VAN ENKELVOUDIGE INBEDDING NAAR MEERVOUDIGE INBEDDING: EEN TEGELZETTERSPROBLEEM? Bart Hollebrandse 1

Vergelijkbare documenten
(1) a. de aap die naast de olifant staat b. de aap die naast de olifant die naast de giraffe die naast de krokodil staat

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 2

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 12

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 9

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 10

Inleiding: Combinaties

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

DEEL 1 TABU SQUIBNUMMER. Tabu verschijnt onder auspiciön van de Faculteit der Letteren van de Rijksuniversiteit. Jaargang 25, nummer 3, 1995

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 7

College 4: Gegeneraliseerde Kwantoren

Inleiding. Syntaxis: de combinaties van woorden tot woordgroepen en zinnen.

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 13 (slot)

Comics FILE 4 COMICS BK 2

Boekbesprekingen. Nederlandse Taalkunde, jaargang 17,

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 11

53. Anders ga je met pensioen!

Studentnummer: Inleiding Taalkunde 2013 Eindtoets Zet op ieder vel je naam en studentnummer!

Late fouten in het taalbegrip van kinderen


Hoe oefen je grammatica? Liesbeth Schenk Sonja van Boxtel TUDelft, ITAV Nederlands voor buitenlanders

Taal en Cognitie: Een Black Box Revelation. Esli Struys WOT/WOLEC, 10 mei 2011


AI Kaleidoscoop. College 9: Natuurlijke taal. Natuurlijke taal: het probleem. Fases in de analyse van natuurlijke taal.

Gegeneraliseerde Kwantoren

Academisch schrijven Inleiding

Initiële coördinatie en de identificatie van woordgroepen. Petra Hendriks en Jan-Wouter Zwart

voltooid tegenwoordige tijd

Copyright 2010 PCM Uitgevers B.V. All Rights Reserved NRC Handelsblad. 23 oktober 2010 zaterdag

Puzzle. Fais ft. Afrojack Niveau 3a Song 6 Lesson A Worksheet. a Lees de omschrijvingen. Zet de Engelse woorden in de puzzel.

Embedded implicatures!?!

A Grammar of Tadaksahak, a Northern Songhay Language of Mali. geeft een beschrijving van de taal Tadaksahak, die gesproken wordt

Transfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen

De Sinn van fictie. Wouter Bouvy March 12, 2006

GASTLEZING: DISTRIBUTIONELE VECTOREN IN ALTERNANTIEONDERZOEK. Dirk Pijpops, Nederlandse Taalkunde: Hedendaagse stromingen, UCL, Louvain-La-Neuve

Oriëntatie Kunstmatige Intelligentie. Taalverwerving

UNIT 2 Begeleiding. Coaching proces, Instrumenten and vaardigheden voor Coacing en mobiliteit for Coaching and Mobility

Festival. Questions. Worksheet. Flash info. Bekijk de poster. Het is een aankondiging voor een muziekfestival. Welke bands die komen vind jij leuk?

We gaan het hebben over de woordvolgorde in Engelse zinnen.

Levende taalkunde. Jan-Wouter Zwart Rijksuniversiteit Groningen

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

across P across IO n.a. n.a. n.a. n.a.

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Object drop in the L1 acquisition of Dutch Thrift, K.E. Link to publication

De constituent die niet bestaat Over het antecedent van betrekkelijke bijzinnen

University of Groningen. Acquiring quantification Smits, Erik-Jan

The grammaticalisation of the gaan + infinitive future in spoken Dutch and Flemish. Carol Fehringer

Communication abilities of children with ASD and ADHD Kuijper, Sanne

In the classroom. Who is it? Worksheet

Paper opdracht INFONW

Academisch schrijven Inleiding

TAALFILOSOFIE WAT IS BETEKENIS?

R.A.N. (Romy) van Drie BA Nederlandse Taal en Cultuur, Universiteit Utrecht, Utrecht, Nederland.

Media en creativiteit. Winter jaar vier Werkcollege 7

Grammatica overzicht Theme 5+6

Cambridge Assessment International Education Cambridge International General Certificate of Secondary Education. Published

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 4

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

1e Deeltentamen Inleiding Taalkunde

Hoe kinderen referentiële uitdrukkingen in verhalen met een topic shift produceren en interpreteren.

Luisteren: Elke taaluiting is relevant

Dutch survival kit. Vragen hoe het gaat en reactie Asking how it s going and reaction. Met elkaar kennismaken Getting to know each other

Evaluatieverslag / Evaluation Report Human Library Castricum

Samenvatting. subject I

possessive determiners

Hoe te leren voor de UNIT toetsen

Handleiding - 26 modules 'Inburgeringsexamen A2 - Studieboek'

Aan het einde van de unit kennen de leerlingen woorden in de woordvelden: kleding uiterlijk emoties landen

Natuurlijke-taalverwerking 1. Daniël de Kok

Taalkunde als psychologie: Chomsky s Aspects of the Theory of Syntax

Nederlandse Samenvatting

Wet en gewoonte in de taal

Vandaag. Programma (webshop afasienet.com) Even voorstellen Ontvangst

3 I always love to do the shopping. A Yes I do! B No! I hate supermarkets. C Sometimes. When my mother lets me buy chocolate.

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

1. will + hele werkwoord (Future Simple) 2. shall + hele werkwoord 3. to be (am/is/are) going to + hele werkwoord

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Ik kom er soms tijdens de les achter dat ik mijn schoolspullen niet bij mij heb of niet compleet

Mededelingen. TI1300: Redeneren en Logica. Waarheidstafels. Waarheidsfunctionele Connectieven

5 Second Test. Kenrick Fontijne Jeremy Fontijne Dimmy Marcelissen

20 twenty. test. This is a list of things that you can find in a house. Circle the things that you can find in the tree house in the text.

Beschrijving van een fantasiedier

Lezen. Doelgroep Lezen. Omschrijving Lezen

Luisteren. Bij deze hand-out hoort ook een presentatie document om te gebruiken in de klas. U kunt het hier downloaden.

Interactive Grammar leert de belangrijkste regels van de Engelste spelling en grammatica aan.

Transparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens

Evaluatieverslag / Evaluation Report Human Library Bergen

S e v e n P h o t o s f o r O A S E. K r i j n d e K o n i n g

Mooie Engelse zinnen vormen, hoe doe je dit?

TABASCO. Taak gestuurd leren bij Engels

Win a meet and greet with Adam Young from the band Owl City!

Algoritmen abstract bezien

Inleveropdracht 1: Morfologie & Syntaxis

Educational Design as Conversation

Question Answering. College Natuurlijke Taalinterfaces. Januari 2002

Bepalen van (docent)competenties in een meertalige opleiding A case study. Sylvia van der Weerden Radboud in to Languages 24 mei 2012

Tijd en aspect in L2

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Overview. Tijd en aspect in L2. Visies op L2 acquisitie. Tweede taal-acquisitie: termen. L2 Acquisition. Temporaliteit in L2. Marieke Schouwstra

Luister alsjeblieft naar een opname als je de vragen beantwoordt of speel de stukken zelf!

Combinatoriek groep 1 & 2: Recursie

filosofie vwo 2016-I Opgave 1 Twijfel in de rechtbank

Transcriptie:

VAN ENKELVOUDIGE INBEDDING NAAR MEERVOUDIGE INBEDDING: EEN TEGELZETTERSPROBLEEM? Bart Hollebrandse 1 Recursie wordt tegenwoordig gezien als een cruciaal onderdeel van het menselijk taalsysteem (Hauser, Chomsky en Fitch, 2002). Mensen kunnen namelijk oneindig lange zinnen produceren, terwijl ze een eindig aantal regels in hun grammatica hebben. Recursie een functie die zichzelf voedt is het instrument dat dit mogelijk maakt. Meervoudige inbeddingen komen in dit systeem automatisch tot stand. Immers als men een syntactische regel één keer heeft toegepast, dan kan men dat ook vanzelf meerdere keren doen. Hollebrandse en Roeper (2010) laten zien dat het waarschijnlijk niet zo simpel is en dat er wel degelijk een verschil tussen een enkel- en meervoudige inbeddingen is. In dit paper zullen voorbeelden gegeven worden waaruit het verschil tussen eerste en tweede orde blijkt. Dit paper laat zien dat een enkelvoudige inbedding lang niet altijd verdubbeld kan worden naar een meervoudige inbedding. We zien hiervoor ook ondersteuning in de Kindertaal. Dit moet gezien worden in de lijn met rootfenomenen. Zoals er bepaalde fenomenen, zoals topicalisatie, exclusief lijken te zijn voor hoofdzinnen (Emonds, 1976, Koster, 1978) zijn er misschien ook fenomenen die exclusief eerste orde betreffen. Dit is enigszins onverwacht binnen het generatieve kader, want hoe kan je syntactisch beregelen dat een werk maar één keer kan inbedden. Of om in termen van Koster s 2010 afscheidscollege te spreken, hoe krijgt de Tegelzetter nu voor elkaar dat het leggen van de eerste tegel een effect heeft op de tegelrij die niet direct grenst aan die eerste tegel. 1. Recursie Chomsky introduceert de toepassing van recursie in Aspects (1965). De zin in (1) kan worden afgeleid met de regel in (2), waarin het cruciaal is dat het symbool S aan beide kanten van de herschrijfpijl voorkomt. Deze ene regel kan door herhaaldelijke toepassing in principe oneindig lange zinnen creëren. (1) Jan houdt van Bordeaux en Marc houdt van Champagne. (2) S -> S en S TABU 38 ste jaargang 2009/2010, nummer 1-4 1

Deze vorm van recursie wordt directe recursie genoemd. Bij indirecte recursie vindt de herhaling over meerdere regels plaats (2). Voor het Principle of Propositional Exclusivity van Hollebrandse en Roeper (2010) is dit cruciaal. Dit wordt later in het paper besproken. (1) Jan zei dat hij van Bordeaux houdt. (2) a. S -> NP Predicate-Phrase b. Predicate-Phrase -> Aux VP c. VP -> V that S Recursie kan eindeloos lange zinnen genereren. Op basis van (2) kun je in principe zin (1) eindeloos uitbreiden (3). (3) Bart weet dat Jan zei dat hij van Bordeaux houdt. Jan denkt dat Bart weet dat Jan zei dat hij van Bordeaux houdt. Mark hoorde dat Jan denkt dat Bart weet dat Jan zei dat hij van Bordeaux houdt. Recursie wordt tegenwoordig in de generatieve grammatica gezien als essentieel onderdeel van de menselijke taal (Hauser et. al. 2008). Het is niet zozeer dat aspect dat centraal staat in dit artikel. Wat centraal staat is het feit dat als je eenmaal een potentieel recursieve regel hebt, toegepast, je dat automatisch nog een keer kan doen. Heb dus een potentieel recursieve regel een met een identiek symbool aan beide kanten van de herschrijfregel geleerd, dan kan je die regel automatisch laten herhalen. 2. Van Eerste naar Tweede Orde Een natuurlijke en frequente manier om gedachten of denkbeelden toe te schrijven aan een individu is door middel van ingebedde zinnen (4a). Dit speelt een belangrijke rol in het werk van Jill de Villiers, met name als het de zgn. Language First Hypothese betreft. Deze hypothese zegt dat het leren van een Theory of Mind gedreven wordt door kennis van inbeddingen. Maar het toeschrijven van denkbeelden hoeft niet altijd via syntactische inbedding te gebeuren. Het toeschrijven van denkbeelden aan een ander kan ook makkelijk gebeuren in een discourse, zoals (4b) laat zien. Het toeschrijven van de propositie MARC HOUDT VAN BOURDEAUX vindt in zowel (4a) als (4b) plaats. (4) a. Jan weet dat Marc van Bordeaux houdt. b. Marc houdt van Bordeaux. Jan weet dat. TABU 38 ste jaargang 2009/2010, nummer 1-4 2

Een discourse met een anafoor kan dus dezelfde rol van toeschrijven vervullen als een zin met een complementzin. Toch is er een interessant verschil tussen syntaxis en discourse. De eerste staat recursie toe, terwijl de tweede dit niet toestaat. De discourse in (5b) heeft niet dezelfde betekenis als de zin in (5a). (5) a. Bart denkt niet dat Jan weet dat Marc van Bordeaux houdt. b. Marc houdt van Bordeaux. Jan weet dat. Bart denkt van niet. Het is enigszins opmerkelijk dat een dubbel-ingebedde betekenis niet aanwezig is voor (5b). Misschien is het in een sterk pragmatische context wel mogelijk. Stel je bij een Amerikaanse rechtszaak de discourse in (6) voor. (6) Malcolm is schuldig. De jury denkt dat. De rechter weet dat. Hollebrandse, Hobbs, De Villiers en Roeper (2008) hebben gevallen vergelijkbaar met (5) uitvoerig getest met Nederlands en Engels sprekende volwassenen (en kinderen). Niemand is in staat om de dubbel-ingebedde betekenis af te leiden uit de discourse in (5b). Dus hier zijn syntaxis en discourse niet hetzelfde. Het is overigens wel voor te stellen dat in talen waarin meervoudige inbedding niet voorkomt, of minder frequent is dan in de Germaanse talen, discourses zoals in (5b) wel een dubbel-ingebedde betekenis kunnen hebben. Hollebrandse en De Koning (2009) hebben dit voorgesteld voor Nederlandse Gebarentaal. Een ander kandidaat zou de Papua taal Teiwa zijn (Klamer, 2010; Sauerland, Kratochvil en Hollebrandse, 2009). Tot nu toe hebben we laten zien dat inbeddingseffecten niet beperkt zijn tot de syntaxis. Discourse kan het semantisch effect van inbedding hebben. Maar dit semantisch effect beperkt zich alleen tot enkelvoudige inbedding. De syntaxis speelt een cruciale rol in meervoudige inbeddingen. Dit is de eerste aanwijzing dat er een verschil tussen enkele inbedding en meerdere inbedding is. 3. Enkele Embedders De vorige sectie laat semantische inbeddingseffecten in discourse zien. Tevens laat het zien dat deze niet recursief zijn. Naast deze discourse-inbedding zijn er nog een relatief groot aantal gevallen waarin van Enkele Embedders. TABU 38 ste jaargang 2009/2010, nummer 1-4 3

(7) Dislocatie Volgens -constructies Directe Rede Evaluatieven (Discourse Anaforen) 3.1 Dislocatie Een vergelijkbaar effect als in de discourse-embedding kun je vinden in rechtsdislocatie. Ook hier zien we dat een enkelvoudige inbedding mogelijk is, maar de meervoudige inbedding veel minder acceptabel is. (8) a. Jan vertelde het, dat Jan Wouter niet van Bordeaux houdt. b.?*jan vertelde het, dat Bart het vertelde dat Jan Wouter niet van Bordeaux houdt. 3.2 Volgens-constructies Ook zgn. volgens-constructies zijn moeilijk meer dan één keer in te bedden. Toch maakt de syntactische positie hiervoor wel uit: (10a) komt overeen met (10b). (9) a. Volgens Jan is Champagne duurder dan Bordeaux. b. *Volgens Jan volgens Jan Wouter is Champagne duurder dan Bordeaux. (10) a. Volgens Jan is Champagne volgens Jan-Wouter duurder dan Bordeaux. b. Jan meent dat Jan Wouter meent dat Champagne duurder is dan Bordeaux. Toch is het aantal toegestane inbeddingen niet oneindig. Zijn de dubbele volgens in (10) prima, de driedubbele in (11) is veel minder goed. Daarbij is de zin in (12) prima. (11) Volgens Jan is Champagne volgens Jan-Wouter duurder volgens Bart dan Bordeaux. (12) Jan meent dat Jan-Wouter meent dat Bart meent dat Champagne duurder is dan Bordeaux. 3.3 Directe Rede In de hierboven besproken gevallen, dislocaties en volgens-constructies, kan men niet oneindig vaak inbedden. Deze gevallen zijn echter gevallen waarin men kan TABU 38 ste jaargang 2009/2010, nummer 1-4 4

betogen dat het in deze inbeddingen niet om complementatie gaat, maar veel eerder om adjunctie. Als dit adjuncties zijn dan verwachten we bij deze single embedders geen recursie. Dit levert overigens weer wel een probleem met de meervoudige inbeddingen voor volgens. Directe rede is een voorbeeld waarvoor argumenten te geven zijn dat het hier wel om complementatie gaat. Bovendien staat direct rede ook niet meer dan één inbedding toe (13). (13) a. Jan zegt: Ik drink Bordeaux. b. *Jan Wouter zegt: Jan zegt: Ik drink Bordeaux. Collins and Branigan (1997) laten overtuigd zien dat quotatie in een syntactische zusterpositie met het inbeddend werkwoord staan. Zij tonen dit aan in gevallen van Quotative Inversion (14a,b). In (14) vindt er topicalisatie plaats, waarmee om economy -redenen do-support vermeden kan worden. Zij betogen dat dit soort inversie alleen mogelijk is als de quote uit de zusterpositie van het inbeddend werkwoord verplaatst wordt. (14) a. He can sit on the chair, said Mickey. b. He, said Mickey, can sit on the chair. Hollebrandse (2000) betoogt ook dat er in directe rede sprake is van complementatie. Hij geeft een tweetal directe-rede-selectors. In het Amerikaans- Engels, met name gebezigd door jonge sprekers in informele situaties, kan men de werkwoorden be going en be like vinden, die alleen direct rede toestaan (vergelijk (15) met (16)). (15) He is going: I ll never drink wine again. And he is like: I am never going to pay that much for wine. (16) *He is going that he will never drink wine again. *He is like that he is never going to pay that much for wine. 3.4 Evaluatieven Zoals we voorafgaand hebben gezien leidt een enkelvoudige inbedding niet vanzelfsprekend tot een dubbele. Hollebrandse en Roeper (2010) stellen dit vast aan de hand van evaluatieven. Werkwoorden, zoals consider staan een enkele inbedding toe (17a), maar ook hier is een meervoudige inbedding niet toegestaan (17b). (17) a. John considered Bill to be the new director. b. *?John considered Bill to consider Joe to be the new director. TABU 38 ste jaargang 2009/2010, nummer 1-4 5

Dit feit gebruiken Hollebrandse en Roeper (2007, 2010) als argument om hun Principle of Exclusivity (18) voor te stellen. Dit principe zegt dat meervoudige inbeddingen alleen kunnen voorkomen als het (recursief) ingebedde deel een kale, niet-gemodificeerde propositie is. (18) The Principle of Propositional Exclusivity Constrained recursive structures express only pure (bare) nonmodified propositions. De ungrammaticaliteit van (17b) wordt door dit principe verklaard. Het voorbeeld schendt namelijk dat principe, omdat het meer dan een propositie inbedt. Er wordt niet alleen de propositie BILL TO BE THE NEW DIRECTOR ingebed, maar ook een evaluatie daarvan. Zo n zware inbedding is recursief niet mogelijk. Dit is één keer mogelijk (17a) maar niet recursief. Er zijn drie opmerkingen te maken over het geval van evaluatieven: 1. OCP-effect; 2. small clauses; en 3. modalen. Uriagereka (p.c.) merkte op dat er hier ook een syntactisch Obligatory Contour Principle effect (OCP), een verbod op adjacency van identieke (of features) kan zijn. Het Engels kent naast consider ook know to be ( kennen als ). Al valt er een licht effect van OCP te bespeuren, de voorbeelden in (19) zijn nog steeds niet perfect. 2 Dat lijkt inderdaad zo te zijn, maar het OCP effect doet de ongrammaticaliteit niet geheel verdwijnen. (19) a.??jan considered Bart to know Jan Wouter to be a Bordeaux connoisseur. b.??jan knew Bart to consider new Bordeaux. De ungrammaticaliteit van (17b) kan ook niet worden verklaard door het feit dat het hier een zgn. small clause betreft. Het Nederlands kent namelijk de evaluatief vinden, die een zin met een (vervoegd) werkwoord selecteert (20a). Ook deze zinnen staan geen meervoudige inbeddingen toe (20b). (20) a. Jan vindt dat Bordeaux lekker is. b. *?Jan vindt dat Jan Wouter vindt dat Bordeaux lekker is. Zwart (p.c.) maakte hier overigens een interessante observatie. Terwijl (20b) niet toegestaan is, is (21) daarentegen prima. 3 (21) Jan vindt dat Jan Wouter zou moeten vinden dat Bordeaux lekker is. Echter dit wordt ook verklaard door Hollebrandse en Roeper s (2010) principe. De zin (20b) is uitgesloten, omdat er hier niet alleen proposities worden ingebed maar ook nog evaluaties van die proposities. Dat laatste is niet het geval in de zin in (21). Hier is slechts de evaluatie over de propositie JAN WOUTER ZOU MOETEN TABU 38 ste jaargang 2009/2010, nummer 1-4 6

VINDEN DAT BORDEAUX LEKKER IS van het hogere subject ingebed. Zo n inbedding is toegestaan in niet-recursieve vorm en dat is hier ook precies het geval. Zin (21) drukt geen evaluatie van de propositie DAT BORDEAUX LEKKER IS uit. 4. Ondersteuning uit Kindertaal Het verschil tussen eerste-orde en tweede-orde inbedding is scherp te zien in Kindertaal. Ook hier zien we dat kinderen met de kennis van enkelvoudige inbeddingen niet vanzelfsprekend meervoudige inbeddingen doen. In Hollebrandse et. al. (2008) wordt in meerdere begripstaken dubbele inbedding getest. 4 Zij boden bv. de discourse in (22) aan, gevarieerd met vragen zoals in (23a) om tweede orde te testen of vragen zoals in (23b) om eerste orde te testen. (22) Nu praat Billy met Jane. Mama is aan het schoonmaken. Billy vertelt Jane dat Mama zei dat stripboeken stom zijn. (23) a. Wat zei Billy? b. Wat zei Mama? Kinderen in de leeftijd van zes jaar hebben duidelijk meer moeite met dubbele inbedding (23a), dan met de enkele (23b). Hetzelfde patroon wordt zichtbaar in een andere taak. De kinderen werden in een verhaal opgezet voor verschillende kennis van verschillende individuen. Zo dacht Sam dat er op de markt appeltaart verkocht werd, maar zijn zusje Maria dacht dat hij dacht dat er koekjes verkocht werden. De cruciale vraag werd mbv een enkelvoudige inbedding gesteld, maar om die goed te beantwoorden, moet men een redenering doen die op een dubbelingebed is. 5 (24) Wat denkt Sam dat er op de markt verkocht wordt?, vraagt de postbode. tweede orde begrip: Wat zegt Maria tegen de postbode? tweede orde productie: Waarom zegt ze dat? De kinderen die eerste orde begrijpen geven regelmatig uitleg in eerste orde zinnen (25a), maar nooit in tweede orde (25b). (25) a. dat er appeltaart verkocht werd. b. dat hij denkt dat er appeltaart verkocht werd. Dit wordt op dit moment getest door Sanne Kuyper binnen het Asymmetries in Grammar-project voor Autisme Syndrome Disorder populatie, waarvoor we het niet bereiken van tweede-orde verwachten. TABU 38 ste jaargang 2009/2010, nummer 1-4 7

Tot slot vinden Hollebrandse en Van Hout (2009) dat de vraag in (26a) gereduceerd wordt tot (26b). (26) a. Wat zei de politieagent dat de vrouw zei dat ze in haar tas had? b. Wat zei de politieagent dat ze in haar tas had? Zij concluderen hieruit dat dit een strategie is, waarmee de tweede orde wordt vermeden, door het te reduceren tot eerste orde. Deze drie voorbeelden laten duidelijk zien dat er ook voor kinderen een stadium is waarin ze wel enkelvoudige inbeddingen kunnen doen, maar moeite hebben met dubbele inbeddingen. Dus ook voor kinderen is het recursie systeem voor ingebedde zinnen niet een automatisch systeem. Hebben ze eenmaal enkelvoudige inbeddingen geleerd, dan kunnen ze dit niet vanzelf toe passen in meervoudige inbeddingen. De verklaring hiervoor ligt wellicht in het leren van het Principle of Propositional Exclusivity. 5. Tegelzetter of Tovenaar? Het effect van syntactische inbedding kan gemakkelijk worden bereikt zonder syntaxis, dwz zonder complementatie. In dit artikel zijn voorbeelden gegeven van discourse anaforen, dislocatie en volgens-constructies. Deze drie gevallen betreffen geen complementatie, maar adjunctie. Recursie wordt dan niet verwacht. Echter de gevallen van directe rede en evaluatieven zijn wel gevallen van complementatie. Ook in die gevallen is enkelvoudige inbedding mogelijk en meervoudige inbedding uitgesloten. De conclusie is dat enkelvoudige inbedding niet altijd vanzelfsprekend tot meervoudige inbedding leidt en dus niet altijd recursief kan zijn. Hollebrandse en Roeper (2010) zoeken de oplossing buiten de syntaxis in de interpretatie van proposities. In meervoudige recursieve inbeddingen kan men slechts kale proposities interpreteren. Zij vatten dit in hun Principle of Propositional Exclusivity. De vraag is echter hoe Koster s Tegelzetter dit probleem kan oplossen. Immers, hoe houdt de Tegelzetter bij het leggen van de eerste tegel al rekening met het patroon van een mogelijke tweede rij? Komt daar toch een Tovenaar bij kijken? Ik verwacht het niet! Bibliografie Chomsky, Noam 1965 Aspects of the Theory of Syntax. M.I.T. press, Cambridge, Massachusetts. TABU 38 ste jaargang 2009/2010, nummer 1-4 8

Collins, Chris and Phil Branigan 1997 Quatative Inversion Natural Language and Linguistic Theory 15-1, 1-41. Emonds, Joe 1976 A Transformational Approach to English Syntax. Academic Press. Hauser, Marc, Noam Chomsky and Tecumseh Fitch 2002 The faculty of language: What is it, who has it, and how did it evolve?. Science 298, 1569-1579. Hollebrandse, Bart 2000 The Acquisition of Sequence of Tense. Proefschrift, University of Massachusetts Amherst. Hollebrandse, Bart en Tom Roeper 2007 Recursion and Propositional Exclusivity, Recursion in Human Language conference, Normal, Illinois, April 27-29. 2010 Recursion and Propositional Exclusivity. Ongepubliceerd manuscript. Hollebrandse, Bart, Kathryn Hobbs, Jill de Villiers and Thomas Roeper 2008 Second Order Embedding and Second Order False Belief. In: A. Gavarró and M.J. Freitas., red., Proceedings of Generative Approaches to Language Acquisition 2007. Cambridge Scholars Publishing. Hollebrandse, Bart en Angeliek van Hout 2009 What did who say about who? The acquisition of double embedding. Taalkunde in Nederland dag, February 7. Hollebrandse, Bart, Linda Koning en Angeliek van Hout 2009 Second Order in Non Embedding Languages. Human Languages and Structural Complexity conference, Berlin, June 19-20. Klamer, Marian 2010 A grammar of Teiwa. Berlin/New York: Mouton de Gruyter. Koster, Jan 1978 Locality Principles in Syntax. Foris Publications. 2010 Tegelzetter of Tovernaar? Afscheidscollege, Rijksuniversiteit Groningen, 21 juni. Roeper, Tom 2007 The Prism of Grammar. Cambridge: M.I.T. press. Roeper and Hollebrandse (in progress) UMass book. 2010 How the Phase Alternation Constraint on Recursion and Propositional Exclusivity Interact. Recursion: Structural Complexity in Language and Cognition conferentie, University of Massachusetts Amherst, Mei 26 28, 2009. Sauerland, Uli, Frantisek Kratochvíl en Bart Hollebrandse TABU 38 ste jaargang 2009/2010, nummer 1-4 9

2009 Complementation in Teiwa: Clauses as Complementizers. Human Languages and Structural Complexity conference, Berlin, June 19-20. De Villiers, Jill 2005 Can Language Acquisition give Children a Point of View? In: J. Astington en J. Baird, red., Why Language matters for Theory of Mind. Oxford press. De Villiers, Jill, Kathryn Hobbs en Bart Hollebrandse 2010 Recursive Complements and Propositional Attitudes. Recursion: Structural Complexity in Language and Cognition conferentie, University of Massachusetts Amherst, Mei 26 28, 2009. 1 Veel dank aan Jan Koster, Tom Roeper, Jill de Villiers, Kate Hobbs, Uli Sauerland en Angeliek van Hout voor discussie. Alle fouten zijn de mijne. De auteur werd voor dit onderzoek gesponsord door het EU 6th Framework Programme project (028395) Characterizing Human Language by its Structural Complexity en door NWO VICI subsidie voor Asymmetries in Grammar aan Petra Hendriks. 2 Het OCP-effect lijkt wel een grotere rol te spelen, dan bij de evaluatieven. Het voorbeeld in (i) heeft wel een heel klein vraagteken.?jan vertelde het, dat Bart het weet dat Mark het gehoord heeft dat Jan Wouter niet van Bordeaux houdt. 3 Met dank aan het Groningse Syntaxis Seminar. 4 Zie ook De Villiers, Hobbs en Hollebrandse (2010). 5 Dit is eigenlijk een tweede-orde Theory of Mind test, maar deze test is verbaal en zegt daarom ook veel over taal. TABU 38 ste jaargang 2009/2010, nummer 1-4 10