Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2011

Vergelijkbare documenten
Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2009

Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2008

Monitor woonruimteverdeling stadsregio Rotterdam 2010

Monitor aanbodmodel Rotterdam 2010

Monitor woonruimteverdeling stadsregio Rotterdam 2009

Monitor woonruimteverdeling stadsregio Rotterdam 2014

Monitor aanbodmodel Rotterdam 2012

Monitor aanbodmodel Rotterdam 2013

Monitor aanbodmodel Rotterdam 2007

Monitor aanbodmodel Rotterdam 2008

Monitor woonruimteverdeling Capelle aan den IJssel 2012

Monitor woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2015

Monitor woonruimteverdeling stadsregio Rotterdam 2013

Monitor woonruimteverdeling Capelle aan den IJssel 2011

MONITOR AANBODMODEL ROTTERDAM 2006

MONITOR WOONRUIMTEVERDELING STADSREGIO ROTTERDAM 2007 KWARTAAL

KANSEN OP DE SOCIALE HUURMARKT IN SCHIEDAM

MONITOR WOONRUIMTEVERDELING STADSREGIO ROTTERDAM 2007 KWARTAAL

Monitor woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2017

Woonruimteverdeling Voorne-Putten en Rozenburg juli 2008 juli 2009

Aan: Regiotafel Wonen, 20 juni 2018 Onderwerp: Monitor woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2017

UW BRIEF VAN DOORKIESNUMMER

Monitor sociale woningvoorraad stadsregio Rotterdam

Agenda. Hebben de portefeuillehouders interesse in een presentatie door bureau Kassander?

Schaarste in de regio Rotterdam

Woonruimteverdeling Woningstichting Putten. Opening Schauwplein

Notitie > Verhuringen > via Woonnet Rijnmond

Deze notitie is bedoeld om de schaarste en de verdringing in Gouda aan te tonen, als bijlage bij de Huisvestingsverordening 2019.

Rapportage woonruimteverdeling Wachttijd voor een huurwoning loopt verder op. Eerste helft 2016

Memo. aan. de leden van de gemeenteraad rapportage woonruimteverdeling. van

Bijlage 5. bij agendapost portefeuillehoudersoverleg Wonen d.d. 25 juni 2015

Monitor woningmarktpositie middeninkomens stadsregio Rotterdam

Rapportage Woonruimteverdeling Noord-Kennemerland

Overeenkomst Woonruimteverdeling stadsregio Rotterdam 2006

Sociale huurmarkt Haaglanden > Aanbodrapportage 2013; > tabellenboek >

Rapportage Woonruimteverdeling Stadsregio Amsterdam

Sociale huursector Haaglanden > Aanbodrapportage

Rapportage Woonruimteverdeling Noord-Kennemerland

Sociale huurmarkt Haaglanden > Aanbodrapportage 2012 > Tabellenboek >

Kengetallen woningtoewijzing in de gemeente Utrecht

Afsprakenmonitor regio Haaglanden > Jaarmonitor 2017 > kerngegevens

Jaarrapportage Woonruimtebemiddeling Dinteloord, 2016 April 2017

MK2015. Rapportage Woonruimteverdeling 2015 Stadsregio Amsterdam. Stadsregio Amsterdam

Sociale huursector Haaglanden > Aanbodrapportage

Rapportage Woonruimteverdeling Noord-Kennemerland

Stand van de sociale huurwoningmarkt gemeente Gooise Meren

Sociale huursector Haaglanden > Aanbodrapportage

Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2005

MK2015. Rapportage Woonruimteverdeling 2015 Stadsregio Amsterdam. Stadsregio Amsterdam

Sociale huursector Haaglanden > Aanbodrapportage

HUREN IN HEERHUGOWAARD

Hoe werkt het? Een woning zoeken in regio Haaglanden. Haaglanden WOONNET HAAGLANDEN

Rapportage Woonruimteverdeling 2010 Stadsregio Amsterdam

Jaarrapportage Woonruimtebemiddeling Dinteloord, 2017

Jaarrapportage Woonruimtebemiddeling in de gemeente Halderberge 2016 April 2017

Rapportage Woonruimtebemiddeling 2009 Stadsregio Amsterdam

Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2006

Afsprakenmonitor regio Haaglanden > Halfjaarmonitor > kerngegevens

Meer kansen, keuze en dynamiek?

Jaarrapportage Woonruimtebemiddeling Halderberge 2015

Rapportage Woonruimteverdeling 2013 Stadsregio Amsterdam

Sociale huursector Haaglanden > Aanbodrapportage 2015 >

MEMO van college aan de commissie R&B

Zicht op de wachtlijst; woonruimteverdeling in Zaanstreek- Waterland (RIGO, 2017) - De belangrijkste resultaten

ONDERWERP Huisvestingsverordening Zuid-Kennemerland/IJmond: Heemstede 2017

Feitenkaart Woningmarkt Rotterdam

Sociale huursector Haaglanden > Tabellenboek 2018 > Leidschendam-Voorburg

Sociale huursector Haaglanden > Tabellenboek 2018 > Delft

Sociale huursector Haaglanden > Tabellenboek 2018 > Rijswijk

Gemeente Delft. Geachte heer/mevrouw,

Gevolgen passendheidstoets

Rapportage Woonruimteverdeling Stadsregio Amsterdam

Aanbodrapportage Haaglanden over het jaar Sociale Huursector

RESULTATEN WOONONDERZOEK PURMEREND UPDATE MAART 2015

jaarrapportage woonruimteverdeling Ridderkerk/Albrandswaard 2014

Toelichting op de verdeling van vrijkomende sociale huurwoningen in Almere met een huurprijs tot 710,68 met ingang van 19 januari 2015

Rapportage woonruimteverdeling Gouda Sturing via de Huisvestingsverordening Gouda 2015

Woonruimteverdeling 2017 SallandWonen

MEMO van college aan de algemene raadscommissie

Tabellen en figuren 2018 Nieuwe wooncontracten, aanbiedingsafspraken en kwetsbare groepen

Bemiddelingsysteem. Woningen te huur

CIJFEROPBRENGST WOONDEBAT NOVEMBER team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement

Sociale huursector Haaglanden > Aanbodrapportage 2017

woon ruimte bemiddeling jaarrapportage Ridderkerk en Albrandswaard 2017

Woonruimteverdeling 2018 SallandWonen

MONITOR WONINGBOUWAFSPRAKEN STADSREGIO ROTTERDAM G.H. van der Wilt en W.H.M. van der Zanden

Woonruimteverdeling. Een woning huren van St. Joseph

Onderzoeksrapport DSO/Programmamanagement, Strategie en Onderzoek AANBOD DEN HAAG 2013 SOCIALE HUURSECTOR

Sociale huursector Haaglanden > Tabellenboek > Den Haag

Sociale huursector Haaglanden > Tabellenboek > Delft

Woonruimteverdeling in Holland Rijnland R E G I O N A L E SAMENWERKING I N D E P R A K T I J K

M EMO 1. HET NIEUWE REGIONALE VERDEELSYSTEEM

Monitor wonen Zoetermeer 4e kwartaal 2015

1. De tabellen met betrekking tot de passendheidsregels voor de woonruimteverdeling 2013 vast te stellen.

Rapportage woonruimteverdeling Stadsregio Amsterdam Stadsregio Amsterdam

Stand van de sociale huurwoningmarkt 2017 gemeente Utrecht

Sociale huursector Haaglanden > Aanbodrapportage 2011

Het aanvragen van een urgentieverklaring Wat is een urgentieverklaring en aan welke voorwaarden moet u voldoen?

De voorzitter van Commissie Ruimte DSO/ RIS maart Woningweigeringen sociale verhuur

Evaluatie 2016 woonruimteverdeling Huisvestingsverordeningen regio Utrecht

Transcriptie:

Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2011

Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2011 G.H. van der Wilt Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) 18 december 2012 In opdracht van

Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) Auteur: G.H. van der Wilt Project: 12-3651 Adres: Blaak 34, 3011 TA Rotterdam Postbus 21323, 3001 AH Rotterdam Telefoon: (010) 267 15 00 Telefax:(010) 267 15 01 E-mail: infocos@rotterdam.nl Website: www.rotterdam.nl/onderzoek 2 Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2011

INHOUD Samenvattende beschouwing 5 1 Inleiding 9 1.1 Werking woonruimteverdelingssysteem 9 1.2 Leeswijzer 9 2 Woningvraag 11 2.1 Actieven in Vlaardingen 11 3 Woningaanbod 13 3.1 Aanbod in Vlaardingen 13 3.2 Gebruikte aanbiedingscategorieën 14 4 Vraag-aanbodverhouding 17 4.1 Vraagdruk 17 4.2 Marktdruk 18 5 Verhuringen 21 5.1 Benodigde inschrijfduur 21 5.2 Verhuringen naar bezettingsnorm 25 5.3 Verhuringen aan de aandachtsgroep 26 6 Slaagkansen 29 6.1 Slaagkansen per regiogemeente 29 6.2 Slaagkans per groep woningzoekenden 30 6.3 Ontwikkeling van de slaagkans 31 7 Verhuisbewegingen 35 7.1 Herkomst van alle geslaagden 35 7.2 Herkomst geslaagden naar status 36 Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2011 3

4 Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2011

Samenvattende beschouwing De gemeente Vlaardingen heeft het Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) van de gemeente Rotterdam voor het vijfde achtereenvolgende jaar gevraagd een rapportage te maken over de resultaten van de woonruimteverdeling via het aanbodmodel in Vlaardingen. De voorliggende rapportage handelt over de resultaten van de woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2011. De resultaten uit deze rapportage worden vergeleken met de resultaten uit 2007, 2008, 2009 en 2010. Daarnaast zijn van enkele kerngegevens tijdreeksen weergegeven vanaf 2005 (het jaar waarin de Overeenkomst Woonruimteverdeling in de stadsregio Rotterdam van kracht werd) of eerder. Woningvraag Het aantal actief woningzoekenden bedroeg in Vlaardingen in 2011 ruim 12.500. Dat zijn er 2.000 minder dan in 2010. Na twee jaar waarin het aantal actieven steeg, lag het aantal actieven in 2011 daarmee weer op het niveau van 2008. 20.000 16.000 12.000 8.000 16.122 14.770 13.254 12.592 14.043 14.681 12.657 4.000 0 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Net als in de voorgaande jaren waren er in 2011 in Vlaardingen meer starters dan doorstromers actief: 56% om 44%. Bijna een kwart van alle actieven woonde al in Vlaardingen, verreweg het grootste aandeel actieven (63%) kwam uit een andere gemeente in de stadsregio Rotterdam. Een op de zeven actieven kwam van buiten de stadsregio. Bijna driekwart van de actieven behoorde tot de aandachtsgroep van het volkshuisvestingsbeleid, ruim de helft was alleenstaand en driekwart was tussen de 22 en 55 jaar oud. Woningaanbod In 2011 werden in Vlaardingen 1.153 woningen aangeboden via advertenties in de krant en op internet én via directe bemiddeling. Dat zijn 80 woningen minder dan in 2010. Sinds 2005 was er alleen in 2006 en 2008 minder aanbod van sociale huurwoningen dan in 2011. 1.400 1.200 1.000 800 1.274 1.068 1.294 1.118 1.243 1.233 1.153 600 400 200 0 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2011 5

Van alle aangeboden woningen in 2011 had 84% een huurprijs tot de bereikbaarheidsgrens. Meer dan 50% betrof een flatwoning (met en zonder lift). Driekwart van het aanbod had maximaal drie kamers, 2% had vijf of meer kamers. De wijken Holy-Noord, Holy-Zuid en Westwijk zorgden alle drie voor ongeveer 20% van het woningaanbod. In Rivierzone en Oostwijk lag minder dan 10% van het sociale woningaanbod in 2011. 42% van het woningaanbod in 2011 is aangeboden in het kader van de staatssteun-regeling. Deze woningen zijn gelabeld met een maximum huishoudinkomen van 33.614. Door het labelen in het kader van de staatssteun-regeling is het voorwaardenvrij labelen zo goed als verdwenen: in 2011 werd slechts 1% van het aanbod zonder passendheidseisen geadverteerd. Het overige aanbod is gedaan via lokaal maatwerk (9%), directe bemiddeling (22%) en volkshuisvestelijk labelen (26%). Vraag-aanbodverhouding De verhouding tussen de vraag naar en het aanbod van sociale huurwoningen wordt uigedrukt via de marktdruk. Deze indicator geeft weer hoeveel woningzoekenden er gemiddeld in de rij stonden voor elke verhuurde woning. In 2011 bedroeg de marktdruk in Vlaardingen 17. Voor elke verhuurde sociale huurwoning in Vlaardingen in 2011 stonden er gemiddeld dus 17 woningzoekenden in de rij. 25 20 15 18 16 18 18 17 10 11 12 5 0 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Het gemiddeld aantal reacties van woningzoekenden op een advertentie van een sociale huurwoning uit de bereikbare sector wordt weergegeven via de vraagdruk. De bedroeg in 2011 96, wat betekent dat er gemiddeld 98 reacties binnenkwamen op elke advertentie voor een bereikbare sociale huurwoning in Vlaardingen. Ten opzichte van 2010 kwamen er in 2011 gemiddeld 4 reacties meer op elke advertentie. Verhuringen 73% van alle verhuurde woningen in Vlaardingen in 2011 is naar iemand uit de aandachtsgroep van het volkshuisvestingsbeleid gegaan. Van alle woningen die qua huurprijs voor de aandachtsgroep bestemd waren (dat wil zeggen met een huurprijs tot de aftoppingsgrens) is 77% verhuurd aan iemand uit de aandachtsgroep. Van het aanbod met een hogere huurprijs is 48% naar iemand uit de aandachtsgroep gegaan. Op basis van de inschrijfduur van geslaagde woningzoekenden kan een beeld worden geschetst van de wachttijd op de sociale huurwoningmarkt in Vlaardingen. Daarbij moet worden opgemerkt dat de inschrijfduur niet per definitie de periode is dat een woningzoekende actief aan het zoeken is geweest; veel woningzoekenden schrijven zich uit voorzorg in om 6 Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2011

inschrijfduur op te sparen. Gemiddeld stonden geslaagde reguliere woningzoekenden in 2011 48 maanden, ofwel 4 jaar, ingeschreven op het moment dat het huurcontract voor hun nieuwe woning in Vlaardingen inging. Dat is net zo lang als in 2010. Slaagkansen Woningzoekenden op de sociale huurwoningmarkt in Vlaardingen hadden in 2011 een slaagkans van 4,9%. Dat betekent dat per kwartaal één op de twintig actief woningzoekenden een sociale huurwoning in Vlaardingen heeft gevonden. Ten opzichte van 2010 is de slaagkans met 0,7% gedaald. In 2011 had van de vier grootstedelijke gemeenten alleen Rotterdam een hogere slaagkans (6,9%). 8,0% 7,0% 6,0% 5,0% 4,0% 3,0% 2,0% 1,0% 0,0% 3,5% 3,6% 5,2% 5,2% 5,9% 5,6% 4,9% 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Naar kenmerken van de woningzoekenden waren de slaagkansen als volgt: Doorstromers hadden een hogere slaagkans dan starters; het verschil tussen deze twee groepen bedroeg 1,5%; De slaagkans van de aandachtsgroep van het volkshuisvestingsbeleid was 2,5% lager dan die van de niet-aandachtsgroep; Huishoudens van 4 personen hadden de hoogste slaagkans (6,4%), huishoudens van 2 personen de laagste (3,4%); De slaagkans van oudere woningzoekenden is (veel) hoger dan die van jongere woningzoekenden, vanwege het aanbod dat (deels) voor woningzoekenden van 55 jaar en ouder is gereserveerd; De slaagkans van woningzoekenden uit Vlaardingen was bijna 4 keer zo hoog als de slaagkans van woningzoekenden van elders. Verhuisbewegingen 62% van alle geslaagde woningzoekenden in Vlaardingen in 2011 was al woonachtig in Vlaardingen. Dat is 2% minder dan in 2010, wat betekent dat er dus iets meer woningzoekenden van buiten Vlaardingen in Vlaardingen zijn komen wonen. Van de geslaagden woningzoekenden van buiten Vlaardingen kwam een groot deel uit Rotterdam (15%), Schiedam (9%) of van buiten de stadsregio (9%). Op gemeenteniveau was Holy-Zuid in 2011 de meest lokaal georiënteerde wijk: 74% van de geslaagden was al woonachtig in Vlaardingen. Op wijkniveau was Ambacht/Babberspolder het meest lokaal georiënteerd: 27% van de geslaagden was al woonachtig in deze wijk. Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2011 7

Slotbeschouwing Het aantal actief woningzoekenden in Vlaardingen is, na twee achtereenvolgende jaren te zijn gestegen, in 2011 weer gedaald naar het niveau van 2008 (het laatste jaar voor de stijging). Behalve het aantal actief woningzoekenden is ook het woningaanbod en het aantal geslaagden in 2011 gedaald ten opzichte van 2010. Dit heeft geresulteerd in een iets lagere marktdruk: per verhuurde woning stond er in 2011 één woningzoekende minder in de rij dan in 2010. Regionaal gezien stond Vlaardingen met een marktdruk van 17 in 2011 in de middenmoot. Op de inschrijfduur van de geslaagde woningzoekenden hebben bovenstaande ontwikkelingen geen invloed gehad: net als in 2010 stonden reguliere woningzoekenden gemiddeld 48 maanden (4 jaar) ingeschreven op het moment dat hun (nieuwe) huurcontract inging. In 2011 is de sociale huurwoningmarkt in Vlaardingen weer iets minder lokaal georiënteerd geworden: in 2008 kwam nog 79% van de geslaagde woningzoekenden uit Vlaardingen zelf, dat percentage is inmiddels gedaald tot 62%. Dit betekent dat in 2011 bijna 4 op de 10 geslaagde woningzoekenden in Vlaardingen niet uit Vlaardingen afkomstig waren. 8 Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2011

1 Inleiding De gemeente Vlaardingen heeft, net als over de jaren 2007, 2008, 2009 en 2010, de behoefte aan een rapportage over de resultaten van de woonruimteverdeling via het aanbodmodel, zoals dat in de stadsregio Rotterdam van kracht is. De gemeente heeft daartoe het Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) van de gemeente Rotterdam gevraagd voor het vierde opeenvolgende jaar een dergelijke rapportage te maken. In de voorliggende rapportage worden de resultaten van de woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2011 behandeld. De rapportage is analoog aan eerder verschenen rapportages over de jaren 2007 tot en met 2010 en zal ook enkele vergelijkingen met die rapportages bevatten. Voor het schetsen van een ontwikkeling in de tijd wordt van enkele kerngegevens een tijdreeks opgenomen vanaf 2005 (het jaar waarin de Overeenkomst woonruimteverdeling in de stadsregio Rotterdam van kracht werd) of eerder. 1.1 Werking woonruimteverdelingssysteem Sociale huurwoningen worden in Vlaardingen verdeeld via het aanbodmodel. Dit woonruimteverdelingssysteem werkt als volgt: Woningcorporaties adverteren hun vrijgekomen woningen in een krant en via internet Woningzoekenden kunnen hun belangstelling voor een sociale huurwoning tonen door hierop te reageren (met een woonbon of via internet) Van de reacties op de geadverteerde woningen worden kandidatenlijsten gemaakt. Sinds 2005 wordt daarbij voor starters en doorstromers op de woningmarkt hetzelfde criterium gebruikt, namelijk inschrijfduur. De woningzoekende met de langste inschrijfduur eindigt bovenaan, degene met de kortste inschrijfduur onderaan Corporaties werken de kandidatenlijsten op volgorde af totdat een huurder is gevonden 1.2 Leeswijzer In deze rapportage worden achtereenvolgens de volgende onderwerpen besproken: 1. Woningvraag: omvang en kenmerken van de groep actief woningzoekenden die in 2011 hebben gereageerd op het woningaanbod in de gemeente Vlaardingen. De kenmerken die worden onderscheiden zijn: starter/doorstromer, leeftijd, huishoudensgrootte, inkomen, voorrangspositie en herkomst (Vlaardingen/elders) 2. Woningaanbod: omvang en kenmerken van het woningaanbod in Vlaardingen in 2011. Daarin wordt onderscheid gemaakt tussen het aanbod onder en boven de aftoppingsgrens voor huurtoeslag en naar woningtype, kamertal en wijk. Ook wordt weergegeven in welke aanbiedingscategorieën de woningen zijn aangeboden 3. Vraag- en aanbodverhouding: twee indicatoren die inzicht bieden in de populariteit van marktsegmenten: de vraagdruk (gemiddeld aantal reacties per advertentie) en de marktdruk (gemiddeld aantal woningzoekenden per verhuurde woning). In beide gevallen wordt onderscheid gemaakt naar huurprijs, woningtype, kamertal en wijk 4. Verhuringen: hier wordt beschreven aan welke woningzoekenden woningen zijn verhuurd en welke gemiddelde inschrijfduur de geslaagde woningzoekenden hadden. Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2011 9

Daarnaast wordt weergegeven wat de gemiddelde inschrijfduur van geslaagde woningzoekenden was per aanbiedingscategorie. Tenslotte wordt weergegeven in welke mate het aanbod onder de aftoppingsgrens is verhuurd aan huishoudens uit de aandachtsgroep van het volkshuisvestingsbeleid 5. Slaagkansen: slaagkansen van de woningzoekenden, weergegeven op basis van de berekeningen die zijn gemaakt voor de kwartaalmonitor Kans van Slagen 1 6. Verhuisbewegingen: hier wordt beschreven wat de herkomst van de geslaagde woningzoekenden is en naar welke wijk in Vlaardingen zij zijn verhuisd. Daarbij wordt onderscheid gemaakt naar reguliere woningzoekenden en voorrangskandidaten NB Cijfers in deze rapportage over de aandachtsgroep hebben betrekking op: Alleenstaanden tot 65 jaar met een belastbaar inkomen tot 21.625; Alleenstaanden vanaf 65 jaar met een belastbaar inkomen tot 20.325; Meerpersoonshuishoudens tot 65 jaar met een belastbaar inkomen tot 29.350 en Meerpersoonshuishoudens vanaf 65 jaar met een belastbaar inkomen tot 27.750. Deze inkomensgrenzen wijken af van de grens van 33.614 (prijspeil 2011) die in het kader van de staatssteunregeling wordt gehanteerd. Deze regeling houdt in dat woningcorporaties verplicht zijn om minimaal 90% van hun vrijkomende woningen te verhuren aan woningzoekenden met een huishoudeninkomen van maximaal 33.614. 1 In de rapportagereeks Monitor woonruimteverdeling stadsregio Rotterdam van het COS zijn inmiddels publicaties verschenen over de jaren 2005 tot en met het derde kwartaal van 2012. 10 Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2011

2 Woningvraag Met het aanbodmodel als woonruimteverdelingssysteem wordt van woningzoekenden een actieve rol verwacht bij het zoeken naar een (nieuwe) woning. Woningzoekenden moeten zelf in de gaten houden welke woningen corporaties in de woonkrant en op internet te huur aanbieden. Bij belangstelling voor een woning moeten ze hun interesse kenbaar maken door een woonbon op te sturen of te reageren via internet. In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de omvang en de kenmerken van de groep actief woningzoekenden die in 2011 hebben gereageerd op het woningaanbod in de gemeente Vlaardingen. 2.1 Actieven in Vlaardingen Woningzoekenden kunnen in meerdere gemeenten tegelijk op zoek zijn naar een sociale huurwoning. Ze worden meegeteld in Vlaardingen als ze in 2011 minimaal 1 woonbon voor een Vlaardingse sociale huurwoning hebben ingestuurd of via internet op minimaal 1 Vlaardingse sociale huurwoning hebben gereageerd. In 2011 waren er ruim 12.500 woningzoekenden actief op zoek naar een sociale huurwoning in Vlaardingen. In vergelijking met 2010 zijn er dat 2.000 minder. Deze daling is voor een belangrijk deel veroorzaakt door een daling van het aantal actief woningzoekenden met een huishoudinkomen vanaf 33.614. Door de nieuwe Europese regelgeving is maximaal 10% van het vrijkomende sociale woningaanbod voor deze groep woningzoekenden beschikbaar. Dat heeft er dus toe geleid dat veel woningzoekenden met een huishoudinkomen vanaf 33.614 niet meer actief op zoek zijn naar een nieuwe huurwoning, maar besluiten om dan maar niet te verhuizen of te zoeken naar een particuliere huurwoning of koopwoning. Figuur 2.1 Ontwikkeling van het aantal actief woningzoekenden in Vlaardingen, 2005-2011 20.000 16.000 12.000 8.000 16.122 14.770 13.254 12.592 14.043 14.681 12.657 4.000 0 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 In figuur 2.2 is de samenstelling van de actief woningzoekenden weergegeven waarbij, naast het totaal, ook een uitsplitsing is gemaakt naar starters en doorstromers op de woningmarkt. De samenstelling van de totale groep actief woningzoekenden in Vlaardingen in 2011 was als volgt: Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2011 11

56% van de actieven was starter op de sociale huurwoningmarkt; 44% was doorstromer en liet een sociale huurwoning achter; Iets minder dan een kwart van de woningzoekenden komt uit Vlaardingen, 63% uit de rest van de stadsregio Rotterdam en 14% van buiten de stadsregio Rotterdam; 72% van de actief woningzoekenden behoorde tot de aandachtsgroep van het volkshuisvestingsbeleid, 20% behoorde tot de niet-aandachtsgroep en van 8% van de actief woningzoekenden was het inkomen onbekend; Meer dan de helft van de actieven was alleenstaand, 11% behoorde tot een huishouden van 4 of meer personen; 18% van de actieven was niet ouder dan 22 jaar, 74% was tussen de 22 en 55 jaar en 8% was 55 jaar of ouder; 97% van de actieven had geen voorrangspositie op de woningmarkt, 2% was urgent en 1% was stadsvernieuwingskandidaat. Figuur 2.2 Kenmerken van starters, doorstromers en de totale groep actief woningzoekenden op de sociale huurwoningmarkt in Vlaardingen in 2011 Doorstromers Starters Totaal Aandachtsgroep 3.832 70% 5.311 74% 9.143 72% Niet-aandachtsgroep 1.413 26% 1.112 16% 2.525 20% Onbekend 261 5% 728 10% 989 8% tot en met 22 jaar 240 4% 2.028 28% 2.268 18% 23-34 jaar 2.428 44% 3.527 49% 5.955 47% 35-54 jaar 2.008 36% 1.424 20% 3.432 27% 55-74 jaar 635 12% 151 2% 786 6% 75 jaar en ouder 188 3% 16 0% 204 2% Onbekend 7 0% 5 0% 12 0% 1 persoon 2.002 36% 4.837 68% 6.839 54% 2 personen 1.475 27% 1.414 20% 2.889 23% 3 personen 1.007 18% 560 8% 1.567 12% 4 personen 639 12% 240 3% 879 7% 5 en meer personen 383 7% 100 1% 483 4% geen voorrang 5.253 95% 7.002 98% 12.255 97% urgent 169 3% 140 2% 309 2% sv-kandidaat 84 2% 9 0% 93 1% Vlaardingen 1.531 28% 1.405 20% 2.936 23% rest SRR 3.234 59% 4.701 66% 7.935 63% elders 741 13% 1.045 15% 1.786 14% Totaal 2011 5.506 44% 7.151 56% 12.657 100% Totaal 2010 6.875 47% 7.806 53% 14.681 100% Totaal 2009 6.676 48% 7.367 52% 14.043 100% Totaal 2008 5.995 48% 6.597 52% 12.592 100% Totaal 2007 6.556 49% 6.698 51% 13.254 100% Totaal 2006 6.645 45% 8.125 55% 14.770 100% Totaal 2005 7.200 45% 8.922 55% 16.122 100% 12 Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2011

3 Woningaanbod Sinds de invoering van het aanbodmodel bieden de corporaties hun beschikbare woningen te huur aan in een woonkrant en via internet. Niet alle vrijgekomen woningen worden geadverteerd; sommige woningen worden buiten de krant en internet om via directe bemiddeling aangeboden, aan urgenten en herhuisvestingskandidaten. In dit hoofdstuk worden de kenmerken van de corporatiewoningen die in 2011 zijn aangeboden via advertenties én via directe bemiddeling beschreven. Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan de wijze waarop corporaties de woningen hebben aangeboden: in advertenties met of zonder voorwaarden voor woningzoekenden of via directe bemiddeling. 3.1 Aanbod in Vlaardingen In 2011 zijn in Vlaardingen 1.153 corporatiewoning aangeboden via advertenties in de krant en op internet én via directe bemiddeling. Dat zijn 80 woning minder dan in 2010. Sinds 2005 was er alleen in 2006 en 2008 minder aanbod dan in 2011. Figuur 3.1 Ontwikkeling van het woningaanbod in Vlaardingen, 2005 2011 1.400 1.200 1.000 800 1.274 1.068 1.294 1.118 1.243 1.233 1.153 600 400 200 0 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 In figuur 3.2 is de samenstelling van het woningaanbod weergegeven waarbij, naast het totaal, ook een uitsplitsing is gemaakt naar het aanbod tot de bereikbaarheidsgrens en aanbod vanaf de bereikbaarheidsgrens. Het totale aanbod in 2011 had de volgende kenmerken: 84% van het woningaanbod had een huurprijs tot de bereikbaarheidsgrens 2, 16% had een huurprijs vanaf de bereikbaarheidsgrens; 29% van het aanbod betrof een flatwoning zonder lift, 24% betrof een flatwoning met lift. 28% van het aanbod was een aangepaste- of ouderenwoning, 7% een benedenwoning, 7 % een bovenwoning of maisonnette en 6% een eengezinswoning; 75% van het aanbod had maximaal 3 kamers, 23% had 4 kamers en 2% had 5 of meer kamers; 2 De bereikbaarheidsgrens is voor woningen met 1 t/m 3 kamers gelijk aan de aftoppingsgrens voor 1- tot 2- persoonshuishoudens ( 517,64); voor woningen met 4 of meer kamers geldt de aftoppingsgrens voor 3+ persoonshuishoudens ( 554,76) als bereikbaarheidsgrens. Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2011 13

De wijken Holy-Noord, Holy-Zuid en Westwijk zorgden alle drie voor ongeveer 20% van het woningaanbod. In Rivierzone en Oostwijk lag minder dan 10% van het sociale woningaanbod. Figuur 3.2 Aanbiedingen van corporatiewoningen in Vlaardingen naar kenmerken van de woning in 2011 tot bereikbaarheidsgrens vanaf bereikbaarheidsgrens Totaal tot jongeren/kwaliteitskortingsgrens 187 19% 0 0% 187 16% tot aftoppingsgrens 1-2phh 758 78% 0 0% 758 66% tot aftoppingsgrens 3+phh 26 3% 30 16% 56 5% tot huurprijsgrens 0 0% 123 68% 123 11% vanaf huurprijsgrens 0 0% 29 16% 29 3% onbekend 0 0% 0 0% 0 0% Eengezins 48 5% 21 12% 69 6% Flat met lift 215 22% 63 35% 278 24% Flat zonder lift 320 33% 10 5% 330 29% Benedenwoning 66 7% 16 9% 82 7% Bovenwoning/maisonnette 65 7% 10 5% 75 7% 55+/service/miva 257 26% 62 34% 319 28% onbekend 0 0% 0 0% 0 0% 1-2 kamers 376 39% 5 3% 381 33% 3 kamers 371 38% 114 63% 485 42% 4 kamers 217 22% 52 29% 269 23% 5+ kamers 7 1% 11 6% 18 2% onbekend 0 0% 0 0% 0 0% Centrum / Indische buurt 172 18% 3 2% 175 15% Westwijk 224 23% 15 8% 239 21% Rivierzone 31 3% 6 3% 37 3% Oostwijk 61 6% 41 23% 102 9% Ambacht / Babberspolder 90 9% 29 16% 119 10% Holy-Zuid 180 19% 52 29% 232 20% Holy-Noord 213 22% 36 20% 249 22% onbekend 0 0% 0 0% 0 0% Totaal / rij-% 971 84% 182 16% 1.153 100% 3.2 Gebruikte aanbiedingscategorieën Sinds de regionale Overeenkomst Woonruimteverdeling in de stadsregio Rotterdam van kracht is geworden per 1 januari 2005, kunnen corporaties hun woningen op verschillende manieren aanbieden. Daarbij worden de volgende ijkpunten gehanteerd: minimaal 40% voorwaardenvrij: deze woningen worden via de media van het regionale aanbodmodel aangeboden zonder passendheidscriteria; maximaal 25% directe bemiddeling: deze woningen worden buiten de media van het aanbodmodel aangeboden. In het algemeen gaat het hier om verhuringen aan de 14 Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2011

zogenaamde 2 e en 3 e fase urgenten, 2 e fase herhuisvestingskandidaten (zoals svkandidaten) en aan bijzondere doelgroepen, zoals statushouders; maximaal 15% lokaal maatwerk: deze woningen worden met specifieke passendheidscriteria aangeboden via de media van het regionale aanbodmodel op grond van leefbaarheid, wijk- of buurtbinding, beheersaspecten of woonzorgprojecten ; maximaal 20% volkshuisvestelijk labelen: deze woningen worden via de media van het aanbodmodel aangeboden, maar zijn voorzien van een label voor een specifieke leeftijdsgroep (jongeren of ouderen), voor een minimale of maximale huishoudensomvang en/of voor een minimum of maximum inkomen. Bij de wijziging van de Overeenkomst per 1 juli 2006 is deze mogelijkheid in de plaats gekomen van het labelen voor ouderen of grote gezinnen. Daarnaast worden sinds 2010 ook woningen verhuurd in het kader van de staatssteun-regeling (door geadverteerde woningen een label mee te geven met een maximum huishoudinkomen van 33.614). Sinds 2011 worden deze woningen in de Woonnet-gemeenten ook als zodanig geadverteerd. Figuur 3.3 illustreert de wijze waarop de corporaties hun beschikbare woningen in Vlaardingen in 2011 hebben aangeboden. Uit de figuur blijkt dat het voorwaardenvrij labelen van woningen (in 2010 nog 37%) vrijwel geheel is verdwenen. In plaats daarvan is er in 2011 erg veel gelabeld in de categorie staatssteun (42%). Het aanbod in de categorieën directe bemiddeling (22%) en lokaal maatwerk (9%) bleef in 2011 onder de afgesproken maxima, het aanbod in de categorie volkshuisvestelijk labelen (26%) is daar in 2011 overheen gegaan. Figuur 3.3 Aanbod corporatiewoningen in Vlaardingen naar aanbodcategorieën in 2011 Voorwaardevrij; 1% Directe bemiddeling; 22% Staatssteun; 42% Lokaal maatwerk; 9% Volkshuisvestelijk labelen; 26% Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2011 15

16 Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2011

4 Vraag-aanbodverhouding In dit hoofdstuk wordt gekeken naar twee indicatoren die inzicht bieden in de populariteit van marktsegmenten. Via de vraagdruk kan de verhouding tussen de vraag naar en het aanbod van sociale huurwoningen inzichtelijk worden gemaakt. Daarnaast wordt gekeken naar de marktdruk, ook een indicator voor de vraag-aanbodverhouding. Corporaties kunnen beide indicatoren gebruiken bij hun verhuurbeleid en strategisch voorraadbeleid, omdat beide indicatoren inzicht geven in de populariteit van de marktsegmenten die worden aangeboden. Overigens wordt zowel de vraag- als de marktdruk beïnvloed door de toepassing van passendheidseisen bij het aanbieden van woningen, zoals dat gebeurt bij lokaal maatwerk en volkshuisvestelijk labelen. 4.1 Vraagdruk De vraagdruk geeft weer hoeveel reacties er gemiddeld op een advertentie van een sociale huurwoning zijn gekomen. De definitie van vraagdruk luidt als volgt: het gemiddeld aantal reacties van woningzoekenden op een advertentie van een woning uit de bereikbare 3 sector (exclusief ouderen- en mivawoningen) Woningen die zijn gereserveerd voor senioren en minder validen worden buiten beschouwing gelaten, omdat op deze woningen maar een deel van de woningzoekenden kan reageren en deze groepen woningzoekenden bovendien een afwijkend reactiepatroon vertonen. Als deze woningen meegenomen zouden worden bij de berekening van de vraagdruk zou een vertekend beeld kunnen ontstaan, bijvoorbeeld in gebieden met veel 55-plus en servicewoningen. In 2011 kwamen er gemiddeld 96 reacties binnen op elke advertentie voor een corporatiewoning in Vlaardingen. Ten opzichte van 2010 is dat een stijging van 4 reacties per advertentie. Alleen in 2008 was de vraagdruk met 101 reacties per advertentie hoger. Wanneer het woningaanbod in marktsegmenten wordt onderscheiden, dan ontstaat het volgende beeld van de vraagdruk in 2011: Naar type woning bezien leverden advertenties voor eengezinswoningen de meeste reacties op: gemiddeld 202. Ook advertenties voor benedenwoningen en bovenwoningen/maisonnettes leverden gemiddeld minstens 100 reacties op. Advertenties voor flatwoningen zaten gemiddeld onder de 100 reacties; Advertenties voor woningen met 4 kamers leverden gemiddeld de meeste reacties op: 118. Advertenties voor woningen met 5 of meer kamers leverden gemiddeld de minste reacties op: 44; Advertenties voor woningen in de wijken Centrum/Indische buurt en Oostwijk leverden gemiddeld meer dan 100 reacties op. In Rivierzone (1 reactie) gaat het om maar één aangeboden woning. 3 De bereikbaarheidsgrens is voor woningen met 1 t/m 3 kamers gelijk aan de aftoppingsgrens voor 1- tot 2- persoonshuishoudens ( 517,64); voor woningen met 4 of meer kamers geldt de aftoppingsgrens voor 3+ persoonshuishoudens ( 554,76) als bereikbaarheidsgrens. Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2011 17

Figuur 4.1 Vraagdruk en aantal advertenties van bereikbaar aanbod (exclusief ouderen- en mivawoningen en verzameladvertenties) in Vlaardingen, naar woningtype, kamertal en wijk in 2011 Vraagdruk Aantal advertenties eengezinswoning 202 40 flat met lift 59 147 flat zonder lift 96 253 benedenwoning 101 53 bovenwoning / maisonnette 114 60 1 en 2 kamers 74 93 3 kamers 93 297 4 kamers 118 157 5 of meer kamers 44 6 Centrum/Indische buurt 123 127 Westwijk 82 148 Rivierzone 1 1 Oostwijk 109 52 Ambacht/Babberspolder 95 68 Holy-Zuid 89 96 Holy-Noord 77 61 Totaal 2011 96 553 Totaal 2010 92 631 Totaal 2009 95 664 Totaal 2008 101 599 Totaal 2007 94 820 4.2 Marktdruk De marktdruk geeft aan hoeveel woningzoekenden er gemiddeld waren voor elke verhuurde woning. Bij de berekening van de marktdruk worden alleen verhuringen van woningen die in de krant en via internet zijn aangeboden meegenomen. Directe bemiddelingen buiten de krant om tellen niet mee. De definitie van marktdruk luidt als volgt: het aantal woningzoekenden dat gereageerd heeft op verhuurde woningen (per marktsegment) gedeeld door het aantal verhuurde woningen (per marktsegment), uitgedrukt als het gemiddeld aantal woningzoekenden per verhuurde woning Het aantal woningzoekenden wordt gewogen door middel van aggregatie op het niveau waaraan de marktdruk refereert. Het gaat hier om het meten van de populariteit van een marktsegment in termen van het aantal woningzoekenden dat zich aandient voor beschikbaar aanbod. Dat betekent dat een woningzoekende die negen reacties instuurt voor liftwoningen, slechts geteld wordt als één woningzoekende voor liftwoningen, maar dat deze woningzoekende ook als één woningzoekende meetelt voor zijn of haar ene reactie op een benedenwoning. Verschillen in het aantal reacties dat iemand instuurt zijn bij deze berekening dus uitgeschakeld. Dit verklaart ook waarom de totale marktdruk in Vlaardingen vaak lager is dan de marktdruk per segment. In 2011 stonden er voor elke verhuurde corporatiewoningen in Vlaardingen gemiddeld 17 woningzoekenden in de rij. Dat is er een minder dan de twee voorgaande jaren. Zie figuur 4.2. 18 Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2011

Figuur 4.2 Ontwikkeling marktdruk Vlaardingen, 2005-2011 25 20 15 18 16 18 18 17 10 11 12 5 0 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Regionaal gezien zat de marktdruk van Vlaardingen in 2011, net als in eerder jaren, ongeveer in het midden: er waren zeven gemeenten met een lagere marktdruk (Rotterdam, Maassluis, Hellevoetsluis, Spijkenisse, Rozenburg, Ridderkerk, Bernisse), acht (vooral kleinstedelijke) gemeenten met een hogere marktdruk (Schiedam, Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel, Albrandswaard, Barendrecht, Lansingerland, Brielle, Hoek van Holland) en één gemeente waarin de marktdruk even hoog was (Westvoorne). In figuur 4.3 is de marktdruk voor Vlaardingen in 2011 per marktsegment weergegeven. Het beeld is als volgt: De wachtrij was in 2011, net als in de voorgaande jaren, het kortst voor woningen met een huurprijs tot de aftoppingsgrens voor 1- tot 2-persoonshuishoudens (gemiddeld 19 woningzoekenden). Met 173 personen was de wachtrij het langst voor woningen met een huurprijs vanaf de huurprijsgrens. Het gaat hier echter om slechts één verhuring; Naar woningtype bezien was de wachtrij het langst voor eengezinswoningen, met gemiddeld 64 belangstellenden per verhuurde woning. Ook voor benedenwoningen en bovenwoningen/maisonnettes waren veel belangstellenden (gemiddeld respectievelijk 52 en 57 per verhuurde woning). Voor flatwoningen en aangepaste- of ouderenwoningen was het aantal belangstellenden aanzienlijk minder; Naar kamertal bezien loop de marktdruk op met het aantal kamers. Uitzondering hierop zijn woningen met 1 of 2 kamers, die hadden een hogere marktdruk dan woningen met 3 kamers. Voor alle duidelijkheid: een woningzoekende staat in meer wachtrijen tegelijk, als deze op woningen uit verschillende huurprijsklassen en/of van verschillende typen en/of grootten heeft gereageerd. Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2011 19

Figuur 4.3 Marktdruk in Vlaardingen naar huurprijs, woningtype en kamertal van de verhuurde woning in 2011 200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0 43 tot jongeren/kwaliteits kortingsgrens 19 tot aftoppingsgrens 1-2phh 51 tot aftoppingsgrens 3+phh 31 tot huurprijsgrens 173 vanaf huurprijsgrens 64 Eengezins 17 Flat met lift 27 Flat zonder lift 52 57 Benedenwoning Bovenwoning/maisonnette 6 55+/service/miva 24 21 1-2 kamers 3 kamers 33 4 kamers 54 5+ kamers Huurprijs Type Kamertal Figuur 4.4 toont de marktdruk per wijk. De totale marktdruk voor Vlaardingen (figuur 4.2) is niet het gemiddelde van de marktdruk in de wijken. Dit komt doordat woningzoekenden die op aanbod in meerdere wijken reageren, in elke wijk waar zij reageren als actief woningzoekende worden geteld, terwijl ze op het niveau van de gemeente Vlaardingen slechts één keer meetellen. Deze dubbeltellingen aan de vraagzijde (woningzoekenden) komen aan de aanbodzijde (verhuringen) niet voor, waardoor de marktdruk op wijkniveau (bijna) altijd hoger is dan op gemeentelijk niveau. Het beeld van de marktdruk op wijkniveau maakt alleen een onderlinge vergelijking mogelijk van de marktsituatie binnen Vlaardingen. Uit de figuur blijkt dat de vraag-aanbodverhouding in 2011 het minst gunstig was voor de wijken Oostwijk, Centrum/Indische buurt en Ambacht/Babberspolder. De marktdruk in 2011 bedroeg hier respectievelijk 38, 34 en 33. In Westwijk stonden gemiddeld 23 woningzoekenden in de rij, in Holy-Noord 21, in Holy-Zuid 15 en in Rivierzone 5. Figuur 4.4 Marktdruk in Vlaardingen per wijk in 2011 110 100 90 80 70 60 50 40 30 34 38 33 20 23 21 10 5 15 0 Centrum / Indische buurt Westw ijk Rivierzone Oostw ijk Ambacht / Babberspolder Holy-Zuid Holy-Noord 20 Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2011 Wijken

5 Verhuringen Een belangrijke vereiste voor een goed functionerend aanbodmodel is transparantie van de woningmarkt voor woningzoekenden. Met behulp van een volledig overzicht van het beschikbare aanbod en de voorwaarden die er aan verbonden zijn, kunnen woningzoekenden hun keuze bepalen. Daarbij kunnen ze hun eigen kansen inschatten door in de verantwoordingstabel in de krant of op internet te volgen hoeveel woningzoekenden reageren op soortgelijke woningen en welke inschrijfduur de uiteindelijke huurder er voor nodig heeft gehad. In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de inschrijfduur van woningzoekenden die in 2011 een woning hebben gevonden. Daarnaast wordt gekeken in welke mate woningen passend zijn verhuurd, qua huurprijs en inkomen. 5.1 Benodigde inschrijfduur In deze paragraaf geven we inzicht in de gemiddelde inschrijfduur die geslaagde woningzoekenden in 2011 hadden bij het ingaan van hun (nieuwe) huurcontract. Hieruit kan grofweg worden afgeleid hoe lang het duurde om aan bod te komen. Het is daarmee een indicatie van de wachttijd voor woonruimte. Het is ook niet meer dan een indicatie, omdat de benodigde inschrijfduur niet betekent dat een woningzoekende ook al zo lang serieus aan het zoeken is geweest; velen reageren maar af en toe en staan vooral ingeschreven om inschrijfduur op te bouwen. Succes op de woningmarkt hangt mede af van het zoekgedrag van woningzoekenden: of men vaak reageert op woningen, of men reageert op schaarse woningen of juist op minder populaire woningen, of men veel eisen aan de gewenste woning stelt of juist met alles genoegen neemt zijn daarbij enkele kritische succesfactoren. In de figuren 5.1 en 5.2 is een overzicht opgenomen van de gemiddelde inschrijfduur van de geslaagde woningzoekenden in 2011. We maken daarbij een onderscheid naar kenmerken van de woningzoekenden (figuur 5.1) en naar kenmerken van de verhuurde woningen (figuur 5.2). Urgenten en stadsvernieuwingskandidaten zijn, vanwege hun voorrangspositie, buiten beschouwing gelaten. De gepresenteerde cijfers hebben dus betrekking op de wachttijd voor reguliere woningzoekenden. In 2011 stonden geslaagde woningzoekenden gemiddeld 48 maanden (4 jaar) ingeschreven bij Woonnet Rijnmond op het moment dat het huurcontract voor hun nieuwe woning in Vlaardingen inging. Dat is net zo lang als in 2010. Van de woningzoekenden uit Vlaardingen stonden starters gemiddeld één maand langer ingeschreven, doorstromers hadden net als alle woningzoekenden een gemiddelde inschrijfduur van 48 maanden. Van de woningzoekenden van buiten Vlaardingen hadden doorstromers een gemiddelde inschrijfduur die één maand korter was dan gemiddeld voor alle woningzoekenden, terwijl starters een even lange inschrijfduur hadden als gemiddeld alle woningzoekenden. De verschillen in inschrijfduur tussen zowel starters als doorstromers en woningzoekenden uit Vlaardingen of van daarbuiten zijn dus minimaal (maximaal één maand verschil ten opzichte van het gemiddelde voor alle geslaagde woningzoekenden). In de figuur zijn de groepen woningzoekenden die langer ingeschreven stonden dan gemiddeld rood gearceerd. Zo is te zien dat er zes groepen doorstromers langer stonden ingeschreven Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2011 21

dan de gemiddelde doorstromer uit Vlaardingen. Ook bij de starters uit Vlaardingen gaat het om zes groepen die gemiddeld langer stonden ingeschreven dan alle starters uit Vlaardingen. Bij zowel doorstromers als starters van buiten Vlaardingen waren er vijf groepen die gemiddeld langer stonden ingeschreven dan alle doorstromers of starters van buiten Vlaardingen. Figuur 5.1 Gemiddelde inschrijfduur in maanden van geslaagde reguliere woningzoekenden, naar kenmerken van het huishouden in Vlaardingen in 2011 Groepen woningzoekenden die langer dan gemiddeld ingeschreven stonden zijn rood gearceerd. Voorbeeld: de gemiddelde inschrijfduur van starters uit Vlaardingen was in 2011 49 maanden. Starters uit Vlaardingen met een leeftijd tussen de 23 en 34 jaar stonden gemiddeld 56 maanden ingeschreven en zijn dus rood gearceerd Vlaardingen Elders Totaal Doorstromers Starters Doorstromers Starters tot en met 22 jaar 37 31 25 36 32 23-34 jaar 48 56 48 53 52 35-54 jaar 54 66 54 59 57 55-74 jaar 60 27 51 16 51 75 jaar en ouder 29 14 45 25 30 1 persoon 45 49 51 50 48 2 personen 56 51 46 53 52 3 personen 51 51 35 37 45 4 personen 47 55 45 44 47 5 en meer personen 54 2 45 46 47 Onbekend 47 47 47 18 37 Aandachtsgroep 47 46 46 51 47 Niet-aandachtsgroep 51 60 50 55 53 Totaal 2011 48 49 47 48 48 Totaal 2010 49 48 47 47 48 Totaal 2009 48 46 42 47 46 Totaal 2008 41 34 44 43 39 Totaal 2007 46 40 57 46 45 Woningzoekenden die in 2011 in Vlaardingen een huurwoning betrokken stonden, net als de afgelopen jaren, het langste ingeschreven voor een eengezinswoning: gemiddeld 61 maanden, ofwel iets meer dan vijf jaar. Voor woningen vanaf de huurprijsgrens en eenkamerwoningen was de gemiddelde inschrijfduur het kortste, respectievelijk 28 en 25 maanden. Voor een benedewoning en een driekamerwoning hadden alle woningzoekenden (doorstromers of starters uit Vlaardingen of van buiten Vlaardingen) een langere inschrijfduur nodig dan gemiddeld voor de totale groep woningzoekenden waartoe zij behoorden. Voor woningen vanaf de huurprijsgrens, aangepaste- of ouderenwoningen, één- en tweekamerwoningen en woningen de wijken Rivierzone en Oostwijk had juist geen enkele woningzoekende een langere inschrijfduur nodig dan gemiddeld voor de totale groep woningzoekenden waartoe zij behoorden. 22 Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2011

Figuur 5.2 Gemiddelde inschrijfduur in maanden van geslaagde reguliere woningzoekenden, naar kenmerken van de woning in Vlaardingen in 2011 Woningtypen waarvoor woningzoekenden langer dan gemiddeld ingeschreven moesten staan zijn rood gearceerd. Voorbeeld: de gemiddelde inschrijfduur van doorstromers van elders was in 2011 47 maanden. Voor een woning in Holy- Zuid stonden doorstromers van elders gemiddeld 56 maanden ingeschreven. Deze categorie is dus rood gearceerd. Vlaardingen Elders Totaal Doorstromers Starters Doorstromers Starters tot jongeren/kwaliteitskortingsgrens 49 42 32 48 44 tot aftoppingsgrens 1-2phh 46 52 49 49 49 tot aftoppingsgrens 3+phh 60 60 54 56 58 tot huurprijsgrens 62 54 52 41 57 vanaf huurprijsgrens 29 15 30 0 28 Eengezinswoning 62 61. 39 61 Flat met lift 47 43 57 54 50 Flat zonder lift 42 52 44 47 47 Benedenwoning 61 57 48 62 59 Bovenwoning/maisonnette 34 71 49 57 55 55+/service/miva 45 19 36 12 38 1 kamer 29 25 8 25 25 2 kamers 32 35 37 43 35 3 kamers 58 61 50 52 56 4 kamers 54 47 49 48 51 5 en meer kamers 44. 48. 45 Centrum / Indische buurt 55 58 43 48 52 Westwijk 50 48 49 51 49 Rivierzone 52 16 28 40 42 Oostwijk 56 45 46 46 47 Ambacht / Babberspolder 51 51 46 47 49 Holy-Zuid 44 41 56 49 45 Holy-Noord 45 55 45 47 47 Totaal 2011 48 49 47 48 48 Totaal 2010 49 48 47 47 48 Totaal 2009 48 46 42 47 46 Totaal 2008 41 34 44 43 39 Totaal 2007 46 30 57 46 45 Behalve naar de benodigde gemiddelde inschrijfduur, uitgesplitst naar kenmerken van de woningzoekenden en naar kenmerken van de verhuurde woningen, is ook gekeken naar de inschrijfduur in klassen naar woningmarktstatus, verder uitgesplitst naar herkomst en woningmarktpositie van de geslaagde woningzoekenden (figuur 5.3). In 2011 stond, net als in 2010, 39% van alle geslaagde woningzoekenden in Vlaardingen (dus ook de voorrangskandidaten) tussen de twee en vijf jaar ingeschreven. 30% stond korter dan twee jaar ingeschreven, 28% tussen de vijf en tien jaar en 3% tussen de tien en twintig jaar. Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2011 23

Tussen urgenten enerzijds en sv-kandidaten en regulieren anderzijds bestond in 2011, net als in 2010, een wezenlijk verschil wat betreft de inschrijfduur: minstens 69% van de urgenten stond in 2011 maximaal twee jaar ingeschreven, terwijl van de sv-kandidaten en reguliere woningzoekenden minstens 68% minimaal twee jaar stond ingeschreven. De grootste groep reguliere woningzoekenden stond op het moment van slagen tussen de twee en vijf jaar ingeschreven. Dat geldt zowel voor starters als doorstromers, uit Vlaardingen en van elders. Een kleine groep reguliere woningzoekenden (maximaal 5%) stond op het moment van slagen tussen de tien en twintig jaar ingeschreven. Bij deze tabel moet worden opgemerkt dat de percentages in een aantal gevallen betrekking hebben op weinig verhuringen (zie de regel totaal aantal verhuringen ). De uitkomsten zijn in deze gevallen vooral indicatief van aard. Figuur 5.3 Inschrijfduur in klassen naar woningmarktstatus, verder uitgesplitst naar herkomst en woningmarktpositie in Vlaardingen, in 2011 Status urgenten sv-kandidaten regulieren totaal Herkomst Vlaardingen Elders Vlaardingen Elders Vlaardingen Elders Woningmarktpositie doorstromers starters doorstomers starters minder dan twee jaar 69% 90% 22% - 32% 21% 27% 23% 30% tussen 2 en 5 jaar 22% 10% 56% - 33% 45% 47% 39% 39% tussen 5 en 10 jaar 8% 0% 17% - 30% 33% 24% 35% 28% tussen 10 en 20 jaar 0% 0% 6% - 5% 1% 3% 3% 3% langer dan 20 jaar 0% 0% 0% - 0% 0% 0% 0% 0% totaal aantal verhuringen* 49 21 18 0 315 228 161 194 986 gemiddeld 2011 22 13 49-48 49 47 48 48 gemiddeld 2010 25 21 47 25 49 48 47 47 48 gemiddeld 2009 25 32 36 44 48 46 42 47 46 gemiddeld 2008 19 18 29 23 41 34 44 43 39 gemiddeld 2007 38 28 32 24 46 40 57 46 45 * 22 verhuringen waarbij de inschrijfduur van de woningzoekenden onbekend is zijn achterwege gelaten in de tabel Tenslotte is er ook nog gekeken naar de gemiddelde inschrijfduur van geslaagde woningzoekenden per categorie waarin de verhuurde woning is aangeboden (figuur 5.4). Ook in deze figuur is een onderverdeling gemaakt naar herkomst en woningmarktpositie. Woningzoekenden die zijn geslaagd in een woning die is aangeboden via directe bemiddeling stonden gemiddeld het kortste ingeschreven: 23 maanden. Woningzoekenden die zijn geslaagd in een woning die via lokaal maatwerk is aangeboden stonden daarentegen gemiddeld 59 maanden ingeschreven. Ook voor woningen die zijn aangeboden via volkshuisvestelijk labelen en staatssteun stonden geslaagde woningzoekenden gemiddeld meer dan 50 maanden ingeschreven. Voor voorwaardenvrij aangeboden woningen tenslotte stonden geslaagde woningzoekenden gemiddeld 46 maanden ingeschreven. 24 Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2011

De verhuringen via lokaal maatwerk zijn verder uitgesplitst naar lokaal maatwerkcode. In de tabel zijn ook voor de verhuringen in deze afzonderlijke categorieën de gemiddeld benodigde inschrijfduren opgenomen. Let wel dat het hier om een zeer klein aantal verhuringen gaat. Figuur 5.4 Gemiddelde inschrijfduur in maanden naar aanbiedingscategorie in Vlaardingen in 2011 Vlaardingen Elders Totaal Doorstromers Starters Doorstromers Starters Voorwaardevrij 40 41 50 62 46 Directe bemiddeling 28 19 26 6 23 Volkshuisvestelijk labelen 67 40 57 46 55 Lokaal maatwerk 62 57 40 54 59 Staatssteun 55 57 48 62 56 Lokaal maatwerkcode: 601 - Vld B1 Gezin met kinderen 63 60 87 54 62 603 - Vld B3 Kwetsbare gebieden 49 41 24-37 604 - Vld B4 Spec. Cpx (DB) - - - - - 605 - Vld B5 Jongeren - - - - - 607 - Vld B7 Aanleunwon. (DB) - - - - - 5.2 Verhuringen naar bezettingsnorm Bij de verhuringen golden tot 2005 de regels uit de huisvestingsverordening over de zogenaamde bezettingsnorm: er was een relatie vastgelegd tussen het aantal personen in een huishouden en het daarbij toegestane aantal kamers van de woning. Deze regelgeving was bedoeld om een rechtvaardige en doelmatige woonruimteverdeling te bewerkstelligen. Sinds de Overeenkomst Woonruimteverdeling in de stadsregio van kracht is geworden in 2005, gelden echter andere regels. Sindsdien is een deel van het aanbod vrijgelaten : minimaal 40 procent dient voorwaardenvrij geadverteerd te worden, wat betekent dat iedereen op deze woningen kan reageren, ongeacht de hoogte van het inkomen of de omvang van het huishouden. In figuur 5.5 zijn alle verhuringen in Vlaardingen in 2011 uitgesplitst naar kamertal én huishoudensomvang van de nieuwe huurders. De vroeger gehanteerde bezettingsnorm is ter illustratie grijs gearceerd (waarbij moet worden aangetekend dat voor elke huishoudensomvang alleen een bovengrens is vastgelegd; zo mag een huishouden van 5 personen dus in principe ook in een woning met drie kamers wonen, hoewel dat uit beheeroogpunt meestal niet wenselijk is, want dat zijn maar 2 slaapkamers voor 5 personen. Als de bezettingsnorm nog zou gelden, dan zouden in 2011 121 woningen niet conform deze norm zijn verhuurd. Dat komt neer op 12% van alle verhuringen in Vlaardingen in 2011. Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2011 25

Figuur 5.5 Verhuurde corporatiewoningen in Vlaardingen in 2011 naar de bezettingsnorm* Verhuurde woningen Nieuwe huurders van woningen 1-2 kamers 3 kamers 4 kamers 5+ kamers Totaal 1 persoon 245 286 65 1 597 2 personen 29 82 48 3 162 3 personen 4 70 47 2 123 4 personen 0 14 73 2 89 5 en meer personen 2 0 26 9 37 Totaal 280 452 259 17 1.008 5.3 Verhuringen aan de aandachtsgroep De huisvesting van de aandachtsgroep (zoals in 1990 geïntroduceerd in de (rijks-)nota Volkshuisvesting in de jaren negentig) speelt nog steeds een belangrijke rol in het overleg tussen de gemeenten en de corporaties. In deze paragraaf staan de verhuringen aan de aandachtsgroep in Vlaardingen in 2011 centraal. Van de geslaagde woningzoekenden die tot de aandachtsgroep van het volkshuisvestingsbeleid behoren is 91% terechtgekomen in voor hen bestemd aanbod (dat wil zeggen aanbod met een huurprijs onder de aftoppingsgrens). Dit percentage is daarmee, na een aantal jaar gedaald te zijn, weer gestegen ten opzichte van het voorgaande jaar, toen het 88% bedroeg. Dat betekent dus dat er weer meer woningzoekenden uit de aandachtsgroep terecht zijn gekomen in voor hen bestemd aanbod. Wanneer we kijken naar alle verhuringen van woningen die qua huurprijs voor de aandachtsgroep bestemd zijn, dan blijkt dat 77% van die woningen in 2011 naar woningzoekenden uit de aandachtsgroep is gegaan. Ten opzichte van 2010 is dat een stijging van 5%. Van de woningen met een huurprijs vanaf de aftoppingsgrens is bijna de helft (48%) naar iemand uit de aandachtsgroep gegaan. Van alle verhuurde woningen in Vlaardingen in 2011 tenslotte is 73% naar iemand uit de aandachtsgroep gegaan. Dat is 4% meer dan in 2010. Zie figuur 5.6 voor een compleet overzicht. 26 Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2011

Figuur 5.6 Verhuringen naar huurprijs aan de aandachtsgroep en niet-aandachtsgroep in Vlaardingen in 2011* Verhuringen met huurprijs onder aftoppingsgrens Verhuringen met huurprijs vanaf aftoppingsgrens aantal Alle verhuringen Aan aandachtsgroep 622 64 686 Aan niet-aandachtsgroep 185 70 255 Aan aandachtsgroep 91% 9% 100% Aan niet-aandachtsgroep 73% 27% 100% rij% Kolom% Aan aandachtsgroep 77% 48% 73% Aan niet-aandachtsgroep 23% 52% 27% * verhuurde woningen met een onbekende huurprijs en geslaagden met een onbekend inkomen zijn niet meegenomen in de berekeningen voor bovenstaande tabel. Dit was het geval bij 67 verhuringen. Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2011 27

28 Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2011

6 Slaagkansen De slaagkans geeft weer welk aandeel van de woningzoekenden met succes heeft deelgenomen aan het aanbodmodel en een corporatiewoning in Vlaardingen heeft verkregen. De slaagkans wordt beïnvloed door de omvang van het beschikbare aanbod én de omvang van de groep woningzoekenden. De hier gepresenteerde slaagkansen zijn gebaseerd op de kwartaalrapportages Kans van Slagen. Monitor woonruimteverdeling stadsregio Rotterdam (COS, 2011, 2012). De slaagkans in 2011 is het gemiddelde van de kwartaalslaagkansen in dat jaar (zie opmerking op de volgende pagina). 6.1 Slaagkansen per regiogemeente In figuur 6.1 is de slaagkans opgenomen per regiogemeente in 2011. Woningzoekenden op de woningmarkt in Vlaardingen hadden in 2011 een slaagkans van 4,9%; een daling van 0,7% ten opzichte van 2010. Een slaagkans van 4,9% houdt in dat elk kwartaal één op de twintig woningzoekenden een sociale huurwoning in Vlaardingen heeft gevonden. Van de grootstedelijke gemeenten had alleen Rotterdam in 2011 een hogere slaagkans. Ook in vier van de vijf groeistedelijke gemeenten en in één kleinstedelijke gemeente was de slaagkans in 2011 hoger dan die in Vlaardingen. Figuur 6.1 Slaagkans per regiogemeente in 2011 Rotterdam 6,9 % Schiedam 3,1% Kleinstedelijk Groeistedelijk Grootstedelijk Vlaardingen Maassluis Capelle a/d IJssel Hellevoetsluis Spijkenisse Rozenburg Ridderkerk Krimpen a/d IJssel Albrandsw aard Barendrecht Lansingerland Brielle Hoek van Holland 4,9 % 4,9 % 3,5% 5,3 % 6,7% 7,8 % 4,1% 1,4 % 1,4 % 2,7% 2,1% 2,1% 12,2 % Woonruimteverdeling in Bernisse Vlaardingen in 2011 9,4 % 29 Westvoorne 3,6 % 0% 5% 10% 15% 20%

6.2 Slaagkans per groep woningzoekenden In figuur 6.2 is de slaagkans van verschillende groepen woningzoekenden op de woningmarkt in Vlaardingen weergegeven. Het beeld was in 2011 als volgt: De slaagkans van doorstromers was 1,5% hoger dan die van starters. Het verschil tussen de twee groepen is daarmee kleiner dan in 2010, toen het verschil ruim 2% bedroeg in het voordeel van de doorstromers; De slaagkans van de aandachtsgroep van het volkshuisvestingsbeleid bedroeg in 2011 4,5% en was daarmee 2,5% lager dan de slaagkans van de niet-aandachtsgroep. Ten opzichte van 2010 is de slaagkans van de aandachtsgroep niet alleen gedaald (-0,7%), ook is het verschil tussen de slaagkans van de aandachtsgroep en die van de nietaandachtsgroep groter geworden; Naar huishoudensgrootte bezien was de slaagkans in 2011 het hoogst voor huishoudens bestaande uit 4 personen (6,4%). De laagste slaagkans hadden tweepersoonshuishoudens (3,4%); Zoals elk jaar was er ook in 2011 een sterke relatie tussen de leeftijd van de geslaagde woningzoekenden en hun slaagkans. De oudste woningzoekenden (55 jaar en ouder) hadden verreweg de hoogste slaagkans. Dat komt doordat een deel van het aanbod speciaal voor deze leeftijdsgroep is gereserveerd. Daarnaast hebben ouderen vaak een langere inschrijfduur opgebouwd, waardoor ze automatisch hoog op de ranglijst komen bij aangeboden woningen; Urgenten en stadsvernieuwingskandidaten hadden door hun voorrangspositie een beduidend hogere slaagkans dan de reguliere woningzoekenden; De slaagkans van woningzoekenden uit Vlaardingen was in 2011 bijna 4 keer zo hoog als de slaagkans van woningzoekenden die niet uit Vlaardingen kwamen. Opmerking slaagkansen: In de serie kwartaalrapportages volgen we de slaagkans van groepen woningzoekenden voor het woningaanbod dat verhuurd is via de media (krant en internet) én door directe bemiddeling. De slaagkans is dus gebaseerd op alle verhuringen in een kwartaal. De slaagkans wordt beschouwd als een indicator voor de relatieve positie van groepen woningzoekenden op de sociale huurwoningmarkt en is als volgt gedefinieerd: het aantal woningzoekenden (per subgroep) dat in het kwartaal een woning heeft verkregen (verhuringen) via de media of directe bemiddeling, gedeeld door het aantal actief woningzoekenden (per subgroep) dat op die woningen heeft gereageerd plus het aantal geslaagde direct bemiddelden (die niet actief waren), uitgedrukt als percentage. 30 Woonruimteverdeling in Vlaardingen in 2011