Tijdelijke kennisagenda Tab bouwsteen voor Tab innovatieprogramma, 2010-2011



Vergelijkbare documenten
Position Paper Tijdelijk Anders Bestemmen

TIJDELIJKE NATUUR, PERMANENTE WINST. Zelf aan de slag met tijdelijke natuur

Ruimte voor de Rivier

Dijkversterking en ruimtelijke ontwikkelingen slim combineren: het kán! Samenvatting van de Perspectievennota Alblasserwaard-Vijfheerenlanden

Fotoverslag Tijdelijk Anders Bestemmen Datum vrijdag 11 september 2009 Locatie LEF Future Center

Klimaatadaptatie in Zwolle (IJsselvechtdelta)

Natuurlijke Klimaatbuffer Ooijen-Wanssum. Natte natuur voor droge voeten

TAB Verdienmodel. 1. Overzicht potentieel TAB areaal 2. Huidig grondbezit 3. Quickscan verdienmodel 4. Cases verdienmodel:

Stichting Friese Milieufederatie G. Bergstra Agora CJ LEEUWARDEN. Datum 27 januari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Bergstra,

F O D I Federatie van Oppervlaktedelfstoffenwinnende Industrieën. Zorgvuldig winnen. Gedragscode Flora- en faunawet voor natuurbewust ontgronden

Aanvraag Ontheffing Ff-Wet voor Tijdelijke Natuur te Den Hoef (Rosmalen, gemeente s-hertogenbosch)

Tijdelijke Natuur : win-win

Veelgestelde vragen Transformatie Schieoevers-Noord

HERONTWIKKELING MOLENWAL

De begroting van de provincie Utrecht voor Een samenvatting

Ontwerp Weelde in de Beuningse uiterwaarden 2015

Rotterdam Stadshavens

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

Welkom. Informatiebijeenkomst Energielandschap Wells Meer. Door de gemeenschap, voor de gemeenschap

erklaring van Altena

Omgevingsvisie Giessenlanden. Plan van aanpak V1.3. Inleiding

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND

Alternatieve locaties Hoeksche

Beslisdocument en plan van aanpak

Albert Vliegenthart De Vlinderstichting

Rotterdamse adaptatiestrategie. John Jacobs Programmabureau Duurzaam Rotterdam Climate Proof

Rotterdamse adaptatiestrategie. John Jacobs Afdeling Water Rotterdam Climate Proof

Océ-Technologies B.V. R.W.R. Rutten Postbus MA VENLO. Datum 3 februari 2017 Betreft Beslissing op de aanvraag Ruimtelijke ingrepen

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Toon Zwetsloot & Arnold van Kreveld. bijeenkomst Grond voor publieke doelen. 29 juni 2017 parallelsessie. Tijdelijke Natuur

Steden. Toekomst. van de. BOUWLOKALEN Steden van de Toekomst WATERBASED URBAN DEVELOPMENT

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie

niba natuurlijk nodig

OMGEVINGSWET OMGEVINGSWET

WELKOM Agenda van de avond

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10

Tijdelijke Natuur Toegevoegde Waarde

Nieuwe Hollandse Waterlinie

INTENTIEOVEREENKOMST CENTRUMPLAN MARUM

T.OP Kustzone Ruimte Vlaanderen en gebiedsontwikkeling

Strekt ter vervanging. Bijlage bij begroting. Plan van aanpak lokale invulling Floriade.

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland

Plan van Aanpak aanvraag kapvergunningen en uitvoering kappen bomen Quatrebras

Maak Oosterwold Landschap van Initiatieven. De anterieure overeenkomst Afspraken tussen initiatiefnemer en gemeente

VISIE Bij tijdelijk gebruik is de eerste vraag hoe een specifieke dynamiek op gang gebracht kan worden Geen definitief eindresultaat voor ogen

Streefkerk: de brede dijk als kans

Lange Termijn Agenda (procesinformatie) donderdag 19 oktober 2017

15 experimenten. met bouwen in het rivierbed

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Anders Bestemmen. Tijdelijke nutsvoorziening: hoe realiseer je dat? Illustratie: DeltaSync

Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten. Gemeente Eijsden-Margraten

leergang projectontwikkeling

Bijlandse Waard. Herinrichting voor veiligheid, natuur en beleving

Amendement: bestemmingsplan Klarenbeek

Aan de Gemeenteraad. Raad. Onderwerp : Vervangende nieuwbouw van een vrijstaande woning op het perceel Boelenswei 76 te Boelenslaan.

Ruimte om te leven met water

Burgemeester Tjeerdvan der Zwan opent de bijeenkomst en heet iedereen welkom.

Bijlage 1. Plan van aanpak omgevingsplan voor het buitengebied.

Plan van aanpak Nieuwe ruimte 2013

Rivierverruiming Uiterwaarden Neder-Rijn

Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept

Perspectief op de nationale omgevingsvisie en grondbeleid. Jaar van de Ruimte VvG congres 12 november Nathalie Harrems

Santwijckse Poort. Beeldvormingsavond. woensdag 10 oktober 2012

Mensen en Natuur PLANNEN MET NATUUR! Inleiding

De klimaatbestendige stad: hoe doe je dat?

Projectplan Herinrichting van het Zuidelijk Stationsgebied Gouda

Actualisatie Bestemmingsplan Industrieterrein Heusden. Startnotitie

Ruimtelijke onderbouwing 12 woningen aan de Kreukel te Bergen op Zoom

De Drieslag, een streep er door. en verder gaan

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet

Wijzigingen Omgevingsplan Flevoland 2006

Project Mainportontwikkeling Rotterdam Procedurewijzer

Startnotitie procedure bestemmingsplan Brediusgronden

V.O.F. CombiDooze F.T. van Lookeren Campagne Postbus AA BERGENTHEIM. Datum 3 februari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag Ruimtelijke ingrepen

Reactienota. Behorende bij de Structuurvisie "Wernhout 2025"

Notitie. 1 Aanleiding

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64

Actualisatie Vervolg Locatiestudie Hemus

Samen Ontwikkelen. Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept

Gezamenlijk doel participatie:

Als omwonende van de Turfweg waar het college een locatie voor Skaeve Huse wil aanwijzen, wil ik uw aandacht vragen voor het volgende.

Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie

Gemeente Purmerend. 16 december Dit is een automatisch gegenereerd document.

Dijken versterken en rivieren verruimen

Samenvatting. Inleiding

Flexibele bestemmingsplannen en proactieve aanpak Dorine A. Cleton. 22 februari 2018

Klimaatbestendig NL. Een flexibele adaptieve strategie voor het stedelijk gebied. Ruimteconferentie 19 april 2011 Leendert van Bree

Lyaemer Wonen Y.A. Tiemensma Straatweg PZ LEMMER. Datum 7 augustus 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

2B Connect: meer biodiversiteit op bedrijventerreinen Groensafari 19 juni 2018 Lommel

Haalbaarheidsstudie AH

Voormalig CSM(Corbion) terrein CASUS CSM BREDA

Verslag. Dit verslag geeft een samenvatting van de belangrijkste besproken onderwerpen.

Zeker in Hollandse Delta.

Regionale betrokkenheid bij de voorbereiding van de nominatie

NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon.

B-140 Green Deal: Groene Gevangenis Veenhuizen: naar een gevangenis voorzien van duurzame energie uit de regio

ONTWIKKEL EEN GEZAMENLIJKE VISIE OP HET DUURZAAM BODEMGEBRUIK. Bijeenkomst XXX dag-maand-jaar, Locatie

Bestemmingsplan Glastuinbouw

HOUT EXPO CNTRM. Airport Garden City Lelystad

Waterschap Hollandse Delta. dynamiek in de delta

Transcriptie:

Tijdelijke kennisagenda Tab bouwsteen voor Tab innovatieprogramma, 2010-2011 Ellen Tromp Rosalie Franssen Bonne van der Veen Deltares, 2010

Inhoudsopgave 1 Inleiding 1 1.1 Aanleiding 1 1.2 Doelstelling 1 1.3 Leeswijzer 1 2 Stand van zaken 2 2.1 Mogelijkheden voor Tab 2 2.1.1 Eerste inventarisatie 2 2.1.2 Mogelijke toepassingen voor Tab bij intensief gebruik 3 2.1.3 Mogelijke toepassingen tijdelijke natuur 4 2.1.4 Tijdelijke natuur en natuurwetgeving 5 2.2 Definitie 7 2.2.1 Kritische succesfactoren voor Tijdelijk anders bestemmen 8 2.2.2 Voortbouwen op programma s 8 3 Huidige toepassingen en potentiële pilots 11 3.1 Pilots in de voorverkenningsfase 12 3.1.1 Waalweelde Bato s Erf 12 3.1.2 Wijk Tiel Oost te Tiel 12 3.2 Pilots in de verkenningsfase 13 3.2.1 Laerbroeck 13 3.2.2 Ooijen- Wanssum 13 3.2.3 Snelwegen (rondom Rotterdam) 14 3.2.4 Noordwaard 14 3.2.5 Bartokkwartier te Arnhem 15 3.2.6 Stadshavens te Rotterdam 15 3.3 Pilots in de realisatiefase 16 3.3.1 Almere Pampus (FloatingLife) 16 3.3.2 Groningen, Ebbingekwartier 17 3.3.3 Amsterdamse haven 17 3.3.4 Bedrijvenpark Twente Noord te Almelo 18 4 Input voor de 4 leertafels 19 4.1 Opzet leertafels 19 4.2 Algemeen 19 4.3 Juridische en bestuurlijke leertafel 21 4.4 Economische leertafel 24 4.5 Sociale acceptatie en dynamiek leertafel 26 4.6 Flexibel en duurzaam bouwen leertafel 28 Literatuur 30 i

Bijlage(n) A Voorbeelden Tijdelijk Anders Bestemmen 31 B Pilotbeschrijvingen en gespreksverslagen 32 Tijdelijke kennisagenda Tab - bouwsteen voor Tab innovatieprogramma, 2010-2011

1 Inleiding 1.1 Aanleiding Het Tijdelijk Anders Bestemmen of benutten (afgekort Tab) van een gebied is een relatief nieuw denkconcept. Een gebied krijgt voor een bepaalde tijd een nuttige functie én het blijft op de lange termijn beschikbaar voor (onzekere of vastgestelde) andere functies. Tab introduceert daarmee flexibiliteit en versterking van het adaptieve vermogen bij de inrichting van Nederland. Duurzaam ontwerp en materiaalgebruik kunnen hiervan afgeleiden zijn. Het kan bestuurders, beleidsmakers en ontwerpers helpen om Nederland efficiënt en duurzaam in te richten. Tab en daarmee ruimte geven voor tijdelijk gebruik biedt meerdere kansen: 1. Inactieve gebieden beter benutten 2. Flexibiliteit bij onzekere toekomst 1.2 Doelstelling Het innovatieprogramma Tab 2010-2011, waarin WINN en InnovatieNetwerk het kernteam vormen en CURNET faciliteert, gaat zich inzetten om dit concept van de grond te krijgen aan de hand van pilots in Nederland. Uit de pilots komen vragen en actiepunten die in leertafels met (ervarings)deskundigen worden opgepakt. Op de groslijst van pilotprojecten voor het Tab programma 2010-2011 staan een 10-tal projecten, variërend van een tijdelijke drijvende wijk in het Markermeer tot tijdelijke recreatie en duurzame energie langs Maas en Waal. Bij functies die tijdelijk kunnen worden ingevuld, valt te denken aan woningbouw met demontabele eenheden, of misschien een tijdelijke weg. In de binnenstad van Groningen wordt gewerkt aan de opzet van een tijdelijk dorp op een voormalig industrieterrein. In het Open lab Ebbinge wordt hieraan creatief vorm gegeven, in afwachting van de definitieve bestemming. Het programma TAB wil meer van zulke voorbeelden ontwikkelen, en ook een kennisagenda voor het aanpakken van de belemmeringen op juridisch, economisch bestuurlijk, sociaal en technisch gebied. Het kernteam heeft tot eind 2009 de tijd genomen om pilotgebieden te inventariseren en te bepalen hoe deze aansluiten op de doelen en activiteiten van het Tab programma. De resultaten van deze inventarisatie, zoals gespreksverslagen en conclusies die daaruit worden getrokken, zijn in dit rapport gebundeld. De doelen en de organisatie van het programma Tab 2010-2011 is verder uitgewerkt in een position paper. Deze position paper wordt 14 januari, tijdens het Leren Met Water symposium ondertekend door betrokken partijen en ambassadeurs. 1.3 Leeswijzer Dit rapport dient als een achtergronddocument en naslagwerk, dat tijdens het Tab programma gebruikt kan worden om de pilots en leertafels vorm te geven. In hoofdstuk 2 zal de stand van zaken rondom tijdelijke functies, zoals natuur, worden toegelicht. In hoofdstuk 3 komen de huidige toepassingen en potentiële pilots aan bod. Vervolgens zal in hoofdstuk 4 worden ingegaan op de leertafels, de opzet en mogelijke inhoud hiervan. Ter afronding komt in hoofdstuk 5 de uitwerking van de leertafels in 2010 aan bod. Tijdelijke kennisagenda Tab - bouwsteen voor Tab innovatieprogramma, 2010-2011 1

2 Stand van zaken In de onderzoeken die de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden is expliciet onderscheid gemaakt tussen intensieve (zoals bebouwing) en extensieve (i.e. flora en fauna) functies. Tevens is een duidelijk verschil aan te geven tussen de toepasbaarheid van het Tijdelijk Anders Bestemmen. De mogelijkheden voor extensieve functies lijken groter dan voor de intensieve functies. Er leven nog veel kennisvragen bij laatstgenoemde. Uit de inventarisatie zoals hieronder weergegeven zal dat duidelijk naar voren komen. 2.1 Mogelijkheden voor Tab 2.1.1 Eerste inventarisatie In 2008 heeft WINN in samenwerking met Dura Vermeer het initiatief genomen om te onderzoeken of Tab (toen nog Tijdelijk Intensief Bestemmen/ Lenen van Ruimte geheten) toch niet onder bepaalde voorwaarden en op bepaalde locaties een realiseerbaar concept kan zijn. In 2007 heeft de VROM raad het advies uitgebracht: De hype voorbij. Hierin worden een aantal handvatten gegeven hoe in ruimtelijke beslissingen rekening kan worden gehouden met de onzekerheid in de klimaatverandering: Het is zaak om ruimte beschikbaar te houden om waarschijnlijke maatregelen (zoals waterbergingsgebieden of uitbreiding van duingebieden) in een later stadium uit te voeren Ruimte reserveren betekent echter niet dat er in deze gebieden niets meer mag gebeuren. Er is in deze gebieden ruimte voor nieuw beleid dat speelt met de tijdelijkheid van bebouwingsvormen zoals bedrijventerreinen of glastuinbouw. Wanneer duidelijk is dat een stuk land op termijn beschikbaar moet zijn, kan besloten worden om voor een beperkte periode van bijvoorbeeld twintig jaar wel bebouwing toe te staan. In het onderzoek van o.m. Dura Vermeer (Rijkswaterstaat, 2008) is het concept Tab voor verschillende varianten uitgewerkt voor waterfuncties. Hierbij is uitgegaan van de gedachte dat het verlenen van een tijdelijk recht op intensief ruimtegebruik, de flexibiliteit van het waterbeheer sterk kan vergroten. De varianten zijn: Verhuizen: tijdelijk opvanggebied om van een intensieve naar de waterfunctie te gaan; Opheffen: van een extensieve naar een intensieve functie, tot uiteindelijk een waterfunctie; Aanpassen: intensieve functie, opgevolgd door intensieve functie die ruimte biedt aan water. Op basis van de interviews die in dit kader hebben plaatsgevonden werden enkele belemmeringen genoemd voor het implementeren van Tab, namelijk: Het is moeilijk juridisch te regelen; Het is duur om te implementeren, tenzij de investeringen in de intensieve gebruiksvorm realistisch worden afgeschreven; Het kan leiden tot verrommeling van het landschap en het ontlopen van keuzen; Het appelleert niet aan risico-mijdende burgers en private partijen; Bestuurders hebben er weinig bij te winnen. 2 Tijdelijke kennisagenda Tab - bouwsteen voor Tab innovatieprogramma, 2010-2011

2.1.2 Mogelijke toepassingen voor Tab bij intensief gebruik In de rapportage Legodam- eerste fase [2009] is een verdere afbakening gemaakt van het begrip Tijdelijk Intensief Bestemmen : Tijdelijke functies kunnen het kwaliteitsniveau van een locatie verhogen, omdat nieuwe kansen ontstaan tussen een definitieve functie en niets doen. Er is een aanpak nodig gericht op kansen; niet op voorhand proberen de meest extreme risico s uit te sluiten, maar richten op risico s stap voor stap het hoofd te bieden in de vorm waarin het zich voordoet. De inzet van tijdelijkheid als kwaliteitsconcept in de praktijk is een tijdshorizon van minimaal 10 jaar tot soms wel een periode van 50 jaar. Er kunnen vier ruimtelijke toepassingsgebieden worden onderscheiden waar Tab een rol kan spelen, namelijk: 1. Langdurige ruimtelijke reservering Locaties waarvoor een nieuwe functie op de lange termijn wordt voorzien: reserveringen op lange termijn voor woningbouw, infrastructuur, waterberging, natuur e.d. Hier kan al sprake zijn van voorsorteren, met deze gebieden nú al anders omgaan, zie bijvoorbeeld tijdelijke natuur. 2. Langdurige herbestemmingprocessen Locaties die over een lange periode worden herbestemd, zoals bestaande, verouderde functies die pas geleidelijk kunnen worden ontmanteld, bijvoorbeeld voormalige steenfabrieken en bedrijventerreinen. Hier kunnen tijdelijke functies op braakliggend terrein ontstaan. Het kunnen ook locaties betreffen waar nu behoefte is aan een bepaald gebruik, maar waarbij het onduidelijk is of deze op de langere termijn blijvend is (demografische teruggang, ofwel krimp). Dit geldt bijvoorbeeld voor speelterreinen voor jongeren die in een aantal decennia uit gebieden wegtrekken. Deze speelveldjes kunnen dan gebruikt worden voor andere zaken. 3. Restruimte Locaties met een gebrek aan kwaliteit, vaak slecht bereikbaar, zonder duidelijke functie. 4. Tijdelijke functies Locaties waar een langdurig tijdelijke functie aan gekoppeld of gewenst is, die naar zijn aard tijdelijk is (bijv. tijdelijke studentenwoningen / infrastructuur). In het onderzoek zijn twee hoofdstrategieën bij elke aanpak van een locatie waar Tab een oplossing kan zijn, aangemerkt. Uiteraard is het niet ondenkbaar dat combinaties van deze twee strategieën mogelijk zijn Voor het Tab programma wordt dit onderscheid als een meerwaarde daar waar het de flexibiliteit/ rendabiliteit van een tijdelijke functie betreft. Een bestemming is gedefinieerd als een bestaande of spoedig te realiseren functie van de ruimte. Levenscyclusstrategie (LS) De tijdelijke bestemming heeft een levenscyclus die op de beschikbare periode is afgestemd. Het gaat om planning en investering voor een bestemming die precies voor de betreffende periode rendeert vanaf de bouw, gebruik, beheer, en vervolgens weer verplaatst of opgeruimd kan worden. Aanpassingsstrategie (AS) Tijdelijke bestemming past zich aan aan de veranderende omstandigheden en/of behoeften. Hier aan gekoppeld kan men ook spreken van anticiperen om nog onzekere toekomst (adaptieve capaciteit) Binnen het project Waterrobuust Bouwen is hier nader onderzoek naar gedaan. Veranderingen in onze leefomgeving, klimaat laten zich nog niet Tijdelijke kennisagenda Tab - bouwsteen voor Tab innovatieprogramma, 2010-2011 3

voor de volle 100% voorspellen. Er is dus een zekere onzekerheid in hoe bijvoorbeeld het klimaat gaat veranderen. Onze leefomgeving dient in de toekomst aangepast te worden op de dan geldende zekerheden. Hier past een aanpassingsstrategie bij. 2.1.3 Mogelijke toepassingen tijdelijke natuur Verspreid over Nederland liggen vele duizenden hectares grond die zijn aangekocht voor woningbouw, wegen, bedrijventerreinen, ontgrondingen etc. Van al deze gebieden is de bestemming vastgelegd in Streek- en/of bestemmingsplannen en deze toekomstige bestemming is zeker niet die van natuurgebied. In afwachting van de definitieve inrichting liggen deze gebieden er vaak jarenlang desolaat en verlaten bij. Wanneer ze in deze tussentijd ter beschikking worden gesteld aan de natuur kan er zich tijdelijk een spectaculaire ontwikkeling van flora en fauna voordoen. In de praktijk blijkt dat grondeigenaren, bouwers en projectontwikkelaars het niet aandurven om tijdelijke natuurontwikkeling op hun terreinen tijdelijk toe te staan. Want op het moment dat de natuur echt plaats moeten maken voor de geplande woningen, bedrijven e.d., kan de initiatiefnemer in aanraking komen met de Flora- en faunawet. Beschermde planten of dieren en de kans dat die zich op toekomstige bouwterreinen vestigen is reëel - mogen immers niet zomaar worden verwijderd. Het risico om bij aanvang van bouw, ontgronding of bedrijfsuitbreiding geconfronteerd te worden met extra procedures, voorschriften en vertragingen leidt er in de praktijk toe dat ondernemers het zekere voor het onzekere nemen en de vestiging van beschermde planten en dieren op hun terreinen voorkomen. Begrijpelijk, maar zo worden planten diersoorten, waaronder zeldzame, onnodig in hun ontwikkelingskansen belemmerd. Het Innovatienetwerk, Bureau Stroming, LNV en Stichting ARK hebben in 2006 diverse onderzoeken uitgevoerd naar de haalbaarheid van tijdelijke natuur. Tijdelijke natuur is natuur die zich tijdelijk een terrein vestigt. Hier worden twee aspecten onderscheiden: De natuur is van nature tijdelijk (pionierssoorten en vroege soorten Het terrein waarop de natuur zich vestigt, is slechts tijdelijk beschikbaar en heeft een andere, definitieve bestemming. In de praktijk zal een combinatie van beide aspecten voorkomen. Dit wordt veroorzaakt doordat het terrein dat tijdelijk beschikbaar is, over alle kenmerken beschikt waar de pionierssoorten goed kunnen aarden. Op 5 juni 2007 heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen waarin de regering wordt verzocht via tijdelijke ontheffingen natuur op braakliggende terreinen mogelijk te maken. Hiertoe heeft LNV een beleidslijn tijdelijke natuur opgesteld. Op dit moment zijn al enkele locaties in Nederland waar tijdelijke natuur wordt toegepast. Voorbeelden van dergelijke locaties zijn: Amsterdamse havens en Almelo. Voor meer informatie zie bijlage B. 4 Tijdelijke kennisagenda Tab - bouwsteen voor Tab innovatieprogramma, 2010-2011

Waarom is tijdelijke natuur belangrijk? Tijdelijke natuur kan een belangrijke bijdrage leveren aan natuurbehoud en - ontwikkeling in Nederland. Soorten die afhankelijk zijn van dynamische milieuomstandigheden hebben het in Nederland moeilijk en juist die soorten -het gaat dan om pioniers en ook een aantal vroege soorten - zullen profiteren van tijdelijke natuur. Positieve effecten op late soorten, doortrekkers en overwinteraars zullen er zeker zijn, maar de kans dat deze effecten een significante invloed hebben op de populatiegrootte van deze soorten, is naar verwachting klein. Tijdelijke natuur biedt zowel beschermde als niet-beschermde soorten extra kansen; Terreinen met tijdelijke natuur kunnen, mits ze zijn opengesteld, ook voor mensen aantrekkelijk zijn, om doorheen te struinen, in te spelen of te wandelen; Kort gezegd: tijdelijke natuur kent alleen winnaars, geen verliezers. 2.1.4 Tijdelijke natuur en natuurwetgeving wanneer tijdelijke natuur wordt opgeruimd, kan de initiatiefnemer in aanraking komen met natuurwetgeving. In de praktijk is dit vooral de Flora- en faunawet; het gaat met name om de soortenbescherming en de algemene zorgplicht; er zullen vrijwel zeker beschermde soorten (m.n. vogels) op tijdelijke natuur afkomen. Aangezien één geslaagd broedseizoen al van invloed kan zijn op een soort, kan de bijdrage van tijdelijke natuur op de populaties van vogels dan ook aanzienlijk zijn; de kans is groot dat er streng beschermde soorten op tijdelijke natuur afkomen. Bij het in gebruik nemen van deze gronden kan door de eerder aangevraagde ontheffing deze dieren geen belemmering meer veroorzaken. Oplossing: Risico s voor ondernemers kunnen worden weggenomen door vooraf, wanneer er nog geen beschermde soorten aanwezig zijn, ontheffing voor de Flora- en Faunawet aan te vragen/ Het betekent dat in die gebieden de wet niet van toepassing is, en er toestemming wordt gegeven voor het laten ontstaan en weer verwijderen van tijdelijke natuur. De ontheffing wordt aangevraagd in het belang van de bescherming van de flora en fauna. Dat is één van de ontheffingsgronden die in de wet worden gehanteerd, waarmee een link wordt gelegd met de te behalen ecologische winst. Omdat onbekend is welke beschermde soorten in een tijdelijk natuurgebied aanwezig zullen zijn, moet ontheffing aangevraagd worden voor alle mogelijk voorkomende beschermde soorten. Hier kan natuurlijk wel gedacht worden om een goede inschatting te maken welke beschermde soorten enige (reële) kans van voorkomen hebben in het betreffende gebied. Voordelen betrokkenen Natuur Uiteraard leveren tijdelijke natuurgebieden ook tijdelijke extra ontwikkelingskansen op voor de natuur. Daar is het in eerste instantie om begonnen. Bewoners en recreanten Tijdelijke natuurgebieden liggen vaak dicht tegen bebouwing aan, omdat hier de eerste ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden. Het soort natuur, dat op braakliggende gronden ontstaat, is meestal ruig, robuust en tegen een stootje bestand. In tijdelijke natuurgebieden kunnen bezoekers dan ook in alle vrijheid, buiten paden en wegen, de natuur ontdekken. Tijdelijke kennisagenda Tab - bouwsteen voor Tab innovatieprogramma, 2010-2011 5

Welke belemmeringen worden ervaren bij tijdelijke natuur? In voorgaande zijn al enkele belemmeringen genoemd, te weten Het is moeilijk juridisch te regelen; Het is duur om te implementeren, tenzij de investeringen in de intensieve gebruiksvorm realistisch worden afgeschreven; Het kan leiden tot verrommeling van het landschap en het ontlopen van keuzen; Het appelleert niet aan risicomijdende burgers en private partijen; Bestuurders hebben er weinig bij te winnen, vanwege mogelijke weerstand bij de beëindiging van de tijdelijke natuur. Hoe zijn de belemmeringen bij bestaande locaties overwonnen? Bij projecten met Tijdelijke natuur was een grote belemmering het gevaar op het aantreffen van beschermde flora en fauna, waardoor de bouw niet door kon gaan. Dit bleek met name op juridische gronden geschillen op te leveren. Hiertoe heeft het Ministerie van LNV een beleidslijn tijdelijke natuur opgesteld. Dit nadat in juni 2007 de Tweede Kamer een motie had aangenomen waarin de regering werd verzocht om via tijdelijke ontheffingen natuur op braakliggende terreinen mogelijk te maken. Op 16 juli 2009 is er in de Amsterdamse Haven een proef begonnen waarbij de gemeente van tevoren toestemming krijgt van het ministerie van Landbouw om op braakliggende grond te bouwen, ook als daar in de toekomst bijzondere flora en fauna te vinden zijn. Projectontwikkelaars en overheden hoeven zeldzame dieren en plantensoorten in de toekomst mogelijk niet meer te weren van braakliggende terreinen als zij daarop willen gaan bouwen. Grondeigenaren van terreinen die soms jaren braak liggen, weren dieren en planten nu vaak door het terrein regelmatig om te ploegen, met gif te bespuiten of met plastic af te dekken. Als zich op het terrein zeldzame soorten vestigen, is het lastiger en duurt het vaak langer om een vergunning te krijgen om op het terrein te bouwen. Met de vooraf verleende toestemming kunnen de eigenaren tijdelijk de natuur op het terrein hun gang laten gaan, terwijl ze weten dat ze geen problemen krijgen met de natuurwetgeving wanneer ze willen gaan bouwen. Tab gaat dus over planologisch gereserveerde gronden die hun bestemming de komende 10-50 jaar nog niet zullen krijgen. 6 Tijdelijke kennisagenda Tab - bouwsteen voor Tab innovatieprogramma, 2010-2011

2.2 Definitie Uit hiervoor beschreven onderzoeken is vervolgens een definitie van Tab ontwikkeld. Deze definitie wordt de komende 2 jaar gehanteerd voor het Tab innovatieprogramma. Het Tijdelijk Anders Bestemmen (afgekort Tab) van een gebied is een nieuw denkconcept. Het kan bestuurders, beleidsmakers en ontwerpers helpen om Nederland efficiënt en duurzaam in te richten. Tab en daarmee ruimte geven voor tijdelijk gebruik biedt meerdere kansen: 1. Inactieve gebieden beter benutten In totaal is zo n 35.000 hectare grond in Nederland door overheden en projectontwikkelaars aangekocht voor woningbouw, infrastructuur, bedrijventerreinen of ontgrondingen. Als de inrichting van deze gebieden nog jaren op zich laat wachten, dan kan het tussentijds nuttig gebruikt worden. Ook al ligt de eindbestemming vast. Een goed voorbeeld is de tijdelijke natuur in de Haven van Amsterdam. Maar je kunt ook denken aan tijdelijk gebruik voor recreatie, bouw, energie, of infrastructuur. 2. Flexibiliteit bij onzekere toekomst Met tijdelijk gebruik blijven we flexibel ten aanzien van allerlei ontwikkelingen zoals, economische en demografische (krimp en groei) ontwikkelingen en klimaatverandering, zonder dat gebieden op slot gaan. Bij extreme klimaatscenario s moet Nederland meer water bergen, of worden locaties wellicht te onveilig om te wonen. We weten nu niet precies welke ruimte het water op termijn in neemt. Zodra het écht nodig is, zetten we een gebied pas in voor het klimaatbestendig maken van Nederland. 3. Duurzaam ontwerpen & materiaalgebruik stimuleren Ontwerpen hoeft niet voor de eeuwigheid, het kan met het einde in zicht! Een flexibel ontwerp biedt uitkomst als de vervangingstermijn, of de dimensionering onzeker is. Beslissende criteria worden dan de levensduur en life-cycle costs. Tijdelijke ontwerpen vergen creativiteit en het toepassen van principes als Cradle-to-Cradle. Er zijn goede voorbeelden, zoals een tijdelijk dorp in Groningen (Open Lab Ebbinge) dat modulair is gebouwd, of de aanleg van tijdelijke (snel)weg trajecten. Kortom, de kern van Tijdelijk anders bestemmen is: Het gaat over planologisch gereserveerde gronden die hun bestemming de komende 10-50 jaar nog niet zullen krijgen en hierdoor geschikt is voor een tijdelijke functie. Tab introduceert daarmee flexibiliteit, en duurzaam ontwerp & materiaalgebruik bij de inrichting van Nederland. Tijdelijke kennisagenda Tab - bouwsteen voor Tab innovatieprogramma, 2010-2011 7

2.2.1 Kritische succesfactoren voor Tijdelijk anders bestemmen Deze kritische succesfactoren zijn mede aan de hand van de eerdere studies van Dura Vermeer/ Ferrendi en het Innovatienetwerk geïnventariseerd. Sociaal- cultureel Een (enthousiaste) initiatiefnemer is essentieel voor de realisering van een tijdelijke bestemming. TAB kan alleen dan effectief zijn als TAB aantoonbaar voldoet aan de normale ruimtelijke en/of economische kwaliteitscriteria en minimaal meer kwaliteit en/of winst biedt dan elke andere tijdelijke bestemming of gebrek aan bestemming. Het mag niet op gevoelsmatige of culturele bezwaren stuiten om in een omgeving te leven die tijdelijk is. Bestuurlijk perspectief Er worden scherpe voorwaarden gesteld aan het tijdelijk gebruiken van gronden. Dit geldt onder andere voor de duur, gebruik, inrichting, en de wijze waarop de ruimte na het tijdelijk benutten weer wordt teruggegeven. Dit heeft ook te maken met draagvlak vanuit de omgeving voor beëindiging van de (tijdelijke) activiteit. Op bestuurlijk niveau is het belangrijk om aan te sluiten bij het verlenen van een functie voor een periode van 10-50 jaar. Dit vraagt van beleidsmedewerkers bewegingsruimte en aanpassingen. Juridisch perspectief Door de wetgever wordt tijdelijk gebruik vooral als een probleem van laagwaardigheid en gebrek aan kwaliteit gezien, dat zoveel mogelijk beperkt moet worden. Tevens ontstaat een gebrek aan rechtszekerheid voor de burger Het lijkt waarschijnlijk dat binnen een juridisch kader waarin tijdelijkheid mogelijk is en gestimuleerd wordt als oplossing vervolgens nog een scala aan privaatrechtelijke afspraken nodig is. Economisch perspectief Om TAB als kwaliteitsconcept te ontwikkelen is een kernuitdaging om een economisch perspectief te ontwikkelen dat in staat is om zowel de tijdelijke functie als kwaliteitsfunctie te ontwikkelen als de functie op termijn op een hoog kwaliteitsniveau mogelijk te maken, te financieren, te reserveren etc. Technisch perspectief Duurzaam ontwerpen met het einde in zicht is innovatief. Om duurzaam ontwerpen en materiaalgebruik te stimuleren zal nieuwe, technische kennis ingezet moeten worden. De benodigde kennis is verschillend per pilot. Per pilot moet dit worden uitgewerkt, zoals aanpasbaarheid, meebewegen met verandering, C2C, ecologische voetafdruk, afbreekbaarheid, recycling, herbruikbaarheid, tolerantie voor nieuwe functies, klimaatbestendigheid, etc. 2.2.2 Voortbouwen op programma s Tab is een instrument (middel) dat ingezet kan worden bij gebiedsontwikkeling. Nederland boven water is het vervolg op Habiforum, hét innovatieprogramma op het gebied van gebiedsontwikkeling. Het is daarom zinvol om aansluiting te vinden bij de praktijkvoorbeelden en pilotgebieden in Nederland boven water. Bij het programma Ruimte voor de Rivier van Rijkswaterstaat liggen kansen om Tab in praktijk te brengen, bijvoorbeeld Ooijen-Wanssum. Een pilot gekoppeld aan dit programma biedt ook kansen voor draagvlak en implementatie van Tab binnen Rijkswaterstaat. 8 Tijdelijke kennisagenda Tab - bouwsteen voor Tab innovatieprogramma, 2010-2011

Het concept tijdelijk anders bestemmen komt in andere onderzoeken ook terug. Zo komt in het boek Waterrobuust Bouwen, de kracht van kwetsbaarheid in een duurzaam ontwerp (2009) Tab als één van de mogelijke maatregelen terug om waterrobuust te bouwen. Onder waterrobuust bouwen wordt het volgende verstaan: Waterrobuust bouwen is het zodanig vormgeven en inrichten van woningen, gebouwen en de openbare ruimte dat de impact van extreme neerslag, overstromingen, hitte en droogte tot een minimum wordt ingeperkt. Bij het stimuleren van duurzaam ontwerpen en materiaalgebruik, kan dit onderzoek input leveren. Hier kan Tab fungeren als invulling voor het adaptief vermogen AdapTable Cities Daarnaast maakt Tab onderdeel uit van het programma AdapTable Cities. Dit programma is onderdeel van Delta in Transitie. Dit programma, opgesteld door Deltares, TUD, Dura Vermeer en Unesco-IHE, heeft als doel om de flexibiliteit en adaptiviteit van stedelijke leefomgeving te vergroten. Om innovaties mogelijk te maken is hoge kwaliteit aan kennis en vaardigheden benodigd die helpen om korte termijn acties op integrale stedelijke ontwikkeling te realiseren met een vorm van herstructurering op lange termijn. Hierbij wordt uitgegaan van dynamiek en veranderingen op het gebied van klimaat, demografie en economie. Klimaatdijk Klimaatdijk is een initiatief van een groep innovatiegezinde organisaties die de dijk zien als plek om meerdere functies te combineren zoals wonen, werken, recreëren en natuur. De dijk die niet alleen het water keert, maar ook economische meerwaarde biedt. Een dijk in soorten en maten. Hier liggen ook kansen om Tab in de praktijk te brengen. Er ligt namelijk niet van de ene op de andere dag een multifunctionele dijk. Ten tijde van de transitie van de dijk kunnen tijdelijke functies aan het gebied worden gegeven. Een voorbeeld hiervan is de klimaatdijk in Tiel. Wegen naar de Toekomst (RWS) Wegen naar de Toekomst (WnT) is het innovatieprogramma van Rijkswaterstaat voor schone, veilige en betrouwbare mobiliteit. De vier thema s zijn de Gebruiker van de Toekomst, de Vaarweg van de Toekomst, Informatiesamenleving en Duurzame Infrastructuur Het thema Vaarweg van de Toekomst verkent de toekomstige mogelijkheden van het innovatief aanleggen, beheren en gebruiken van de vaarwegen van Rijkswaterstaat. Het thema heeft als doel proces- en productinnovaties te stimuleren, bewustwording te genereren en kennis te vergaren. Tab kan ook een bijdrage leveren om een gebied te beheren met het oog op veranderingen in de toekomst. Waterwegen (UvW) In 2007 hebben de waterschappen gezamenlijk een visie op het waterschap van de toekomst opgesteld: Water Wegen. 2015 is de stip op de horizon. Op weg naar dat punt staan de waterschappen steeds meer voor samenwerking, van buiten naar binnen kijken, innovatie en focus op de samenleving. Binnen waterwegen zijn 6 typen waterschap van de toekomst gedefinieerd. De manier waarop de waterschappen de visie WaterWegen zullen vormgeven zal per waterschap verschillen. Het waterschap in 2015 zal kenmerken hebben van elk van de zes voorbeeldtypen. Binnen waterwegen liggen ook mogelijkheden om meer met Tab te doen. Waterrijk Nederland Geïnspireerd door de uitdaging van de staatssecretaris Tineke Huizinga om de Watervisie door te vertalen naar daadwerkelijke veranderingen in beheersplannen en uitvoeringsprogramma s maar ook naar mogelijke toekomststrategieën willen de Tijdelijke kennisagenda Tab - bouwsteen voor Tab innovatieprogramma, 2010-2011 9

waterbeheerders -waterschappen en Rijkswaterstaat- een inspirerend netwerk, genaamd Waterrijk Nederland, opbouwen voor het etaleren van vernieuwende ideeën. Een netwerk waaraan een brede groep van maatschappelijke actoren een bijdrage kan leveren. 10 Tijdelijke kennisagenda Tab - bouwsteen voor Tab innovatieprogramma, 2010-2011

3 Huidige toepassingen en potentiële pilots Dit jaar heeft een inventarisatie plaatsgevonden van mogelijke pilots voor het Tab programma. Een overzicht is in onderstaande Tabel weergegeven. Met enkele pilots hebben ook gesprekken plaatsgevonden. Een volledige pilotbeschrijving (en eventueel gespreksverslag) zijn in de bijlagen te vinden. In dit hoofdstuk wordt de pilot kort omschreven en zal nader op de vragen worden in gegaan die een plek kunnen vinden in de leertafels. In bijlage B zijn de gespreksverslagen met de potentiële pilots opgenomen en aanvullende informatie van iedere potentiële pilot. Verdere informatie over de leertafels en geïdentificeerde kennisvragen zijn in hoofdstuk 4 te vinden. Pilot + locatie Tijdelijke: Welke planfase? 1 Waalweelde (Bato s Erf) 2 Tiel (gebiedsontwikkeling en klimaatdijk) 3 A16 rondweg Rotterdam 4 Stadshavens Rotterdam 5 Noordwaard 6 Bartokkwartier, Arnhem 7 Laerbroeck 8 9 Ooijen-Wanssum Meerstad Groningen Natuur en recreatie recreatie, evenementen, parkeren, natuur, waterwonen Natuur en infra stadslandbouw, tijdelijke supermarkt Natuur en recreatie Bebouwing Natuur en recreatie Natuur en recreatie Bebouwing en natuur voorverkenning planontwikkeling tot zomer 2010, start realisatie medio 2010 Verkenning Verkenning/ planvorming Contractvorming en realisatie Verkenning Verkenning Verkenning Verkenning 10 Almere Pampus Floatinglife Bebouwing Realisatie 11 Groningen Ebbingekwartier Bebouwing Realisatie 12 Amsterdamse haven Natuur Realisatie 13 Almelo Natuur Realisatie Tabel 3.1 Overzicht potentiële pilots Tijdelijke landbouw, tijdelijke industrie, tijdelijke kantoren ontbreken nog, zeer aantrekkelijk vanwege korte levenscyclus van gebouwen en andere investeringen Tijdelijke kennisagenda Tab - bouwsteen voor Tab innovatieprogramma, 2010-2011 11

3.1 Pilots in de voorverkenningsfase 3.1.1 Waalweelde Bato s Erf Het terrein van de voormalige steenfabriek Bato s Erf is gelegen bij Heerewaarden en ligt al jaren braak. Het terrein is in 1998 door de staat aangekocht door DLG, in opdracht van Rijkswaterstaat om ingericht te worden als natuurontwikkelingsgebied en maakt onderdeel uit van het programma Ruimte voor de Rivier. In 2000 zijn de fabriek en alle andere bebouwing gesloopt. Het doel van de initiatiefnemer van de planvisie, stichting Symbiose tussen Veiligheid en Natuur is de ruimtelijke kwaliteit van het terrein te vergroten door de harde toplaag van het terrein af te graven en te benutten in een terp met recreatieve functie. Natuurontwikkeling (hardhoutooibos, natuurlijke oevers en op termijn stroomdalgraslanden) zou dan plaatsvinden op het voormalig steenfabrieksterrein en de oevers, en een waterstandverlaging van 7 centimeter is in dit scenario haalbaar door het verlagen van kades (doel Ruimte voor de Rivier). Bato s Erf is 10 hectare groot. De planvisie strekt zich uit over de aangrenzende Kopse Polder (Heerewaarde) en oeverzone Waal, zo n 50 hectare. Op het terrein is vervuilde grond aangetroffen. Het is alleen onbekend hoeveel er in de bodem zit. Er zijn slechts enkele prikken gedaan. Men gaat er nu vanuit dat er heel veel vervuilde grond inzit (meest negatieve scenario). De Stichting Symbiose tussen veiligheid en natuur heeft het initiatief genomen voor een bestekgereed inrichtingsplan in samenwerking met Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten. Symbiose heeft contacten opgebouwd met omwonenden, gemeenten en andere betrokkenen. In 2007 is dit initiatief gesteund door het Water Innovatie programma WINN van Rijkswaterstaat met tussenkomst van WaalWeelde. Er is nog geen uitvoeringsbudget beschikbaar en de plannen staan sinds 2007 stil. DLG en projectbureau WaalWeelde geven aan dat er behoefte is om een spin-off te creëren voor duurzame ontwikkeling in het gebied. Er zijn legio mogelijkheden, maar alle betrokkenen zouden er dan wel écht voor moeten gaan. Projectbureau wil graag de innovatieve duurzame proeftuin worden voor Ruimte voor de Rivier. Stichting Symbiose heeft voor het onderdeel energieopwekking aanvullend een opdracht gekregen van provincie Gelderland om de verdere haalbaarheid en plan van aanpak te schrijven. De provincie zal samen met DLG zich gaan buigen over de vervuilingproblematiek. Er zijn ook al mogelijkheden genoemd om volgend jaar een tijdelijk bestemming te starten. Op 25 januari 2010 komt de Stuurgroep Waalweelde bij elkaar en besluit over het investeringsprogramma. Zij bepaalt dan ook de top 10 projecten van Waalweelde, waar Bato s Erf er naar verwachting één van is. Vanuit het Tab programma worden mogelijkheden gezien om de case in te brengen tijdens de leertafels. Reeds geïdentificeerde vragen zijn op welke wijze tijdelijkheid als oplossing voor vervuild gebied. Daarnaast kan de kennis en ervaring worden opgenomen in het logboek. Begin 2010 zal nader gesproken worden over concrete samenwerkingspunten. 3.1.2 Wijk Tiel Oost te Tiel De wijk Tiel-Oost heeft veel last van kwel bij hoogwater van de Waal. De wijk wordt aan de oostkant begrensd door een oude vuilnisstortplaats en aan de noordzijde door een oud industriegebied waarvoor reeds plannen klaar zijn om deze te saneren en herstructureren. Hiertoe is reeds in 2007 gestart met de planvorming voor het gebied. In eerste instantie zag het Waterschap Rivierenland niet veel in de introductie van een klimaatdijk als een mogelijke oplossing voor het kwel probleem. Inmiddels is er anno 2009 een contract getekend door het 12 Tijdelijke kennisagenda Tab - bouwsteen voor Tab innovatieprogramma, 2010-2011

waterschap en de gemeente waarbij het gebied is aangemerkt als zoeklocatie voor een klimaatdijk. In het kader van de gebiedsontwikkeling worden nu de mogelijkheden uitgewerkt voor de realisatie van de klimaatdijk waarmee verschillende problemen en gebiedsopgave gerealiseerd kunnen worden. Het betreft een complex proces omdat het gebied is wat onderdeel uitmaakt van verschillende planprocessen en beheerders. Zo is de Willemspolder onderdeel van Ruimte voor de Rivier en tevens is een gedeelte EMAB locatie. Binnen dit plan is het doel om 80 drijvende woningen in de polder te realiseren. Het gebied maakt verder onderdeel uit van Waalweelde, en ook zijn er Natura 2000 gebieden in gelegen. Het planproces was in eerste instantie probleem gestuurd ingezet. Inmiddels is men tot de conclusie gekomen dat een oplossingsgerichte benadering waarbij meerdere oplossingen worden meegekoppeld, effectiever werkt. De aanwezigen zien daarom veel kansen voor een pilot TAB bij Tiel. De gemeente Tiel zou daarnaast goede input kunnen geven voor de leertafels van het programma, bijvoorbeeld met juridische vragen omtrent buitendijks bouwen, parkeren en recreëren. Verder wordt geconstateerd dat de agenda s van TAB en de klimaatdijk bij synchroon lopen voor wat betreft 2010. 3.2 Pilots in de verkenningsfase 3.2.1 Laerbroeck Het plan Laerbroeck betreft een ontwikkelingsproject van een gebied langs de Maas ten zuiden van Venlo. Het betreft momenteel een glastuinbouwgebied waar zich een hoogwaterproblematiek voordoet. Het landelijke beleid is er op gericht ruimte aan de rivieren te geven in geval van hoogwater. De ruimtelijke en functionele inrichting van dit gebied dient daar op te worden afgestemd. Daarvoor is vanuit de provincie Zuid-Limburg een nieuw structuurplan voor het gebied ontwikkeld, waarmee de betrokken gemeenten (Venlo En Maasbree) Inmiddels hebben ingestemd. De verantwoordelijkheid over de uitwerking van het plan is intussen overgedragen aan het grondbedrijf van de provincie Zuid-Limburg. Belangrijke wijzigingen in het voorkeur ontwikkelingsplan aangebracht, waardoor het plan nog Niet IVM2---proof is en er in de toekomst nog een extra gebiedsingreep nodig zal zijn om wel aan IVM2 te kunnen voldoen. Een bestaande kade met een bescherming 1:50 mag door deze wijziging namelijk niet worden doorbroken. Dit heeft als gevolg dat het ontwikkelingsscenario zoals neergelegd in de structuurvisie niet langer gevolgd kan worden, alswel dat de grondexploitatieplan niet langer valide is. De vraag is of tijdelijk bestemmen (natuur en recreatie) de exploitatie een positieve wending kan geven. 3.2.2 Ooijen- Wanssum Tot 1996 kon de Oude Maasarm bij hoge Maasafvoeren meestromen. In de praktijk kwam dit in de vorige eeuw maar zelden voor. Met dorpsuitbreidingen, individuele bebouwing en bedrijvigheid werd ook weinig rekening gehouden met deze mogelijkheid. In 1993 en 1995 zorgden de hoogwaters dan ook voor aanzienlijke schade, met name in wijken en aan huizen en bedrijven die na de oorlog in lage delen van het Maasdal waren gebouwd. Na 1995 werd besloten tot aanleg van tijdelijke kades in afwachting van definitieve plannen voor de Maasbeveiliging. De snelste manier om destijds de bescherming te realiseren was door de Maasarm af te sluiten. Bewoners achter de kade genieten nu een bescherming waarbij gemiddeld eens in de vijftig jaar sprake is van een overstroming. Al na enkele jaren bleek deze afsluiting een serieus Tijdelijke kennisagenda Tab - bouwsteen voor Tab innovatieprogramma, 2010-2011 13

rivierkundig knelpunt te vormen. Door de kadeaanleg is de rivier in dit traject in een smal keurslijf komen te liggen. Op de oostelijke oever is geen ruimte voor het Maaswater vanwege het hooggelegen Maasduinengebied. Er is een flessenhals gecreëerd waardoor het water alleen nog maar kan stijgen. Deze opstuwing is het grootst bij Broekhuizenvorst en Broekhuizen en neemt stroomopwaarts af. Tot 20 km stroomopwaarts is het effect van de flessenhals bij Ooijen meetbaar. De Maas heeft te weinig ruimte tijdens hoogwaters. Door de Wet Beheer Rijkswaterstaatswerken (Wbr) mag in en rond de oude Maasarm niet meer worden gebouwd. Dit om op langere termijn (2040) vrijheid te hebben grond in te zetten voor eventueel nog te nemen maatregelen. Ook achter de kades liggen daardoor belangrijke ontwikkelingen stil in afwachting van het oplossen van deze waterproblematiek. Het verder verhogen van de huidige kades is geen oplossing. Inmiddels is door het Projectbureau Ooijen-Wanssum een gebiedsplan opgesteld voor dit plangebied. Dit plan heeft medio 2009 akkoord gekregen van de betrokken gemeenten. Dit structuurplan is zodanig opgezet dat het gehele gebied IVM2-klaar is. Het plan kent wel een heel lange fasering, voordat alle plannen gerealiseerd kunnen worden. Voor een aantal functies als recreatie en woningbouw kan de huidige lange fasering bezwaarlijk zijn. Daarbij heeft Rijkswaterstaat een groot deel van de grond bestemd om eventueel op termijn benut te gaan worden voor extra hoogwaterberging. In het goedgekeurde gebiedsplan is nadrukkelijk Tijdelijk Bestemmen als algemeen principe opgenomen. 3.2.3 Snelwegen (rondom Rotterdam) Er heeft een verkennend gesprek plaatsgevonden over de mogelijkheden om tijdelijke natuur nabij snelwegen toe te passen. De belangrijkste conclusie van het gesprek was dat begin 2010 de mogelijkheden nader en explicieter worden onderzocht. De locatie is hierdoor nog niet bekend. Het zou ook een locatie kunnen worden ergens anders in Nederland. De invulling en eventuele input voor de leertafels zal in de loop van 2010 nader worden ingevuld. 3.2.4 Noordwaard In het kader van Ruimte voor de Rivier is de ontpoldering van het gebied Noordwaard de maatregel die veruit de grootste bijdrage levert aan de benodigde waterstanddaling bij Gorinchem. Een belangrijke reden om voor deze maatregel te kiezen, is dat het de eerste en meest belangrijke stap betekent in de richting van een oplossing voor de lange termijn. Op die lange termijn zullen de rivieren nog meer water moeten kunnen afvoeren. Aan de zuidzijde van de Nieuwe Merwede ten noorden van de Brabantse Biesbosch ligt de Noordwaard. In de huidige situatie heeft de Noordwaard hoofdzakelijk een landbouwkundige functie met zowel akkerbouw als veeteelt. Ontpoldering van de Noordwaard houdt in het gedeeltelijk afgraven van de dijken aan de instroom- en uitstroomkant van de polder tot een hoogte van ongeveer 2 meter boven NAP. Het zogeheten doorstroomgebied staat minimaal enkele keren per jaar, vooral in de wintermaanden, onder water. In de overige delen gebeurt dat veel minder vaak. Afhankelijk van de inrichting met kades kunnen deze gebieden eens in de 100 tot 1000 jaar meestromen. In de nieuwe situatie is het gebied, met name het doorstroomgedeelte, niet voor de huidige manier van landbouw geschikt. De maatregel biedt daarom kansen voor uitbreiding van natuur en recreatie in de Biesbosch. Het blijft een open gebied om, als het nodig is, het water ongehinderd te laten passeren. Uitgangspunt is dat voor de huidige bewoners de mogelijkheid wordt gecreëerd dat zij in de Noordwaard kunnen blijven wonen. De uitwerking 14 Tijdelijke kennisagenda Tab - bouwsteen voor Tab innovatieprogramma, 2010-2011