Copyright SBR, Rotterdam
Colofon Rapporteur: ir. D. Spekkink, EGM onderzoek bv, Dordrecht Vormgeving: RePro Slotboom, Breda Druk: W.D. Meinema B.V., Delft Copyright SBR, Rotterdam
lil stichting bouwresearch Prestatiebeginsel en aanbiedingskosten Naar een aanpak voor de verrekening van aanbiedingskosten bij aanbestedingen volgens het prestatiebeginsel Rotterdam, augustus 1998 Copyright SBR, Rotterdam
DOELSTELLING STICHTING BOUWRESEARCH Stichting Bouwresearch (SBR) verleent de bouwnijverheid hulp bij het voorkomen en het oplossen van knelpunten bij toepassing van nieuwe inzichten en ontwikkelingen gericht op verbetering van kwaliteit, productiviteit, arbeidsomstandigheden en zorg voor de werkgelegenheid. Belangrijke doelstellingen zijn: Het verzamelen van knelpunten en het waarnemen van relevante ontwikkelingen voor de bouwnijverheid. Het stimuleren van de coördinatie van de programmering van onderzoek. Het leidinggeven aan onderzoekprojecten. Het verspreiden en uitdragen van de resultaten naar alle geledingen van de bedrijfstak. De Stichting en degenen die aan dit product hebben meegewerkt hebben een zo groot mogelijke zorgvuldigheid betracht bij het verwerken - naar de laatste inzichten - van de opgenomen gegevens. De mogelijkheid dat zich desondanks toch onjuistheden en/ of onvolkomenheden kunnen voordoen, kan niet worden uitgesloten. De gebruiker van het product aanvaardt daarvoor het risico. De Stichting sluit, mede ten behoeve van degenen die aan dit product hebben meegewerkt, iedere aansprakelijkheid uit voor schade die mocht voortvloeien uit het gebruik van informatie uit dit product. Stichting Bouwresearch. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, getransformeerd tot software, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opname of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel16b Auteurswet 1912 in verbinding met het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 882, 1180 AW Amstelveen). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient u zich te richten tot: Stichting Bouwresearch, Postbus 1819,3000 BV Rotterdam. No part of th is book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm, stored in a database or retrieval system, or any other means without written permis sion from the Stichting Bouwresearch. Copyright SBR, Rotterdam
Inhoud Woord vooraf 1. Inleiding 1.1 Aanbiedingskasten: een belemmering voor de toepassing van het prestatiebeginsel 1.2 Voor vragers en aanbieders 1.3 Het onderzoek 1.4 Opbouw van de publitie 2. Het prestatiebeginsel in kort bestek 2.1 De principes 2.2 Aanbesteding volgens het prestatiebeginsel 2.3 Motieven voor aanbesteden volgens het prestatiebeginsel 5 7 7 7 8 8 9 9 9 11 / " ( 3. Hoe om te gaan met aanbiedingskosten? 3.1 De stand van zaken 3.2 Een kansrijk perspectief voor de toekomst 4. Verwante ontwikkelingen 17 4.1 Inleiding 17 4.2 Mededinging en rekenvergoedingen 17 4.3 Design and Build 18 4.4 Ontwerpwedstrijden 20 13 13 15 Bijlage 1: Interviewresultaten 23 Bijlage 2: Model voor de aankondiging van een getrapte aanbesteding op basis van het prestatiebeginsel 33 Bijlage 3: Literatuur prestatiebeginsel 39 stichting bouwresearch Copyright SBR, Rotterdam 3
I::: 'In o ) I::: 'ti.c I::: I::: ai ) I:::.c '';::.. )..... 4 Copyright SBR, Rotterdam stichting bouwresearch
Woord vooraf Het prestatiebeginsel vormt de laatste jaren een belangrijk onderwerp van discussie bij opdrachtgevende, ontwikkelende, ontwerpende en uitvoerende partners in de bouw. Een essentieel uitgangspunt bij deze belangrijke innovatie van het bouwproces is, dat de uitvoering van een bouwwerk zoveel mogelijk wordt aanbesteed op basis van functionele prestatie-eisen. De uitwerking in technische oplossingen wordt overgelaten aan de aanbieders. Stichting Bouwresearch heeft de afgelopen jaren diverse publities over het prestatiebeginsel op de markt gebracht, veelal in samenwerking met VGBouw en/of de Rijksgebouwendienst (Rgd). Een belangrijke uitgave in dit verband is SBR 63.348.B.95 'Het prestatiebeginsel, begrippen en contracten' waarin de achtergronden, doelstellingen en principes van het prestatiebeginsel worden toegelicht. Daarnaast ontwikkelde SBR onder meer handleidingen voor het opstellen van vraag- en aanbodspecifities en voor het toetsen van 'aangeboden prestaties' op basis van een eerste ontwerp (structuurontwerp). Prestatie-eisen spelen tevens een centrale rol in publities als SBR 64.258.H.96 'Programma van Eisen: instrument voor kwaliteitsbeheersing' en SBR 64.388.H.96 'Van Programma van Eisen naar Bestek'. Een volledig overzicht van de aan het prestatiebeginsel gerelateerde publities is opgenomen in bijlage 3 van deze handleiding. ( Gezien het belang van het prestatiebeginsel voor de industriële ontwikkeling van de bedrijfstak Bouw is begin jaren negentig besloten 'prestaties' te benoemen als één van de speerpunten van SBR. Er is voor gekozen twee belangrijke knelpunten te onderzoeken: de opbouw van de vraagformulering; (vormen van/procedures voor) aanbestedingen op basis van het prestatiebeginsel. De eerste praktijkervaringen met aanbestedingen op basis van het prestatiebeginselleren, dat de kosten voor het maken van aanbiedingen op basis van een vraagspecifitie een knelpunt vormen voor brede toepassing van het prestatiebeginsel in de Nederlandse bouwpraktijk. Dit was voor SBR aanleiding nader aandacht te besteden aan de aanbiedingskosten met de bedoeling tot reële oplossingen te komen voor dit knelpunt. Er is een onderzoek gestart, waarin praktijkervaringen en inzichten van betrokkenen bij aanbestedingen op basis van het prestatiebeginsel zijn geïnventariseerd. Tevens is gekeken naar een aantal verwante ontwikkelingen in binnen- en buitenland. De rapportage van het onderzoek, uitmondend in een model-aanpak voor aanbestedingen op basis van het prestatiebeginsel, ligt thans voor u. Het onderzoek en de rapportage zijn verzorgd door ir. D. Spekkink, EGM onderzoek bv te Dordrecht. Het onderzoek is financieel mede mogelijk gemaakt door het Ministerie van VROM-Rijksplanologische dienst te Den Haag. stichting bouwresearch 5 Copyright SBR, Rotterdam
.. VI c:: o.:0= VI c:: " :.c c:: c:: Qi VI c::.c ;.. VI.. a.. 6 stichting bouwresearch Copyright SBR, Rotterdam
1. Inleiding 1.1 Aanbiedingskosten: een belemmering voor de toepassing van het prestatiebeginsel Het prestatiebeginsel vormt een breed toepasbaar concept, dat in de bouwpraktijk op diverse manieren en binnen alle mogelijke bouworganisatiemodellen kan worden toegepast. Het beginsel wordt in kort bestek beschreven in hoofdstuk 2 van deze handleiding. Eén van de uitgangspunten is dat de uitvoering van een bouwwerk zoveel mogelijk wordt aanbesteed op basis van functionele prestatie-eisen. De uitwerking in technische oplossingen wordt overgelaten aan de aanbieders. } De aanbiedingskosten, de kosten die aanbiedende partijen moeten maken om tot een technisch en financieel goed onderbouwde aanbieding te komen, spelen een belangrijke rol wat betreft de beeldvorming over het prestatiebeginsel. De aanbiedingskosten liggen namelijk op een heel ander, hoger niveau dan bij traditionele aanbestedingen of de prijsvorming bij bouwteamprojecten. Dit hangt samen met de ontwerpkosten die aanbieders moeten maken bij de uitwerking van de functionele eisen. Dit kostenniveau is een belangrijke belemmering voor de toepassing van het prestatiebeginsel. Wanneer de aanbiedingskosten hoog zijn en niet verrekenbaar, dan zijn enerzijds de aanbieders minder geïnteresseerd in het doen van aanbiedingen. Verrekening van alle kosten van de inschrijvers weerhoudt vragers er anderzijds van te kiezen voor het prestatiebeginsel. Wil werken volgens het prestatiebeginsel in het algemeen een bredere toepassing vinden, dan moet er meer helderheid komen over de wijze waarop vragende en aanbiedende partijen dienen om te gaan met aanbiedingskosten bij aanbestedingen volgens het prestatiebeginsel. 1.2 Voor vragers en aanbieders Deze handleiding is bedoeld voor betrokkenen aan zowel de vraag- als de aanbodzijde: opdrachtgevers en hun organisaties; bouwpartners en hun organisaties. Voor opdrachtgevers is het met name interessant om kennis te nemen van de overwegingen, motieven en ervaringen van enkele van hun 'grote' collega's uit de industrie, te weten de NAM en Hoogovens. In hun sectoren is de kwaliteit van de installaties (het machinepark) essentieel voor een goede uitvoering van de kernactiviteiten. Dat de technische kwaliteit van die installaties goed moet zijn, is vanzelfsprekend, maar nog belangrijker is de performance. Bij bedrijven als de NAM en Hoogovens is het prestatiebeginsel, het denken in en het aanbesteden op basis van functionele specifities, dan ook al veel meer usance dan in de bouw. Tegen die achtergrond zijn deze bedrijven eerder geneigd het prestatiebeginsel ook toe te passen in de bouwopdrachten die ze te vergeven hebben. Natuurlijk heerst er een heel andere cultuur die niet zomaar kan worden overgeplant op de bouw, maar er valt zeker lering te trekken uit het kijken naar andere sectoren. Bouwpartners en hun organisaties kunnen hun voordeel doen met het kennisnemen van de ervaringen en inzichten van collega's die al betrokken zijn (geweest) bij prestatie-aanbestedingen. Zij kunnen daarop hun eigen mening en beleid ten aanzien van het prestatiebeginsel en aanbestedingen op basis van dat beginsel bijstellen. stichting bouwresearch Copyright SBR, Rotterdam 7
1.3 Het onderzoek Aan deze handleiding ligt een verkennend onderzoek ten grondslag, dat heeft bestaan uit het houden van een reeks interviews en een literatuurstudie. I:... 1/1 o 1/1 I: :c :ei I: I: Qj 1/1 I:.c.;::;..... 1/1 c.. De interviews zijn gehouden met vertegenwoordigers van bedrijven die ervaring hebben opgedaan met prestatie-aanbestedingen. Er is gesproken met opdrachtgevers, architecten, een bouwmanager en functionarissen van uitvoerende bouwbedrijven. In het literatuuronderzoek is gekeken naar een aantal verwante ontwikkelingen die in de bouw te bespeuren zijn zoals: de opmars van Design & Build in (met name) Engeland; nieuwe afspraken tussen overheid en marktpartijen over mededinging en reken vergoedingen bij 'reguliere' bouwprojecten (hiertoe is onder meer een gesprek gevoerd met een juridisch medewerker van het AVBB); afspraken tussen overheid en marktpartijen over de aanpak van ontwerpwedstrijden zoals architectuurprijsvragen en meervoudige opdrachten. Op grond van de interviews en de literatuurstudie zijn door de rapporteur conclusies en aanbevelingen geformuleerd. Het geheel is besproken in een klankbordgroep. De handleiding bevat geen ultieme oplossingen voor het omgaan met aanbiedingskosten. Wel worden invloedsfactoren, oplossingsrichtingen en gedragslijnen aangeduid. Het doel van de handleiding is het leveren van een objectieve bijdrage aan de menings- en beleidsvorming in de markt. 1.4 Opbouw van de handleiding In hoofdstuk 2 wordt het prestatiebeginsel in kort bestek samengevat. In hoofdstuk 3 worden de resultaten van het onderzoek samengevat. De eerste paragraaf, 'Stand van zaken', bevat een weergave van de meningen van ervaringsdeskundigen over de problematiek van de aanbiedingskosten bij aanbestedingen volgens het prestatiebeginsel. In de tweede paragraaf van hoofdstuk 3 wordt een mogelijke oplossing van het knelpunt van (te) hoge aanbiedingskosten beschreven. Hoofdstuk 4 gaat in op de eerder genoemde ontwikkelingen die in meer of mindere mate verwant zijn aan de problematiek van aanbestedingen volgens het prestatiebeginsel.!, Bijlage 1 bevat een uitgebreide beschrijving van de interviewresultaten. Deze resultaten zijn geordend aan de hand van een aantal stellingen die in de interviews als uitgangspunten voor het gesprek zijn gebruikt. In bijlage 2 is een model beschreven voor het aankondigen van een aanbesteding op basis van het prestatiebeginsel met voorafgaande selectieprocedure. Een dergelijke procedure is in het onderzoek naar voren gekomen als een aantrekkelijke optie voor de oplossing van het probleem van de te hoge aanbiedingskosten. Bijlage 3 geeft een overzicht van publities die gerelateerd zijn aan het prestatiebeginsel. 8 Copyright SBR, Rotterdam stichting bouwresearch