MCP Arthroplastieken U bent geopereerd aan uw hand en daarbij heeft u één of meerdere nieuwe gewrichten gekregen. Deze folder is geschreven om u te informeren over de nabehandeling: de spalkbehandeling, de oefeningen en het gedoseerd leren inschakelen van uw vinger/hand. In onze hand zitten veel verschillende botten, spieren en bandjes. Deze structuren laten een grote beweeglijkheid toe waardoor we onze handvaardigheid hebben Het gewricht dat de vinger met de handpalm verbind, ook wel de knokkel genoemd, heet het MCP gewricht. Als gevolg van een trauma, slijtage of een ontstekingsproces kan het MCP gewricht pijnlijk zijn en/of minder goed bewegen. In uw geval is besloten het MCP gewricht te vervangen voor een kunstgewricht.
Operatie De handchirurg heeft een snede gemaakt over uw gewricht. De strekpezen worden opzij gelegd en de beschadigde uiteinden van het gewricht worden verwijderd. Er wordt ruimte gemaakt in het bot waar het nieuwe gewricht precies inpast (figuur 1). Daarna wordt het nieuwe gewricht geplaatst (figuur 2) en de huid gesloten. De hand wordt verbonden met een druk- en gipsverband. Ter voorkoming c.q. vermindering van zwelling wordt geadviseerd overdag de hand hoog te houden in een mitella of sling en s nachts de hand boven harthoogte te houden. Fig. 1 Fig. 2 2
Nabehandeling 0-2 weken na de operatie U krijgt een afspraak bij de handtherapeut. Het drukverband wordt verwijderd en de wond wordt gecontroleerd. U krijgt adviezen om eventuele zwelling en pijn in uw hand te verminderen. De handtherapeut maakt een spalk en instrueert oefeningen. U mag in deze periode uw hand niet inschakelen tijdens dagelijkse handelingen. Figuur 3 Figuur 4 Fig. 5 3
Oefenschema: oefen 5x per dag, herhaal elke oefening 10x In geval van een statische spalk (figuur 3): In de spalk mag u zelf en met hulp van de andere hand de niet geopereerde vingergewrichten oefenen over de rand van de spalk heen. U mag de duim volledig bewegen. Bij de handtherapeut wordt de spalk verwijderd en wordt het geopereerde gewricht geoefend tot maximaal 45 graden buiging. In het geval van een dynamische spalk (figuur 4): De oefeningen worden alleen in de spalk uitgevoerd. De handtherapeut instrueert u hoe u dit precies moet doen. U mag het geopereerde gewricht maximaal buigen tot 45 graden. De elastieken zorgen ervoor dat u de vinger(s) weer volledig uitstrekt. De duim en de andere vingergewrichten mag u volledig buigen en strekken. Soms krijgt u een rustspalk voor de nacht (Fig. 5). De handtherapeut zal u leren hoe u de spalken het veiligst kunt verwisselen. 4
2-4 weken na de operatie Continueren van adviezen voor het verminderen van zwelling van de vinger. Nadat de hechtingen zijn verwijderd of opgelost, en de wond goed dicht is, kunt u beginnen met massage van het litteken(gebied). Bij een verkleefd en stug litteken kan de therapeut het gebruik van een siliconen pleister adviseren. U mag in deze periode uw hand niet inschakelen tijdens dagelijkse handelingen. Onder begeleiding van de handtherapeut de buiging van het geopereerde gewricht opbouwen naar 75 graden. In geval van een dynamische spalk: De buiging van het geopereerde gewricht opbouwen naar 60 graden. De elastieken zorgen ervoor dat uw vinger(s) helemaal worden gestrekt. 4-6 weken na de operatie Indien nodig gaat u door met de adviezen voor verminderen van zwelling van de vinger en/of behandeling van het litteken (massage, siliconen pleister). U mag u hand inschakelen tijdens lichte activiteiten tot 0,5 kg. 5
In geval van een statische spalk: De statische spalk draagt u alleen nog s nachts en tijdens belastende activiteiten. U mag uw geopereerde vinger zover buigen als mogelijk is. Oefeningen die u eerder onder begeleiding van de handtherapeut deed, mag u nu thuis uitvoeren. In geval van een dynamische spalk: In de dynamische spalk mag het geopereerde gewricht gebogen worden tot 90 graden. 6-8 weken na de operatie De spalk die u na de operatie gekregen heeft hoeft u niet meer te dragen. Soms krijgt u nog een spalkje ter bescherming of correctie van het gewricht. Bij onvoldoende buiging van het gewricht krijgt u een zo genoemde buigspalk. Draagschema afhankelijk van uw persoonlijke situatie. Toewerken naar (volledige) vuist en volledig strekken. De therapeut kan specifieke oefeningen/hulpmiddelen adviseren voor verkrijgen van optimale vingerfunctie Opbouwen van belastbaarheid en inzetbaarheid van vinger/hand bij activiteiten. 6
8-12 weken na de operatie Gedoseerde krachtopbouw vinger/hand met o.a. kneedputty. Optimaliseren beweeglijkheid van de vinger/hand. Soms wordt er nog gebruik gemaakt van ondersteunende spalken. Draagduur op advies van uw handtherapeut. Optimaliseren van belastbaarheid/inzetbaarheid van de betreffende vinger/hand. Adviezen t.a.v. sport en werkhervatting en dagelijkse activiteiten. Zwaar tillen, trekken, duwen en roteren is toegestaan vanaf week 10 na de operatie. Na 12 weken mag u de hand weer volledig belasten. Mocht u vragen hebben dan kunt u contact opnemen met: Afd. handchirurgie / handtherapie van het Rode Kruis Ziekenhuis in Beverwijk: 0251-26 53 55 www.rkz.nl of 4hands, praktijk voor handtherapie in Amsterdam www.4-hands.nl / info@4-hands.nl 020-3342125 HD. 90.407/07/2014 7
8