David Bassens STEDEN IN TRANSITIE
STEDEN ALS ACTOR? Historisch: West-Vlaamse steden als plekken van innovatie, bv. lange-afstandshandel (cf. Hanse en jaarmarkten) Toenemende stedelijkheid: West-Vlaamse steden samen = 360 000 inwoners (i.e. +-33% bevolking is stedelijk) > Gent Eurometropool Lille-Tournai-Ath = 1.46 miljoen inwoners Toenemende rol voor gemeentelijke overheden (cf. toekomst provincies) > op naar steden in een netwerk
HERSCHALING? Albrechts (1998)
STEDEN ALS ACTOR?
HERSCHALING
HERVERDELING?
STEDEN ALS ACTOR? Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan (2014)
HERSCHALING Mondialisering leidt tot ontstaan van nieuwe schalen - herterritorialisering (Brenner, 1998) Staten en hun beleid zetten zich vast op nieuwe niveaus Groeiend belang van het supranationale (bv. EU), maar ook lokale/regionale niveau (bv. stadsgewesten) Weerspiegelt zoektocht naar afstemming politieke en economische structuren
POST-FORDISTISCHE TRANSITIE? Herschaling // crisis van Fordistisch Keynesianisme (1970s) Nieuwe Internationale Arbeidsdeling Deïndustrialisatie Structurele werkloosheid Eroderende belastingsbasis Fiscale crisis bezuinigingen Toenemende vermarkting van openbare diensten Nieuw stedelijk beleid: van stedelijk management naar stedelijk ondernemerschap (Harvey, 1989)
INTERSTEDELIJKE CONCURRENTIE? Einde van ruimtelijk Keynesianisme: nieuw wereldbeeld waarin steden elkaar beconcurreren op basis van unieke functies Doel: verhogen van export-basis van de stad verondersteld als een zero-sum game Grosso modo vier strategieën: Productie Consumptie Controlefuncties Herverdeling
PRODUCTIE Uitspelen unieke productiemogelijkheden met oog op hoge toegevoegde waarde Drukken productiekosten en/of technologische vernieuwing in clusters (bv. bedrijventerreinen) Stimulusbeleid overheid als investeerder of als schepper van innovatieve stadsregionale structuur Creative, learning, smart cities, maar met erg wisselend succes
PRODUCTIE
CONSUMPTIE Crisis van Fordisme zet druk op reële inkomens, drukken van effective demand met consumptiecrisis als gevolg Steden als kritische infrastructuur voor consumptie steden creëren meerwaarde vervat in goed Creëren van stedelijk spektakel met oog op aantrekken bezoekende klasse Consumenten -> stad als winkelcentrum Toeristen -> stad als museum Gepensioneerden -> stad als service flat Gesuburbaniseerde middenklasse -> stad als slaapzaal
CONSUMPTIE
CONTROLEFUNCTIES (Grote) steden zetten in op het aantrekken van economische en/of administratieve functies Investeringen in commerciële kantorenmarkt (cf. leegstand) Ontwikkelen van hoogopgeleide arbeidsmarkt, maar vaak polariserend effect Uitbouwen kennisinfrastructuur (bv. universiteiten, business schools)
CONTROLEFUNCTIES Storme et al. (2015)
HERVERDELING Steden kunnen nog steeds aanspraak maken op gelden van hogere schaalniveaus Vermarkting van herverdelingssysteem (cf. project calls, rol van consortia, etc.) met Mattheuseffect Groeiend belang en samenwerking over grenzen (cf. Interreg) en tussen schalen (bv. stadsvernieuwingsprojecten) Overwegend via PPS-structuren waarbij overheden met hefboom werken
HERVERDELING
WELKE BELEIDSSTRUCTUUR? Democratisch? Onverkozen raden en organisaties met veel uitvoerende macht en beperkte aansprakelijkheid Participatie? Toenemende rol van consultants en experten; wat met burgerparticipatie? Coördinatie? Stedelijke beleid is steeds meer projectmatig fragmentatie en gericht op korte termijn-resultaten (cf. gentrificatie) Paradox van het unieke: zoektocht naar uniciteit verhoogt homogenisering (bv. waterfronts, TOD)
WEST-VLAAMSE STEDEN? Steden groeien niet alleen door groeipooldynamiek - er is ook een Christalleriaanse logica (Saey et al., 2005) Ca. 46% van West-Vlaamse economie: gezondheidszorg, onderwijs, welzijn, kleinhandel, nutsvoorzieningen, voeding Foundational economy niet onderhevig aan territoriale concurrentie maar vraagt zorgvuldig beleid (Bowman et al., 2013) Governance: nood aan het coördineren en leren van elkaars beleid door steden in een netwerk
WEST-VLAAMSE STEDEN? Saey et al. (2005)