Handleiding Meetinstrument Programma Integriteit EQUIP

Vergelijkbare documenten
Programma Integriteit EQUIP Residentiële Inrichtingen in Nederland en België

Onderzoeksproject. Programma Integriteit en Effectiviteit EQUIP. Meetinstrument Programma Integriteit EQUIP

Meet Instrument Programma Integriteit EQUIP (MIPIE)

TOPs! Positief denken, doen en leren van elkaar

Mentorlessen. Klas:...

1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je docent.

Methodiek EQUIP Kòrsou

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

Seksueel grensoverschrijdend gedrag

1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je docent.

Seksualiteit: Grenzen en Wensen

Weet wat je kan. Vooruit komen

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

Evaluatierapport. Workshop ADHD. Fontys PABO Limburg. Drs. Arno de Poorter Drs. Anne van Hees

SPEELWIJZE INSPIRATIEPSPEL - Bladzijde 1 / 5

Het participeren in een voortgangsgesprek van een stagiaire

Advies en verkoopvaardigheden

HOE GEEF IK DE WEEK VORM? Handvatten voor de invulling van een werkplek tijdens de Week van de Mobiliteit

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Grenzen stellen Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van jaar

Bijlage Stoere Schildpadden

voorwoord VOORBEELDPAGINA S Bestelnr De ander en ik

SPEELWIJZE INSPIRATIESPEL

Nederlands in Uitvoering

Les 1. Wensen & Grenzen. Praten over seks... Hoe en hoezo?

1.0 Uitleg themataken en legenda

Feedback. in hapklare brokken

ADL-vaardigheidstraining geven

Onderhandelen en afspraken maken

OEFENBOEK In verbinding feedback geven en ontvangen

DEEL 1. WERKBOEK 4 Eigenwaarde Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

1 People Do Change/IVA Onderwijs

Leren/coachen van meisjes - Dingen om bij stil te staan

oefeningen voor... de Zilveren Weken 2019

<prikkelaar toevoegen> Compaen pakt aan.

Verbindingsactietraining

Spelregels voor de kaarten Beroepskwaliteiten en Leerpunten. Het Beroepskwaliteitenspel

Wie ben jij? HANDLEIDING

Hoe maak je van je tegen stander je mede stander? Over het regisseren van kritiek.

Een stagiaire instrueren en begeleiden bij het uitvoeren van leeractiviteiten en werkzaamheden

Inhoud. Hallo!...5. Wie is wie? Even voorstellen...7. Wat is mijn PrOP? PrOP opstellen Doelen voor mijn PrOP...19

Zo verstuurt u een WhatsApp! Opdracht: Analyseren, evalueren

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo

Arrangement 1 De Luisterthermometer

OEFENING OM DE CLIËNT BEWUST TE MAKEN VAN EIGEN COMMUNICATIESTIJL OP HET ASSERTIEVE SPECTRUM EN EIGEN VAARDIGHEDEN TE ONTWIKKELEN.

De Roeihaal; hoe vertaal ik het

ZELFVERTROUWEN EN ZELFBEELD BIJ KINDEREN Rehobothschool Geldermalsen. Karolijn Ilsink-Erwich

Maak echt contact, stel iemand op zijn/haar gemak. Wellicht is dit de eerste keer dat je potentieel klant skype/facetime gebruikt.

Observeren en interpreteren

SAMEN-WERKEN MET DE MENSEN OM JOU HEEN

Deelnemers welkom heten Stel medewerkers op hun gemak, maak contact.

- Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt geschreven. - Je hebt aanmoediging nodig om je huiswerk te noteren.

BECCI: Behaviour Change Counselling Inventory

#01 één-op-één gesprekjes

Begeleide interne stage

Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen,

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - -

READER STUDENTENCOACH

OEFENINGEN BIJ DE WERKGEEST

Training Netwerken Forum

Competenties verbonden aan het ComPas

Cosis Begeleid Leren

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld.

ADHD en lessen sociale competentie

Als huiswerk voor de tweede bijeenkomst moeten de cursisten oefening 03.2 & 03.3 maken

Welkom bij de workshop van conflict naar oplossing tips en tools om in 2018 beter om te gaan met conflicten. Patricia Hoogervorst & Sandra van Loenen

OnzeLes Samen met leerlingen elke dag een beetje beter Mei 2016

Een helpend gesprek voeren

SPELVARIANTEN. Bonus: Ondertussen oefen je met het geven en ontvangen van feedback en bouw je aan het vertrouwen in jouw team.

Intervisie Wat is het? Wanneer kun je het gebruiken?

Tijd: 8:30. Klas: 3HVc 9:10. Beginsituatie Leerlingen hebben week hiervoor toets seksualiteit gehad (zie paper 1)

TOOLKIT voor co-creatie. Download Acrobat Reader voor tablet / computer / etc om deze interactieve pdf te gebruiken.

Programma: Samen werken aan de toekomst

DEEL TWEE: OPDRACHTEN

Een jeugd van tegenwoordig

WERKEN MET WEERSTAND

Dit document hoort bij de training voor mentoren blok 4 coachingsinstrumenten, leerstijlen.

ROUTE ROOD 1. Van klagen naar kracht

DUUR WAT HOE MATERIAAL

Waarvoor dient dit attest? is in eerste instantie een (zelf)evaluatie-instrument dat feedback geeft over de vaardigheden van de jongere.

In je kracht. Gids voor vrijwilligers

TIPS VOOR MOEILIJKE TIJDEN

Hier ben ik. Het is goed dat ik er ben. Ik ben te vertrouwen. Ik help. Ik speel niet de baas. Ik lach niet uit. Ik ben niet zielig.

Feedback geven en confronteren

Sociale vaardigheidstraining geven

Sociaal op social media

SPEELWIJZE INSPIRATIESPEL

> Ik luister met de bedoeling. > Ik leer jouw taal, zowel. > Ik maak het veilig voor jou, > Ik ga op zoek naar waar de

Evaluatie PMA Training Gesprekken met leerlingen - Da Vinci College

Speak up! Wat is JA en wat NEE?

Instructie taakspecifieke vragenlijst + observatie

TACTIEKEN BIJ DE STRIJDGEEST

FEEDBACKRIJKE SCHOOL. Wat is dat. Hoe bereik je dat. Ria van der Sar,

Thema. Kernelementen. Oplossingsgericht taalgebruik Voorbeeld van communiceren 10 communicatie-tips

Feedback ontvangen. Feedback ontvangen is moeilijk. Hoe gaan we om met feedback?

Draaiboek efficiënt communiceren Beter samenwerken door een goede communicatie

Handleiding JeugdhulpAlliantieSchaal (JAS) Een hulpmiddel om in gesprek te gaan over de werkrelatie

over de toekomst over de toekomst

In tien weken vaardig in Verbindende Communicatie Hoe? Zo!

ALS PESTEN DE KOP OPSTEEKT.

Transcriptie:

Handleiding Meetinstrument Programma Integriteit EQUIP Helmond, P. (2009) Afdeling Ontwikkelingspsychologie Universiteit Utrecht Contactinformatie: P.E.Helmond@uu.nl

Inhoudsopgave: 1. Introductie 2. Algemene Instructie 2.1. EQUIP Bijeenkomst Formulieren 2.2. Participanten Formulieren en Equiper/Coach Formulieren 2.3. Observator Opmerkingen Formulier 3. Programma Integriteit EQUIP: Observatie Formulieren en Trainer Zelfevaluatie Formulieren 3.1. Voorbereidingen voor de observator 3.2. Niet participerende observatie 3.3. Wederzijdse Hulpbijeenkomsten (TIP) Formulieren 3.4. Woedebeheersing en Correctie van Denkfouten Formulieren 3.5. Sociale Vaardigheden Bijeenkomsten Formulieren 3.5.1. Algemene Bijeenkomst Criteria 3.5.2. Specifieke Bijeenkomst Criteria 3.6. Morele Keuze Bijeenkomsten Formulieren 3.7. Participanten Formulieren 3.8. Trainer Formulieren 3.9. Observator Opmerkingen Formulieren 3.10. Observator Introductie Aanwijzingen 2

1. Introductie Voor u ligt de handleiding met betrekking tot het meetinstrument Programma integriteit van EQUIP wat is ontworpen in kader van het onderzoek Programma integriteit en effectiviteit van EQUIP. Het onderzoek wordt uitgevoerd door Drs. Petra Helmond, onderzoeker van de Universiteit Utrecht onder begeleiding van Prof. Dr. Daan Brugman. In kader van het onderzoek worden bij verschillende instellingen bijeenkomsten van het interventie programma EQUIP geobserveerd met het meetinstrument Programma Integriteit EQUIP. Mocht u vragen hebben over het gebruik van het meetinstrument Programma Integriteit EQUIP dan kunt u contact opnemen met Petra Helmond. Zij is te bereiken via het e-mailadres P.E.Helmond@uu.nl of telefoonnummer 030-2532389. 3

2. Algemene instructie In deze handleiding wordt het meetinstrument Programma Integriteit EQUIP beschreven. Het meetinstrument Programma Integriteit EQUIP is gebaseerd op het EQUIP boek van Gibbs, Potter en Goldstein (1995) en de EQUIP implementatiegids van Potter, Gibbs en Goldstein (2001). De implementatie indicaties zijn omgezet naar observeerbare criteria. Het meetinstrument Programma Integriteit EQUIP bestaat uit Programma Integriteit Observatie Formulieren en Programma Integriteit Trainer Zelfevaluatie Formulieren. Programma Integriteit Observatie Formulieren worden ingevuld door een observator. De observatie is een niet participerende observatie, dit betekent dat de observator zich niet met de bijeenkomst bemoeit of deelneemt. De observator bekijkt de bijeenkomst in stilte. De Programma Integriteit Trainer Zelfevaluatie Formulieren worden door de trainer van de bijeenkomst ingevuld. Beide formulieren bestaan uit verschillende formulieren voor de verschillende type bijeenkomsten van het EQUIP programma: wederzijdse hulpbijeenkomsten, woedebeheersing en correctie van denkfouten, sociale vaardigheden bijeenkomsten en morele keuze bijeenkomsten. Naast deze bijeenkomst formulieren zijn er Participanten Formulieren en Equiper/Coach Formulieren, deze formulieren worden beide ingevuld door zowel de observator als de trainer van de bijeenkomst. Tot slot is er een Observator Opmerkingen Formulier, dit formulier wordt alleen gebruikt door de observator. 2.1. EQUIP Bijeenkomst Formulieren: Er zijn Bijeenkomst Formulieren voor de verschillende bijeenkomsten van het EQUIP programma: wederzijdse hulpbijeenkomsten, woedebeheersing en correctie van denkfouten, sociale vaardigheden bijeenkomsten en morele keuze bijeenkomsten. De observator vult voor iedere bijeenkomst op het observator formulier de datum, naam van de observator, bijeenkomst nummer, naam van de instelling, voor- en achternaam/namen van de equiper/coach, naam van de groep, geslacht van de groep (M: Meisjes en J: Jongens), het aantal participanten, de begin- en eindtijd van de bijeenkomst. De observator vult op het trainer zelfevaluatie formulier de datum, de naam van de equiper/coach, de naam van de instelling en de naam van de groep in. Op ieder van de bijeenkomst formulieren wordt de inhoud van de bijeenkomst weergegeven door middel van bijeenkomst criteria. De observator en trainer geven aan welke bijeenkomst criteria aanwezig waren. Wanneer een criterium aanwezig was dan moet het aanwezigheidsbolletje worden ingevuld. Naast het bekijken van de aanwezigheid van bijeenkomst criteria moet de observator de 4

begintijd van verschillende onderdelen van de bijeenkomst noteren in uur:minuten, bijvoorbeeld 10:15uur. De observator vult de bijeenkomst formulieren tijdens de bijeenkomst in en vult de participanten en equiper/coach formulieren na de bijeenkomst in. De observator verzoekt de trainer de zelfevaluatie formulieren in te vullen. De formulieren observator formulieren en de trainer zelfevaluatie formulieren zijn over het algemeen hetzelfde. De vragen zijn anders geformuleerd voor de observator en de trainer. Daarnaast zijn een aantal vragen voor de trainer gesimplificeerd. 2.2. Participanten Formulieren en Equiper/Coach Formulieren: Naast de bijeenkomst formulieren zijn er twee evaluatie formulieren ten aanzien van de participanten en de equiper/coach. De participanten en equiper/coach formulieren worden voor ieder type bijeenkomst van het EQUIP programma gebruikt. Het participanten formulier bestaat uit verschillende items waarvan de meeste items worden gescoord van Geen participanten t/m Alle participanten. Het equiper/coach formulier bestaat uit verschillende items waarvan de meeste items worden gescoord van Nooit/zelden t/m Meestal/Vaak. 2.3. Observator Opmerkingen Formulier: Het Observator Opmerkingen Formulier wordt alleen door de observator gebruikt. De observator tekent een overzicht van de opstelling van participanten en trainer. en gebruikt deze tekening om aan te geven op welke wijze de participanten deelnemen. De observator schrijft kwalitatieve opmerkingen op over de bijeenkomst. Tevens zijn er twee tabellen opgenomen om een aantal zaken te turven die later gebruikt kunnen worden voor het invullen van de participanten en equiper/coach formulieren. 5

3. Programma Integriteit EQUIP: Observatie Formulieren & Trainer Zelfevaluatie Formulieren In dit hoofdstuk worden de voorbereidingen die de observator moet plegen besproken en de betekenis van een niet participerende observatie. Tevens wordt voor ieder type formulier van het meetinstrument Programma Integriteit EQUIP een specifieke instructie gegeven, wanneer er verschillen zijn tussen de observator variant en de trainer zelfevaluatie variant dan wordt dit uitgelegd. 3.1. Voorbereidingen voor de observator - Zorg ervoor dat de instelling en trainer weten dat je de bijeenkomst komt observeren. Vraag na of je ingeschreven staat bij de receptie. - Zorg ervoor dat je op tijd aanwezig bent in de instelling en bij de groep. Als je gebruik maakt van het openbaar vervoer houd rekening met vertragingen! Zorg ervoor dat je weet waar en hoe laat je wordt verwacht. Neem je ID-kaart mee zodat je die bij de receptie kan laten zien. - Vraag van te voren welke bijeenkomst er wordt gegeven, dit maakt het makkelijker om je voor te bereiden op de observatie. - De observator moet de inhoud van de EQUIP bijeenkomsten en de observatie formulieren goed kennen. - De observator moet het formulier voor de bijeenkomst verschillende keren lezen vlak voor de bijeenkomst begint. - De observator moet de juiste observatie formulieren en trainer zelfevaluatie formulieren meenemen naar de training. Neem alle formulieren mee naar de bijeenkomst om onverwachte veranderingen op te kunnen vangen. - Zorg voor een horloge/klokje zodat je de tijd bij kan houden. - Bespreek met de trainer dat je jezelf aan de groep introduceert. Wanneer je jezelf introduceert gebruik de Observator Introductie Aanwijzingen beschreven in paragraaf 3.8. - De observator heeft bij voorkeur een plek buiten de groep, zodat de groep zo min mogelijk wordt beïnvloed door de observator. De observator moet echter dicht genoeg bij de groep zitten om de groep te kunnen verstaan en hun participatie te observeren. - De volgende formulieren moeten naar de bijeenkomst worden meegenomen. De formulieren moeten mee worden genomen voor de observator en voor de trainer zelfevaluatie. 1) Het juiste bijeenkomst formulier of alle bijeenkomst formulieren 2) Het participanten formulier 3) Het equiper/coach formulier 6

4) Het observator opmerkingen formulier - De observator zorgt ervoor dat de trainer weet dat hij/zij een zelfevaluatie formulier over de bijeenkomst in moet vullen. De observator geeft de trainer het zelfevaluatie formulier na de bijeenkomst. De observator verzoekt de trainer bij voorkeur het formulier direct na de training in te vullen. Wanneer trainers het formulier direct na de training invullen, dan weten ze nog het beste hoe de bijeenkomst is gegaan. Daarnaast geeft het meer zekerheid dat je de zelfevaluatie formulieren terug ontvangt. Indien het niet mogelijk is om het formulier direct in te laten vullen, moet de observator zorgen dat de trainer het formulier bijvoorbeeld in een postvakje kan afgeven. Geef op het formulier je naam aan zodat de trainer weet in welk postvak de formulieren moet worden geretourneerd. 3.2. Niet participerende observatie - De observatie is een niet participerende observatie, dit betekent dat de observator zich niet met de bijeenkomst bemoeit of deelneemt. De observator bekijkt de bijeenkomst in stilte. - Het kan gebeuren dat participanten voor of tijdens de bijeenkomst vragen of je mee wilt doen. Het is niet de bedoeling om mee te doen. Je kan zoiets zeggen als Sorry, ik kan helaas niet meedoen. Ik ben hier om over EQUIP te leren en ik ben erg benieuwd hoe jullie het doen. - Na de observatie kunnen de trainers nieuwsgierig zijn naar jouw mening over de bijeenkomst. Het is niet de bedoeling dat je gedetailleerde feedback geeft over de bijeenkomst, omdat dit de manier waarop de trainer de volgende bijeenkomst geeft kan beïnvloeden en we willen de bijeenkomsten zien zoals ze gewoonlijk worden gegeven. Als een trainer naar je mening vraagt dan kan je zeggen dat je het leuk vond om de training bij te wonen of dat het interessant was om te zien. Je kan aangeven dat op basis van alle observaties van de bijeenkomsten in de instelling een verslag wordt gemaakt wat met de trainers wordt besproken. 3.3. Wederzijdse Hulpbijeenkomst Formulieren Voor Wederzijdse Hulpbijeenkomsten is er één vast formulier. Het formulier heeft de volgende structuur: 1) Introduceren van de bijeenkomst 2) Rapporteren van problemen en denkfouten 3) Toekennen van de bijeenkomst 4) Analyseren en oplossen van problemen en denkfouten 5) Samenvatting Er zijn een aantal zaken waar je extra op moet letten tijdens Wederzijdse Hulpbijeenkomsten (WHB). 7

1) Introductie van de bijeenkomst - Het is de bedoeling dat de coach de introductie geeft. Het kan gebeuren dat een coach het doet via een interactie met de participanten, indien dit het geval is vul dan het aanwezigheidsbolletje in introductie in interactie met participanten. - Tijdens de introductie blikt de coach terug op de vorige WHB. Groep wordt herinnerd aan problemen die opnieuw moeten worden gerapporteerd, suggesties/complimenten voor proces bijeenkomstonderdelen, korte samenvatting van probleem het groepslid dat de bijeenkomst heeft gekregen (afgekort noemen we dit groepslid GB) en terugkoppeling actieplan. 2) Rapporteren van problemen en denkfouten - Het is de bedoeling dat participanten het Zelfhulplogboek voor de bijeenkomst hebben ingevuld en tijdens de bijeenkomst gebruiken om problemen en denkfouten te rapporteren. Geef het gebruik van het zelfhulplogboek formulier aan in het participanten formulier vraag 12. - Turf voor jezelf op het bijeenkomst formulier hoeveel participanten een probleem hebben gerapporteerd. Turf tevens of ze de situatie van het probleem omschreven, probleemnamen en denkfouten noemde. - Indien de meerderheid van de participanten aan de bijeenkomst criterium hebben voldaan kan je het aanwezigheidsbolletje invullen. - Geef ook aan of de participanten de probleemnamen en denkfouten uitleggen, dit is vaak gerelateerd aan de uitleg van de situatie. Indien de meerderheid probleemnamen en denkfouten noemen maar niet uitleggen dan vul je wel het aanwezigheidsbolletje in en vul je het aanwezigheidsbolletje in voor geen uitleg probleemnamen en denkfouten. 3) Toekennen van de bijeenkomst - Turf voor jezelf hoeveel participanten uitspreken aan wie ze de bijeenkomst willen toekennen. - Het bereiken van consensus betekent dat alle groepsleden het met de beslissing eens zijn. Het kan gebeuren dat groepen in de praktijk met een meerderheidsprincipe werken, in dat geval moet het aanwezigheidsbolletje voor consensus niet worden ingevuld, maar wel het aanwezigheidsbolletje voor toekennen bijeenkomst door meerderheid. 8

4) Analyseren en oplossen van problemen en denkfouten - Geef het type Wederzijdse Hulpbijeenkomst aan. In Nederland zijn er drie type bijeenkomsten: 1) Probleem bijeenkomst, 2) Levensverhaal, 3) Afscheidsbijeenkomst - Het is de bedoeling dat eerst het groepslid die de bijeenkomst heeft gekregen het probleem herhaalt en dat de andere groepsleden luisteren. Het kan gebeuren dat een groep gelijk observaties en reacties geeft voordat GB aan het woord komt, dan luistert de groep niet en moet het aanwezigheidsbolletje voor herhalen en luisteren niet worden ingevuld. - Het doel van Wederzijdse Hulpbijeenkomst is om problemen en denkfouten van participanten te identificeren en beter te begrijpen. Participanten leggen hun gedrag uit en benoemen het door middel van de EQUIP probleemnamen. Participanten leggen hun denken uit en benoemen het door middel van de EQUIP denkfouten. Het is de bedoeling om te achterhalen welke denkfouten tot de problemen hebben geleid. Het kan gebeuren dat er tijdens een bijeenkomst wordt gepraat over een probleemsituatie (kletsen of zeuren), maar dat het probleem niet in termen van probleemnamen en denkfouten wordt geanalyseerd. Indien dit het geval is, vindt er geen probleemnamen en denkfouten analyse plaats en moet het aanwezigheidsbolletje niet worden ingevuld. - Er wordt alleen aan een actie/stappenplan gewerkt tijdens de probleembijeenkomsten. Indien er een ander type bijeenkomst is moet het n.v.t.-bolletje (niet van toepassing) worden ingevuld. - Het is van belang dat de groep aan het actie/stappenplan begint als het probleem voldoende is geanalyseerd. Het is noodzakelijk om te weten wat het probleem was en welke denkfouten tot het probleem hebben geleid om voor een goede oplossing te zorgen. Indien het probleem onvoldoende is geanalyseerd kan dit tot gevolg hebben dat het actie/stappenplan niet goed aansluit bij het daadwerkelijke probleem en denkfouten. Indien de groep het actie/stappenplan heeft gemaakt voordat ze wisten wat het probleem en denkfouten waren dan moet het aanwezigheidsbolletje voor actieplan wel worden ingevuld, maar moet het aanwezigheidsbolletje probleem/denkfouten voldoende geanalyseerd voor bedenken actieplan niet worden ingevuld. - Het is tevens van belang dat het actie/stappenplan uit concrete stappen bestaat en niet uit vage suggesties. Voorbeelden van vage suggesties: Je kan het en Doe gewoon je ding. Indien er vage suggesties worden gegeven wordt het aanwezigheidsbolletje voor concrete stappen niet ingevuld. Voorbeelden van concrete stappen: Je kan gebruik maken van de sociale vaardigheid Een moeilijk gesprek voorbereiden. We kunnen het gesprek met je oefenen als voorbereiding op het echte gesprek., Zorg er voor dat je weet welke bus je moet nemen. Ik kan je laten zien op de computer hoe je het moet opzoeken. Zorg ervoor dat je het 9

een paar dagen van te voren opzoekt en niet pas op het laatste moment, Maak een lijst met vijf dingen die je leuk vind aan jezelf en lees die elke avond aan jezelf voor. De coach moet kunnen checken of de stappen zijn uitgevoerd. 5) Samenvatting - Het is de bedoeling dat de coach een samenvatting geeft. Het kan gebeuren dat een coach het doet via een interactie met de participanten, indien dit het geval is vul dan het aanwezigheidsbolletje samenvatting in interactie met participanten. - Het is de bedoeling dat de coach terugblikt op het actie/stappenplan en GB stimuleert het plan te voltooien en de groep stimuleert GB hierbij te helpen. De hulp van de groep is bijna altijd nodig, al is het alleen al om te controleren of GB aan het plan werkt. De coach kan dit doen als de groep klaar is met het actieplan of tijdens de samenvatting. - Het is de bedoeling dat de samenvatting de inhoud van de bijeenkomst dekt. Een complete samenvatting bevat de volgende onderdelen, de invulling van de verschillende onderdelen is afhankelijk van de inhoud van de bijeenkomst. Verschillende onderdelen van de samenvatting kunnen samen gaan. 1. Samenvatting onderdeel problemen en denkfouten rapporteren: Welke problemen/denkfouten hebben de participanten gerapporteerd? Welke problemen moeten worden teruggebracht, omdat ze aandacht behoeven? 2. Samenvatting van problemen en denkfouten van GB: Waar heeft GB de bijeenkomst voor gekregen? Welke probleemnamen en denkfouten heeft de groep geïdentificeerd? Wat heeft de groep geleerd over GB? Wat is het actieplan? 3. Reflectie op verloop proces bijeenkomstonderdelen: Waar moet de groep aan werken? - Problemen en denkfouten rapporteren: Werden problemen en denkfouten duidelijk beschreven en werd EQUIP taal gebruikt? - Toekennen van de bijeenkomst: Heeft iedereen een stem uitgebracht? Werd er consensus bereikt? - Problemen en denkfouten analyse en oplossingen: Heeft GB probleem herhaald en luisterde de groep? Gaf de groep observaties en reacties? Is het probleem geanalyseerd in termen van probleemnamen en denkfouten? Was er een concreet actieplan? 4. Complimenten voor participatie 5. Suggesties voor participatie 10

Aanpassingen Wederzijdse Hulpbijeenkomst Zelfevaluatie Formulier: De inhoud van het Zelfevaluatie Formulier voor Wederzijdse Hulpbijeenkomsten is precies hetzelfde voor de coach als voor de observator alleen de vragen zijn anders geformuleerd. De coach vult echter niet het type bijeenkomst in. 3.4. Woedebeheersing en Correctie van Denkfouten Bijeenkomst Formulieren De Woedebeheersing en Correctie van Denkfouten bijeenkomsten hebben verschillende formulieren per bijeenkomst. Alle formulieren hebben een vaste structuur met de volgende fases: 1) Introductie van de bijeenkomst 2) Introductie van de inhoud 3) Instructie van de inhoud 4) Samenvatting De bijeenkomstcriteria van de fases 1, 2 en 4 zijn hetzelfde voor iedere bijeenkomst. De bijeenkomstcriteria van fase 3 verschillen per bijeenkomst. Er zijn een aantal zaken waar je extra op moet letten tijdens Woedebeheersing en Correctie van Denkfouten bijeenkomsten. - Het is de bedoeling dat participanten het Participanten Werkblad tijdens de bijeenkomst gebruiken. Geef het gebruik van werkblad aan op het participanten formulier vraag 12. - Het is de bedoeling dat de equiper de inhoud van de bijeenkomst visualiseert tijdens de bijeenkomst. Geef het gebruik van visualiserende middelen aan op het equiper formulier vraag 10. - Bijeenkomst 2: In kader van Youturn wordt er i.p.v. GALG gesproken over de 5 G s: gebeurtenis, gevoel, gevolgen, gedrag en gedachten. De 5 G s worden op het observatie formulier naast GALG genoemd. Er is een vraag toegevoegd waarmee de observator kan aangeven of er met de 5 G s wordt gewerkt tijdens de bijeenkomst. Aanpassingen Woedebeheersing en Correctie van Denkfouten Bijeenkomst Zelfevaluatie Formulier: De inhoud van het Zelfevaluatie Formulier voor Woedebeheersing en Correctie van Denkfouten bijeenkomsten is precies hetzelfde voor de coach als voor de observator alleen de vragen zijn anders geformuleerd. 11

3.5. Sociale Vaardigheden Bijeenkomst Formulieren Sociale Vaardigheden Bijeenkomst Formulieren bestaan uit twee delen: 1) Een formulier met algemene bijeenkomst criteria 2) Een formulier met specifieke bijeenkomst criteria 3.5.1. Formulier Algemene Bijeenkomst Criteria Het Formulier Algemene Bijeenkomst Criteria is hetzelfde voor iedere Sociale Vaardigheden bijeenkomsten. Alle formulieren hebben een vaste structuur met de volgende fases: 1) Introductie van de bijeenkomst 2) Introductie van de inhoud 3) Het voordoen van de vaardigheid 4) Het uitproberen van de vaardigheid 5) Het bespreken van de vaardigheid 6) Het oefenen van de vaardigheid 7) Samenvatting 3.5.2. Formulier Specifieke Bijeenkomst Criteria Het Formulier Specifieke Bijeenkomst Criteria heeft dezelfde vorm voor iedere Sociale Vaardigheden bijeenkomsten, alleen de inhoud van de stappen van de vaardigheid verschillen. Er zijn een aantal zaken waar je extra op moet letten tijdens Sociale Vaardigheden bijeenkomsten. Fase 3: Het voordoen van de vaardigheid: - In fase 3 Het voordoen van de vaardigheid moet de observator het Formulier Specifieke Bijeenkomst Criteria gebruiken om vraag 8.1 te beantwoorden. Op het Formulier Specifieke Bijeenkomst Criteria noteert de observator de aanwezigheid van de stappen die de equiper heeft voorgedaan, te noteren in de hokjes onder Eq (kort voor equiper) op het formulier. De observator neemt dit aantal over bij vraag 8.1 op Formulier Algemene Bijeenkomst Criteria. - De andere vragen van fase 3 vult de observator direct in het observatie formulier. - Vraag 9.2 Equiper accepteert de feedback om een goede manier, hiermee wordt bedoeld dat de equiper aandachtig luistert en participanten bedankt voor de feedback. 12

Fase 4: Het uitproberen van de vaardigheid, Fase 5: Het bespreken van de vaardigheid en Fase 6: Het oefenen van de vaardigheid: - Fase 4: Met het uitproberen van de vaardigheid wordt bedoeld dat de participant zelf de stappen van de vaardigheid oefent (de medespeler oefent geen stappen). Het is de bedoeling dat alle participanten de vaardigheidsstappen oefenen. - In fases 4, 5, 6 moet de observator het Formulier Specifieke Bijeenkomst Criteria gebruiken om vragen 10 t/m 15 te beantwoorden op het Formulier Algemene Bijeenkomst Criteria. Op het Formulier Specifieke Bijeenkomst Criteria noteert de observator het volgende: - De observator noteert de aanwezigheid van criteria per participant in de hokjes onder P1 t/m P8 (kort voor participant 1 t/m participant 8) op het formulier - Fase 4: De observator geeft aan of de participanten door de equiper worden gevraagd de vaardigheid te oefenen. - Fase 4: De observator geeft aan of de participanten een medespeler voor het rollenspel hebben geselecteerd. - Fase 4: De observator geeft aan of de participanten de situatie van het rollenspel hebben beschreven. - Fase 4: De observator geeft aan of de participanten hardop nadenken tijdens rollenspel (de participant die de stappen oefent). - Fase 4: De observator geeft aan welke stappen de participanten hebben laten zien tijdens het uitproberen van de vaardigheid. - Fase 5: De observator geeft aan of participanten persoonlijke feedback hebben ontvangen van groepsleden na het uitproberen van de vaardigheid. De feedback die participanten krijgen moet constructief zijn (complimenten en/of suggesties). - Fase 6: De observator geeft aan of participanten een opdracht hebben ontvangen voor het oefenen van de vaardigheid buiten de bijeenkomst. Het kan gebeuren dat de groep als geheel de opdracht krijgt om de komende week of als ze een dergelijke situatie tegenkomen de vaardigheid te oefenen, indien dit het geval is, vul dan het aanwezigheidsbolletje in groep als geheel. - Vul de antwoorden op de vragen 10.1, 11.1, 12.1, 13, 14 en 15 in op het Formulier Algemene Bijeenkomst Criteria. De observator kan uit de volgende antwoordcategorieën kiezen: Geen participanten, Enkele participanten De helft van de participanten, De meeste participanten, Alle participanten. - Op het Formulier Algemene Bijeenkomst Criteria moet de observator naast het aangeven van de aanwezigheid soms getallen noteren. Bijvoorbeeld bij vraag 4 moet de observator aangeven hoeveel vaardigheidsstappen voorgelezen werden. De observator moet het 13

aanwezigheidsbolletje invullen wanneer er meer dan 1 stap hardop werd voorgelezen. Wanneer 3 van de 4 vaardigheidsstappen hardop werden voorgelezen, dan noteert de observator achter het aanwezigheidsbolletje: 3 van 4. - De laatste rij van het Formulier Specifieke Bijeenkomst Criteria bestaat uit aanvullende opmerkingen die de equiper moet maken tijdens de fase 3 of 4. Geef aan d.mv. het aanwezigheidsbolletje welke opmerkingen de equiper heeft gemaakt. - Bij vragen 10.1, 10.2, 11, 12 en 14 gaat het om het aantal participanten van het aantal dat de vaardigheid hebben geprobeerd. Bijvoorbeeld: Indien 4 van de 8 participanten de vaardigheid hebben geprobeerd en van die 3 van de 4 participanten hardop hebben nagedacht dan vul je in 3 van de 4. Aanpassingen Sociale Vaardigheden Bijeenkomst Zelfevaluatie Formulier: De inhoud van het Zelfevaluatie Formulier voor Sociale Vaardigheden bijeenkomsten is bijna precies hetzelfde voor de coach als voor de observator alleen de vragen zijn anders geformuleerd. De enige aanpassing op het Sociale Vaardigheden Bijeenkomst Zelfevaluatie Formulier voor de trainer is vraag 8. Bij vraag 8 hoeft de trainer alleen aan te geven hoeveel stappen (algemene formulier) en welke stappen (specifieke formulier) hij heeft voorgedaan. Tevens vult de trainer niet specifiek voor iedere participant de uitvoering per stap in. 3.6. Morele Keuze Bijeenkomst Formulieren Voor de Morele Keuze Bijeenkomsten is er één vast formulier. Het formulier heeft de volgende structuur: 1) Introductie van de bijeenkomst 2) Introductie van de probleemsituatie 3) Het vormen van een volwassen moraliteit 4) De achterstand in de morele ontwikkeling herstellen 5) Het bestendigen van een volwassen moraliteit 6) Samenvatting 7) Notities 8) Volgorde 9) Aantal besproken vragen. Er zijn een aantal zaken waar je extra op moet letten tijdens Morele Keuze Bijeenkomsten. 14

1) Introductie van de probleemsituatie - Vraag 5: In het EQUIP boek wordt aangegeven dat het de voorkeur heeft om de participanten voor de bijeenkomst de vragen te laten beantwoorden, zodat de equiper de antwoord(patronen) van de participanten kan bekijken en zich hierop kan voorbereiden. Indien de participanten de vragen hebben beantwoord voordat de bijeenkomst is begonnen vul dan het aanwezigheidsbolletje Voor de bijeenkomst in. Echter, in de praktijk vullen de participanten veelal de vragen in tijdens de bijeenkomst. Als ze de vragen ieder voor zich invullen, vul dan het bolletje Tijdens de bijeenkomst in. Indien de participanten de vragen niet ieder voor zich beantwoorden, maar bijvoorbeeld om de beurt moeten opnoemen of participanten roepen hun antwoorden, dan moet je het bolletje Niet onafhankelijk invullen. Het is belangrijk dat de participanten hun antwoorden onafhankelijk invullen, om beïnvloeding te voorkomen. 2) Het vormen van een volwassen moraliteit - Tabel invullen: Turf het aantal participanten met moreel volwassen antwoorden, weet ik niet antwoorden en moreel onvolwassen antwoorden. Als de vraag niet van toepassing is op de bijeenkomst, zet dan een kruis door het hokje (X). Het kan gebeuren dat participanten later in de bijeenkomst hun antwoorden wijzigen. Je kan dit aangeven door een pijltje te trekken naar het andere antwoord. Het noteren van de verschillende antwoorden heeft als doel om vast te stellen of de equiper de antwoorden op de juiste volgorde heeft behandeld (het gaat dus met name om de eerst gegeven antwoorden). - Vraag 7, 9.1 en 9.2: Het is de bedoeling dat de equiper de participanten leidt in het geven van de antwoorden. De equiper moet eerst de participanten met de moreel volwassen antwoorden vragen hun redenen te delen. Als tweede moet de equiper de participanten met antwoorden Weet ik niet vragen hun redenen te delen (zie vraag 9.1). Als derde vraagt de equiper de participanten met moreel onvolwassen antwoorden hun redenen te delen (zie vraag 9.2). Om het beantwoorden van de vragen 7, 9.1 en 9.2 te ondersteunen, is bij deze vragen het volgende toegevoegd: Voor vragen: 1 2 3 4 5 6 7 8. Omcirkel per vraag de volgorde waarin de antwoorden zijn beantwoord, maak hierbij gebruik van de ingevulde tabel. Het kan gebeuren dat niet alle soorten antwoorden aanwezig zijn, ook dan is het belangrijk dat de equiper de juiste volgorde aanhoudt. Het is iedere keer de bedoeling dat de moreel volwassen antwoorden worden behandeld voor antwoorden weet ik niet en onvolwassen 15

antwoorden en dat antwoorden weet ik niet worden behandel voor moreel onvolwassen antwoorden. We houden de volgorde 1) moreel volwassen antwoorden, 2) weet ik niet antwoorden en 3) moreel onvolwassen antwoorden ook aan als niet alle type antwoorden aanwezig waren, want dit kunnen we via de tabel achterhalen: Mogelijke volgordes: - Bij aanwezigheid moreel volwassen, weet ik niet en onvolwassen: 1) Moreel volwassen 2) Weet ik niet 3) Moreel onvolwassen - Bij afwezigheid moreel volwassen: x 2) Weet ik niet 3) Moreel onvolwassen - Bij afwezigheid weet ik niet: 1) Moreel volwassen x 3) Moreel onvolwassen - Bij afwezigheid moreel onvolwassen: 1) Moreel volwassen 2) Weet ik niet x - Bij alleen aanwezigheid moreel onvolwassen: 1) Moreel volwassen x x - Bij alleen aanwezigheid weet ik niet: x 2) Weet ik niet x - Bij alleen aanwezigheid moreel onvolwassen: x x 3) Moreel onvolwassen - Volgorde: Vraag 17: Er zijn twee mogelijke manieren om de vragen te behandelen. De eerste manier is het behandelen van vragen per fase. Bij deze manier worden eerst alle moreel volwassen antwoorden besproken van de verschillende vragen (fase 2) en daarna pas de moreel onvolwassen antwoorden (fase 3). De tweede manier is om de vragen per vraag te behandelen. Bij deze manier wordt per vraag eerst de moreel volwassen antwoorden besproken, als tweede weet ik niet en als derde de onvolwassen antwoorden. Het bespreken van vragen per vraag zal naar alle waarschijnlijkheid het meest in de praktijk voor komen. Vraag 18: Bij deze vraag gaat het wederom om de volgorde waarin de antwoorden worden besproken hierbij is de splitsing gemaakt tussen volwassen antwoorden en onvolwassen antwoorden, met onvolwassen antwoorden bedoelen we zowel weet niet als moreel onvolwassen antwoorden. 16

Aanpassingen Morele Keuze Bijeenkomst Zelfevaluatie Formulier De inhoud van het Zelfevaluatie Formulier voor Morele Keuze Bijeenkomsten is precies hetzelfde voor de trainer als voor de observator alleen de vragen zijn anders geformuleerd. De coach turft echter niet het type antwoorden. Tevens omcirkelt de trainer bij vraag 7 en 9 niet Voor vragen: 1 2 3 4 5 6 7 8. Extra Probleemsituatie Formulier In de Amerikaanse implementatiegids hebben de bijeenkomsten 2, 4 en 5 twee situaties. Indien er een extra situatie tijdens de bijeenkomst wordt behandeld kan het Extra Probleemsituatie Formulier worden gebruikt om de typen antwoorden te noteren en de aanwezigheid van de bijeenkomstcriteria van fase 1 t/m 4 te noteren. Moreel Volwassen Antwoorden Formulier Er is een formulier beschikbaar met de moreel volwassen antwoorden per bijeenkomst, dit formulier kan zijdelings tijdens de bijeenkomst worden gebruikt. Overzicht Moreel Volwassen en Moreel Onvolwassen Redenen Er is een formulier beschikbaar met de moreel volwassen en moreel onvolwassen redenen, dit formulier kan zijdelings tijdens de bijeenkomst worden gebruikt. 3.7. Participanten Formulier Antwoordcategorieën: - De meeste vragen hebben een 5-puntschaal met de antwoordcategorieën: Geen participanten, Enkele participanten, De helft van de participanten, De meeste participanten, Alle participanten. Vragen 1 t/m 6 en vragen 9 t/m 14 en vraag 18. - De andere vragen hebben een 4-puntsschaal met de antwoordcategorieën: nooit / zelden, soms, regelmatig, meestal / vaak. Vragen 15 t/ 17 en vraag 20. - De antwoordcategorieën van vragen 7 en 8 zijn anders en worden hieronder besproken. Er zijn een aantal zaken waar je extra op moet letten tijdens het invullen van het Participanten Formulier. 17

Vraag 5: Participanten communiceren met elkaar. Hiermee wordt bedoeld dat participanten met elkaar praten, discussiëren of vragen stellen etc. tijdens de bijeenkomst. In zowel EQUIP als Wederzijdse Hulpbijeenkomsten is het de bedoeling dat de participanten met elkaar communiceren. Vraag 6: Participanten communiceren met equiper/coach. Hiermee wordt bedoeld dat participanten met de equiper of coach praten, discussiëren of vragen stellen etc. tijdens de bijeenkomst. Het is tijdens de EQUIP bijeenkomsten de bedoeling dat de participanten met de equiper communiceren, echter tijdens de Wederzijdse Hulpbijeenkomsten is het niet de bedoeling dat participanten met de coach communiceren. Tijdens Wederzijdse Hulpbijeenkomsten is de communicatie voornamelijk tussen de participanten en de coach gebruikt interventies om de communicatie tussen de participanten tijdens de bijeenkomst te sturen/begeleiden (zie Vragen maar niet stellen ). Vraag 7: - De bijeenkomst was in handen van: Voornamelijk equiper/coach, Groep en equiper/coach wisselen elkaar af, Voornamelijk groep. Tijdens EQUIP bijeenkomsten is het de bedoeling dat de bijeenkomst afwisselend in handen is van de groep en coach. De equiper geeft les over de inhoud, maar moet de participanten bij de les betrekken door de participanten verklarende vragen te stellen of naar hun ervaringen te vragen, participanten vragen iets voor te lezen of op de flip-over te schrijven of discussie tussen participanten te stimuleren. Het lesgeven tijdens een EQUIP bijeenkomst moet interactief zijn. - Tijdens Wederzijdse Hulpbijeenkomsten is het de bedoeling dat de bijeenkomst voornamelijk in handen is van de groep. De coach is aan het woord tijdens de introductie en samenvatting, maar de andere delen van de bijeenkomst worden geleid en uitgevoerd door de groep, terwijl de coach de groep van de zijkant begeleidt/stuurt. De interventies die de coach maakt zijn om de communicatie tussen participanten op gang te houden en het kritisch en reflectief vermogen van de participanten te stimuleren. De groep heeft de verantwoordelijkheid voor een goede benutting van de bijeenkomst. De coach kan tijdens de introductie en samenvatting complimenten geven en suggesties geven voor participatie en op die manier een goede benutting van de bijeenkomst stimuleren. Het aantal interventies dat de coach tijdens de bijeenkomst maakt is afhankelijk van hoe de groep het proces van de verschillende bijeenkomstonderdelen uitvoert en of de groep voldoende informerende en uitdagende vragen stelt om tot een goede analyse van het probleem en denkfouten te komen. 18

Vraag 7: Groepstadia Boek: 1. Vormingsstadium: Over het algemeen genomen gedragen de groepsleden zich op een voorzichtige of een onzekere manier, zoeken informatie en gaan op een voorzichtige manier te werk (verkennen wellicht het programma). Groepsleden zijn waarschijnlijk wantrouwend en dus moet de groepsleider openheid herhaaldelijk aanmoedigen. 2. Stormingsstadium: Groepsleden zijn minder onzeker, ze zijn het openlijk oneens en testen de grenzen door van het programma af te wijken of het programma te ondermijnen. Het advies wat groepsleden elkaar geven is toneel of machtspelletjes en de adviseurs volgen hun eigen adviezen niet op. De groepsleider moet tijdens deze fase herhaaldelijk krachtig tegenstand bieden tegen het misbruiken van de groepsbijeenkomst als een klaag bijeenkomst. 3. Normingststadium: Veel, maar niet alle, groepsleden zijn meer oprecht met betrekking tot de wil om te veranderen, ze proberen de groep niet teleur te stellen, en op een bescheiden en doordachte wijze uitten ze hun afkeuring voor onverantwoordelijk gedrag. Negatieve groepsleden of negatieve leiders hebben nog steeds invloed, maar ze zetten niet langer de dominante toon. 4. Positieve Peer Culture: Een bijna unanieme en constructieve groepsparticipatie is karakteristiek voor het laatste groepsstadium, positieve jeugd cultuur. Er is een kliek vrije groep met een sterke groepscohesie ontstaan wat een waardesysteem van wederzijdse zorgen en bezorgdheid belichaamt. Vraag 8 & 9: Taakgericht Taakgericht betekent dat de participanten gefocust/aan het werk waren op de inhoud van de bijeenkomst. Vraag 12: Denkfouten Denkfouten: 1. Egocentrisme (Self-Centred) Boek: Tot dusdanige mate belang toekennen aan eigen opvattingen, verwachtingen, behoeften, rechten, directe gevoelens en wensen dat de legitieme opvattingen, etc, van anderen (of zelfs eigen belangen op langer termijn) onvoldoende of helemaal niet in acht worden genomen (pagina 108). Implementatiegids: 19

Egocentrisch denken betekent dat je denkt jouw opvattingen en gevoelens belangrijker zijn dan de opvattingen en gevoelens van anderen. Mogelijk overweeg je niet eens hoe een ander zich over bepaalde zaken voelt. Egocentrisch denken kan ook betekenen dat je alleen denkt aan wat je nu wilt hebben en niet denkt over hoe je gedrag jou en anderen in de toekomst beïnvloedt (pagina 22). 2. Uitgaan van het ergste (Assuming the Worst) Boek: Zonder reden vijandige bedoelingen aan anderen toeschrijven, het ergst mogelijke bedenken voor sociale situaties alsof ze onvermijdelijk zijn, of er van uitgaan dat verbetering in het eigen gedrag of dat van anderen onmogelijk is (pagina 110). Implementatiegids: Uitgaan van het ergste betekent dat je denkt dat jou alleen slechte dingen kunnen overkomen en dat je er niets aan kan doen wat je gebeurt. Het betekent ook dat je denkt dat jij of anderen niet kunnen veranderen of verbeteren. Uitgaan van het ergste betekent kan ook dat je denkt dat anderen altijd egoïstisch zijn of er op uit zijn jou of iemand anders te pakken te nemen (pagina 23). 3. Anderen de schuld geven (Blaming Others) Boek: Het ten onrechte de schuld geven van het eigen schadelijke gedrag aan bronnen van buitenaf, vooral aan personen, een groep of toestand van het moment (persoon was dronken, high, in een slechte bui, etc), of het ten onrechte de schuld geven voor het anderen tot slachtoffer maken of anderen ongeluk toebrengen (pagina 111). Implementatiegids: Anderen de schuld geven betekent dat je geen verantwoordelijkheid neemt voor je eigen gedrag. In plaats daarvan geef je anderen de schuld van jouw schadelijke gedrag toen het echt jouw schuld was. Het kan ook betekenen dat je denkt dat jouw slechte gedragen Okay zijn, omdat je high, dronken of in een slechte bui was, of omdat je zelf eens het slachtoffer bent geweest van discriminatie of misbruik (pagina 23). 20

4. Goed praten/verkeerd benoemen (Minimizing/Mislabelling) Boek: Het afschilderen van antisociaal gedrag alsof het geen echte schade aanricht of als acceptabel of zelfs bewonderenswaardig, of het verwijzen naar anderen met kleinerende of dehumaniserende labels (pagina 113). Implementatie gids: Minimaliseren betekent dat je denkt dat je je problemen en gedragingen niet als slecht of verkeerd beschouwd terwijl ze dat wel zijn. Verkeerd benoemen betekent dat je fout of schadelijke gedrag zo benoemt om je gedrag goed te praten. Goed praten en verkeerd benoemen kan ook betekenen dat je anderen mensen uitscheld en dat het Okay lijkt om hun pijn te doen (pagina 22). Vraag 13: Probleemnamen Probleemnamen: Implementatiegids: 1. Negatief zelfbeeld hebben (Low Self-Image) De persoon heeft een matige mening over zichzelf. Voelt zich vaak down of weinig waard. Haakt snel af. Speelt arme ik of ziet zichzelf als het slachtoffer zelfs als hij/zij anderen schade toebrengt. Voelt zich alleen geaccepteerd door anderen die zich ook slecht voelen over zichzelf (page 19). 2. Geen rekening houden met jezelf (Inconsiderate of Self) De persoon doet dingen die schadelijk zijn voor zichzelf. De persoon komt vaak in de problemen en ontkent ze page 19). 3. Geen rekening houden met anderen (Inconsiderate of Others) De persoon doet dingen die schadelijk zijn voor anderen. De persoon houdt geen rekening met de behoeften en gevoelens van anderen. Geniet ervan anderen naar beneden te halen of uit te lachen. Misbruikt zwakkere personen of personen met problemen (page 19). 4. Problemen hebben met autoriteit (Authority Problem) De persoon raakt in grote conflicten met leraren, ouders en andere autoriteitsfiguren over kleine zaken. Heeft er een hekel aan dat iemand hem of haar vertelt wat hij of zij moet doen of zelfs advies geven. Luistert niet. Zelfs wanneer hij of zij gehoorzaamt dan mokt hij of zij opvallend of scheldt (pagina 20). 21

5. Snel beledigd zijn (Easily Angered) De persoon is snel beledigd en gefrustreerd of geïrriteerd en heeft woedebuien (pagina 20). 6. Anderen uitlokken (Aggravates Others) (page 20) De persoon bedreigt, pest, veroorzaakt narigheid, pest of doet anderen pijn door ze naar beneden te halen mensen. Zet anderen betaald zelfs als de andere persoon niet de bedoeling had de persoon naar beneden te halen (pagina 20). 7. Anderen misleiden (Misleads Others) Manipuleert mensen om het vuile werk op te knappen, zal de persoon achterlaten als de persoon wordt gepakt (pagina 20). 8. Goedgelovig zijn (Easily Mislead) De persoon prefereert zich te associeren met onverantwoordelijke leeftijdsgenoten en is gemakkelijk mee te trekken in hun antisociale gedrag. Is bereid om hun slaafje te zijn en hoopt hun goedkeuring te krijgen (pagina 20). 9. Alcohol of Drugs probleem (Alcohol or Drug Problem) De persoon misbruikt middelen de hem of haar schade aan kunnen richten en is bang om anders geen vrienden te hebben. Is bang het leven in de ogen te zien zonder steunmiddel. Vermijdt kwesties of personen door middelen misbruik. Is gewoonlijk erg egoïstisch en praat het gebruik van drugs goed door te zeggen dat drugs niet slecht is of het gebruik onder controle heeft. Als er iets verkeerd gaat, geeft hij of zij drugs de schuld door te zeggen Ik was high Ik kon er niets aan doen (pagina 20). 10. Stelen (Stealing) De persoon neemt dingen mee die van anderen zijn. Heeft geen respect voor anderen. Is bereid om anderen pijn te doen om te krijgen wat hij of zij wilt (pagina 21). 11. Liegen (Lying) De persoon kan niet vertrouwd worden de waarheid of het hele verhaal te vertellen. Verdraaid de waarheid om een verkeerde indruk te wekken. Ontkent alles als hij of zij denkt dat het mogelijk is om er mee weg te komen. Vindt het opwindend om te konkelen en met een leugen weg te komen. Liegt wellicht zelfs wanneer er niets te winnen valt (pagina 20). 22

12. Baldadig zijn Dat je wilt dat iedereen om je lacht en dat je probeert indruk te maken door stoer te doen of dingen stuk te maken (NL: 23). Indruk maken (Fronting) De persoon probeert indruk op anderen te maken door zichzelf groot te maken en toneel te spelen. Speelt de clown om aandacht te krijgen. Is bang om zijn/haar ware gevoelens te tonen (pagina 20). 3.8. Equiper/Coach Formulier Het Equiper/Coach Formulier heeft 16 vragen. De meeste vragen hebben de antwoordcategorieën: nooit/zelden, soms, regelmatig en meestal/vaak. Alle vragen met uitzondering van 11, 14 en 16. Vraag A en B: Het aantal equipers/coaches wordt genoteerd en de taakverdeling tussen de equipers/coaches. In het geval van meerder equipers/coaches moet het formulier worden beantwoord voor: Als er een leidende equiper/coach (hoofdtrainer) is, moet het Equiper/Coach Formulier in worden gevuld voor de leidende equiper/coach. Alleen de leidende equiper/coach ontvangt een score. Als er geen leidende equiper/coach is, moet het Equiper/Coach Formulier in worden gevuld voor de twee equiper/coaches samen. Beide equiper/coaches ontvangen dezelfde score. Vraag 4: Interventie Sandwich stijl Om een balans te behouden tussen kritiek en goedkeuring te behouden wordt de sandwich stijl van constructieve kritiek gebruikt. Bij deze methode wordt een kritische opmerking vooraf gegaan en gevolgd door bekrachtigende opmerkingen (boek page 29-31). Voorbeeld: Vincent heeft de problemen van anderen geconstateerd (bekrachtiging), waarom wil hij zijn eigen probleem Snel beledigd zijn niet herkennen (kritiek), hij is sterk genoeg om dat te doen (bekrachtiging) en de groep kan hem er bij helpen. Vraag 5: Interventie Vragen maar niet stellen De rol van de coach is om groepscultuur van vertrouwen en zorg te bewerkstelligen: het leiden en stimuleren en niet het stellen van opmerkingen of instructies. De opmerkingen van coach moeten aan de groep gericht worden, zodat groepsleden worden aangemoedigd om met elkaar te communiceren in plaats van met de coach. Het is belangrijk dat de groep verantwoordelijkheid begint te voelen voor het eigen functioneren. 23

Voorbeeld: Verschillende groepsleden praten tegelijkertijd en een interessante opmerking van een groepslid gaat verloren. De groepsleider vertelt de groep niet Jullie moeten niet allemaal tegelijkertijd praten of een andere stellende opmerkingen. In plaats daarvan hoeft de groepsleider alleen maar te zeggen Heeft de groep Ronald s vraag gehoord?. Vragen 11, 12 & 13: Denkfouten & Probleemnamen Zie 3.5 Participanten Formulieren voor uitleg zie Denkfouten en Probleemnamen. 3.9. Observator Opmerkingen Formulier Het Observator Opmerkingen Formulier wordt alleen door de observator gebruikt. De observator tekent een overzicht van de opstelling van participanten en trainer. De observator gebruikt deze tekening tijdens de bijeenkomst om aan te geven op welke wijze de participanten deelnemen. De observator schrijft kwalitatieve opmerkingen op over de bijeenkomst, bijvoorbeeld opmerkingen/vragen van participanten of trainer, opvallende zaken, aanpassingen etc. In het formulier zijn twee tabellen opgenomen om een aantal zaken te turven die later gebruikt kunnen worden voor het invullen van de participanten en equiper/coach formulieren. 3.10. Observator Introductie Script Bij een nieuwe groep moet de observator zich aan de groep voorstellen. Vertel de equiper/coach voor de bijeenkomst dat je jezelf introduceert. Gebruik hierbij het volgende script. Hallo, Mijn naam is en ik ben van de Universiteit Utrecht. Ik ben hier om een aantal van jullie EQUIP bijeenkomsten te bekijken. Ik zal erbij zitten (wijs plek aan), maar ik doe niet mee aan de bijeenkomst. Ik zal alleen kijken. Ik schrijf af en toe dingen op, maar niet jullie namen. Alles wat ik tijdens de bijeenkomst hoor is ook voor mij vertrouwelijk. Ik kijk vooral naar jullie trainer en ik hoop dat jullie je gedragen zoals jullie altijd doen tijdens de bijeenkomst. 24