie, een zorgboerderij, het toewerken naar plaatsing in een jeugdinrichting, opname in een verslavingskliniek of het aanvragen van een Wajong status. Ook bij het nemen van deze stappen biedt Flevodrome maximale individuele begeleiding. Nazorg Nadat de drie hoofdfasen zijn afgerond verlaat de jongere Flevodrome op de door hem gekozen vervolgroute in te slaan. De hulp die hij nodig heeft om daar vooruit te komen, van ouders/verzorgers of hulpverleners, is gemobiliseerd. Onder regie van Flevodrome heeft hij met hen reële afspraken gemaakt over zijn eigen toekomst. Waar nodig en op aanvraag, behoudt Flevodrome een rol in dit vervolgtraject, bijvoorbeeld door een stageplek te bieden tijdens een opleiding, ondersteuning te bieden op de werkvloer of een terugkeermogelijkheid als het elders nog niet lukt. In de praktijk komt dit laatste overigens nauwelijks voor. Voor de meeste uitstromers is Flevodrome een schakel geworden in de opbouw van hun eigen toekomst een hulpmiddel bij het terugnemen van de regie over hun eigen leven, gesteund door het netwerk dat om hen heen staat. Drie aandachtsgebieden: beroepshouding, vakmanschap & persoonlijke toekomstvisie In al onze leer-, werk- en trainingstrajecten zijn wij samen met de jongere op een drietal centrale aandachtsgebieden gericht. Beroepshouding Hier draait het om (leren) samenwerken met anderen, afspraken nakomen, omgaan met collega s en leidinggevenden en het verantwoordelijk leren zijn voor je eigen toekomst. Door inzicht te krijgen in hun eigen gedrag en de effecten daarvan op henzelf en hun omgeving en vervolgens hun vermogen tot zelfsturing te ontwikkelen, kunnen jongeren een gezonde, positieve beroepshouding verwerven. Ze leren hun plaats in te nemen, een positieve opstelling te kiezen ten opzichte van werkzaamheden en van andere mensen, fouten te herstellen, en keuzes te maken die bijdragen 21