Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 12 september 2011

Vergelijkbare documenten
Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 2 november 2011

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 17 september 2015

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Partijen : Stichting <naam zorgaanbieder>, vertegenwoordigd door mevrouw A (directeur bestuurder), verder ook te noemen zorgaanbieder of verzoeker

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 17 maart 2015

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 23 november 2016

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 25 januari 2016

Partijen : <Zorgaanbieder>, vertegenwoordigd door <naam> bestuurder en <naam>, manager van de locatie <locatienaam 1>

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Het gewone en verzwaarde adviesrecht in de praktijk

De Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (LCvV)

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 11 juli 2016

UITSPRAAK. het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 30 december 2015

Samenwerkingsovereenkomst cliëntenraad en Bureau Beckers.

UITSPRAAK. de Ondersteuningsplanraad van de Stichting A te F, verzoeker, hierna te noemen de OPR gemachtigde: de heer mr. W.H.

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

belang van de ondernemingsraad. Om die reden geeft de kantonrechter voor dit deelbesluit wel vervangende toestemming.

geschil over toelating leerling. Het conflictueuze verleden met de moeder is nu geen grond om de leerling niet toe te laten tot de school.

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 19 november 2015

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 6 mei 2016

Uitspraak /1/R1

De aangeboden school voor so is voor de leerling voldoende nabij, waardoor op dit punt is voldaan aan de zorgplicht van de school.

Geschil over verwijdering. Het geschil over terugplaatsing naar 3 havo is ontvankelijk omdat dit in feite neerkomt op verwijdering.

U I T S P R A A K

Jaarbericht Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 27 januari 2015

Workshop: Wat zegt de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz)?

SAMENVATTING Instemmingsgeschil PO - artikel 10 onder h WMS (overdracht van de school)

Partijen : De cliëntenraad van <naam zorgaanbieder>, <naam afdeling>, vertegenwoordigd door de voorzitter en secretaris

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van de regionale scholengemeenschap A te B, verzoeker, hierna te noemen de MR

ECLI:NL:RBROT:2009:BH5922

Landelijke Geschillencommissie LPR GGZ Nederland

Bedrijfscommissie voor de Overheid, Kamer Lagere en Publiekrechtelijke Lichamen

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 25 april 2017

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

De tijdelijke waarneming van de directiefunctie dient op verschillende gronden voor advies voorgelegd te worden aan de (P)MR.

SAMENVATTING Klacht over onzorgvuldig handelen directie en MR bij invoering continue rooster; PO

Jaarbericht 2010 Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

UITSPRAAK. de deelmedezeggenschapsraad van het A te B, verzoeker, hierna te noemen de DMR gemachtigde: mevrouw mr. J.M.M. Janssen

Samenvatting. 1. Procedure

In het kort de taken en werkwijze van de cliëntenraad. In de statuten staan deze uitgebreid beschreven.

Landelijke geschillencommissie LPR - GGZ Nederland

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO

College voor geschillen medezeggenschap defensie

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

ECLI:NL:RBDHA:2013:7717

ROOKBELEID De Lichtenvoorde. Lichtenvoorde, februari P.R. Stroeve, adviseur personeelszaken

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J.

Bij verweerschrift van 4 mei 2016 heeft verweerster, mede onder verwijzing naar correspondentie met klager, gereageerd op de klacht.

UITSPRAAK. het bestuur van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag

SAMENVATTING Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding)

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

2009D Lijst van vragen totaal

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban. tegen

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het E, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

Afdeling bestunrsreclitspraak. Behandelend ambtenii;ir J. Jhauw

Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2015

Raadsbijlage Advies over het bezwaar van de heer drs. J.A. Zijlstra. jaar 2001 een subsidie toe te kennen

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder k WMS (beleid t.a.v. uitwisseling van informatie tussen bevoegd gezag en ouders)

UITSPRAAK. het bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen het bevoegd gezag

Adviesgeschil over het ontslag van een schoolleider, na mediation. UITSPRAAK

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 12 december 2018

SAMENVATTING Adviesgeschil PO - artikel 11 onder f WMS ( vaststelling of wijziging beleid m.b.t. organisatie van de school)

uitspraak van de voorzieningenrechter van 22 december 2016 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

Rabobank Nederland, gevestigd te Utrecht, hierna te noemen Aangeslotene.

Overeenkomst Cliëntenraad en de Zevenster

Instemmingsgeschil VO-artikel 12 lid 1 onder g WMS (toekenning generieke toelage teamleiders)

ADVIES / advies d.d. 6 februari 2018 pagina 1 van 5

SAMENVATTING UITSPRAAK. A, B, C, D, E, F, G, werknemers van ROC H, gevestigd te I, verzoekers, hierna te noemen de werknemers gemachtigde: de heer J

U I T S P R A A K

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar.

Betreft: Inbreng schriftelijke vragen 14 februari Wmcz 2018

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766

betreft: [klager] datum: 2 februari 2015

Te hoge huurprijs vastgesteld? Summiere onderbouwing taxatierapport. Gebrek aan communicatie.

ECLI:NL:RBOBR:2017:3205

UITSPRAAK. de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de PMR

VanState AfdeJing bestuursrechtspraak ^ ^ cf AoUito

SAMENVATTING Instemmingsgeschil instellen centrale stafeenheid; HBO

Interpretatiegeschil cao vo. Niet vastgesteld kan worden dat de werkgever artikel 8.1 lid 5 cao vo onjuist heeft toegepast.

1. Procedure. 2. Feiten

gelet op de artikelen 2.61 tot en met 2.69 van de Mediawet 2008; gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);

Samenwerkingsovereenkomst met de vertegenwoordiger van de cliënten en stichting De Schavuiten

ECLI:NL:CBB:2009:BH5223

Reglement Cliëntenraad Stichting Eilandzorg Schouwen-Duiveland

Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; hbo

UITSPRAAK. Het College van Toezicht van de Beroepsvereniging van Professionals in Sociaal Werk te Utrecht (hierna: college ),

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

ANONIEM BINDEND ADVIES

Transcriptie:

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraaknr. : 11-004 Datum : 12 september 2011 Partijen : De <naam zorgaanbieder>, onderdeel van <naam instelling>, vertegenwoordigd door <naam> (hoofd behandelzaken), <naam> (clustermanager bedrijfsvoering) en <naam> (directiesecretaris), verder ook te noemen verzoeker of zorgaanbieder en de Cliëntenraad van <naam zorgaanbieder>, onderdeel van <naam instelling, vertegenwoordigd door <naam> (vooorzitter), <naam> (lid), <naam> (lid) en <naam> (ondersteuner cliëntenraad). Verder ook te noemen verweerder of de cliëntenraad. Het geschil 1. Zorgaanbieder heeft een verzoek gericht aan de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (verder ook te noemen LCvV of de commissie) tot het doen van een bindende uitspraak over het voorgenomen besluit om in bepaalde gemeenschappelijke ruimtes van de forensisch psychiatrische kliniek (FPK) waar nu nog gerookt mag worden, voortaan het roken te verbieden. De cliëntenraad heeft hier een verzwaard negatief advies over gegeven. Het verloop van de procedure 2. Zorgaanbieder heeft het verzoekschrift met bijlagen d.d. 11 mei 2011 per e-mail aan de LCvV toegezonden. De cliëntenraad heeft een verweerschrift d.d. 31 mei 2011 ingediend (ontvangen op 8 juni 2011). Partijen hebben afschrift van elkaars stukken ontvangen. Wegens vakantie van de cliëntenraad ondersteuner heeft de hoorzitting, met goedvinden van beide partijen, eerst op 14 juli 2011 in de FPK te <plaatsnaam> plaatsgevonden. Een verslag van de zitting is op 2 augustus 2011 aan partijen toegezonden waar zij op 9 en 11 augustus op hebben gereageerd. Het verslag is op 15 augustus 2011 door de voorzitter vastgesteld. Standpunten van de zorgaanbieder, zakelijk en verkort weergegeven

3. Arbowetgeving schrijft voor dat werknemers een rookvrije werkplek moeten hebben. Het roken in bepaalde gemeenschappelijke open ruimtes, zoals thans in de FPK nog gedoogd wordt, kan ook daarom niet langer worden toegestaan. Deze ruimtes zullen de functie activiteitenruimte (terug)krijgen, voor spel, creativiteit, familiebezoek of gespreksruimte. Dit is ook in overeenstemming met de oorspronkelijke bestemming van die ruimtes volgens het ontwerp van het gebouw. De FPK is voorts vormgegeven met het oog op beveiliging en beheersing; er moet overzicht en controle mogelijk zijn en een afgesloten rookruimte verhoudt zich daar niet mee. 4. In de beginjaren van de FPK was roken nog algemeen geaccepteerd en niet gereguleerd zodat ook in de soosruimtes kon worden gerookt. In de loop der tijd is het roken hier echter centraal komen te staan en niet-rokende cliënten vermijden thans deze ruimtes zodat niet gezegd kan worden dat de ruimtes een algemeen sociale functie hebben. 5. Cliënten van de FPK zullen na invoering van het voorgenomen besluit nog kunnen roken op de eigen kamer, in de binnentuin en op de balkons. Dat rokende cliënten ten gevolge van deze voorgenomen wijziging minder op de groep aanwezig zullen zijn, zoals de cliëntenraad stelt, vindt zorgaanbieder een veronderstelling die niet door feiten gestaafd wordt. De voorspelde leegloop van de horeca tengevolge van invoering van een rookverbod is ook niet uitgekomen, aldus zorgaanbieder. 6. Het afsluiten van betreffende ruimtes, met een deur van plexiglas zoals op de KIB is gedaan, is in de FPK geen optie aangezien het hier een setting betreft waar goede observatie (auditief en visueel) van de cliënten belangrijk is. Bovendien kan niet uitgesloten worden dat medewerkers er naar binnen moeten hetgeen strijdig is met het recht op een rookvrije werkplek. De behandeling van cliënten van de FPK is gericht op terugkeer in de samenleving en in die samenleving is steeds verdere uitbreiding van rookverboden ook een gegeven. 7. De optie van het inpandig plaatsen van rookzuilen of cabines als alternatief is onderzocht maar te kostbaar en/of in strijd met de architectuur van de kliniek gebleken. Het alternatief van beschutting/luwte met verwarmingsmogelijkheid in de buitenruimtes te creëren (glasplaten en verwarmingselementen plaatsen) behoort nog steeds tot de mogelijkheden maar is tot dusver niet door de cliëntenraad geaccepteerd. Standpunten van de cliëntenraad, zakelijk en verkort weergegeven 8. De cliëntenraad stelt zich op het standpunt dat de ruimtes waar thans gerookt mag worden nu ook een sociale functie hebben. Er wordt bovendien ook door medewerkers gerookt zodat de door zorgaanbieder aangevoerde noodzakelijke interactie hier al wel plaatsvindt. Roken is voor het merendeel van de FPK cliënten heel belangrijk en klachten van clienten of medewerkers over de rookruimtes zijn de cliëntenraad niet bekend. LCvV uitspraak 11-004 2

9. De cliëntenraad vindt ook dat medewerkers en cliënten geen overlast van de rokers moeten ondervinden maar roken op de afdeling, binnen, moet volgens de cliëntenraad niet volledig onmogelijk worden. De cliëntenraad ziet nog wel alternatieve oplossingen zoals een volledig afgesloten rookzuil - formaat telefooncel-, met een goede luchtafzuiging. Het plaatsen van afdakjes en/of glazen platen in de buitenruimtes om voor de rokers beschutting te creëren wijst de cliëntenraad af omdat deze geen of onvoldoende bescherming bieden tegen kou, hitte en wind. Tegen de door zorgaanbieder aangevoerde bouw- /ontwerptechnische bezwaren brengt de cliëntenraad in dat aan het oorspronkelijke ontwerp ook reeds andere wijzigingen werden doorgevoerd, bijvoorbeeld de bestemming comfortroom in wat voorheen de wasruimtes waren. 10. De vergelijking met het rookverbod in de horeca gaat volgens de clientenraad niet op omdat een verblijf in de FPK niet vrijwillig is en men hier langdurig moet verblijven. Wanneer het besluit zou worden ingevoerd zullen rokende cliënten vaker op hun eigen kamer verblijven en minder aan het groepsproces deelnemen. De eigen kamers hebben geen afzuigsysteem en zullen dus erg rokerig worden als deze de functie van de huidige rookruimtes gaan overnemen. 11. In verschillende andere forensische behandelklinieken in Nederland zijn wel afgesloten rookruimtes voor de cliënten aanwezig. Eerdere managers van de FPK vonden het niet nodig om de ruimtes rookvrij te maken, het huidige management lijkt met het voorgenomen besluit een statement te willen maken. Overwegingen van de LCvV 12. Door de cliëntenraad is aangevoerd en door zorgaanbieder niet bestreden dat het hier gaat om de wijziging van een voor cliënten geldende regeling als genoemd in art. 3 eerste lid sub l WMCZ. Het recht van verzwaard advies kan de LCvV te dezen dan ook als gegeven aannemen en op grond van art. 4 tweede lid WMCZ kan de LCvV vervolgens bij het ontbreken van een positief advies van de cliëntenraad op verzoek van zorgaanbieder beoordelen of het besluit bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid genomen kan worden. 13. De formaliteiten van de adviesprocedure zijn naar oordeel van de LCvV zorgvuldig in acht genomen. Zorgaanbieder heeft het advies tijdig en op juiste grondslag gevraagd, de cliëntenraad is van voldoende informatie voorzien en er is op begrijpelijke wijze ingegaan op vragen en argumenten die de cliëntenraad heeft aangevoerd. Daarnaast houdt de marginale redelijkheidstoets in dat de LCvV beoordeelt of er een inzichtelijke belangenafweging is gemaakt. 14. De LCvV overweegt dat zorgaanbieder in acht heeft te nemen de Tabakswet, de Arbowet, het Besluit Arbeidsplaatsen en het Besluit Uitzonderingen Rookvrije Werkplek. De branchenormering over dit onderwerp is onder meer uitgewerkt in de publicatie Rookbeleid in de GGZ en Verslavingszorg, (GGZ Nederland 2005). LCvV uitspraak 11-004 3

15. Uit voornoemde wet- en regelgeving en de branchenormering volgt dat zorgaanbieder zijn werknemers een werkomgeving dient te bieden waar zij geen hinder of overlast ondervinden van tabaksrook. Het Besluit Uitzonderingen Rookvrije Werkplek maakt het daarbij mogelijk om bepaalde ruimten uit te zonderen van het recht op een rookvrije werkplek. Voor de geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg worden onder deze uitzondering geschaard: de voor de cliënt als privé aan te merken ruimten (de eigen kamer), speciale afgesloten rookruimten en de open lucht. Een zorgaanbieder is op grond van voornoemde regelingen niet verplicht om inpandig een afgesloten rookruimte te creëren maar dit is wel mogelijk. Zorginstellingen dienen hun rookbeleid (decentraal) af te stemmen op de uiteenlopende doelgroepen en op de eigenheid van een locatie, aldus de branchenormering. 16. Het voorgenomen besluit van zorgaanbieder om de ruimtes waar thans nog gerookt mag worden, en die in het FPK cliëntenvoorlichtingsmateriaal zelfs als voorziening genoemd worden, rookvrij te gaan maken, is onder meer gebaseerd op het argument dat deze ruimtes niet langer onttrokken moeten worden aan het algemeen gebruik. De ruimtes zijn nimmer bedoeld of aangewezen als rookruimte maar hebben gaandeweg die functie ingenomen. Door de ruimtes af te sluiten, zoals door de cliëntenraad is voorgesteld en zoals op de KIB is geschied, zouden deze definitief vervallen als gemeenschappelijke ruimte. Daarbij wordt het afsluiten van gemeenschappelijke ruimtes niet passend gevonden in het forensisch behandelmilieu, zowel uit oogpunt van de doelgroep als vanwege de inrichting van het gebouw. Alternatieven zijn onderzocht waaruit naar voren kwam dat een inpandig alternatief niet redelijkerwijs tot de mogelijkheden behoort doch dat een beschutte en door straalkachel te verwarmen rookplek buiten wel zou kunnen. 17. Dit alles afwegend komt de LCvV tot het oordeel dat het besluit van zorgaanbieder niet onredelijk te noemen is. 18. Hierbij wil de LCvV evenwel niet onvermeld laten dat de cliëntenraad in dezen eveneens blijk heeft gegeven van een redelijke opstelling. Met name het door de cliëntenraad aangevoerde argument dat het besluit voor vele clienten van de FPK een verarming van het leefklimaat zal inhouden, wordt door de LCvV erkend. De redelijkheidstoets die de LCvV op grond van de WMCZ heeft te verrichten strekt zich echter niet uit over het advies van de cliëntenraad maar ziet op beoordeling van het besluit van zorgaanbieder. Oordeel Het bovenstaande leidt tot het volgende oordeel van de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden: Het besluit van zorgaanbieder om in bepaalde gemeenschappelijke ruimtes van de FPK te <plaatsnaam> waar nu nog gerookt mag worden, voortaan het roken te verbieden, kan in redelijkheid genomen worden. LCvV uitspraak 11-004 4

Deze uitspraak is vastgesteld door de voorzitter van de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden, de heer mr. J.L.P.G. van Thiel, en de leden de heer P.O. Manni en mevrouw mr. dr. B.J.M. Frederiks. Utrecht, 12 september 2011 mr. J.L.P.G. van Thiel voorzitter mr. L. Bos secretaris LCvV uitspraak 11-004 5