Mededelingen OCenW Bestemd voor: de bevoegde gezagorganen, scholen en centrale diensten vallend onder de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra; de bevoegde gezagorganen van de instellingen als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs; instellingen als bedoeld in de artikelen 1.3.1, 12.3.8 en 12.3.9 van de WEB; Landelijke Organen Beroepsonderwijs als bedoeld in artikel 1.5.1 van de WEB. Voorlichting Datum: 12 juli 2001 Kenmerk: AB/A&A/2001/26666 Datum inwerkingtreding: n.v.t. Geldigheidsduur beleidsregel: n.v.t. Juridische grondslag: n.v.t. Relatie tot eerdere mededelingen: n.v.t. Informatie verkrijgbaar bij: CFI/ICO/PO, 079-3232.333 CFI/ICO/VO, 079-3232.444 CFI/ICO/BVH, 079-3232.666 Inleiding In deze publicatie wil ik u op de hoogte stellen van het feit dat op 16 juli jl. het onderhandelaarsakkoord dat op 15 juni jl. is afgesloten voor de sectoren primair onderwijs (PO), voortgezet onderwijs (VO) en beroepsonderwijs en volwasseneducatie (BVE), omgezet is in een definitief akkoord. Het onderhandelaarsakkoord heeft enerzijds betrekking op de uitwerking van de maatregelen naar aanleiding van het rapport van de werkgroep Van Rijn en anderzijds op de verlenging van de CAO sector onderwijs (PO, VO, BVE) 2000-2002. Met dit akkoord worden de schoolbudgetten PO, VO en BVE met ingang van 1 augustus 2001 verhoogd en is de looptijd van de CAO met 11 maanden verlengd tot 1 februari 2003. In het akkoord zijn verschillende maatregelen op arbeidsvoorwaardelijk gebied overeengekomen, zoals: 1. Algemene salarismaatregelen per 1 januari 2002 en 1 juli 2002 van resp. 1,25% en 2,00%; 2. Naast de incidentele eindejaarsuitkering van 0,8% een structurele eindejaarsuitkering voor het kalenderjaar 2001 van 1,58%. De opbouw van deze uitkering bestaat uit: 1,25% vanwege de MEV-clausule en 0,33% vanwege de bevriezing van de ZKOO-tegemoetkoming 2001. De MEV-clausule betreft de afspraak dat indien in september 2001 blijkt dat de door het Centraal Planbureau in de Macro Economische Verkenning 2002 voor de marktsector berekende gemiddelde contractloonontwikkeling voor het jaar 2001 afwijkt van de salarisverhoging van 2,75% die met ingang van 1 maart 2001 heeft plaatsgevonden, dit verschil wordt verrekend in de vorm van een structurele eindejaarsuitkering. De bedoelde contractloonontwikkeling is vooralsnog vastgesteld op 4,25%. Mocht blijken dat dit percentage nog hoger komt te liggen dan zal het percentage van 1,58 worden verhoogd. Tevens zal er in december 2001 een voor ieder geldend percentage van 0,25 worden toegekend in de vorm van een persoonlijk ontwikkelingsbudget. Hier zal nog nader uitwerkingsoverleg over plaatsvinden. Vanaf het kalenderjaar 2002 vindt er een opbouw plaats naar een zogenoemde 13e maand. Voor 2002 geldt een percentage 3,75. Financiering daarvan bevat de volgende componenten: structureel 2,45% en incidenteel 1,30%. Afhankelijk van de definitieve afwikkeling van de MEV-clausule 2001 en van de hoogte van de bevriezing van de ZKOO-tegemoetkoming 2002 kunnen de structurele percentages nog hoger komen te liggen, waardoor het percentage van 3,75% zal worden verhoogd; 3. Verhoging van de eindejaarsuitkering per 1 januari 2001 voor het OOP-personeel dat wordt bezoldigd volgens één van de maximumschalen 1 tot en met 8; 4. Wijziging van de carrièrepatronen van leraren in de schalen LA tot en met LD en 1 augustus 2002; 5. Een jaarlijkse bindingstoelage vanaf augustus 2001 voor leraren en directieleden die bezoldigd worden volgens het maximumsalaris van hun functie of hoger, en voor onderwijsondersteunende personeelsleden die zijn benoemd in een functie met maximumschaal 9 en die bezoldigd worden volgens het maximumsalaris van hun functie of hoger; 6. Invoering van (gedeeltelijk) bezoldigd ouderschapsverlof vanaf 1 augustus 2001; 7. Beloningsdifferentiatie. NUMMER 18a deel 1 38 25 juli 2001
In de onderhavige publicatie zal ik nader ingaan op enkele hiervoor aangegeven maatregelen: Paragraaf 1 Verhoging van de schoolbudgetten in PO, VO en BVE; Paragraaf 2 verhoging van de eindejaarsuitkering OOP; Paragraaf 3 de wijziging van de carrièrepatronen; Paragraaf 4 de bindingstoelage; Paragraaf 5 het ouderschapsverlof; Paragraaf 6 Beloningsdifferentiatie. De Algemene salarismaatregelen, de structurele eindejaarsuitkering c.q. opbouw 13e maand, de verkorting van de carrièrepatronen per 1 augustus 2002, het persoonlijk ontwikkelingsbudget van 0,25% voor 2001 en nadere uitwerkingen zullen op een later moment worden bekendgemaakt. versterking van de schoolontwikkeling in het voortgezet onderwijs; vergroten van de ruimte voor scholing en begeleiding van zij-instromers en voor betaald LIO-schap (de huidige regeling met betrekking tot zij-instromers, zie publicatie PO/PJ/00/41929 in Gele katern 28 (2000) en LIO-schap, zie publicatie AB/BAP-2000/28223 in Gele katern 18b, zullen met ingang van 1 augustus 2001 worden verlengd); intensivering arbeid en zorg (o.a. de introductie van een vorm van betaald ouderschapsverlof). 2. Verhoging eindejaarsuitkering OOP 1. Verhoging van de schoolbudgetten in PO, VO en BVE Met ingang van 1 augustus 2001 worden de schoolbudgetten in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs en volwasseneneducatie substantieel verhoogd. De huidige ruime bestedingsvoorwaarden blijven ook voor de verhoging van het schoolbudget gehandhaafd. Dit betekent dat met de verhoging van de schoolbudgetten de ruimte voor scholen voor het voeren van eigen beleid ten aanzien van de professionalisering van het personeel en de organisatie verder wordt vergroot. Over de omvang en de toekenning van de verhoging van het schoolbudget per instelling zult u afzonderlijk worden geïnformeerd. De verhoging van de schoolbudgetten vloeit voort uit de aanbevelingen uit het rapport van de werkgroep Van Rijn ten aanzien van de versterking van de arbeidsmarktpositie van de sector Onderwijs. Met de verhoging van de schoolbudgetten kunnen onder meer de volgende doelen worden nagestreefd: verbetering van het loopbaanperspectief via: - functiedifferentiatie binnen de leraarsfuncties (o.a. de introductie van een leraarsfunctie met een hoger maximumsalaris in het primair onderwijs, naast de bestaande normfuncties van leraar); - functiedifferentiatie binnen de onderwijsondersteunende functies; - extra inzet van onderwijsondersteunend personeel; - beloningsdifferentiatie (o.a. ruimte voor honorering van zowel betaalde als onbetaalde relevante ervaring bij de salarisvaststelling in geval van (her)indiensttreding en ruimte voor honorering van het functioneren van personeel met een loopbaanonderbreking op basis van een beoordeling). Binnen het VO is bij de functiedifferentiatie prioriteit gegeven aan het VMBO. 2.1 Sector PO De structurele eindejaarsuitkering die van toepassing is op het OOP in het PO dat benoemd is in een functie met één van de maximumschalen 1 tot en met 8, zal met ingang van 1 januari 2001 met terugwerkende kracht opnieuw worden verhoogd. Het bedrag van de uitkering bij een normbetrekking wordt als volgt verhoogd: van f 1200,-- naar f 1641,-- voor de betrokkene die is benoemd in een functie met één van de maximumschalen 1 tot en met 5; van f 1101,-- naar f 1542,-- voor de betrokkene die is benoemd in een functie met één van de maximumschalen 6 tot en met 8. 2.2 Sector VO en BVE Ten behoeve van het treffen van deze maatregelen in de sectoren VO en BVE wordt de bekostiging voor de instellingen in die sectoren overeenkomstig bijgesteld. 3. Aanpassing carrièrepatronen leraren 3.1 Sector primair onderwijs 3.1.1 Inleiding Deze maatregel, die ingaat op 1 augustus 2001, geldt voor de betrokkenen die zijn aangesteld volgens hoofdstuk I-R van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel (Rpbo). De maatregel houdt in dat de carrièrepatronen van de salarisschalen LA, LB, LC en LD met twee jaar worden verkort via een linearisering van de salarisbedragen. Linearisering zorgt er voor dat zoveel mogelijk de grootte van de periodiekstappen gelijkmatig wordt verdeeld over het carrière- NUMMER 18a deel 1 39 25 juli 2001
patroon. De hoogte van de beginsalarissen en de maximumsalarissen is niet gewijzigd. De promotiecriteria zoals aangegeven in artikel I-R107 van het Rpbo komen door deze wijzigingen niet te vervallen. De maatregel houdt per salarisschaal het volgende in: Salarisschaal LA, de lengte van het carrièrepatroon wordt teruggebracht van 22 jaar naar 20 jaar en vanaf nummer 18 moet zijn voldaan aan de promotiecriteria; Salarisschaal LB, de lengte van het carrièrepatroon wordt teruggebracht van 21 jaar naar 19 jaar en vanaf nummer 18 moet zijn voldaan aan de promotiecriteria; Salarisschaal LC, de lengte van het carrièrepatroon wordt teruggebracht van 21 jaar naar 19 jaar en vanaf nummer 14 moet zijn voldaan aan de promotiecriteria; Salarisschaal LD, de lengte van het carrièrepatroon wordt teruggebracht van 22 jaar naar 20 jaar en vanaf nummer 16 moet zijn voldaan aan de promotiecriteria; Salarisschaal LE, de lengte van het carrièrepatroon blijft onveranderd. Met ingang van 1 augustus 2002 zal de lengte van de carrièrepatronen betrekking dan wel met een onderbreking in dienst treden en waarvan het voor de inpassing relevante laatstgenoten salaris voor 1 augustus 2001 is genoten, dient een herleid laatstgenoten salaris te worden vastgesteld voordat er een inpassing in de nieuwe carrièrepatronen kan plaatsvinden. Deze herleidingtabellen staan opgenomen in bijlage I-H van het Rpbo. Aangezien de carrièrepatronen wijzigen, zullen deze tabellen worden aangepast. Aan de conversietabellen wordt een kolom toegevoegd waarin het carrièrepatroon staat vermeld over de periode 1 maart 2001 tot 1 augustus 2001. De zesde kolom (zie verder bijlage 3), de kolom waarin het (herleide) laatstgenoten salaris wordt vastgesteld, is zo aangepast dat voor betrokkenen een laatstgenoten salaris wordt vastgesteld onder dezelfde condities zoals die onder paragraaf 3.1.2. zijn aangegeven. Dit betekent dat herintreders niet alleen profiteren van de maatregel zoals die voor 1 augustus 2001 is afgesproken, maar afhankelijk van de datum waarop zij voor het laatst werkzaam zijn geweest, ook van eerder genomen maatregelen die van invloed zijn geweest op het carrièrepatroon. Zie verder voorbeeld bij bijlage 3. van genoemde salarisschalen worden terug- bracht naar 18 jaar. In een latere publicatie zal ik hier nader op ingaan. 3.2 De sector VO en BVE 3.1.2 Inpassing in het nieuwe carrièrepatroon De nieuwe salarissenreeksen worden opgenomen in bijlage 1C van de Kaderbesluiten rechtspositie voor de sectoren VO en BVE. Zie hiervoor bijlage 1. Ten behoeve van het treffen van deze maatregel en de maatregel per 1 augustus 2002 wordt de bekostiging voor de instellingen in de sectoren In bijlage 2 wordt via conversietabellen per carrièrepatroon VO en BVE overeenkomstig bijgesteld. aangegeven hoe de omzetting naar het nieuwe carrièrepatroon uitwerkt. De conversietabellen zijn te gebruiken voor de betrokkenen die op 31 juli 2001 en 1 augustus 3.3 Uitbetaling van de maatregel 2001 bij dezelfde werkgever in dezelfde functie met dezelfde salarisschaal werkzaam zijn in het PO. De conversie gaat als volgt. Eerst wordt de jaarlijkse periodieke verhoging De in paragraaf 3.1 beschreven maatregel zal in de salarismaand oktober 2001 met terugwerkende kracht tot 1 augustus 2001 tot uitbetaling komen. op 1 augustus 2001 in het oude carrièrepatroon gemaakt, vervolgens wordt, gerekend vanuit die vastgestelde positie, hetzelfde nummer gezocht in het nieuwe carrièrepatroon. Indien dat nummer niet meer voorkomt vindt 3.4 Inpassing bij een hoger gewaardeerde leraarsfunctie de omzetting plaats op het hoogste nummer van het desbetreffende carrièrepatroon. In alle overige gevallen vindt de inpassing plaats aan de hand van de conversietabellen zoals opgenomen in bijlage I-H van het Rpbo. Zie verder paragraaf 3.1.3. Afgesproken is dat bij een benoeming in een hoger gewaardeerde leraarsfunctie geen financieel nadeel mag optreden in het nieuwe carrièrepatroon ten opzichte van het carrièrepatroon dat van toepassing was in de voorafgaande leraarsfunctie. Om dit te bewerkstelligen zal gerekend 3.1.3 Vaststelling laatstgenoten salaris vanaf 1 augustus 2001 een overgangsbepaling in het Rpbo worden opgenomen waarvan de kosten wat betreft functiedifferentiatie, zoals bedoeld in paragraaf 1, lopen via het schoolbudget. In de overige gevallen lopen de kosten via het declaratiesysteem. Over soortgelijke situaties De hiervoor besproken inpassing heeft betrekking op de betrokkenen die op 31 juli 2001 en 1 augustus 2001 werkzaam zijn in het PO bij dezelfde werkgever in dezelfde functie met de zelfde salarisschaal. Voor de betrokkenen die op of na 1 augustus 2001 aansluitend vanuit een andere die zich hebben voorgedaan voor 1 augustus 2001 zal artikel I-A8, het eerste lid, van het Rpbo (de billijkheidsbepaling) worden toegepast. Via een nader overleg zal hier invulling aan worden gegeven, waarover u op een later tijdstip zult worden geïnformeerd. NUMMER 18a deel 1 40 25 juli 2001
4. Bindingstoelage 4.1.4 Berekeningswijze 4.1 Sector primair onderwijs 4.1.1 Doelgroep en voorwaarden De bindingstoelage is bestemd voor leraren, directieleden (directeuren en adjunct-directeuren) en het lid van het onderwijsondersteunend personeel in een functie met maximumschaal 9 die op 1 augustus van het desbetreffende jaar bezoldigd worden volgens het maximumsalaris van hun functie dan wel hoger salarisbedrag. De bindingstoelage geldt zowel voor de normfuncties als voor de niet-normfuncties. De bindingstoelage wordt jaarlijks toegekend tenzij er op basis van een beoordeling sprake is van onvoldoende functioneren en wordt uitsluitend toegekend voor zover en zolang de leraar niet wordt benoemd in een hogere leraarsfunctie op grond van functiedifferentiatie als bedoeld in paragraaf 1. Dit betekent dat een betrokkene die als gevolg van functiedifferentiatie wordt benoemd in een functie met een hoger maximumsalaris, in deze nieuwe functie geen aanspraak maakt op de toelage. In alle overige gevallen krijgt de betrokkene de bindingstoelage toegekend in augustus van het jaar waarin hij in de nieuwe functie bezoldigd wordt naar het maximumsalaris. De toelage wordt in de maand augustus van het desbetreffende jaar vastgesteld op basis van de volgende formule: BT X (BS - BK) : NS waarbij: BT = Bindingstoelage BS = Bruto-salaris dat op basis van de betrekkingsomvang(en) in de maand augustus is vastgesteld (dus inclusief het salaris in verband met vervanging of tijdelijke uitbreiding van de betrekking) BK = Bruto-kortingen in de maand augustus Onder bruto-korting wordt verstaan een korting wegens: - anti-cumulatie bepaling; - schorsing; - staking; - gedeeltelijk of volledig buitengewoon verlof zonder behoud van bezoldiging; - pc-regeling. NS = Normsalaris (het salaris). De uitkomst van de berekening wordt rekenkundig afgerond op 2 cijfers achter de komma. 4.1.2 Ingangsdatum De ingangsdatum van de toelage is vastgesteld op 1 augustus 2001. 4.1.3 Hoogte van de bindingstoelage De hoogte van de bindingstoelage bedraagt bij een normbetrekking voor de: Functiecategorie Vanaf 1 augustus Vanaf 1 augustus 2001 2002 Leraar F 660,00 300,00 Directiefunctie F 440,00 200,00 OOP-functionaris met maximumschaal 9 F 440,00 200,00 De bedragen van de bindingstoelage zullen na augustus 2002 stijgen volgens het percentage van de algemene salarismaatregel. 4.1.5 Doorwerking De toelage maakt geen onderdeel uit van de: bezoldiging zoals bedoeld in artikel I-A, onderdeel j, hetgeen onder meer inhoudt dat er geen vakantie-uitkering over wordt berekend; berekeningsgrondslag van respectievelijk de incidentele eindejaarsuitkering 2001, de structurele eindejaarsuitkering 2001 en de 13e maand die vanaf 2002 gaat gelden. De toelage maakt gezien het structurele karakter onderdeel uit van het jaarinkomen ABP dat van toepassing is voor de berekening van de OP/NP-, IP- en FPU-premie. Dit betekent in de praktijk dat de toelage tot het jaarinkomen wordt gerekend op 1 januari van het jaar volgend op het jaar waarin de toelage aan de betrokkene is uitbetaald. De toelage maakt tevens onderdeel uit van het loon sociale verzekeringswetten (coördinatieloon). 4.2 De sector VO en BVE De bindingstoelage zal worden toegevoegd aan bijlage 1E van de Kaderbesluiten rechtspositie voor de sectoren VO en BVE. Ten behoeve van het treffen van deze maatregel wordt de bekostiging voor de instellingen in de sectoren VO en BVE overeenkomstig bijgesteld. NUMMER 18a deel 1 41 25 juli 2001
4.3 Uitbetaling van de maatregel De in deze paragraaf beschreven maatregel zal in de salarismaand oktober 2001 tot uitbetaling komen. De uitbetaling is gebaseerd op de situatie zoals die geldt op 1 augustus 2001 nadat de in paragraaf 3 omschreven conversie is toegepast. Dit betekent dat betrokkenen die door de conversie op 1 augustus 2001 op het hoogste salarisnummer van hun salarisschaal komen - het maximumsalaris - in oktober 2001 een bindingstoelage krijgen. 5. Ouderschapsverlof vante ervaring moeten wegen bij de salarisvaststelling in geval van (her)indiensttreding. Het RPBO zal vanaf 1 augustus 2001 op deze weging van onbetaalde ervaring worden aangepast. Daarnaast zal in het RPBO een bepaling worden opgenomen die aan een werknemer de mogelijkheid geeft om vanaf 1 augustus 2001 tijdens de onderwijsloopbaan de werkgever om een beoordeling te vragen of het door de loopbaanonderbreking veroorzaakte beloningsverschil op basis van het huidige functioneren nog gerechtvaardigd is. De schoolbudgetten bieden ruimte om eventuele aanspraken van de werknemers op basis van deze bepalingen te honoreren. 5.1 Sector PO Voor het schooljaar 2001-2002 zal voor het primair onderwijs een aanspraak op betaald ouderschapsverlof worden geregeld voor ouders van kinderen van 0 tot en met 2 jaar. Hiertoe zal het RPBO worden aangepast. Voor de structurele situatie zullen in de decentrale CAO-PO afspraken over betaald ouderschapsverlof worden gemaakt die de vergelijking met regelingen in andere overheidssectoren, zoals de sector Rijk, kunnen doorstaan. De financiering van deze aanspraken komt ten laste van de eigen middelen van de instelling en kan plaatsvinden uit de schoolbudgetten. Over de concrete invulling van deze afspraken vindt nog uitwerkingsoverleg plaats. 5.2 Sectoren VO en BVE Voor de sectoren VO en BVE vindt uitwerking van de invoering van betaald ouderschapsverlof plaats tussen de cao-partijen op decentraal niveau. 6.2 Sectoren VO en BVE Overeengekomen is dat cao-partijen een vergelijkbare aanpassing bevorderen van de salarisbepalingen in de CAO-VO en de CAO-BVE. 7. Faciliteren zij-instroom en LIO s De verhoging van het Schoolbudget geeft instellingen extra ruimte voor scholing en begeleiding van zij-instromers en voor het aanbieden van een betaald LIO-schap. Afgesproken is dat indien een vierdejaarsstudent van de lerarenopleiding verantwoordelijkheden worden gegeven die ontheffing van de bevoegdheid vereisen, deze benoemd dient te worden als LIO-met-leerarbeidsovereenkomst met bijbehorende rechtspositie. Ik verzoek u het personeel in dienst van uw instelling van deze publicatie op de hoogte te stellen. 6. Beloningsdifferentiatie 6.1 Sector PO In de schoolbudgetten zitten middelen voor beloningsdifferentiatie zodat er ruimte ontstaat voor het honoreren van het functioneren van personeel op basis van een beoordeling. Voor de sector PO kan beloningsdifferentiatie plaatsvinden door het toekennen van toelages en gratificaties. Daarnaast zullen de belemmeringen in het RPBO voor het toekennen van extra periodieken worden weggenomen vanaf 1 augustus 2001. In het kader van de wetgeving betreffende gelijke behandeling van mannen en vrouwen zal de werkgever in de sector primair onderwijs zowel betaalde als onbetaalde rele- De minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen, namens deze, mr. J.A.P. Veringa, directeur directie arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit NUMMER 18a deel 1 42 25 juli 2001
BIJLAGE 1 Salarisbedragen Behorende bij: - Bijlage 1D van het RPBO - Bijlage 1C bij het Kaderbesluit rechtpositie VO - Bijlage 1C bij het Kaderbesluit rechtpositie BVE Per 1 augustus 2001 Schaal LA Schaal LB Schaal LC Schaal LD nr.bedrag nr.bedrag nr.bedrag nr.bedrag 1 4421 1 4587 1 4614 1 4631 2 4501 2 4687 2 4837 2 4904 3 4581 3 4787 3 5061 3 5178 4 4661 4 4887 4 5256 4 5452 5 4741 5 4987 5 5451 5 5726 6 4821 6 5087 6 5646 6 6000 7 4901 7 5187 7 5841 7 6236 8 4981 8 5287 8 6036 8 6472 9 5066 9 5387 9 6231 9 6708 10 5151 10 5487 10 6426 10 6944 11 5236 11 5587 11 6621 11 7180 12 5321 12 5687 12 6816 12 7416 13 5406 13 5787 13 7011 13 7652 14 5491 14 5887 14 7206 14 7888 15 5576 15 6111 15 7401 15 8124 16 5661 16 6335 16 7596 16 8360 17 5746 17 6559 17 7791 17 8596 18 5957 18 6783 18 7986 18 8832 19 6169 19 7009 19 8181 19 9068 20 6381 20 9304 BIJLAGE 2 Conversietabellen Conversietabellen in verband met de omzetting van de oude naar de nieuwe carrièpatronen in het primair onderwijs NUMMER 18a deel 1 43 25 juli 2001
Schaal LA Situatie oud patroon 31-7-01 periodiek in oud patroon1-8-01 Inpassing in nieuw patroon 1-8-01 nr.bedrag nr.bedrag nr.bedrag 1 4421 2 4496 2 4501 2 4496 3 4572 3 4581 3 4572 4 4646 4 4661 4 4646 5 4721 5 4741 5 4721 6 4800 6 4821 6 4800 7 4865 7 4901 7 4865 8 4930 8 4981 8 4930 9 4994 9 5066 9 4994 10 5059 10 5151 10 5059 11 5124 11 5236 11 5124 12 5189 12 5321 12 5189 13 5254 13 5406 13 5254 14 5330 14 5491 14 5330 15 5405 15 5576 15 5405 16 5481 16 5661 16 5481 17 5557 17 5746 17 5557 18 5654 18 5957 18 5654 19 5751 19 6169 19 5751 20 5954 20 6381 20 5954 21 6180 20 6381 21 6180 22 6381 20 6381 22 6381 22 6381 20 6381 Schaal LB Situatie oud patroon 31-7-01 periodiek in oud patroon 1-8-01 Inpassing in nieuw patroon 1-8-01 nr.bedrag nr.bedrag nr.bedrag 1 4587 2 4662 2 4687 2 4662 3 4769 3 4787 3 4769 4 4844 4 4887 4 4844 5 4965 5 4987 5 4965 6 5044 6 5087 6 5044 7 5131 7 5187 7 5131 8 5217 8 5287 8 5217 9 5304 9 5387 9 5304 10 5390 10 5487 10 5390 11 5477 11 5587 11 5477 12 5563 12 5687 12 5563 13 5650 13 5787 13 5650 14 5736 14 5887 14 5736 15 5823 15 6111 15 5823 16 5909 16 6335 16 5909 17 6130 17 6559 17 6130 18 6349 18 6783 18 6349 19 6570 19 7009 19 6570 20 6789 19 7009 20 6789 21 7009 19 7009 21 7009 21 7009 19 7009 NUMMER 18a deel 1 44 25 juli 2001
Schaal LC Situatie oud patroon 31-7-01 periodiek in oud patroon 1-8-01 Inpassing in nieuw patroon 1-8-01 nr.bedrag nr.bedrag nr.bedrag 1 4614 2 4813 2 4837 2 4813 3 5059 3 5061 3 5059 4 5223 4 5256 4 5223 5 5404 5 5451 5 5404 6 5554 6 5646 6 5554 7 5706 7 5841 7 5706 8 5857 8 6036 8 5857 9 6008 9 6231 9 6008 10 6200 10 6426 10 6200 11 6390 11 6621 11 6390 12 6581 12 6816 12 6581 13 6773 13 7011 13 6773 14 6964 14 7206 14 6964 15 7154 15 7401 15 7154 16 7346 16 7596 16 7346 17 7535 17 7791 17 7535 18 7722 18 7986 18 7722 19 7910 19 8181 19 7910 20 8072 19 8181 20 8072 21 8181 19 8181 21 8181 21 8181 19 8181 Schaal LD Situatie oud patroon 31-7-01 periodiek in oud patroon 1-8-01 Inpassing in nieuw patroon 1-8-01 nr.bedrag nr.bedrag nr.bedrag 1 4631 2 4857 2 4904 2 4857 3 5108 3 5178 3 5108 4 5325 4 5452 4 5325 5 5543 5 5726 5 5543 6 5954 6 6000 6 5954 7 6180 7 6236 7 6180 8 6381 8 6472 8 6381 9 6582 9 6708 9 6582 10 6784 10 6944 10 6784 11 7009 11 7180 11 7009 12 7234 12 7416 12 7234 13 7448 13 7652 13 7448 14 7658 14 7888 14 7658 15 7869 15 8124 15 7869 16 8072 16 8360 16 8072 17 8286 17 8596 17 8286 18 8497 18 8832 18 8497 19 8700 19 9068 19 8700 20 8911 20 9304 20 8911 21 9175 20 9304 21 9175 22 9304 20 9304 22 9304 22 9304 20 9304 NUMMER 18a deel 1 45 25 juli 2001
BIJLAGE 3 Voorbeeld Conversietabellen zoals opgenomen in Bijlage I-H van het Rpbo waarmee het laatsgenoten salaris wordt vastgesteld voor betrokkenen die voor 1 augustus 2001 voor het laatst in het primair onderwijs werkzaam zijn geweest. Inhoud van de kolommen 1. Werkzaam voor 1-8-85 2. Carrièrepatroon in de periode 1-8-85 tot 1-8-91 3. Carrièrepatroon in de periode 1-8-91 tot 1-8-97 4. Carrièrepatroon in de periode 1-8-97 tot 1-3-01 5. Carrièrepatroon in de periode 1-3-01 tot 1-8-01 6. Positie laatstgenoten salaris in het vanaf 1-8-01 geldende carrièrepatroon (horizontale omzetting) Betrokkene is tot en met 31 januari 2000 in dienst geweest als leraar met een maximumschaal 9 en in het betreffende schooljaar voor langer dan 60 dagen werkzaam geweest. Hij werd op dat moment bezoldigd naar schaal 8.7. Op enig moment in het schooljaar 2001-2002 keert betrokkene terug in het onderwijs als leraar met een salarisschaal LA. Het laatstgenoten salaris zou zijn het omgerekende bedrag volgens 8.7. Volgens de conversietabel wordt zijn laatstgenoten salaris via kolom 4 echter vastgesteld op nummer 16 (kolom 6). De inpassing in het carrièrepatroon van zijn nieuwe functie geschiedt vervolgens aan de hand van artikel I-P 8 van het Rpbo, het tweede lid. In dit lid is geregeld dat betrokkene aanspraak heeft op een periodiek ten opzichte van het salaris in zijn vorige functie. Zijn inpassing vindt derhalve plaats op nummer 17 van schaal LA. Zie voor verdere informatie over de werking van de tabellen publicatie PO/PJ-15363 (salarisvaststelling herintreders) van 29 mei 1998, gepubliceerd in Gele katern nr. 15 (1998). Schaal LA (voor 1 maart 2001 maximumschaal 9) 1 2 3 4 5 6 loonpeil 1-3-2001 3261 6.0 1 3357 6.1 1 1 3585 6.2 2 3 1 1 3801 6.3 3 4 2 2 3903 6.4 4 5 3 3 4007 6.5 7.2 5 6 4 4 4109 6.6 6 7 5 5 4209 6.7 7.3 7.3 8 6 6 4316 6.8 7.4 7.4 9 7 7 4421 6.9 7.5 7.5 10 8 8 4522 6.10 7.6 7.6 11 9 9 4631 7.7 7.7 12 10 10 4742 7.8 7.8 13 11 11 4857 7.9 7.9 14 12 12 4988 7.10 7.10 15 13 13 5108 8.5 8.5 16 14 14 5212 8.6 8.6 17 15 15 5325 8.7 8.7 8.7 16 16 5441 8.8 8.8 8.8 17 17 5543 8.9 8.9 8.9 18 18 5642 8.10 8.10 8.10 19 19 5750 9.5 9.5 9.5 20 20 5954 9.6 9.6 9.6 21 20 6180 9.7 9.7 9.7 22 20 6381 9.8 9.8 9.8 20 NUMMER 18a deel 1 46 25 juli 2001
Schaal LB (voor 1 maart 2001 maximumschaal 10) 1 2 3 4 5 6 loonpeil 1-3-2001 3693 7.0 2 1 3801 7.1 1 2 1 1 4007 7.2 2 3 2 2 4209 7.3 3 4 3 3 4316 7.4 4 5 4 4 4421 7.5 8.1 5 6 5 5 4522 7.6 6 7 6 6 4631 7.7 8.2 8.2 8 7 7 4742 7.8 8 7 7 4857 7.9 8.3 8.3 9 8 8 4988 7.10 8.4 8.4 10 9 9 5108 8.5 8.5 11 10 10 5212 8.6 8.6 12 11 11 5325 8.7 8.7 13 12 12 5441 8.8 8.8 14 13 13 5543 8.9 8.9 15 14 14 5642 8.10 8.10 16 15 15 5750 9.5 9.5 9.5 16 16 5954 9.6 9.6 9.6 17 17 6180 9.7 9.7 9.7 18 18 6381 9.8 9.8 9.8 19 19 6582 10.10 10.10 10.10 20 19 6784 10.11 10.11 10.11 21 19 7009 10.12 10.12 10.12 19 Schaal LC (voor 1 maart 2001 maximumschaal 11) 1 2 3 4 5 6 loonpeil 1-3-2001 4209 8.0 1 2 1 1 4421 8.1 2 3 2 2 4631 8.2 3 4 3 3 4857 8.3 4 5 4 4 4988 8.4 5 6 5 5 5108 8.5 9.2 9.2 7 6 6 5212 8.6 7 6 6 5325 8.7 9.3 9.3 8 7 7 5441 8.8 9 8 8 5543 8.9 9.4 9.4 9 8 8 5642 8.10 9 8 8 5750 9.5 9.5 10 9 9 5954 9.6 9.6 11 10 10 6180 9.7 9.7 12 11 11 6381 9.8 9.8 13 12 12 6582 10.10 10.10 14 13 13 6784 10.11 10.11 10.11 14 14 7009 10.12 10.12 10.12 15 15 7234 11.6 11.6 11.6 16 16 7448 11.7 11.7 11.7 17 17 7658 11.8 11.8 11.8 18 18 7869 11.9 11.9 11.9 19 19 8072 11.10 11.10 11.10 20 19 8181 11.11 11.11 11.11 21 19 NUMMER 18a deel 1 47 25 juli 2001