Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de. Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven (VNPS)

Vergelijkbare documenten
stichting pensioenfonds wonen

Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de. Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven (VNPS)

TRANSPARANTIEDOCUMENT

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de. Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven (VNPS)

Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de. Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven (VNPS)

Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de. Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven (VNPS)

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

VERKORT JAARVERSLAG 2017

VERKORT JAARVERSLAG 2016

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer N.W. Dijkhuizen 630

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de. Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven (VNPS)

Verkort jaarverslag 2013

stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de detailhandel Verkort jaarverslag 2007

Een overzicht van de kerncijfers vindt u op <pagina 8 en 9> van het volledige jaarverslag.

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Terugblik 2011 in cijfers

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting:

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Beschrijving Pension Fund Governance Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV

2009: een actief jaar met interessante ontwikkelingen

Ontwikkelingen in 2012

2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

2010: Pensioen wereld volop in de schijnwerpers

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016

stichting pensioenfonds wonen Verkort jaarverslag 2008

1e kwartaal 2016 Den Haag, 20 april 2016

Verkort jaarverslag In de verkorte versie van het jaarverslag leest u op hoofdlijnen hoe het jaar 2014 voor het pensioenfonds is verlopen.

Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de. Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven (VNPS)

1e kwartaal 2017 Den Haag, april 2017

2e kwartaal 2016 Den Haag, juli 2016

Het jaarverslag 2012 in vogelvlucht

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013

Verder in deze nieuwsbrief een samenvatting van het rapport van de visitatiecommissie.

Verkort jaarverslag PHI 2010

stichting pensioenfonds wonen Verkort jaarverslag 2009

vereniging nederlands pensioenfonds voor de sigarenindustrie en aanverwante bedrijven Jaarverslag 2008

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli Samenvatting cijfers per 30 juni 2015

Kamervragen van de leden Omtzigt en Van Hijum (beiden CDA)

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018

Verkort Jaarverslag 2014

Verkort jaarverslag

2010: jaar van herstel

Nieuws. Gezond maar alert. Pensioenfonds IN DIT NUMMER: Verkort jaarverslag. De financiële situatie van het pensioenfonds verbeterde in 2017.

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

Transparantiedocument

Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

In deze nieuwsbrief geven wij u informatie over de financiële situatie en andere belangrijke ontwikkelingen binnen het fonds.

Later AOW en pensioen

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni Samenvatting:

Verkort jaarverslag 2013

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van:

Strengere regels voor pensioenfondsen

Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven in liquidatie (VNPS IL)

De Nederlandsche Bank NV T.a.v. de heer S. Keereweer AA Postbus AB AMSTERDAM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 25 juni 2015

Verkort jaarverslag stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de detailhandel

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

Deelnemersvergadering 17 september 2009

Jaarverslag verkorte versie STICHTING BEROEPSPENSIOENFONDS LOODSEN

Actuariële en Bedrijfstechnische Nota. Nota, waarin het beleid van het fonds op alle relevante gebieden beschreven wordt.

Persbericht. ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende

3e kwartaal 2017 Den Haag, oktober 2017

Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008

Dit jaarbericht is een verkorte en eenvoudiger te lezen versie van het jaarverslag Met het jaarbericht willen we u de gelegenheid bieden om

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

Wanneer gaat u met pensioen: eerder of later? AOW-leeftijd verschuift opnieuw

Pensioenfonds B&S. Pensioenkrant Pensioen fonds B&S

Stichting Pensioenfonds SMIT. Bestuursreglement V120620

Pension Fund Governance TRANSPARANTIE DOCUMENT UITLEG GEKOZEN PRINCIPES VOOR GOED PENSIOENFONDSBESTUUR

POPULAIR JAARVERSLAG 2013

Deelnemersvergadering Stichting Pensioenfonds Thales Nederland. 20 juni 2013

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 26 juni 2014

Transparantiedocument organisatie van Stichting Pensioenfonds Wonen

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010

Transparantiedocument

Wet versterking bestuur pensioenfondsen

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen.

Pensioenfonds Robeco. Populair Jaarverslag 2014

Jaarinformatie Stichting Pensioenfonds C1000 over het verslagjaar (opgesteld op basis van het jaarbericht 2012)

Informatiebijeenkomst Pensioenen: actueler dan ooit. Oktober 2013

STICHTING VUT FONDS ECI VERKORT JAARRAPPORT 2001

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

Bestuur. Deelnemers: 2 Pensioengerechtigden:3 Werkgevers 2. Verantwoording en medezeggenschap

Jaarbericht Terugblikken en vooruitkijken. delta lloyd pensioenfonds

Transcriptie:

Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven (VNPS) Dit jaarverslag is een uitgave van Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven administrateur Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. Postbus 3183,3502 GD De Meern telefoon: (0900) 465 65 65 ( 0,05 p/m) datum 23 juni 2011 versie 2.3 () Jaarverslag 2010 pagina 1 84

Voorwoord Het bestuur van de Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven (VNPS) geeft in dit jaarverslag inzage in de werkzaamheden, het beleid en de pensioenontwikkelingen gedurende het jaar 2010. Het bestuur verstrekt duidelijkheid over de financiële positie en resultaten van het fonds. Dit jaarverslag is opgesteld in overeenstemming met de richtlijnen voor de jaarverslaggeving. In hoofdstuk 1 leest u meer over de organisatie van het fonds en de kerncijfers over 2010 en de voorafgaande jaren. De daaropvolgende hoofdstukken bevatten het verslag van het bestuur, het gevoerde financieel en beleggingsbeleid en de uitvoering van de pensioenregeling. In de hoofdstukken 5 en 6 kunt u het verslag, oordeel en advies van het verantwoordingsorgaan en de deelnemersraad lezen, alsmede de reacties van het bestuur daarop. In hoofdstuk 7 komt de jaarrekening aan bod. Het jaarverslag wordt afgesloten met de verklaringen van de accountant en de waarmerkend actuaris. Op 19 mei 2011 hebben de voorzitters van de VNPS een prijs in ontvangst mogen nemen voor het beste sectorrendement over de afgelopen 3 jaren voor haar beleggingen in woningen. Deze prijs wordt jaarlijks toegekend door de Investment Property Databank (IPD) welke de prestaties van Nederlands Direct Vastgoed meet ten opzichte van de Benchmark. Graag bedanken wij iedereen die in het verslagjaar heeft bijgedragen aan het goed functioneren van het fonds. Een speciaal woord van dank willen we richten aan de heer Vinken die in juni 2010 afscheid nam als bestuurslid. Hij is ruim 27 jaar bestuurslid geweest voor VNPS. In deze tijd heeft hij door zijn ervaring en kennis veel bijgedragen aan het pensioenfonds. Daarnaast willen we ook stilstaan bij het overlijden van de heer Verspeek. Hij was jarenlang een gerespecteerd lid van de deelnemersraad en het verantwoordingsorgaan. Met vriendelijke groet, namens het bestuur, G.W. Hompe Werknemersvoorzitter M.H.J.M. Crijnen Werkgeversvoorzitter Jaarverslag 2010 pagina 2 84

Inhoud 1 Het fonds 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Over het fonds 6 1.2.1 Naam en vestigingsplaats 6 1.2.2 Doelstelling 6 1.2.3 Aangesloten werkgevers 6 1.2.4 Samenwerkende organisaties 7 1.2.5 Externe partijen 7 1.3 De leden 8 1.3.1 Samenstelling en taak 8 1.3.2 Vergaderdata 8 1.4 Het bestuur 8 1.4.1 Samenstelling en taak 8 1.4.2 Vergaderdata en workshops 9 1.5 Het verantwoordingsorgaan 9 1.5.1 Samenstelling en vergaderdata 9 1.5.2 Vergaderdata en studiedagen 9 1.6 De deelnemersraad 9 1.6.1 Samenstelling 9 1.6.2 Vergaderdata en studiedagen 10 1.7 De visitatiecommissie 10 1.8 Uitbesteding 10 1.9 Meerjarenoverzicht kengetallen 11 1.10 Meerjarenoverzicht financiële gegevens 12 2 Verslag van het bestuur 13 2.1 Ontwikkelingen financiële positie 13 2.2 Goed pensioenfondsbestuur 13 2.2.1 Transparantiedocument 13 2.2.2 Intern toezicht en verantwoordingsorgaan 14 2.2.3 Deskundigheidsbevordering 14 2.2.4 Gedragscode en compliance 15 2.3 Communicatie 16 2.4 Toekomst fonds 16 2.5 Toezichthouder AFM en DNB 17 2.5.1 Autoriteit Financiële Markten (AFM) 17 2.5.2 De Nederlandsche Bank (DNB) 17 2.6 Opzet nieuw pensioenstelsel 17 3 Financieel beleid 18 3.1 Inleiding 18 3.2 Premiebeleid 18 3.3 Toeslagenbeleid 18 3.4 Pensioenvermogen en voorzieningen 19 3.4.1 Samenvatting van de financiële positie van het fonds en ontwikkelingen gedurende het jaar 19 3.5 Actuariële analyse 20 3.5.1 Analyse resultaat 20 3.5.2 Actuariële analyse 21 Jaarverslag 2010 pagina 3 84

3.5.3 Uitkomsten van de solvabiliteitstoets 21 3.5.4 Oordeel van de waarmerkend actuaris over de financiële positie 22 3.6 Beleggingsbeleid 23 3.6.1 Terugblik economie en financiële markten 23 3.6.2 Gevoerd beleid 23 3.6.3 Vastgoed 25 3.6.4 Z-score 27 3.7 Risicoparagraaf 28 4 Uitvoering van de pensioenregeling 29 4.1 Inleiding 29 4.2 De pensioenregeling 29 4.3 Wijzigingen statuten en reglementen 31 4.3.1 Statuten 31 4.3.2 Pensioenreglement 31 4.3.3 Uitvoeringsreglement 31 4.3.4 Reglement excedentregeling 31 5 Verantwoordingsorgaan 32 5.1 Verslag van het verantwoordingsorgaan 32 5.1.1 Algemeen 32 5.1.2 Verslag 2010 32 5.1.3 Bevindingen 32 5.1.4 Oordeel 34 5.1.5 Aanbevelingen 34 5.2 Reactie bestuur 34 6 Deelnemersraad 35 6.1 Verslag van de deelnemersraad 35 6.1.1 Algemeen 35 6.1.2 Verslag 2010 35 6.1.3 Bevindingen en Advies 36 6.2 Reactie bestuur 36 7 Jaarrekening 37 7.1 Balans per 31 december 2010 38 7.2 Staat van baten en lasten over 2010 39 7.3 Kasstroomoverzicht over 2010 41 7.4 Algemene toelichting 42 7.4.1 Inleiding 42 7.4.2 Overeenstemmingverklaring 42 7.4.3 Presentatie 42 7.4.4 Grondslagen voor de waardering 42 7.4.5 Grondslagen voor de resultaatbepaling 47 7.4.6 Grondslagen kasstroomoverzicht 49 7.5 Toelichting op de Balans 50 7.5.1 Beleggingen voor risico fonds 50 7.5.2 Beleggingen voor risico deelnemers (PlusPensioenregeling) 56 7.5.3 Vorderingen en overlopende activa 56 7.5.4 Overige activa 57 7.5.5 Stichtingskapitaal en reserves 57 Jaarverslag 2010 pagina 4 84

7.5.6 Technische voorziening voor risico fonds 58 7.5.7 Technische voorziening voor risico deelnemers 59 7.5.8 Overige schulden en overlopende passiva 60 7.5.9 Risicobeheer en derivaten 60 7.5.10 Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen 68 7.6 Toelichting op de staat van baten en lasten 69 7.6.1 Premiebijdragen risico fonds 69 7.6.2 Premiebijdragen risico deelnemers 70 7.6.3 Beleggingsresultaten risico fonds 70 7.6.4 Beleggingsresultaten risico deelnemers 70 7.6.5 Overige baten 70 7.6.6 Pensioenopbouw 71 7.6.7 Indexering en overige toeslagen 71 7.6.8 Rentetoevoeging technische voorziening 71 7.6.9 Onttrekking uit technische voorziening voor pensioenuitkeringen 71 7.6.10 Onttrekking uit technische voorziening voor pensioenuitvoeringskosten 71 7.6.11 Pensioenuitkeringen 71 7.6.12 Pensioenuitvoeringskosten 72 7.6.13 Aantal personeelsleden 72 7.6.14 Verbonden partijen 72 7.6.15 Bezoldiging bestuurders 72 7.6.16 Wijziging marktrente 73 7.6.17 Wijziging overige actuariële uitgangspunten 73 7.6.18 Overige wijzigingen in de technische voorziening 73 7.6.19 Saldo overdracht van rechten 74 7.6.20 Wijziging technische voorziening risico deelnemers 74 7.6.21 Overige lasten 74 7.6.22 Belastingen 74 7.6.23 Vaststelling van de jaarrekening door het bestuur 75 8 Overige gegevens 76 8.1 Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten 76 8.2 Gebeurtenissen na balansdatum 76 8.3 Actuariële verklaring 77 8.4 Controleverklaring van de onafhankelijk accountant 79 9 Bijlagen 81 9.1 Bijlage 1 Volumeveranderingen 81 9.2 Bijlage 2 Nevenfuncties bestuursleden 83 Jaarverslag 2010 pagina 5 84

1 Het fonds 1.1 Inleiding De Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven (verder: het fonds) heeft verschillende organen, zoals het bestuur, de deelnemersraad en het verantwoordingsorgaan. Daarnaast is een aantal externe partijen bij het fonds betrokken. In dit hoofdstuk stelt het fonds de bestuursorganen en externe partijen voor. Allereerst volgen de doelstelling en een aantal algemene gegevens van het fonds. Dit hoofdstuk wordt afgesloten met meerjarenoverzichten met diverse kengetallen. 1.2 Over het fonds 1.2.1 Naam en vestigingsplaats De Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven is opgericht op 11 januari 1933 en statutair gevestigd in Eindhoven. Het kantooradres van het fonds is Rijnzathe 10, 3454 PV De Meern. Postadres is Postbus 3183, 3502 GD Utrecht. Het fonds is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel Brabant onder nummer 40235301. De laatste statutenwijziging vond plaats op 26 januari 2010. Het fonds is aangesloten bij de Vereniging voor Bedrijfstakpensioenfondsen (VB). 1.2.2 Doelstelling Doelstelling van het fonds is het verlenen van pensioenen aan deelnemers, gewezen deelnemers en hun nabestaanden met inachtneming van de statuten en reglementen. Het fonds probeert dit doel te bereiken door premies te innen bij de aangesloten ondernemingen. De gelden worden belegd en beheerd en het fonds doet daaruit uitkeringen bij ouderdom, overlijden en arbeidsongeschiktheid. 1.2.3 Aangesloten werkgevers Agio Sigarenfabrieken N.V. in Duizel Deli-HTL B.V. Tabak Maatschappij in Eindhoven (vrijwillige aansluiting) Swedish Match Cigars B.V. in Eersel Swedish Match Benelux Sales B.V. in Eersel Scandinavian Tobacco Group Eersel B.V. in Eersel Ritmeester Cigars in s-hertogenbosch Tobacco Service Holland B.V. in Tubbergen Sigarenfabriek B.G. van t Veen B.V. in Grafhorst VCT B.V. in Cruquius Sigarenfabriek Hovens VOF in Tegelen Hoogeboom s Sigarenfabriek B.V. in Badhoevedorp Pronk Import B.V. in Diemen Sigarenfabriek De Olifant B.V. in Kampen Jaarverslag 2010 pagina 6 84

1.2.4 Samenwerkende organisaties De volgende organisaties benoemen leden in het bestuur, de deelnemersraad en het verantwoordingsorgaan: 1. Nederlandse Vereniging voor de Sigarenindustrie (NVS) Postbus 4076 5004 JB Tilburg telefoonnummer: (013) 594 41 25 website: www.sigaar.nl 2. De Unie, vakbond voor industrie en dienstverlening Postbus 400 4100 AK Culemborg telefoonnummer: (0345) 85 18 51 website: www.deunie.nl 3. FNV Bondgenoten Postbus 9208 3506 GE Utrecht telefoonnummer (0900) 9690 website: www.fnvbondgenoten.nl 4. CNV Vakmensen Postbus 2550 3500 GM Utrecht telefoonnummer: (0900) 77 00 770 website: www.cnvvakmensen.nl 5. Coördinatieorgaan Samenwerkende Ouderenorganisaties (CSO) Postbus 222 3500 AE Utrecht telefoonnummer: (030) 276 99 85 website www.ouderenorganisaties.nl 1.2.5 Externe partijen Het fonds werkt samen met de volgende externe partijen. Uitvoeringsorganisatie Pensioenbeheer Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. Vermogensbeheer Syntrus Achmea Vermogensbeheer B.V. Vastgoedbeheer Syntrus Achmea Vastgoed B.V. Adviserend actuaris De heer H.J.W. van Gemert AAG (Towers Watson B.V.) Waarmerkend actuaris De heer J. Smolenaers AAG (Towers Watson B.V.) Accountant De heer W.J. Thuss RA (Ernst & Young Accountants LLP) Adviseur Vermogensbeheer Mevrouw M. Verheul (ICC Verheul) Compliance officer Mevrouw M. van der Werff (Ernst & Young Fraud Investigation & Dispute Services) Jaarverslag 2010 pagina 7 84

1.3 De leden 1.3.1 Samenstelling en taak Leden van het fonds zijn de Nederlandse Vereniging voor de Sigarenindustrie, gevestigd in Tilburg; FNV Bondgenoten, gevestigd in Utrecht; CNV Vakmensen, gevestigd in Utrecht; De Unie, vakbond voor industrie en dienstverlening, gevestigd in Culemborg. De leden van het bestuur die gemandateerd zijn door de leden vormen samen de ledenvergadering. De ledenvergadering heeft onder meer tot taak (wijzigingen in) de statuten, reglementen, balans, rekening van baten en lasten en het jaarverslag goed te keuren en vast te stellen. 1.3.2 Vergaderdata De leden hebben in 2010 vijf keer vergaderd. De vergaderingen vonden plaats op 11 maart, 31 mei, 24 juni, 23 september en 25 november. 1.4 Het bestuur 1.4.1 Samenstelling en taak Het paritaire bestuur was op 31 december 2010 als volgt samengesteld: Leden werkgevers Benoemd tot Plaatsvervanger Organisatie M.H.J.M. Crijnen 1 januari 2015 C. Dassen-Soons NVS (werkgeversvoorzitter) C.N.J.M. de Gooijer 1 januari 2015 C. Dassen-Soons NVS A.M.P. de Jong 1 januari 2015 C. Dassen-Soons NVS vacature vacature NVS Leden werknemers Benoemd tot Plaatsvervanger Organisatie G.W. Hompe 1 januari 2015 L.F.A.M. Jansen FNV Bondgenoten (werknemersvoorzitter) J.C. Dwarswaard 1 januari 2015 P.M.A.J. Verheggen De Unie R. Zwijnenburg 1 januari 2015 vacature CNV Vakmensen vacature vacature FNV Bondgenoten In 2010 was de heer M.H.J.M. Crijnen voorzitter van het fonds. De heer G.W. Hompe was plaatsvervangend voorzitter. De samenstelling van het bestuur is in 2010 als volgt gewijzigd: De heer R.A.J.C. Rozemeijer is per 1 maart 2010 gestopt als bestuurslid. De heer W.I.J. Vinken nam op 31 mei 2010 afscheid van het bestuur. De heer A.M.P. de Jong is per 23 september 2010 toegetreden tot het bestuur. De heer P.M.A.J. Verheggen is sinds 31 mei 2010 plaatsvervanger. Jaarverslag 2010 pagina 8 84

Het bestuur is belast met de leiding, het algemene beleid en het beheer van het fonds. Het bestuur of beide voorzitters samen mogen het fonds vertegenwoordigen, tenzij de statuten of het pensioenreglement dit anders regelen. Beide voorzitters samen bepalen het dagelijkse beleid van het fonds. 1.4.2 Vergaderdata en workshops Het bestuur heeft in 2010 vijf keer vergaderd. De vergaderingen vonden plaats op 11 maart, 31 mei, 24 juni, 23 september en 25 november. Daarnaast vond op 31 mei en 23 september de workshop over de toekomst van het pensioenfonds plaats. 1.5 Het verantwoordingsorgaan 1.5.1 Samenstelling en vergaderdata Het verantwoordingsorgaan bestaat uit 3 leden: één namens deelnemers, één namens gepensioneerden en één namens werkgevers. De leden zijn benoemd door de onder 1.2.4. genoemde organisaties. Het verantwoordingsorgaan is op 1 januari 2008 ingesteld. Het verantwoordingsorgaan heeft de bevoegdheid een oordeel te geven over het handelen van het bestuur, het door het bestuur uitgevoerde beleid en de beleidskeuzes voor de toekomst. Het verantwoordingsorgaan legt zijn oordeel minimaal één keer per jaar schriftelijk vast. Dit oordeel en de reactie van het bestuur daarop worden gepubliceerd in het jaarverslag. Het verantwoordingsorgaan was op 31 december 2010 als volgt samengesteld: Leden Benoemd tot Organisatie A.P.M. Mens (namens werkgevers) 1 januari 2014 NVS J.C.M. Dankers (namens gepensioneerden) 1 januari 2014 werknemersorganisaties A.L.M. Geerts (namens werknemers) 1 januari 2014 werknemersorganisaties In januari 2010 is de heer A.L.M. Geerts benoemd als lid namens werknemers. 1.5.2 Vergaderdata en studiedagen Het verantwoordingsorgaan vergaderde in 2010 vijf keer, te weten op 8 april (met de voorzitters van het bestuur), 15 juni, 24 juni (samen met het bestuur), 12 oktober (met de voorzitters van het bestuur) en 9 december 1.6 De deelnemersraad 1.6.1 Samenstelling De deelnemersraad bestaat statutair uit zeven leden, namens deelnemers en namens gepensioneerden. De verdeling wordt gebaseerd op de verhouding deelnemers-gepensioneerden bij het fonds. De leden zijn benoemd door de onder 1.2.4. genoemde werknemersorganisaties en het CSO. De deelnemersraad adviseert het bestuur gevraagd en ongevraagd over zaken die het fonds aangaan. In ieder geval adviseert de deelnemersraad over voorgenomen besluiten tot statuten- en reglementswijziging, vaststelling van het jaarverslag en de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN), het toeslagenbeleid en de jaarlijkse besluiten daarover. Naast het adviesrecht heeft de deelnemersraad in bepaalde omstandigheden het recht om beroep bij de rechtbank in te stellen. Hiervan is bijvoorbeeld sprake als het bestuur een advies van de deelnemersraad niet opvolgt. De deelnemersraad was op 31 december 2010 als volgt samengesteld: Jaarverslag 2010 pagina 9 84

Leden deelnemers Benoemd tot Organisatie A.A.H.W. Wijnen 1 januari 2014 De Unie J.G.P. Castelijns 1 januari 2014 De Unie J.A.M. van Gool 1 januari 2014 De Unie A.L.M. Geerts 1 januari 2014 FNV Bondgenoten M.J.J. van de Wiel 1 januari 2014 FNV Bondgenoten (in overleg met CNV) Leden gepensioneerden Benoemd tot Organisatie J.C.M. Dankers 1 januari 2014 De Unie J. van de Klundert 1 januari 2014 De Unie (in overleg met CNV) vacature 1 januari 2014 CSO vacature 1 januari 2014 FNV Bondgenoten In 2010 was de heer J.C.M. Dankers voorzitter van de deelnemersraad. De heer Verspeek, tot juli 2009 gewaardeerd lid van de deelnemersraad en het verantwoordingsorgaan, is op 11 november 2010 overleden. 1.6.2 Vergaderdata en studiedagen De deelnemersraad heeft in 2010 vier keer vergaderd. De vergaderingen vonden plaats op 8 april, 14 juni, 12 oktober en 9 december. Op 8 april en 12 oktober waren tevens de voorzitters van het bestuur aanwezig. Op 8 april en 12 oktober zijn tevens studie-ochtenden gehouden. 1.7 De visitatiecommissie Ten minste één keer in de drie jaar wordt het functioneren van het fonds en dat van het bestuur kritisch bezien door onafhankelijke deskundigen. De laatste visitatie heeft plaatsgevonden in 2009. In 2010 is het functioneren van het fonds en zijn bestuur niet beoordeeld door een visitatiecommissie. 1.8 Uitbesteding Het bestuur heeft de uitvoering van het pensioenbeheer en het vermogens- en vastgoedbeheer uitbesteed aan Syntrus Achmea. Het bestuur heeft dit bedrijf gemandateerd voor de hieraan verbonden werkzaamheden. Syntrus Achmea bestaat uit drie rechtspersonen: Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. Syntrus Achmea Vermogensbeheer B.V. Syntrus Achmea Vastgoed B.V. Het fonds en Syntrus Achmea hebben hun afspraken over uitbesteding vastgelegd in een vier-partijenovereenkomst. Bij deze vier-partijenovereenkomst zijn het fonds en de genoemde bedrijfsonderdelen van Syntrus Achmea partij. Nadere afspraken over de kwaliteit van de dienstverlening zijn vastgelegd in aparte dienstverleningsovereenkomsten (DVO s) voor pensioenbeheer, vermogensbeheer en vastgoedbeheer. Alle overeenkomsten bieden de mogelijkheid om de bestaande dienstverlening tussentijds aan te passen of nieuwe diensten toe te voegen. Het bestuur en de uitvoerder leggen eventuele nieuwe afspraken altijd contractueel vast. Jaarverslag 2010 pagina 10 84

1.9 Meerjarenoverzicht kengetallen 2010 2009 2008 2007 2006 Aantallen Werkgevers ultimo 13 13 13 12 12 Actieve deelnemers 643 666 709 679 641 Arbeidsongeschikte deelnemers 123 132 151 162 179 Deelnemers ultimo - totaal 766 798 860 841 820 Gewezen deelnemers (slapers) 7.086 8.088 8.682 9.337 9.930 Gepensioneerden 1.587 1.600 1.665 1.681 1.736 Gepensioneerden Ouderdomspensioen 980 960 984 1.003 1.034 Partnerpensioen 600 634 671 673 695 Wezenpensioen 7 7 10 5 7 Premie en opbouwpercentage Doorsneepremie 13,50% 11,0% 10,5% 10,0% 9,5% Opbouwpercentage per dienstjaar 1,75% 1,75% 1,75% 1,75% 1,75% Toeslag op pensioen en Toeslag per Toeslag per 1- Toeslag per Toeslag per Toeslag per pensioenaanspraken 1-1-2011 1-2010 1-1-2009 1-1-2008 1-1-2007 Actieven 0,00% 0,00% 3,00% 2,65% 1,25% Gewezen deelnemers en gepensioneerden 0,00% 0,00% 3,00% 1,00% 1,80% Jaarverslag 2010 pagina 11 84

1.10 Meerjarenoverzicht financiële gegevens (Bedragen x 1.000) 2010 2009 2008 2007 2006 2005 Vermogenssituatie en solvabiliteit Pensioenvermogen (totaal activa -/- schulden) 1 144.306 130.220 116.872 129.947 132.939 126.441 Reserves 27.424 24.702 15.694 51.677 51.001 44.032 Technische voorzieningen 2 116.882 105.518 101.178 78.270 81.938 76.631 Aanwezige dekkingsgraad 123,5% 123% 116% 165% 159% 145% Vereiste dekkingsgraad 114,3% 115% 112% 123% 125% 125% Resultaat 2.722 9.008-35.983 789 7.318 8.476 Beleggingsperformance Beleggingsopbrengsten 3 16.552 15.898-10.575 499 8.565 15.400 Fondsrendement (incl. hedges) 13,0% 13,8% -7,8% 0,4% 7,0% 14,8% Gemiddeld rendement op beleggingen (exclusief 12,0% 19,5% -19,3% 2,5% 7,0% 14,8% hedges) Benchmark 12,0% 18,0% -18,0% 2,7% 7,5% 14,5% Z-score -0,16 0,66-0,62-0,08-0,29 0,21 Pensioenuitvoering Feitelijke premie 4 1.808 1.545 1.335 1.402 1.684 1.560 Kostendekkende premie 2.957 3.054 2.360 2.223 3.335 - Gedempte premie 1.862 2.024 2.038 1.733 2.593 - Uitkeringen 3.846 3.457 3.151 3.016 2.761 2.693 Pensioenuitvoeringskosten 827 829 831 742 712 552 Beleggingsportefeuille 5 Aandelen 57.386 53.615 33.552 54.460 57.938 52.675 Vastrentende waarden 56.982 49.681 49.912 54.485 55.895 45.772 Vastgoedbeleggingen 18.077 17.087 17.853 17.643 16.371 15.147 Derivaten 6.732 7.381 12.193 263 - - Derivaten - schulden -168-661 -1.691-747 - - Overige beleggingen 5.995 3.695 5.008 3.564 1.617 8 Totaal belegd vermogen 145.004 130.798 116.827 129.668 131.821 113.602 1 Exclusief vermogen voor rekening en risico deelnemers 2 Exclusief voorziening voor rekening en risico deelnemers 3 Inclusief resultaat beleggingen voor rekening en risico deelnemers 4 Inclusief premie voor rekening en risico deelnemers 5 Inclusief beleggingen voor rekening en risico deelnemers Jaarverslag 2010 pagina 12 84

2 Verslag van het bestuur 2.1 Ontwikkelingen financiële positie Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven niet in onderdekking In 2008 daalde de dekkingsgraad van het fonds van 165% naar 116%. Eind maart 2009 werd een dieptepunt bereikt van 112%. Omdat de dekkingsgraad vervolgens direct weer steeg, hoefde het fonds in tegenstelling tot de meeste andere pensioenfondsen geen herstelplan bij de toezichthouder DNB in te dienen. De dekkingsgraad per 31 december 2010 bedraagt 123,5%. De vereiste dekkingsgraad is 114,3 (per 31 december 2010). Dekkingsgraad De dekkingsgraad is, kort gezegd, de verhouding tussen het vermogen van een pensioenfonds en de verplichtingen van een pensioenfonds op korte en langere termijn. De dekkingsgraad geeft aan hoeveel euro s het pensioenfonds in kas heeft tegenover de contante waarde van elke euro die het (straks) moet uitkeren. De Pensioenwet stelt regels voor het geval de dekkingsgraad van een pensioenfonds onvoldoende is. Pensioenfondsen zijn verplicht een onderdekking of reservetekort direct te melden bij De Nederlandsche Bank (DNB). Het fonds heeft een onderdekking als de dekkingsgraad lager is dan 104,2%, en een reservetekort als de dekkingsgraad lager is dan 114,3%. Geen toeslag per 1 januari 2011 In november 2010 heeft het bestuur van het pensioenfonds VNPS een besluit genomen of de pensioenen verhoogd konden worden. In november ging het goed met VNPS, maar nog niet goed genoeg om een toeslag te kunnen geven. Daarom zijn de pensioenen per 1 januari 2011 niet verhoogd. Het toeslagbeleid van het pensioenfonds komt overeen met variant B uit de toeslagenmatrix. Dit betekent dat er geen doelgericht toeslagenbeleid is, en dat het bestuur jaarlijks besluit of een toeslag kan worden verleend, rekening houdend met de financiële positie van het fonds. Er is geen ambitie om jaarlijks toeslagen te geven op pensioenrechten en pensioenaanspraken en er is geen maatstaf waaraan de toeslagen gekoppeld zijn. Voor de financiering van de toeslagen wordt geen premie betaald en er wordt geen reserve aangehouden om in de toekomst toeslagen te kunnen toekennen. Bij de feitelijke toekenning van toeslagen kijkt het bestuur naast de financiële positie van het fonds ook naar de verwachte toekomstige ontwikkelingen in deze financiële positie en de risico s die daarmee gepaard gaan. 2.2 Goed pensioenfondsbestuur Het bestuur vindt het van groot belang om het fonds goed te besturen. In de afgelopen jaren zijn steeds meer richtlijnen en regels opgesteld om te zorgen dat pensioenfondsen hun taken daadwerkelijk goed uitvoeren. Zo publiceerde de Stichting van de Arbeid (STAR) in 2005 de Principes voor goed pensioenfondsbestuur. Deze principes bieden kaders voor zorgvuldig bestuur, intern toezicht, verantwoording, deskundigheid, openheid en communicatie. Maar ook andere regels spelen een rol: zo is de Code Tabaksblat van belang voor het beleggingsbeleid. Sinds 2007 zijn de Principes voor goed Pensioenfondsbestuur van de STAR verankerd in de Pensioenwet. De principes maken duidelijk waarvoor een pensioenfondsbestuur verantwoordelijk is en hoe het bestuur verantwoording aflegt. 2.2.1 Transparantiedocument Het bestuur van het fonds heeft begin 2008 een transparantiedocument vastgesteld. In het Nederlandse pensioenstelsel staan collectiviteit en solidariteit centraal en de handhaving van deze waarden vraagt om transparantie: het bestuur dient verantwoording af te leggen over zijn doen en laten. Daarbij hoort een goed intern toezicht op het functioneren van het bestuur. Jaarverslag 2010 pagina 13 84

Met het transparantiedocument probeert het bestuur alle belanghebbenden op een heldere wijze inzicht te geven in het beleid en de uitvoering daarvan. En ook hoe het invulling geeft aan begrippen zoals goed bestuur, verantwoording en intern toezicht. Het transparantiedocument is te vinden op de website van het fonds, www.pensioenfondssigaren.nl. 2.2.2 Intern toezicht en verantwoordingsorgaan Visitatiecommissie In 2007 heeft het bestuur besloten om een visitatiecommissie in te stellen als intern toezichthouder. De taken van deze commissie zijn vastgelegd in een reglement. De commissie bestaat uit drie onafhankelijke, deskundige leden, die minimaal één keer per drie jaar het functioneren van het fonds en zijn bestuur kritisch beziet. De visitatiecommissie beoordeelt in ieder geval de volgende zaken: beleids- en bestuursprocedures, bestuursprocessen en de checks and balances binnen het fonds; de wijze waarop het fonds wordt aangestuurd; de wijze waarop het bestuur omgaat met risico s op de langere termijn. De visitatiecommissie heeft in het voorjaar 2009 een eerste visitatie uitgevoerd. De commissie is samengesteld voor de duur van de visitatie. Het bestuur heeft in 2010 geen visitatieonderzoek laten verrichten. Verantwoordingsorgaan Het bestuur heeft in 2007 besloten een apart verantwoordingsorgaan in te stellen. Dit orgaan bestaat uit drie leden: werknemers, werkgevers en gepensioneerden leveren ieder één vertegenwoordiger. De leden zijn met ingang van 1 januari 2008 benoemd. Het verantwoordingsorgaan heeft de bevoegdheid een oordeel te geven over het handelen van het bestuur, het door het bestuur uitgevoerde beleid en de beleidskeuzes voor de toekomst. Het verantwoordingsorgaan legt zijn oordeel ten minste één keer per jaar schriftelijk vast. Dit oordeel en de reactie van het bestuur daarop worden gepubliceerd in het jaarverslag. In hoofdstuk 5 zijn het oordeel en verslag van het verantwoordingsorgaan over 2010 opgenomen. Tevens is in dat hoofdstuk de reactie van het bestuur opgenomen. 2.2.3 Deskundigheidsbevordering Het bestuur is zich bewust van de eisen van deskundigheid in de Pensioenwet en de eisen aan de vormgeving die de Principes voor goed pensioenfondsbestuur stellen. Het bestuur onderschrijft ook de aanbevelingen van de drie pensioenkoepels VB, Opf en UvB. De koepels presenteerden deze aanbevelingen in april 2007 in het Plan van Aanpak Deskundigheidsbevordering ( PvAD ). Sinds 2001 heeft het bestuur een deskundigheidsplan. Dit plan is in 2008 vernieuwd op basis van de aanbevelingen van de pensioenkoepels. In het deskundigheidsplan formuleert het fonds op welke wijze het de deskundigheid van het bestuur wil bevorderen en op peil houden. Het plan beschrijft onder meer: welke personen zijn belast met specifieke beleidsbepalende taken; welke eisen aan de deskundigheid van de leden en plaatsvervangende leden worden gesteld; in hoeverre het bestuur en de afzonderlijke bestuursleden aan die eisen voldoen; welke opleidingsplannen het bestuur heeft om het gewenste deskundigheidsniveau te verkrijgen en behouden; op welke wijze het fonds het deskundigheidsniveau en functioneren van zowel het bestuur als de afzonderlijke bestuursleden toetst en evalueert; hoe het deskundigheidsplan kan worden onderhouden. Eind 2008 zijn alle bestuursleden en hun plaatsvervangers door een externe organisatie getoetst op hun individuele deskundigheid. De resultaten van deze toets zijn begin 2009 bekend geworden. Hieruit bleek dat nog niet alle bestuursleden voldoende scoorden op deskundigheidsniveau 1 (kennis en inzicht). Eind 2009 is een specifieke cursus gevolgd voor de onvoldoende onderdelen. Met deze cursus hebben alle bestuursleden en plaatsvervangende bestuursleden deskundigheidsniveau 1 behaald Jaarverslag 2010 pagina 14 84

Nieuwe beleidsregel toezichthouders betekent aanscherping toetsing deskundigheid. De toezichthouders AFM en DNB hebben op 1 september een gezamenlijke Beleidsregel deskundigheid ter consultatie aangeboden. De nieuwe beleidsregel is per 1 januari 2011 ingegaan. Bestuursleden van pensioenfondsen krijgen te maken met aangescherpte deskundigheidseisen. De toezichthouders houden met twee dingen rekening. Ten eerste de functie van de beleidsbepaler en ten tweede de aard, de omvang, de complexiteit en het risicoprofiel van het pensioenfonds. Ieder pensioenfonds moet een risicoprofiel opstellen. Pensioenfondsen moeten ook een functieprofiel opstellen voor ieder bestuurslid. Er is geen ruimte meer voor een inwerkjaar voor nieuwe bestuurders. Anders dan in het verleden toetst DNB niet alleen voordat een bestuurslid benoemd wordt, maar ook tussentijds. Als de toezichthouder daartoe aanleiding ziet, kan een bestuurslid op een later moment nogmaals getoetst worden. Functionarissen van toezichthoudende organen van pensioenfondsen krijgen niet met de toetsing te maken. Er was tot en met 31 oktober de tijd om te reageren op de consultatieversie van de beleidsregel. De Pensioenfederatie heeft daarvan gebruik gemaakt. Hun indruk is dat de beleidsregel een hoog abstractieniveau heeft, weinig concreet is en daardoor voor potentiële bestuurders weinig houvast biedt. De Pensioenfederatie komt in 2011 met een uitgewerkt Plan van Aanpak Deskundig en Goed Pensioenfondsbestuur, op basis waarvan het deskundigheidsplan kan worden aangescherpt. 2.2.4 Gedragscode en compliance Gedragscode Sinds 2001 heeft het bestuur een gedragscode. Doel van deze gedragscode is het stellen van regels en richtlijnen voor bestuursleden. Deze regels moeten belangenconflicten tussen het fonds en betrokkenen in privé voorkomen. Daarnaast regelen zij hoe betrokkenen moeten omgaan met vertrouwelijke informatie van het fonds. De gedragscode bevordert de transparantie van het fonds en zorgt ervoor dat alle betrokkenen, ook voor hun eigen bescherming, duidelijk weten wat wel en wat niet geoorloofd is. Elk bestuurslid heeft schriftelijk verklaard de gedragscode te zullen naleven. De gedragscode is in overeenstemming met de Wet op het financieel toezicht en de Pensioenwet. Het bestuur van het fonds kan zogeheten insiders aanwijzen. Dit zijn personen die door hun functie of positie bij het fonds regelmatig kunnen beschikken over (koers)gevoelige informatie of mogelijk invloed hebben op beleggingstransacties. Tot op heden zijn er geen insiders aangewezen bij het fonds. Compliance officer Het bestuur heeft een compliance officer aangesteld die verantwoordelijk is voor het bewaken van de correcte naleving van de gedragscode door alle betrokkenen. (Mevrouw drs. M. van der Werff van Ernst & Young Fraud Investigation & Dispute Services). Het bestuur en de compliance officer hebben gezamenlijk een Compliance Program opgesteld, waarin de taken, bevoegdheden en procedures zijn vastgelegd. De compliance officer heeft in 2010 een rapport uitgebracht naar aanleiding van een door de bestuursleden ingevulde vragenlijst over naleving van de gedragscode in 2009. De compliance officer concludeerde dat er geen zaken naar voren zijn gekomen waaruit blijkt dat er in strijd is gehandeld met de gedragscode. Toezicht bij vermogensbeheer De Wet op het financieel toezicht, die op 1 januari 2007 in werking trad, stelt ook eisen aan pensioenfondsen voor het handelen op beurzen en financiële markten. Een pensioenfonds moet voorkomen dat koersgevoelige informatie bekend wordt buiten het pensioenfonds. De compliance officer let op de naleving van deze regels. Als een pensioenfonds jaarlijks een minimum aantal effectentransacties uitvoert of bestuurders over voorwetenschap kunnen beschikken, zijn gedragsregels van toepassing op privétransacties door bestuursleden of medewerkers. Dit geldt alleen als het pensioenfonds invloed kan uitoefenen op de individuele transacties. Aangezien het fonds het vermogensbeheer volledig heeft uitbesteed, zijn deze gedragsregels op het bestuur niet van toepassing. Jaarverslag 2010 pagina 15 84

2.3 Communicatie De pensioenfondsen hadden in 2010 alle aandacht van de media. De verslechtering van de financiële positie bij veel fondsen en berichtgeving over mogelijke ingrepen zoals korting van pensioenen bij een aantal fondsen brachten onrust bij gepensioneerden en deelnemers. VNPS hoort niet bij die fondsen. Wat heeft het fonds aan communicatie gedaan? Het fonds besteedt aandacht aan goede en heldere communicatie over het beleid, ontwikkelingen op pensioengebied en de gevolgen voor individuele deelnemers, oud deelnemers en gepensioneerden. Het beleid is vastgelegd in een communicatiebeleidsplan. Daarnaast werkt het fonds de jaarlijkse doelen uit in een communicatiejaarplan. Hierin staan welke specifieke communicatieactiviteiten voor de verschillende doelgroepen zijn gepland en op welke trends en ontwikkelingen het fonds dat jaar nader ingaat. Deze activiteiten zijn een aanvulling op de gebruikelijke communicatie met belanghebbenden, zoals bijvoorbeeld het jaarlijkse pensioenoverzicht. In 2010 heeft het pensioenfonds onder meer de volgende acties gerealiseerd. Nieuwsbrief Uw Pensioen In kwartaal 1 hebben deelnemers, gepensioneerden en oud deelnemers van het fonds een nieuwsbrief ontvangen. De ouddeelnemers zijn hierbij betrokken in verband met de reglementswijziging over het toeslagbeleid. De werkgevers hebben de nieuwsbrief ter informatie ontvangen. Hierin is uitgelegd hoe het fonds er voor staat en hoe zij inzicht kunnen krijgen in hun persoonlijke pensioensituatie. Ook zijn de reglementswijzigingen gecommuniceerd. VB-imagocampagne Op 1 maart startte onder de slogan Jouw Pensioenfonds. Samen sta jij sterk! de VB-publiciteitscampagne van de bedrijfstakpensioenfondsen. Er is een site en er zijn advertenties verschenen in kranten en op populaire internetsites. Website van het fonds. In 2010 is de website vernieuwd met als een doel een verbetering van de toegankelijkheid voor de deelnemers, gepensioneerden en werkgevers. In de nieuwsrubriek informeert het fonds periodiek over de financiële situatie van het fonds. Pensioenregister Het Pensioenregister ging op 6 januari 2011 van start. Hierin kan elke Nederlander met zijn DigiD een overzicht van zijn pensioen opvragen. De bedoeling is dat iemand een overzicht krijgt van alle pensioenen die hij of zij in het verleden heeft opgebouwd. VNPS heeft in 2010 voorbereiding getroffen voor de tijdige aansluiting op het Pensioenregister. 2.4 Toekomst fonds Meer en meer is de afgelopen jaren duidelijk geworden dat enerzijds het draagvlak onder het fonds afneemt en daarmee het aantal premiebetalers. Anderzijds moeten er méér kosten worden gemaakt om aan de wetgeving te voldoen: er moet meer worden geadministreerd, gecommuniceerd en verantwoord en hiervoor moet mede gezien de smalle basis van het fonds - het bestuur meer deskundigen en adviseurs inschakelen om als bestuur in control te zijn. Begin 2009 constateerde het bestuur dat ook andere bedrijfstakpensioenfondsen met dit probleem worstelden en werden er diverse ideeën en initiatieven ontplooid om te kijken naar vormen van samenwerking. Conclusie van het bestuur was dat voor de korte termijn bekeken moet worden hoe de kosten verlaagd zouden kunnen worden en/of de complexiteit van het fonds verkleind zou kunnen worden (door bijvoorbeeld alleen passief te gaan beleggen); voor de lange termijn zou actief contact gezocht moeten worden met andere pensioenfondsen om te kijken of en zo ja op welke wijze samenwerking mogelijk is. Beide zaken zijn prominent aan de orde gekomen in de onderhandelingen met Syntrus Achmea over een nieuwe uitbestedingsovereenkomst vanaf 1 januari 2010. Het bestuur heeft hierbij met Syntrus Achmea scherp onderhandeld over de kosten en heeft in maart 2010 afgesproken dat Syntrus Achmea het fonds zal ondersteunen ten aanzien van samenwerking met andere fondsen. Op 31 mei 2010 en 23 september 2010 heeft het bestuur een workshop gehouden. In de workshops is een Jaarverslag 2010 pagina 16 84

tweetal modellen besproken en zijn criteria geformuleerd waaraan een toekomstoplossing zou moeten voldoen. Dit proces wordt in 2011 voortgezet. Om de onafhankelijkheid te waarborgen wordt dit proces tevens begeleid door een adviseur van Towers Watson. 2.5 Toezichthouder AFM en DNB Sinds de invoering van de Wet op het financieel toezicht staat het fonds onder toezicht van DNB én de AFM. DNB is belast met het prudentieel toezicht en de AFM met het gedragstoezicht. Het prudentieel toezicht richt zich op de financiële soliditeit van financiële ondernemingen en draagt bij aan de stabiliteit van de financiële sector. Het door de AFM uitgeoefende gedragstoezicht richt zich op ordelijke en transparante marktprocessen, zuivere verhoudingen tussen marktpartijen en zorgvuldige behandeling van cliënten van financiële ondernemingen. 2.5.1 Autoriteit Financiële Markten (AFM) De Autoriteit Financiële Markten heeft in 2010 geen onderzoek uitgevoerd bij dit pensioenfonds. 2.5.2 De Nederlandsche Bank (DNB) De Nederlandsche Bank heeft in 2010 geen onderzoek gedaan bij dit pensioenfonds. 2.6 Opzet nieuw pensioenstelsel Vanaf 2012 gelden nieuwe randvoorwaarden In de Pensioenwet is voor de financiering van pensioenfondsen een Financieel Toetsingskader (FTK) vastgesteld. Hierin staat met welke financiële randvoorwaarden (parameters) pensioenfondsen rekening moeten houden. In 2010 is veel gediscussieerd over de rendementen waarmee een pensioenfonds maximaal rekening mag houden. En over de manier waarop je de rente mag verwerken in de berekening van de benodigde premie. De uitkomst is dat een pensioenfonds vanaf januari 2012 moet rekenen met de nieuwe parameters. Rente van invloed op dekkingsgraad De rentestand is van belang voor het bepalen van de hoogte van de verplichtingen van het pensioenfonds. Is de rente laag dan moet er meer geld in kas zijn, dan wanneer de rente hoog is. De STAR, de Pensioenfederatie en diverse wetenschappers vinden dat de marktrente verstoord is. DNB erkent dat de rente extreem laag is, maar vindt de markt niet verstoord. Minister Kamp kondigde in zijn brief van 12 november aan de Tweede Kamer aan dat onderzoek zal plaatsvinden naar alternatieve risicovrije rentes. De minister vond het niet verstandig de rekenrente meteen aan te passen. De uitkomsten van dit onderzoek worden ingebracht in het overleg met sociale partners over de houdbaarheid van het pensioenstelsel. Jaarverslag 2010 pagina 17 84

3 Financieel beleid 3.1 Inleiding Zoals in paragraaf 1.2.2 reeds werd beschreven stelt het fonds zich ten doel pensioenen te verlenen aan deelnemers, gewezen deelnemers en hun nabestaanden, met inachtneming van de statuten en reglementen. Het is dus belangrijk dat het voldoende geld ontvangt, zodat er altijd genoeg middelen zijn om (toekomstige) uitkeringen te kunnen betalen. Het bestuur gebruikt hiervoor de beleidsinstrumenten premiebeleid, toeslagenbeleid, beleggingsbeleid en de pensioenregeling. In dit hoofdstuk komen de eerste drie instrumenten aan de orde. Na het premie- en toeslagenbeleid geeft het bestuur inzicht in het vermogen en de voorzieningen. Na de actuariële analyse volgt een uitleg over het beleggingsbeleid. De pensioenregeling komt aan bod in hoofdstuk 4. 3.2 Premiebeleid De financiering van de pensioenregeling geschiedt door betaling van een premie zoals omschreven in het uitvoeringsreglement tussen het fonds en de werkgevers. De verschuldigde premie is bepaald in overleg tussen de sociale partners en is door het bestuur gehoord de actuaris van het fonds getoetst op adequaatheid. De jaarlijks verschuldigde premie, uitgedrukt als een percentage van de pensioengrondslagsom, dient door de werkgevers betaald te worden. De werkgever kan de helft van de verschuldigde premie inhouden op het loon van de deelnemer. Indien de totale verschuldigde premie (de doorsneepremie ) lager dreigt te worden dan de premie die nodig is voor de huidige en toekomstige financiering van de pensioenregeling (de gedempte premie ), treedt het fonds tijdig in overleg met CAO-partijen. Een wijziging van de verschuldigde premie wordt, evenals een wijziging in de premiekorting, doorgevoerd met ingang van 1 januari. Er geldt geen bijstortingsverplichting voor de werkgevers. Op grond van de nieuwe financiële opzet voor 2010 en verder is de jaarlijks verschuldigde premie vastgesteld op: 2010: 13,5%; 2011: 16,0%; 2012: 16,5%; 2013: 17,0%; 2014: 17,5%; 2015: 18,0%. Voor 2010 is op verzoek van cao-partijen aan DNB verzocht om in te stemmen met een premiekorting van 2,5%. DNB heeft hiermee eind oktober 2009 ingestemd, waarmee de doorsneepremie voor 2010 op 13,5% is bepaald. De premie 2011 is vastgesteld op 16%. 3.3 Toeslagenbeleid Het toeslagbeleid van het pensioenfonds komt overeen met variant B uit de toeslagenmatrix. Dit betekent dat er geen doelgericht toeslagenbeleid is, en dat het bestuur jaarlijks besluit of een toeslag kan worden verleend, rekening houdend met de financiële positie van het fonds. Er is geen ambitie om jaarlijks toeslagen te geven op pensioenrechten en pensioenaanspraken en er is geen maatstaf waaraan de toeslagen gekoppeld zijn. Voor de financiering van de toeslagen wordt geen premie betaald en er wordt geen reserve aangehouden om in de toekomst toeslagen te kunnen toekennen. Bij de feitelijke toekenning van toeslagen kijkt het bestuur naast de financiële positie van het fonds ook naar de verwachte toekomstige ontwikkelingen in deze financiële positie en de risico s die daarmee gepaard gaan. Het bestuur van het fonds is bevoegd om bij de toekenning van toeslagen onderscheid te maken tussen verschillende soorten pensioenaanspraken en pensioenrechten, voor zover dat onderscheid wettelijk is toegestaan. Eventuele toeslagverlening vindt altijd plaats per 1 januari van enig jaar en wordt verleend op de pensioenaanspraken en pensioenrechten per 31 december van het voorlaatste Jaarverslag 2010 pagina 18 84

kalenderjaar, met inbegrip van eerder verleende toeslagen. Als het fonds een toeslag heeft verleend, maakt de toeslag deel uit van de pensioenaanspraak of het pensioenrecht. In alle persoonlijke uitingen richting deelnemers, slapers en gepensioneerden wordt het toeslagenbeleid toegelicht. Het bestuur houdt zich het recht voor om het toeslagenbeleid aan te passen. Toekomstige wijzigingen zijn verbindend voor alle (gewezen) deelnemers, pensioengerechtigden en andere aanspraakgerechtigden. In 2010 heeft het fonds de pensioenen helaas niet kunnen verhogen. Dat was een moeilijke beslissing. Maar het fonds moet nu eerst zorgen dat het financieel gezond blijft. 3.4 Pensioenvermogen en voorzieningen 3.4.1 Samenvatting van de financiële positie van het fonds en ontwikkelingen gedurende het jaar Bedragen x 1.000 euro Pensioen- Technische Dekkings- vermogen voorzieningen graad % Stand per 1 januari 130.220 105.518 123,4 Beleggingsresultaten 16.410 1.332 Premiebijdragen 1.670 2.466 Uitkeringen -3.712-3.554 Wijziging marktrente - 10.055 Wijziging actuariele uitgangspunten - 779 Overige -281 286 Stand per 31 december 144.306 116.882 123,5 In deze samenvatting zijn het vermogen en de voorziening van de vrijwillige PlusPensioenregeling alsmede derivaten met een negatieve waarde niet meegenomen. Dekkingsgraad De dekkingsgraad wordt bepaald door de som van de technische voorzieningen, het stichtingskapitaal en de reserves te delen door de technische voorzieningen. Het bestuur stelt vast dat de actuele dekkingsgraad boven het conform de voorschriften in de ABTN vastgelegde vereist vermogen van 114,3% ligt en dat dus geen maatregelen uit hoofde van een dekkings- of reservetekort noodzakelijk zijn. De dekkingsgraad ultimo jaar (op basis van de jaarrekening) heeft zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld: 2010 2009 2008 2007 2006 Dekkingsgraad ultimo 6 123,5% 123,4% 115,5% 165,2% 162,0% 6 Voor 2006 betreft dit de aanwezige dekkingsgraad in het kader van de Actuariële Principes Pensioenfondsen (gebaseerd op een rekenrente van 4% of de marktrente, indien deze lager is dan 4%). Vanaf het jaar 2007 betreft dit de aanwezige dekkingsgraad volgens Jaarverslag 2010 pagina 19 84

Hierbij is het vermogen en de voorziening van de PlusPensioenregeling niet meegenomen. 3.5 Actuariële analyse 3.5.1 Analyse resultaat Het saldo van baten en lasten over de afgelopen jaren kan als volgt worden geanalyseerd: Bedragen x 1.000 euro 2010 2009 2008 2007 2006 Premieresultaat -1.060-1.377-874 -648-1.051 Interestresultaat 5.023 17.011-31.906 4.088 8.584 Overig resultaat -1.241-6.626-3.203-2.651-215 Saldo van baten en lasten 2.722 9.008-35.983 789 7.318 De vergelijkende cijfers 2006 zijn gecorrigeerd voor het effect van de per 1 januari 2007 doorgevoerde stelselwijziging. het in de Pensioenwet opgenomen Financiële Toetsingskader Pensioenfondsen (gebaseerd op de actuele nominale rentetermijnstructuur zoals gepubliceerd door DNB). Jaarverslag 2010 pagina 20 84

3.5.2 Actuariële analyse De actuariële analyse van het saldo van baten en lasten kan als volgt worden weergegeven: 2010 2009 Premieresultaat Premiebijdragen 1.808 1.545 Pensioenopbouw -1.990-2.001 Inkoop PlusPensioenregeling -135-130 Onttrekking PlusPensioenregeling tbv kosten 17 15 Onttrekking uit technische voorziening voor pensioenuitvoeringskosten 67 23 Pensioenuitvoeringskosten -827-829 -1.060-1.377 Interestresultaat Beleggingsresultaten 16.410 15.898 Rentetoevoeging technische voorzieningen -1.332-2.628 Wijziging marktrente -10.055 3.741 5.023 17.011 Overig resultaat Resultaat op waardeoverdrachten (saldo overdacht van rechten) 31 14 Resultaat op kanssystemen (overige wijzigingen) -410 837 Resultaat op uitkeringen 45 114 Indexering en overige toeslagen - - Wijziging overige actuariële uitgangspunten -779-7.429 Overige baten 10 13 Overige lasten -138-175 -1.241-6.626 Totaal saldo van baten en lasten 2.722 9.008 3.5.3 Uitkomsten van de solvabiliteitstoets De vermogenspositie van het fonds kan worden gekarakteriseerd als een toereikende solvabiliteit. Voor de berekening van het vereiste eigen vermogen wordt gebruik gemaakt van het standaardmodel van DNB. Jaarverslag 2010 pagina 21 84

3.5.4 Oordeel van de waarmerkend actuaris over de financiële positie De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningregels en uitgangspunten, als geheel bezien, toereikend vastgesteld. Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum ten minste gelijk aan het wettelijk vereist eigen vermogen. Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een toereikende solvabiliteit. Met inachtneming van het voorafgaande heeft de waarmerkend actuaris zich ervan overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. Gegeven het premiebeleid dat voorziet in een structurele lagere feitelijke premie dan (gedempte) kostendekkende premie is het voor het pensioenfonds van belang consistentie in haar financiële opzet te handhaven. De vermogenspositie van Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven is naar de mening van de waarmerkend actuaris voldoende. Daarbij is in aanmerking genomen dat de mogelijkheden tot het realiseren van de toeslagen beperkt zijn. Hierbij is in aanmerking genomen dat er sprake is van een intentie tot toeslagverlening die niet gekoppeld is aan een maatstaf en dat de gerealiseerde toeslagen de afgelopen jaren beperkt zijn. Jaarverslag 2010 pagina 22 84

3.6 Beleggingsbeleid 3.6.1 Terugblik economie en financiële markten Van bankencrisis naar landencrisis in 2010 Het jaar 2010 was weer een turbulent jaar. Nadat overheden in Europa en de VS tijdens de kredietcrisis miljarden spendeerden aan het redden van de financiële sector werd duidelijk dat ook staatsschulden niet onbeperkt kunnen oplopen. Voor veel landen liep de schuld al decennia lang op en het was de vraag hoe lang de obligatiemarkt nog genoeg vertrouwen in deze landen zou hebben om deze van kapitaal te voorzien. Voor Griekenland werd deze vraag al vroeg in 2010 beantwoord. De risico-opslag op de rente (versus Duitsland) liep enorm op en het land dreigde zichzelf niet meer te kunnen financieren op de kapitaalmarkt. De EU en het IMF kwamen uiteindelijk op 2 mei overeen om voor 110 miljard Euro noodkredieten aan Griekenland te verstrekken. Kort daarop werd de Europees Financieel Stabiliteits Faciliteit (EFSF) gecreëerd waar ook andere landen gebruik van konden maken want ook het vertrouwen in Ierland en Portugal nam al snel af. Het grootste risico was dat landen als Spanje en Italië ook in de problemen zouden komen omdat voor het redden van landen met deze omvang er waarschijnlijk te weinig draagvlak zou zijn bij het electoraat in de overige landen. Ondanks alle problemen was de groei in de Eurozone nog positief en het IMF schat dat die voor 2010 ongeveer 1,7% zal bedragen (de definitieve cijfers zijn pas later dit jaar beschikbaar). Het herstel in de VS zette zelfs verder door en het BBP groeide op basis van de laatste schattingen met 2,7%. De groei in de meeste opkomende markten was zelfs weer veel hoger. Echter in een aantal opkomende markten begon inflatie weer een probleem te worden. De aandelenbeurzen in de VS en opkomende markten lieten tegen deze achtergrond ook weer gezonde stijgingen zien. De beurzen in Europa hadden veel last van de Europese schuldencrisis en bewogen zijwaarts. De verschillen binnen Europa waren echter groot want de Duitse economie deed het bijzonder goed in 2010 (ca. 3,5% groei) en de Duitse aandelenbeurs deed het veel beter dan de andere Europese beurzen. Daarbij kwam dat Duitse staatsobligaties ook nog eens zeer geliefd waren doordat zij als een vluchthaven fungeerden voor beleggers die uit het staatspapier van de Europese probleemlanden stapten. De Duitse 10-jaars rente daalde tot ca. 2,1% in augustus. Het dalen van de lange rente zorgde in 2010 ook voor een daling van de dekkingsgraden van veel pensioenfondsen die hun verplichtingen beperkt hadden afgedekt. In het vierde kwartaal steeg de lange rente echter fors naar bijna 3% waardoor de druk op de dekkingsgraden weer wat afnam. 3.6.2 Gevoerd beleid Gedurende 2010 is het beleggingsbeleid op hoofdlijnen onveranderd gebleven. De belangrijkste vermogenscategorieën bleven aandelen, vastrentende waarden en vastgoed. Per saldo werd een totaal rendement behaald van ruim 12% op de vermogensbeheerportefeuille. Het afdekken van het renterisico had een positief effect op het rendement van de vermogensbeheerportefeuille. Het deels afdekken van het valutarisico door de blootstelling aan de US Dollar en het Britse Pond heeft een negatief effect gehad op het rendement van de portefeuille. Deze valuta stegen juist ten opzichte van de euro. Inclusief de afdekking van rente- en valutarisico s resulteerde een rendement van 13%. Portefeuillewaarde De waarde van de portefeuille en de verdeling van het vermogen over de verschillende beleggingscategorieën aan het einde van het jaar ten opzichte van de situatie aan het begin van het jaar wordt weergegeven in onderstaande tabel: Jaarverslag 2010 pagina 23 84