Bedrijfsbeheer. 1. Weten wie zich als zelfstandig ondernemer kan vestigen!



Vergelijkbare documenten
BEDRIJFSBEHEER BEDRIJFSBEHEER THEORIE + OEFENINGEN

-manier van denken, handelen en onderzoek wat de klanten wensen en handelen in functie van die wensen

HOOFDSTUK 1 BASISBEGINSELEN VAN HET DUBBEL BOEKHOUDEN

Boekhouding. boekhouding 1

Welkom. Wie zijn wij? Wat doen wij voor u? Onze bedoeling: basisbegrippen boekhouding meegeven van het apothekersberoep. Isabel Delodder Maddy Tanghe

Leerplandoelstellingen (GO!-onderwijs: 2008/062, 2008/063, 2008/065) DEEL 1 Burgerlijk recht. Inleiding tot het burgerlijk recht

Als zelfstandige arbeid je belangrijkste (of enige) beroepsactiviteit is, dan ben je zelfstandige in hoofdberoep.

2.1 Wettelijke verplichtingen bij opstarten

Module 3 Gegevens verwerken

Hoofdstuk 31. Ondernemingsplan. Persoonlijk plan Marketingplan Financieel plan Organisatieplan

Leerplandoelstellingen. Ik begin met een idee 8 blz. 1

Kamer van Koophandel (KvK): hier kom je meer te weten over vergunningen, wetgeving en btw.

1. Al onze verkopen worden uitsluitend beheerst door onze algemene voorwaarden,

Inzicht in uw cijfers

ECONOMIE: INLEIDING EN SITUERING

Overzicht. 1. Wat is BTW?

Hoe groot is het marktaandeel van onderneming B? Vul een geheel getal in (zonder decimalen).

Deze examenopgaven bestaan uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Starten met een zelfstandige activiteit in bijberoep

NIEUWE BTW FACTURATIE REGELS VANAF 01/01/13

Er moet echter geen factuur uitgereikt worden aan particulieren. Een bonnetje volstaat dan.

Contract van maatschap/samenuitbatingscontract

Inhoudstafel. Dossier. 1. Factureren. 2. Gefactureerd worden. 3. Btw

EENMANSZAAK DEEL 1. Periode 3 Hoofdstuk 2

EENMANSZAAK OF VENNOOTSCHAP?

DE ZELFSTANDIG ONDERNEMER Al je aftrekbare beroepskosten op een rijtje.

Vereenvoudigd Business Plan en financieel plan Praktische gids voor uw ondernemingsproject FINTRO. GAAT VER, BLIJFT DICHTBIJ.

JAARREKENING IN EURO

Inbrengrecht onroerend goed : 0,5 % of 10% Inbreng in natura gebeurt bij oprichting van een vennootschap of bij kapitaalverhoging.

Inhoudsopgave DEEL 1 INLEIDENDE BEGRIPPEN DEEL 2 ASPECTEN UIT HET BURGERLIJK RECHT

Alleen beoefenaren van vrije beroepen hoeven niet te worden ingeschreven in het handelsregister. Dit geldt bijvoorbeeld voor artsen en advocaten.

Ondernemersplan. Bedrijfsnaam

onderneming : Algemene informatie Naam onderneming Ondernemingsvorm (maak een keuze uit de lijst) Minimum geplaatst kapitaal 18.

Interne Balans Ope > Afs 2013

CONTRACT De tweede genoemde verbindt zich ertoe om de opdrachten met alle vereiste zorg en ijver uit te voeren

Cursus financieel management

1. Eenmanszaak versus vennootschap

Hervorming Sociale Bijdragen 2015

het overlijden moet worden gemeld en bankzaken

Starten als zelfstandige in 10 stappen

Inhoud DEEL 1. DE REGISTRATIE IN DE KLEINE ONDERNEMING... 1 HOOFDSTUK 1 DE KLEINE ONDERNEMING... 3

HARTELIJK WELKOM. 18 mei Startersdag Unizo. BAERT Alfred

8. ONZE FINANCIËLE MIDDELEN

algemene verkoopsvoorwaarden

VERZOEKSCHRIFT INZAKE COLLECTIEVE SCHULDBEMIDDELING Art. 1675/4 Ger.W.

Pagina 1/5 Expert/M Plus V: Datum lijst 24/04/2015 Datum afdruk 24/04/ :41: , , ,88

1. Voorwerp 1.1. Op alle diensten, producten en leveringen van Metalmorphosa bvba zijn huidige algemene voorwaarden van toepassing, met uitsluiting

QUASI-INBRENG OPDRACHT

Samenvatting Economie Boekhouden: THEORIE

INHOUD. VOORWOORD... v

1. Waarom kan werken met een vennootschap voordelig zijn?

6,3. Samenvatting door S. 864 woorden 16 mei keer beoordeeld. Praktische economie. KvK: helpt bedrijven (bij opstarten) en voert wetten uit

Fiscale aspecten van de vergoeding van officials. Jan LAMMENS

EIGEN VERMOGEN, VOORZIENINGEN VOOR RISICO'S EN KOSTEN, SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR

INBRENG IN NATURA OPDRACHT

Samenvatting Economie hoofdstuk 3 management en organisatie

Boekhouding verenigingen 28 februari Sylvia Thienpont

Bespreking onroerende leasing in combinatie met een patrimoniumvennootschap

TOELATINGSTOETS M&O. Datum

Wanneer dien je een factuur uit te reiken?

kleinhandelaars verplichte boeken

Nieuwsbrief Nieuwe BTW-regels vanaf 01/01/2010 : wijziging inzake de plaats van diensten

Naam :... Voornaam :... Rijksregisternummer :... Burgerlijke staat :... sinds :... Woonplaats :

Moet ik nu leasen, renten of gewoon lenen? Wat is het verschil?

Tenzij anders aangegeven gaat het altijd om 1 exemplaar van het genoemde artikel.

Aanvraagformulier tot tegemoetkoming voor de loonkosten en/of voor kosten voor diensten voor de individuele huisarts

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 en 2

Nieuwsbrief 2014/4. Wat brengt het regeerakkoord?

Voorbeeld: VKF/1: Verkoop handelsgoederen 1.000,00 EUR, excl. btw 21 % D 400 Handelsdebiteuren C D 700 Omzet C (1) 1.210,00 1.

Kennis Bedrijfseconomie. Werkboek

De receptie. De aankoopafdeling. De verkoopafdeling

Reglement renteloze leningen aan verenigingen

38.1.BELASTING OP DE TOEGEVOEGDE WAARDE ( B.T.W.)

Interne jaarrekening - Uitgebreid verslag (Vennootschap)

Reglement voor de toekenning van renteloze leningen. aan erkende culturele verenigingen

Hoofdstuk 9. Rechtsvormen. Voorbeelden: Eenmanszaak Vennootschap Onder Firma Besloten vennootschap Naamloze vennootschap Vereniging Stichting

Uittreksel uit de algemene voorwaarden van de ondernemingen van de Groep Rossel

Aanvraagformulier tot tegemoetkoming voor de loonkosten en/of voor kosten voor diensten voor de individuele huisarts

Overzicht. 1. Wat is BTW?

JAARREKENING IN EURO

Financieel verslag. NEWB Europese coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Bridgeboetiek vzw. Balans en Jaarrekening. Seizoen

Bedrijfsadministratie Deel I

infonota Ondernemingsvormen De eenmanszaak De vennootschap

Inschrijving in het rijksregister onder het nummer:.. Nationaliteit:.. Arbeidskaart: Vrijgesteld Nodig 1 Dimona nummer:.

EUR JAARREKENING IN EURO

VASTGOED EN VENNOOTSCHAP AANKOOP VAN VASTGOED DOOR DE VENNOOTSCHAP

Inhoud HOOFDSTUK 1 ACHTERGROND EN WETTELIJK KADER WAT IS BOEKHOUDEN? EEN KORT GESCHIEDKUNDIG OVERZICHT... 3

Jaarplan Bedrijfsbeheer 3de graad BSO-KSO-TSO

Algemene leveringsvoorwaarden

Boekhouding voor de kleine vzw. Presentatie VCHHD

Checklist verdelen en verrekenen. Huwelijkse voorwaarden

Het Ondernemingsplan Handleiding voor de startende ondernemer

De leerplandoelstellingen zijn rechtstreeks vertaald vanuit de leerplannen (GO! onderwijs) van volgende richtingen:

BENOEMDE OVEREENKOMSTEN

Juridisch statuut van studentenverenigingen

Module 3 Gegevens verwerken. Geleerd in vorige presentaties. Les 2. Wat is boekhouden? Wat zijn transacties? Les 2. Leer het boekhoudproces

Management & Organisatie VWO 4 Hoofdstuk 3,9,12,14,16

Transcriptie:

De zelfstandige ondernemer Bedrijfsbeheer 1. Weten wie zich als zelfstandig ondernemer kan vestigen! Handelaar: Vier voorwaarden moeten tegelijkertijd vervult zijn om van een handelaar te spreken: - persoon: zowel natuurlijk als rechtspersoon - bekwaam: meerderjarig, niet crimineel of krankzinnig zijn (onverenigbare beroepen: advocaten, geestelijken, alle ambtenaren) - daden van koophandel - gewoon beroep: handelsdaden moeten regelmatig gesteld worden Ambachtsman: Ambachtsman: een natuurlijke persoon die voor eigen rekening arbeidsprestaties levert waarbij geen of slechts toevallige levering van waren gepaard gaat. (bijv schoenmaker, smid) 2. Weten aan welke voorwaarden men moet beantwoorden om zich als zelfstandige te kunnen vestigen. wettelijke verplichtingen doe moeten worden vervult bij de opstart van uw zaak + instellingen waar je die kan bekomen. Voorafgaande verplichtingen Handelsnaam: Handelsregister: je bent verplicht je te laten inschrijven in het handelsregister. Het handelsregister wordt bijgehouden door de rechtbank van Koophandel. De inschrijving gebeurt meestal ook op het secretariaat van de rechtbank Van koophandel van de streek waarin de zaak is gevestigd. Dit is een eenvoudige formaliteit die je perfect zelf kan doen. Deze inschrijving kost 50. Rekeningnummer: als zelfstandig handelaar of vakman moet je een zichtrekening hebben bij een in België gevestigde bank, spaarkas, of bij de post. De rekening moet op jouw naam staan. Het nummer van de rekening en de naam van de financiële instelling moet je vermelden op al je facturen, brieven, bestelbons, enz. doe je dat niet dan kun je slechte betalers geen nalatigheidintresten aanrekenen. Je kunt zelfs een geldboete krijgen; BTW-inschrijving: na de inschrijving in het handelsregister moet je een BTW nummer aanvragen (BTW controlekantoor) dit gebeurt via het speciale formulier (604-A) je zaak krijgt een nummer en dit nummer moet je op alle handelsdocumenten, zoals brieven, bestelbons, facturen vermelden. Huwelijksstelsel: 1 persoon kan zonder de toestemming van de andere echtgenoot een handelsbedrijvigheid uitoefenen. Toch kan een echtgenoot zich tot de rechter wenden als hij oordeelt dat aan de uitoefening van het handelsberoep ernstige nadelen verbonden zijn voor het gezin. De rechtbank kan de toelating tot uitoefening van het beroep afhankelijk stellen van een voorafgaande wijziging van het huwelijksstelsel. (bv. scheiding van goederen). Op die wijze kan vermeden worden dat het gemeenschappelijk vermogen in gevaar wordt gebracht door het maken van beroepsschulden. Aansluiting sociale verzekering en ziekenfonds:als zelfstandige ben je verplicht om je aan te sluiten bij een sociaal verzekeringsfonds. Die verplichting geldt ook las het om een bijberoep gaat. Het fonds int de sociale bijdragen die je moet betalen en zorgt ook voor de uitkeringen.

de specifieke beroepsuitoefeningvoorwaarden kunnen opzoeken en weten hoe men eraan moet voldoen. Vestigingswet: iedere persoon die een activiteit wenst uit te oefenen waarvoor een inschrijving in het handels- of ambachtsgetuigschrift gevraagd wordt, moet een vestigingsgetuigschrift bezitten. Via dat getuigschrift zal hij/zij moeten bewijzen over voldoende kennis van het bedrijfsbeheer te beschikken. Dit geldt voor iedere startende onderneming. Vestigingsvoorwaarden:surf naar www. unizo./elearning 2.3.1 De voor en nadelen beoordelen van een mogelijke vestigingsplaats Keuze van een goede vestigingsplaats: voeren van een marktonderzoek Koopgewoonte van de toekomstige klanten Bereikbaarheid De parkeergelegenheid Het bestedingspatroon van de potentiële klanten De behoefte aan het aangeboden product of dienst De directe concurrenten 2.3.2 De voor en nadelen kunnen afwegen bij het keuzeprobleem huren, kopen of leasen van een onroerend goed. Kopen Voordelen Huren Voordelen Leasen Voordelen je beslist over je eigen pand is een belangrijke borg bij het afsluiten van eventuele leningen op gebouwen kan jaarlijks een waardevermindering worden geboekt het contract is opzegbaar geen dood kapitaal aftrekbaarheid van de huurlast de verhuurder draagt de grote onderhoud- en herstellingskosten na het verstrijken van de leaseperiode beschikt de ondernemer over een aankoopoptie, waardoor hij door het betalen van een overeengekomen restwaarde eigenaar wordt. Het leasebedrag wordt door de fiscus aanvaard De leasekost is een vast bedrag Nadelen Nadelen Nadelen een belangrijk bedrag is onbeschikbaar sterke band met vestigingspunt eventuele waardedalingen op de vastgoedmarkt het contract is opzegbaar huurindexering eigenaar doet soms moeilijk leasetermijn voor onroerende goederen meestal niet opzegbaar eigenaar beslist over verkoop

2.3.3 De wettelijke voorschriften kennen bij het afstluiten van een koopcontract voor onroerende goederen - Is een grote uitgave. Je kunt een optie nemen (1dag, 48 uur) - Notariële akte nodig, er is dikwijls een tijdsverschil tussen het opstellen van de akte en de overeenkomst tussen koper en verkoper. Er kan dan best een onderlinge (onderhandse) voorlopige akte worden opgesteld. Meestal is er dan een voorschot van 10 %. Indien bij niet naleving schadevergoeding of voorschot kwijt. De authentieke akte moet opgemaakt worden binnen de 4 maanden na het voorlopige akkoord. 2.3.4 De wettelijke voorschriften kennen bij het afsluiten van een handelshuurcontract. Dit is een contract dat alleen kan worden afgesloten voor kleinhandel en bedrijven die in contact staan met de klant. duur: 9 jaar opzeg: de huurder kan na 3 of 6 jaar opzeggen mits minimum 6 maanden opzegtermijn. De verhuurder kan na elke periode van 3 jaar opzeggen op voorwaarde dat: - de opzeg voorzien is in het contract - hijzelf een handel wil opzetten - een opzegtermijn van 1 jaar. Verlenging: per aangetekende brief tussen de 18 de en 15 de maand voor het einde van de huurovereenkomst. De verhuurder moet binnen de 3 maanden antwoorden, zoniet stilzwijgend akkoord. 2.3.5 Weten wat leasing is In vele gevallen vraagt het bouwen van een bedrijfsgebouw een ernstige inspanning. Als de investering uitermate groot is kan de ondernemer zich wenden tot een leasemaatschappij. Zij zal op haar kosten het gebouw optrekken en bij de uitvoering rekening houden met de wensen van de toekomstige uitbater. Nadien verhuurt de leasemaatschappij het gebouw, waarvan zij eigenaar blijft, aan de ondernemer, die enkel het gebruiksrecht krijgt. 2.3.6 In de wetgeving op de handelsvestigingen kunnen opzoeken wat voor de eigen vestiging vereist is. De nieuwe wet op de opening van een handelsvestiging is vanaf 1 maart 2005 in voege. Voortaan moeten nog maar 2 instanties, de gemeente en het nationaal Sociaal-economisch Comité voor de Distributie, bij de procedure betrokken worden. Voor een handelsonderneming met een kleine verkoopsoppervlakte tot 1000 m² moet de gemeente binnen de 45 dagen na de aanvraag een beslissing nemen. De beslissing moet dan binnen de 5 dagen aan de aanvrager en aan het Comité bekend gemaakt worden. De hele aanvraagprocedure is dus binnen de 50 dagen afgerond.

2.3.6 Weten dat vergunningen nodig zijn voor het bouwen en verbouwen Er is een bouwvergunning vereist als: het bouwen, verbouwen, afbreken of herbouwen van een gebouw of vaste inrichting. Bepaalde gebruikswijzigingen aan gebouwen, die de hoofdfunctie van een gebouw wijzigen bijv. een gebouw in agrarisch gebied is omgevormd van hoeve tot woonhuis. Er is geen vergunning vereis voor onderhoud- of instandhoudingwerken en bepaalde erg kleine bouwwerken. 2.3.7 Weten welke instanties de nodige inlichtingen kunnen verschaffen over de reglementering inzake bouwen en verbouwen De gemeente en het nationaal Sociaal-economisch Comité voor de Distributie 2.3.8 Weten waar men de nodige informatie kan bekomen betreffende de milieuvergunningen voor de vestiging van een zaak. Alle activiteiten en inrichtingen die hinderlijk zouden kunnen zijn voor het milieu of mensen moeten een vergunning hebben. Bijv. lichthinder, geluidsoverlast, veestallen, verfspuitinstallatie, brandstoftanks, Dus bijna elk bedrijf heeft een milieuvergunning nodig. Deze vergunning kan je aanvragen via de gemeente. 3. De kanalen kennen waarlangs startende ondernemers informatie en ondersteuning kunnen krijgen Financiële instellingen Bedrijvencentrum Sociaal secretariaat Boekhoudkantoren: Beroepsverenigingen Interprofessionele organisaties Kamers van koophandel Peterschap Vlaams instituut voor zelfstandig ondernemen (VIZO) Gewestelijke ontwikkelingsmaatschappijen (GOM) Nationaal instituut voor statistiek (NIS) Balanscentrale 4. Steunmaatregelen voor starters Gratis opstart: de overheid neemt de opstartkosten voor een onderneming voor haar rekening. Deze kosten gemiddeld 300. Via adviescheques: 200 adviescheque van 30 verkrijgbaar waarvan 50% betaald wordt door de overheid. De cheques kunnen gedurende 14 maanden ba de uitgifte gebruikt worden als betaalmiddel voor het bekostigen van de adviezen. Verkrijgbaar via VIZO

De handelsverrichtingen 1. Het handelsbeleid: Het assortiment van producten kunnen samenstellen in functie van de doelgroep Het assortiment is het totale aantal verschillende producten dat een onderneming kan aanbieden. Een diep assortiment: beperkt aantal producten, maar in veel variëteiten (vele soorten dierenvoeding) Een breed assortiment: is een erg groot aantal verschillende producten. De lengte van het assortiment: de voorraad per artikelvariëteit. Een handelaar moet zijn assortiment van producten en/of diensten samenstellen in functie van zijn doelgroep. Dit noemt men ook wel eens marketing. De verkoopprijs van een product kunnen bepalen - De prijs bepaalt voor een deel de doelgroep en omgekeerd. Van de prijs hangt veelal de winst af. Een te hoge prijs verhindert wellicht de verkoop en een te lage prijs doet de onderneming geld verliezen. > veel aandacht aan besteden. - In principe geldt in ons land een vrije prijsbepaling behalve in enkele specifieke sectoren: bijv oliesector. - hou bij de prijszetting in de eerste plaats rekening met de kostprijs. De opbrengsten moeten je idd in staat stellen de kosten te dekken - psychologische factoren: 129 ipv130: - wel of geen kortingen en/of uitstel van betaling De promotie voor een zaak kunnen kiezen en weten hoe die kan uitgevoerd worden. Doel: verkoop op een hoger niveau brengen. Hoe: in contact komen met de afnemer en hem allerlei informatie te verstrekken over het assortiment Soorten: persoonlijke promotie (via vertegenwoordigers, winkelpersoneel) en onpersoonlijke (massacommunicatie via reclame, ) Kanalen: kranten, plaatselijke publicaties, huis-aan-huis brochures, aanplakborden, radio, sponsoring, De doelgroepen van de onderneming in een concreet geval kunnen omschrijven. Weten dat de factoren: product, assortiment, vestigingsplaats, prijs, promotie en klanten op elkaar moeten afgestemd zijn en dit kunnen toelichten aan de hand van een voorbeeld uit eigen beroep. De handelaar moet een keuze maken van de mogelijke klanten (doelgroep). De keuze van de doelgroep heeft als voordeel dat de handelaar duidelijk weet wie de uiteindelijke klant zal zijn, welke eigenschappen hij heeft, hoe de denkwereld is, De ondernemer moet een beeld hebben van de groep waarop hij zich wil toeleggen. Bijv. Restaurant de Pulle

2. Aan- en verkoopverrichtingen 2.2.1 De noodzakelijke documenten in een aan- en verkooptransactie kennen en hun belang aantonen. Bestelbon: als de koper en verkoper tot een akkoord komen over de offerte, wordt een schriftelijke overeenkomst afgesloten waarin de afgesproken elementen van de koop voorkomen. Deze wordt bijna steeds opgemaakt door de verkoper en meestal in drievoud. Dit is het bewijs van een bestelling. Gegevens op een bestelbon: gegevens van verkoper gegevens koper datum en bestelbonnummer aantal, omschrijving en eenheidsprijs, totale prijs btw-tarief handtekening koper en verkoper eventueel overeengekomen voorschot en het nog te betalen saldo leveringsdatum of termijn verkoopsvoorwaarden Factuur Is de schriftelijke bevestiging van een schuldvordering uit een overeenkomst tot levering van goederen of diensten. Drie delen: administratieve gegevens in de hoofding: datum, factuurnummer, gegevens van koper en verkoper, datum levering In het midden: gedetailleerde prijsberekening, aard en hoeveelheid van de goederen, MvH, totaal btw bedrag, bijzondere voorwaarden ivm korting, kosten Onderaan of achterkant: algemene verkoopsvoorwaarden Facturen moeten 10 jaar bewaard worden Creditnota: Een creditnota, opgesteld door de verkoper, is een document waardoor het schuldbedrag, vermeld op de factuur, verminderd mag worden. Creditnota s kunnen voorkomen door: fout in de factuur als een korting overeengekomen wordt nadat de factuur is opgesteld als er meer goederen aangereknd werden dan geleverd bij beschadiging van geleverde goederen die al gefactureerd werden Debetnota: Idem als creditnota maar nu in het nadeel van de verkoper, het schuldbedrag moet vermeerderd worden.

2.1.2 De verschillende stadia van prijsaanvraag tot betaling kennen Prijsaanvraag: de koper neemt initiatief en vraagt mondeling of schriftelijk een prijs voor het omschreven goed. Spelen hierbij een rol: prijs, hoeveelheid, kwaliteit, levering, betaling De offerte: de verkoper reageert met een prijsopgave (mondeling of schriftelijk) en geeft soms bijkomende voorwaarden. Indien de verkoper initiatief neemt zonder prijsaanvraag spontane offerte Bestelling/ koopovereenkomst: de koper beantwoordt de offerte met een bestelbon of met een bestelling telefonisch, fax, mail, Levering: op de overeengekomen plaats en tijdstip worden de goederen geleverd door de verkoper en in ontvangst genomen door de koper. Hij tekent hiervoor de speciale bon of factuur. Betaling: de koper moet de goederen betalen. Via factuur. klacht: indien koper niet akkoord. 2.2 Een vlot gesprek met klanten kunnen voeren en koopsignalen herkennen Een goed verkoopsgesprek steunt op: kennis van de artikelen kennis van de koopmotieven en de verkoopargumenten kennis van de klanten kennis van de bezwaren en tegenargumenten kennis van de concurrentie Het gesprek valt uiteen in de volgende delen: aandacht trekken: contact met de klant, ontvangen van de klant belangstelling wekken kooplust wekken: het eigenlijke gesprek met verkoopsargumenten de koopdaad: afsluiten verkoop Basistips voor een verkoopsgesprek: zorg voor goede eerste indruk begroet klant op en hartelijke manier onthoud namen van de klant stel beleefde en doeltreffende vragen om koopmotieven op te sporen laat merken dat je enkel zijn belangen voor ogenhebt overtuig met eerlijke verkoopsargumenten argumenteer visueel dank de klant, ook als hij niet koopt sluit het gesprek altijd beleefd en vriendelijk af 2.3 de belangrijkste elementen van een prijsaanvraag, offerte, bestelling en klacht kunnen formuleren Via de prijsaanvraag zal de koper bij de verkoper informeren naar de prijs van bepaalde goederen en naar de verkoopsvoorwaarden gegevens koper de vraag naar catalogus, stalen, kortingen, leveringsvoorwaarden, datum, handtekening

Via de offerte zal de verkoper de potentiële klant trachten te overtuigen om zijn goed aan te kopen. Het is een verkoopmiddel. gegevens koper en verkoper verkoop- en leveringsvoorwaarden gevraagd product met zijn eigenschappen (prijs, hoeveelheid, nummer) manier van betaling duur geldigheid duwtje in de rug gratis staal, Als de koper en verkoper een akkoord hebben over een offerte, wordt er een bestelbon opgemaakt met daarin de afgesproken elementen van de verkoop. Meestal in drievoud gegevens beide partijen gegevens goederen (artikel nummer, omschrijving, hoeveelheid, prijs, btw) bestelbonnummer, datum leveringsvoorwaarden, betalingsvoorwaarden, verkoopsvoorwaarden handtekening beide partijen Formuleer beleefd wat het probleem is en welke rechtzetting u wenst. gegevens beide partijen klacht + uitwerking die u wenst datum en handtekening 2.4.1 de geldigheidsvereisten van een koopcontract kennen Het koopcontract: meestal is dit de bestelbon Geldigheid: volgende vereisten moeten voldaan zijn opdat de koop geldig zou zijn: de partijen moeten vrijwillig toestemmen de beide partijen moeten bekwaam zijn het voorwerp, verkochte zaak, moet: - bestaan of kunnen bestaan - in de handel zijn en niet door bijzondere wetsbepalingen verboden zijn (bijv. drugs) - aan de eigenaar - verkoper toebehoren 2.4.2 de rechten en plichten van koper en verkoper kennen Koper: afgesproken prijs betalen op de overeengekomen plaats en tijdstip en de goederen in ontvangst nemen. Dan controleren. Indien er afwijkingen vastgesteld worden dient hij dit te melden (leveringsbon of aangetekende brief). Verkoper: moet de goederen leveren en de koper vrijwaren tegen verborgen gebreken. 2.4.3 de bewijsmiddelen in verband met een koopcontract kennen Het bestaan kan bewezen worden door: een geschrift: bv bestelbon, factuur getuigen en vermoedens: best aangevuld met schriftelijk bewijs een begin van uitvoering: bv door gedeelte betaling of door en gedeeltelijke of gehele aanvaarding van de koopwaar

2.4.4 de wijzen van tenietgaan van een koopcontract formuleren Tenietgaan: als de verbintenissen tot voldoening van beide partijen wordt uitgevoerd, houdt het bestaan ervan op. De verbintenis gaat dan teniet. Het tenietgaan kan door o.a.: Normaal verloop betaling kwijtschelding: verbintenis verdwijnt, bij oevereenkomst, zonder betaling vanwege de schuldenaar schuldvergelijking of compensatie Geen normaal verloop verbreking: als beide terugkomen op het door hen afgesloten contract ontbinding: als een van beide partijen verbintenissen niet nakomt nietigheid: als een van de geldigheidsvereisten ontbreekt of niet voldaan werd aan de essentiële vermeldingen van het koopcontract (bestelbon) 2.5 het verschil tussen intrest en discontoberekening kennen. Percentberekening Intrest en discontoberekening 2.6 de specifieke aankoopkanalen in de eigen beroepssector kennen groothandel Staat tussen de producent en de kleinhandel. Zij kopen het product in grote hoeveelheden van de producenten. Deze goederen worden dan in kleinere hoeveelheden doorverkocht aan de kleinhandel. Het kan voorkomen dat de consument ook rechtstreeks bij de groothandel kan aankopen. Samenaankoop Als gunstige voorwaarden kunnen bedongen worden bij een producent, kan het voorkomen dat verschillende handelaars samen aankopen doen. Het succes van dit systeem neemt de laatste jaren toe, zodat er specifiek samenaankoopondernemingen opgericht worden die alleen aan de bij hen aangesloten leden leveren. Tussenpersonen - makelaar: treden op als bemiddelaars, ze handelen in naam van de opdrachtgever, ze brengen beide partijen samen, ze ontvangen hiervoor een vergoeding - handelsagent: ze verkopen voor rekening en in naam van de fabriek bijv. autoverkoper. - Commissionair: krijgt opdrachten van opdrachtgever, zoekt de gevraagde goederen en koopt deze aan onder zijn eigen naam. Hij koopt dus onder zijn eigen naam maar voor rekening van de opdrachtgever (bijv. koffie) - Handelsreiziger/handelsvertegenwoordiger: werkt voor rekening en in naam van zijn opdrachtgevers. Hij bezoekt periodiek eventuele kopers en noteert hun bestellingen. De opdrachtgever zal leveren en ook de factuur opmaken - Franchising: een franchisezaak wordt uitgebaat door een zelfstandige die van de franchisegever het recht krijgt bepaalde producten te verkopen onder een bepaalde naam of formule. In ruil levert de franchisegever technische en commerciële bijstand onder de vorm van marketing, prijsbepaling, reclame. Bijv. Quick

3. Bijzondere reglementeringen De basisprincipes van de wet op de handelspraktijken en op de voorlichting en de bescherming van de consument kennen. De wetgeving op de handelspraktijken beoogt 2 belangrijke principes: de eerlijke concurrentie tussen handelaars waarborgen de voorlichting aan en de bescherming van de consumenten verbeteren - Prijs en hoeveelheidaanduiding duidelijk,schriftelijk, goed leesbaar, per meeteenheid en in euro aanduiden. Ook moet het steeds in de taal van het gebied waar het product op de markt wordt gebracht vermeldt zijn. - Voorlichting consument: - Koopjes: ouderwetse, tot een geschonden reeks behorend of verlegen producten verkopen tegen een verminderde prijs met het oog op seizoensvernieuwing. 2x jaarlijks (3-31 januari en 1 tot 31 juli) - Uitverkoop: versnelde verkoop van een deel of alle goederen of een deel ervan. Bijv bij overlijden, brandschade, verbouwingen die minstens een maand duren, overname, verhuizing, stopzetting - Verkoop met verlies: in niet toegelaten, tenzij met opruiming, uitverkoop of beschadiging - Oneerlijke handelspraktijken: - Gezamenlijk aanbod: het is verboden een product of dienst te schenken bij aankop van een ander product of dienst. Bijv een uurwerk gratis bij het vastleggen van een reis. (uitzonderingen: 11 de gratis, 3 kopen 2 betalen) - Reclame: deze moet duidelijk vermeld staan. De voorwaarden moeten worden toegepast. - Bedenktijd bij aankopen: de verbruiker beschikt over een bedenktijd van 7 werkdagen waarin hij zijn aankoop kan annuleren. Liefst per aangetekende brief. Weten dat er een speciale reglementering bestaat in verband met de openingstijden. - wekelijkse rustdag: een onderbroken tijd van 24 uren, die aanvangt om 5 uur s morgens of om 13 uur en eindingt op hetzelfde uur van de volgende dag. Vrij te kiezen, en voor sommige beroepen verplicht - zondagssluiting: in principe mag op zondag geen bezoldigt personeel tewerkgesteld worden. dit geld niet voor personen die werkzaam zijn in een familiebedrijf. De werkgever is zelf volkomen vrij om zondag te werken. Dit verbod geldt niet voor enkele welomschreven sectoren. - Openingsuren:sluitingstijd loopt van 20 tot 5 uur en van 21 tot 5 uur voor de vrijdagen. Afwijkingen kunnen aangevraagd worden bij het plaatselijke gemeentebestuur. - Nachtwinkels: gesloten zijn tussen 7 en 18 uur. Niet groter zijn dan 150m² en mogen enkel voedingswaren en huishoudelijke producten verkopen.

Weten dat door de wet van de privacy bestanden moeten worden aangegeven en weten wat men moet doen om aan de verplichtingen te voldoen. Dit is verplicht omdat sommige informatie gevoelig kan liggen en de mensen en niet mee te koop lopen. Verplichtingen: bij elke verwerking moet een inventaris worden bijgehouden iedereen mag vragen waarvoor de gegevens gebruikt worden moeten worden beveiligd moet aangegeven worden bij de commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Weten wat gereglementeerd wordt bij de wet op auteursrechten Het werk moet origineel zijn en ontstaan bij een natuurlijk persoon. Niet beperkt tot kunst (dichters, schrijvers, ) maar ook reclameslogans, krantenartikels, ) Softwarelicenties: niet meerdere malen gebruiken, of x maal kopiëren Weten dat er een milieuwetgeving bestaat Meer inlichtingen bij het VLAREM: Vlaams reglement voor de milieuvergunning DE BTW 1. Het begrip Btw verklaren en de werking aantonen aan de hand van een voorbeeld De toegevoegde waarde is het verschil tussen de verkoopprijs en de aankoopprijs van de aangekochte goederen en diensten. De producenten en de handelaars innen de telkens de belastingen voor de overheid. De verbruiker draagt de last. 2. Formuleren wie Btw-plichtige is Als in het kader van een handelszaak geregeld handelingen worden verricht die in het Btwwetboek worden opgesomd, is men automatisch btw-plichtige. 3. de administratieve verplichtingen in verband met Btw kennen Op vaste tijdstippen moet de handelaar een btw-aangifte invullen. Op de facturen voor intracommunautaire leveringen moet de verkoper: - de prijs exclusief BTW vermelden - de btw per tarief aanduiden - eventuele vrijstelling aanduiden de btw-plichtige moet een boekhouding voeren bestaande uit: - aankoopdagboek - verkoopdagboek - financieel dagboek - inventaristabel gebruik maken van voorgeschreven aangifteformulier en het verschuldigde bedrag overmaken. De btw-plichtige moet per kwartaal een listing indienen met een opgave van de intracommunautaire leveringen Eenmaal per jaar een klantenlijst opmaken van alle klanten die in de loop van het jaar minstens 250 op factuur kochten.

4. de verplichtingen van een kleine onderneming in verband met de Btw-wetgeving kunnen omschrijven op vaste tijdstippen moet de handelaar een btw-aangifte invullen op de facturen moet de verkoper: - de prijs exclusief btw vermelden - de btw per tarief aanduiden - eventuele btw vrijstellingen aanduiden hij moet boekhouding voeren uit:aankoopdagboek, verkoopdagboek, financieel dagboek en investeringstabel gebruikmaken van een voorgeschreven aangifteformulier en het bedrag overmaken per kwartaal een listing indienen met een opgaven van de intracommunautaire leveringen éénmaal per jaar een klantenlijst opmaken 5. het forfaitair Btw-stelsel kunnen verklaren forfaitair stelsel: men betaald op vaste grondslag btw. Berekend op fictieve omzet Forfait= inkoopbedrag x winst% = fictieve omzet De jaaromzet van die ondernemingen moet < 750.000 zijn en 75% ervan moet gaan over handelingen waarvoor geen factuur wordt vereist (bijv. bakker) 6. de gebruikelijke Btw-tarieven in het eigen beroep kennen 0%: vrijgesteld van btw: verenegingen, scholen, zikenhuizen, kortingen voor contante betalingen 6%: - verlaagd tarief voor levensnoodzakelijke goederen (meeste voedingsmiddelen), - herstellingen (fietsen, lederwaren, kleding, werken aan woning ouder dan 5 jaar) 12%: verlaagd tarief voor courante verbruiksgoederen en voor diensten die economisch, sociaal of cultureel belangrijk zijn (margarine, luiers, betaaltelevisie, sociale huisvesting) 21% normaal tarief voor alle niet andere vermelde goederen en diensten

Betaling en inning 1. de betalingsmodaliteiten kunnen onderscheiden De rechtstreekse betaling Dit is de betaling in speciën, baar geld. Bijv in de winkel Kwijting: dit is een formulering op een bestaand document waarin de schuldeiser verklaard dat de schuldenaar betaald heeft. Bijv. op leveringsnota: voldaan, datum en handtekening Kwitantie: dit is een apart document opgesteld en ondertekend door de schuldeiser bij het beëindigen van de schuld. Bijv: fuiven Kassabon: document, geprint door de kassa, contante winkelaankopen Ontvangstbewijs: dit is een apart bewijs opgesteld en ondertekend door de schuldenaar bij het ontstaan van de schuld. Onrechtstreekse betaling: Stortingsformulier: laat een niet-rekeninghouder toe een bedrag te storten op de rekening van een schuldeiser. Overschrijving: een formulier waarmee een rekeninghouder aan zijn financiële instelling opdracht geeft een bepaald bedrag over te schrijven naar de rekening van een schuldeiser bij een andere of dezelfde financiële instelling. Bankcheque: een document waarmee de houder van een zichtrekening aan zijn financiële instelling de opdracht geeft om een som uit te betalen aan een al dan niet genaamde derde. Domiciliëring: wisselde bedragen, facturen laten opsturen naar instelling en die vermindert het verschuldigde bedrag van je zichtrekening Doorlopende opdracht: op vaste tijdstippen een vast bedrag laten overschrijven 2. de betalingsdocumenten kunnen invullen 3. de vermeldingen op een cheque kunnen beoordelen Soorten: - aan toonder: na het woordje aan geen naam van de begunstigde schrijven, iedereen kan cheque innen - op naam: wel invullen, enkel begunstigde kan innen Gekruist worden: 2 evenwijdige lijnen op de voorkant - algemene kruising: geen vermelding tussen lijnen, enkel op rekening van de klant uitbetaald - bijzondere kruising: naam instelling vermeld tussen de lijnen, enkel aan die instelling of haar klant betaalbaar Geviseerd: bank brengt visum aan op de cheque om te laten zien dat er voldoende geld op de rekeing staatt op dat moment Gecertificeerd: bank brengt certificaat aan o p cheque, ht bedrag wordt geblokkeerd op de rekening Geëndosseerd: vermelding op achterkant, betaal aan order van naam + datum +handtekening, de cheque word overgemaakt aan derde(n). meerdere malen mogelijk 4. de informatie op een rekeninguittreksel kunnen interpreteren Een overzicht van alle betalingen en inningen en het duid het oude en nieuwe saldo aan. Is een geldig betaalmiddel.

5. het gebruik van betaalkaarten en kredietkaarten kennen 6. het verschil tussen een zicht-,spaar- en termijnrekening kennen Zichtrekening: dit is een rekening die dient voor het dagelijkse beheer van geld. De klant kan zijn geld erop deponeren en op elk ogenblik weer opvragen. Het laat de klant toe op ieder moment betalingen en inningen te doen. Het is kosteloos geopend maar periodiek is een beheerskost. Lage rente. Spaarrekening: voor geld dat niet onmiddellijk nodig is maar toch gemakkelijk opvraagbaar is. Een eenvoudig beleggingsmiddel. Termijnrekening: rekening die geopend kan worden als de klant zijn geld langer kan missen en voor een bepaalde termijn wenst te beleggen. 7. In staat zijn om de debiteuren en crediteuren op te volgen Debiteuren: het steunt op een efficiënte opvolging van de klanten. Een goed registratiesysteem is noodzakelijk. Hiervoor zijn er boekhoudpakketten. Als de klant niet betaald heeft op de vervaldag: - herinneringsbrief - verzenden aanmaningsbrief - telefonisch contact - aangetekende driegbrief - inschakelen deurwaarder en/of advocaat Crediteuren: ook hier een degelijk registratiesysteem via softwarepakketten. Het krediet 1. de betekenis en de gevolgen van een verkoop op termijn kunnen formuleren Koper en verkoper komen overeen dat de betaling van de goederen zal worden uitgesteld tot een later tijdstip. De koper kan beschikken over de goederen. De factuur wordt een afgesproken periode na de factuurdatum betaald. Geen bijhorende kosten. 2. de betekenis en de gevolgen van een verkoop op afbetaling kunnen formuleren Een verkoop waarbij de koper, na betaling van een voorschot van min 15% het resterende bedrag + intresten in min. 3 betalingen terugbetalen. In het contract moet de reële intrestvoet staan. Bij reclame op afbetaling moet vermeld zijn: - de prijs bij contante betaling - totale prijs afbetaling - bedrag van het voorschot - het aantal, bedrag en de regelmaat van de afbetalingen

3. de meest courante kredietvormen kunnen toelichten Op korte termijn Kaskrediet: de handelaar komt met zijn financiële instelling overeen dat hij meer geld van zijn zichtrekening mag afhalen dan erop staat. Dit tot een afgesproken bedrag, de kredietlijn. Je moet hierop intresten betalen. Kasvoorschot: een rekeningvoorschot van een vast bedrag op korte termijn, waarbij de instelling een vaste intrest toepast gedurende de hele looptijd van het krediet. Discontokrediet: goederen kopen maar niet over voldoende geld beschikken om ze te betalen, kan verkoper uitstel van betaling verlenen. Om zeker te zijn van zijn geld zal de verkoper aan de koper vragen een speciaal document te tekenen: de wisselbrief. Hierop komen ze overeen het bedrag op een datum en plaats te overhandigen. Op langere termijn Hypothecaire lening: typische kredietvorm van woonkrediet bij particulieren. De instelling leent geld uit op langere termijn (+5 jaar) voor de aankoop van bouwgrond, bouwen, waarbij het onroerend goed als waarborg staat. Ofwel vaste rentevoet ofwel variabele. Meestal ook verplicht levensverzekering af te sluiten. Investeringskrediet: belangrijke investering (machines, installaties). De instelling ontleent geld mits ze kan beschikken over een waarborg bijv hypotheek, een derde, waardepapieren, looptijd varieert tussen 5 en 20 jaar. Indien de ondernemer aan voorwaarden voldoet neem de overheid een deel van de intrestlans op zich. Leasing: huur in combinatie met een aankoopoptie 4. weten dat er steunmaatregelen kunnen zijn bij specifieke financieringsvormen. Weten waar men de nodige inlichtingen hierover kan bekomen - Rentetoelage: tegemoetkoming in de rente van de leningen die de ondernemers aangaan voor het financieren van investeringen - Leasingspremie: tegemoetkoming in de rente op het leasecontract - Kapitaalpremie: subsidie voor de investering die de ondernemer financiert met de eigen middelen - Vrijstelling van de onroerende voorheffing: fiscaal voordeel dat toegekend wordt op de aanvaarde investeringen die onroerend zijn. - Participatiefonds: waarborgen van kredieten aan startende en snelgroeiende ondernemers - Vlaams waarborgfonds: indien niet voldoende zakelijke waarborgen beroep doen op dit fonds om toch krediet te verkrijgen Inlichtingen ministerie van de Vlaamse Gemeenschap (www.vlaanderen.be) 5. beseffen dat de opname van kredieten ook verplichtingen van terugbetaling inhoudt en dat geld lenen geen gratis dienstverlening is Krediet is het ter beschikking stellen van goederen of geldbedragen die pas later worden betaald of terugbetaald. Allerlei valkuilen kunnen aan de basis liggen van kredietproblemen: - een slecht bedrijfsbeleid - overkreditering: opstapelen van kredieten dat leidt tot het onvermogen om de schulden en intrestlasten terug te betalen - onjuiste keuze van de kredietvorm: door bijv misleidende reclame, onvoldoende vergelijking

De boekhoudkundige verwerking 1.1 het begrip boekhouden verklaren en de noodzakelijkheid ervan aantonen Noodzaak: de alledaagse verrichtingen moeten verplicht genoteerd worden in een geordende vorm. De boekhouding is voor de ondernemer zelf, voor de vennoten, de fiscus, kredietinstellingen een bron van informatie. Dit is ook wettelijk verplicht 1.2 de soorten ondernemingen volgens de boekhoudwetgeving kunnen opzoeken en onderscheiden 1.3 de algemene eisen waaraan de boekhouding van een kleine onderneming moet voldoen kennen en opzoeken De wet bepaalt dat alle ondernemingen ervoor moeten zorgen dat de boekhouding: - volledig is: alle verrichtingen moeten worden ingeschreven - correct is: aan de hand van bewijzen moet alles worden ingeschreven - aangepast is: aan de aard en de grootte van de onderneming De boeken, waarin de onderneming haar boekhouding voert, moeten aan een aantal voorwaarden voldoen: - ze volgen het wettelijke stelsel (vereenvoudigd of volledig) - ze dragen de handelsnaam van de onderneming - ze vormen een doorlopende reeks, met vermelding van hun soort (aankoopboek 1, aankoopboek 2, ) De boekhouding moet zonder uitstel, getrouw, naar tijdsorde en volledig worden ingeschreven: - zonder uitstel: hoe recenter hoe beter - getrouw: individueel en volgens verantwoordingsstuk (factuur) - naar tijdsorde: chronologisch, met een nummer volgens de ontvangstdatum - volledig zonder gaten of weglatingen: bij de verbetering van een fout moet de oorspronkelijke gegevens leesbaar blijven. Bij elektronische fout, tegenboeken en opnieuw beginnen. Gedurende 10 jaar bijhouden. 2. het begrip vereenvoudigde boekhouding kunnen verklaren Enkel bedrijven met een jaaromzet excl. btw < 500000 mag deze voeren. Dit bestaat uit het bijhouden van drie dagboeken (aankoopdagboek, verkoopdagboek en financieel dagboek) en een jaarlijkse lijst van alle bezittingen en schulden (inventarisboek). 3. het aankoopboek kunnen invullen en de leverancierskaarten kunnen opmaken en bijhouden op basis van de verantwoordingstukken Aankoopdagboek: de facturen, rekeningen of nota s die de onderneming ontvangt van haar leveranciers worden doorlopend genummerd. Facturen die contant betaald werden boek je onmiddellijk in het kasboek en klasseer je nadien bij de andere inkomende facturen. Een keer per week neem je alle facturen en schrijf je ze per volgnummer in het aankoopdagboek in. Leverancierskaarten: je kan per leverancier een kaart aanleggen om een overzicht te krijgen van de schuld die de onderneming heeft bij hen.

4. het verkoopboek kunnen invullen en de klantenkaarten kunnen opmaken en bijhouden op basis van de verantwoordingstukken Verkoopdagboek: facturen die jij opmaakt voor de klanten worden ingeschreven volgens dezelfde werkwijze als bij het aankoopdagboek. Contante verkopen waarbij geen factuur werd opgemaakt, worden globaal per dag geboekt aan de hand van de telstrook van het kasregister. Klantenkaart: per klant een kaart aanleggen. Grondig overzicht van het aantal klanten, wie er al betaald heeft en wat het bedrag is van de openstaande vorderingen. 5. De financiële boeken op basis van de verantwoordingsstukken kunnen invullen Financiële boeken: Inkomsten Telstroken kassa en contante betalingen verkoopfacturen dagelijks inschrijven Klantenkaart invullen Kasboek Uitgaven Kasdocumenten en contant betalen aankoopfacturen dagelijks inschrijven Leverancierskaarten invullen Wekelijks inschrijven in het verkoopboek Wekelijks inschrijven in het aankoopdagboek Bank- postboek Aan de hand van rekeningafschriften Inkomsten Uitgaven Klantenkaart invullen Leverancierskaarten aanvullen Inschrijven in bank- en postboek Inschrijven in bank- of postboek 6. de voorraad/inventaris kunnen bepalen en weten waarom dit belangrijk is. Het totaal van alle roerende en onroerende goederen die een firma bezit.. Deze bestaat uit: - voorraad - schulden van de onderneming - alle tegoeden - eigen middelen in het bedrijf geïnvesteerd - geldmiddelen in de kas of bank - andere bezittingen van de onderneming zoals machines en gebouwen, Waarom belangrijk: 7. de resultaatberekening kunnen uitvoeren en de betekenis ervan begrijpen De bedoeling van een onderneming is winst te maken. Op het einde van het boekjaar wil je dan weten hoeveel die winst dan precies is. De winst vind je door het totaal te maken van de opbrengsten en hiervan de kosten af te trekken. Het kan voorkomen dat het resultaat negatief is verlies 8. de gegevens uit de ingevulde boeken kunnen gebruiken om de Btw-aangifte in te vullen 9. Inleiding tot de dubbele boekhouding Tante lieveke vragen

Vlottende activa Vaste activa Aspecten van het bedrijfsbeleid 1. het belang kunnen inzien van het begroten van inkomsten en uitgaven, van investeringen en financieringen + invullen Meestal beschrijft de ondernemer in een document wat het doel is van zijn nieuwe activiteiten en hoe hij dat wil aanpakken. Daarna zoekt hij uit hoeveel geld er nodig is om die ideeën te verwezenlijken maw wat hij moet doen. Het geld hiervoor kan de ondernemer zoeken in de onderneming zelf of buiten de onderneming. Dat is het financieringsplan. 2. de basisprincipes van het financieel plan kunnen inzien. Principe van het Financieel evenwicht Activa (bezittingen/investeringen) Gebouwen Machines Uitrusting Wagenpark Voorraden Vorderingen Liquide middelen Passiva (middelen/vermogen) Eigen vermogen Schulden op lange termijn.. Schulden op korte termijn Aanwending van middelen Bronnen van middelen

3.1 de elementen van de kostprijs kennen Kostprijs: is de som van de kosten die nodig zijn om het nieuwe product of de nieuwe dienst te verlenen. Kostprijs= aankoopprijs + directe kosten + indirecte kosten Elementen van de kostprijs: - Aankoopprijs van de handelsgoederen of diensten Samen vormen ze de aankoopkostprijs - Directe kosten: aankoopkosten (vervoer, verpakking, verzekeringen) - Indirecte kosten: personeelskosten, afschrijvingen, huisvestingskosten, autokosten, administratiekosten, verkoopkosten, financieringskosten, De elementen worden teruggevonden in de boekhouding: aankoopprijs (aankoopboek), directe kosten (aankoopdagboek en financieel dagboek) en indirecte kosten (aankoopdagboek, financieel dagboek en inventarisboek). 3.2 het onderscheid tussen variabele en vaste kosten concreet kunnen weergeven en toelichten met voorbeelden directe kosten: loon + grondstoffen voor de productie van een bepaald product indirecte kosten: sociale lasten, gebouwen, machines, verlichting, verwarming, lonen voor mensen die niet produceren Vaste kosten: alle kosten waarvan met vooraf weet dat sowieso betaald moet worden: gebouwen, personeel, machines, Variabele kosten: afhankelijk van de productie: grondstoffen 4 De elementen van de verkoopprijs kennen - winstpercentage op de kostprijs: de meest gebruikte methode bij ondernemers. - Winstpercentage op de aankoopprijs: meestal bij handelaars die goederen doorverkopen zonder ze te bewerken. - Marktprijs: wordt bepaald door overeenstemming tussen koper en verkoper. Deze kan dagelijks variëren. Ze is ook afhankelijk van vraag en aanbod. Het begrip omzet: Dat is de waarde van de totale verkoop van een onderneming gedurende een bepaalde periode. Omzet = verkoopprijs per stuk x aantal verkochte stuks Winstcoëfficient: inkoopprijs X 3 5 De winstmarge kunnen berekenen Winstmarge: dit zijn procentuele verhoudingsgetallen. Winstmarge = omzet aankoopkostprijs vaste kosten Brutowinst: Nettowinst: = verkoopprijs aankoopkostprijs = brutowinst vaste kosten

6. de rendabiliteit kunnen berekenen Rendabiliteit: = winstgevendheid. Een ondernemer stelt zich voortdurend vragen over de goede werking van zijn onderneming. Is mijn personeelsbestand niet te groot? Kan ik met mijn verkoopprijs al mijn kosten dekken? Als een onderneming wil voortbestaan moet ze renderen iets opbrengen Rendabiliteit van het eigen vermogen = (nettoresultaat x 100) : eigen vermogen Om de rendabiliteit van in je bedrijfssector te vergelijken, kun je de gegevens opvragen op de balanscentrale van de Nationale Bank. Toegevoegde waarde: geeft een duidelijke kijk op de meerwaarde die door de activiteiten van de onderneming wordt geschapen. Maw een aanduiding van dat wat een bedrijf toevoegt aan de elementen die bij derden wordt aangekocht. Toegevoegde waarde = bedrijfsopbrengsten aankopen bij derden Met de toegevoegde waarde moeten de loonkosten van het personeel en de investeringen worden betaald. Als de personeelskosten hoger liggen dan de toegevoegde waarde komt de rendabiliteit van de onderneming in gevaar Productiviteit per personeelslid= toegevoegde waarde gemiddeld personeelsbestand Het verhoudingsgetal van de toegevoegde waarde duidt aan welk percentage de toegevoegde waarde inneemt in de bedrijfsopbrengsten. Toegevoegde waarde marge = (toegevoegde waarde x 100) : bedrijfsopbrengsten 7. het belang inzien van een goed voorraadbeleid een voorraad moet ruim zijn zoveel mogelijk vraag te kunnen voldoen een voorraad moet beperkt zijn niet overmatig investeren, oude producten beperkingen grote voorraad: - vergt grote opslagruimte - betekent grote investering - kan met verouderde producten blijven zitten - rekening houden met prijsschommelingen soorten voorraadbeheer: - periodieke voorraad: de voorraad wordt na een vaste periode door telling opgenomen en wordt terug op peil gesteld door bestellingen. - Permanente inventaris: constante opvolging van de voorraad en constant op peil gehouden. Bijv. grootwarenhuis via kassasysteem. minimum (ijzeren) voorraad: de grootte kan schommelen maar er moet steeds een minimum voorraad aanwezig. Men gaat steeds uit: - van een veiligheidsvoorraad: indien levering niet tijdig gebeurt - een basisvoorraad: er verlopen enkele dagen tussen bestelling en levering hedendaags voorraadbeheer: de noodzaak tot beperkking van de voorraden tot een strikt minimum maakt deel uit van de strategie van elke onderneming. Een onderneming die haar voorraad tot een minimum kan herleiden kan een hogere winst maken. Het aantal dagen voorraad geeft aan hoeveel dagen de voorraad gemiddeld in het magazijn blijft. Aantal dagen voorraad= (voorraden / handelsgoederen, grond- en hulpstoffen) x 365 Hoe lager het aantal dagen hoe beter! Een hoog aantal dagen kan duiden op een inefficiënt beheer of op een verouderde stock.

Werken als ondernemer of als werknemer 1. de belangrijkste sociale rechten en verplichtingen kennen van de zelfstandigen, helpers, echtgenoten Zelfstandige In hoofdberoep: Als zelfstandige in hoofdberoep moet je in België een beroepsbezigheid uitoefenen zonder dat je verbonden bent door een arbeidsovereenkomst of een overheidsstatuut. Hiertoe behoren: - de uitbaters van een eenmanszaak - de vrije beroepen - zaakvoerders en bestuurders van een vennootschap - de werkende vennoten In hoofdberoep: Als je loon- of weddetrekkende bent in hoofdberoep of een uitkering geniet of gepensiooneerd bent EN een zelfstandige activiteit uitoefent. De beroepsinkomsten moeten wel beperkt blijven. Helpster: Je kunt een zelfstandige bijstaan of af en toe vervangen. Je bent dan help(st)er van een zelfstandige. Hij mag echte geen ondergeschikte zijn. Meestal zijn het enkel gezinsleden die helper zijn. Indien je geen familielid bent wordt je als werknemer beschouwt als je : - voor 1 zelfstandige werkt en conitnu onder zijn leiding staat - je niet vrij kan beslissen over je uren - je maandelijks een vast inkomen krijgt - je met het gereedschap, grondstoffen en producten van de zelfstandige werkt Helpende echtgenoot: je mag hem helpen en je bent niet onderworpen aan het sociaal statuut. Je kan je aansluiten bij het sociaal verzekeringsfonds van je partner maar enkel voor arbeidsongeschiktheidsverzekering. Werknemer: als werknemer ben je verbonden door een arbeidsovereenkomst. Overzicht sociaal statuut Zelfstandige Bijdrage Percentage van netto bedrijfsinkomsten Vergoedingen - kinderbijslag (uitgezonderd 1 ste kind) - geboortepremie en adoptiepremie - gezondheidszorgen in geval van grote risico s - arbeidsongevallen en beroepsziekten - rustpensioen: beperkte vergoeding - werkloosheidsvergoeding in uitzonderlijke gevallen Werknemer Percentage op bruto wedde of fictief loon - kinderbijslag, ook 1 ste kind - geboortepremie en adoptiepremie - gezondheidszorgen van alle risico s - rustpensioen - werkloosheidsvergoeding - vakantiegeld

2. de belangrijkste fiscale plichten en rechten van een zelfstandige kennen. Je hebt als zelfstandige in hoofd- of bijberoep drie mogelijkheden: - de personenbelasting wordt geheven op het werkelijk inkomen - de personenbelasting wordt geheven op een forfaitair inkomen - vennootschapsbelasting Eenmanszaken en vennootschappen hebben de mogelijkheid op elk kwartaal te storten aan de diensten van de directe belastingen. De te betalen belasting wordt ook nog beïnvloed door de bedrijfslasten. De meeste kosten die verband houden met de bedrijfskosten mogen afgetrokken worden. 3. Verschil tussen eenmanszaak en een vennootschap kunnen toelichten Eenmanszaak Voordelen Nadelen - Je beslist zelf - draagt zelf verlies - Bij oprichting weinig kosten en formaliteiten - faillissement: ook eigen vermogen kan worden aangesproken - Alle winst is voor jou - valt onder personenbelasting met - Vereenvoudigde boekhouding volstaat hogere tarieven Vennootschap Voordelen Nadelen - werkmiddelen van verschillende - Minimum aan kapitaal vereis personen - Werking ingewikkeld: vlugge - de vennoten zijn slecht aansprakelijk beslissingen moeilijker voor hun inbreng (geen pers. Dingen) - Winst word verdeelt - vertrek of overleiden brengt voort bestaan niet in gevaar - Veel formaliteiten en kosten bij oprichting - valt onder vennootschapsbelasting lager tarief - Ingewikkelde boekhouding - werkverdeling kan worden toegepast 4. Kenmerken van de meest voorkomende vennoootschapsvormen kunnen toelichten en begrijpen EVBA: eenpersoonsvennootschap met beperkte aansprakelijkheid. BVBA: besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, min 2 personen NV: naamloze vennootschap. Min. 3 personen, enkel eigen inbreng aansprakelijk CV: coöperatieve vennootschap. Min. 3 personen, onbeperkte aansprakelijkheid

5. de verplicht af te sluiten verzekeringen kennen en weten welke risico s ze dekken Verplichte verzekeringen: - brandverzekering: dekt alle schade aangericht aan gebouwen en aan inhoud - burgerlijke aansprakelijkheid: dekt alle schade aan derde - verzekering bedrijfsvoertuigen: schade aan derden bij gebruik van je voertuig Wenselijke: - bijkomende ziekteverzekering: terugbetaling kleine risico s: dokter, tandarts - verzekering gewaarborgd inkomen: bij langdurige ziekte normaal pas na 3 maanden ziekenfonds. Hierdoor krijg je een gewaarborgd inkomen - levensverzekering: soorten: bij overlijden, bij leven, gemengd - rechtsbijstand: alle kosten uit een proces, verdedigt je rechten 6. weten waarvoor men bij aanwerving beroep kan doen bij sociaal secretariaat - berekening nettolonen - aflevering loonbrieven - de aangifte en de doorstortingen naar de RSZ - opmaal RIZIV bijdragebons - opmaken individuele rekeningen - opstellen jaarlijkse belastingsfiches - indienen aangifte arbeidsongevallenverzekering - je kan er terecht voor arbeidsreglementen, personeelsregister, andere formulieren 7. weten dat er steunmaatregelen zijn bij het aanwerven van personeel en waar men de nodige inlichtingen kan krijgen - individuele beroepsopleiding in een onderneming (IBO): geen loon voor werknemer maar wel uitkering + opleiding, 1 tot 6 maanden, indien voldoen in dienst nemen, werkgever staat in voor verzekering en verplaatsingskosten. Werkgever 1 vergoeding per uur opleiding - Startbanen: werkgever krijgt vergoeding per kwartaal, enkel jongeren tot 26 jaar, werknemer kan bedrijf na 7 dagen verlaten indien andere job. Voor bedrijven > 50 werknemers verplicht 3 % vergroten met startbanen. - Plus-één-twee-drie-Plan: maatregel ter bevordering van het aanwerven van een eerste, tweede en derde werknemer, bedrijf krijgt financiële tussenkomst van RSZ. Informatie: federale dienst van werkgelegenheid Informatica 1. voor enkele concrete problemen in een onderneming, het voordeel van informaticatoepassingen kunnen omschrijven Het probleem Voordeel informaticatoepassing Boekhouding Veel printers, hardware Fax Vele verschillende computers, veel software, Internetaansluiting Software Aansluiten op centrale printer Mailen Netwerk met centrale server