training sociale vaardigheden



Vergelijkbare documenten
Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

voorwoord VOORBEELDPAGINA S Bestelnr De ander en ik

HANDIG ALS EEN HOND DREIGT

3 Pesten is geen lolletje

Deze folder legt uit hoe je SNAP kan gebruiken voor een blijvende verandering.

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Ik ga een grote uitdaging niet uit de weg. Taken die moeilijk zijn, vind ik veel leuker dan eenvoudige taken.

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

Verbindingsactietraining

Trainershandleiding Brugklas Bikkels. Inkijkexemplaar

Waar gaan we het over hebben?

Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 10: Hoe zeg ik nee. Lesoverzicht. Basis

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld:

4 Denken. in het park een keer gebeten door een hond. Als Kim een hond ziet wil ze hem graag aaien. Als

1. Als iemand mij in een groep onverwacht een vraag stelt, kan ik rustig een antwoord bedenken/geven. Nooit Soms Regelmatig Vaak Altijd

Bijlage 1 Thema 1. De helppagina van een tijdschrift

Werkboek Het is mijn leven

6.2.1 Dealen met afleiding onderweg

Thema Gezondheid. Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht.

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Handleiding lesmethode Groep 5 & 6 Bikkels in de dop. Inkijkexemplaar

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

Online Titel Competentie Groepsfase Lesdoel Kwink van de Week

Hoofdstuk 2. Contact maken, inlichtingen verstrekken en onderhandelen

Stap 6. Stap 6: Deel 1. Changes only take place through action Dalai Lama. Wat ga je doen?

Tijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen.

Assertiviteit. BOL 1 e jaars AG studenten

150 Tips om kinderen te laten zien dat je om ze geeft!

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

TEST 1: Eerst denken of eerst doen? Kruis steeds het antwoord aan dat het best bij jou past. Probeer zo eerlijk mogelijk te antwoorden.

Ik ben BANG. oefenboekje om te leren omgaan met angst. Steef Oskarsson. Copyright Steef Oskarsson

Deze gevoelens en emoties blijven bestaan totdat jij er aan toe bent om ze te uiten.

Meten van mediawijsheid. Bijlage 6. Interview. terug naar meten van mediawijsheid

Kinderfolder ALS JE EEN GELEIDEHOND TEGENKOMT

Creatief en flexibel toepassen van Triplep. Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus

Luisteren en samenvatten

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

voor leerlingen Pesten op het werk VRAGEN EN OPDRACHTEN

Samen werken = samenwerken bij De Belvertshoeve

Lesmateriaal bij de voorstelling: Zwemmen Zonder Mouwen

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

FEEDBACK GEVEN IN ZELFSTURENDE TEAMS. Yvette Paludanus

Beertje Bruin zegt dan: Ik heb van moeder Beer gehoord dat je erg verdrietig

WERKBLADEN Seksuele intimidatie

Afgesproken verdeling van de boeken over de groepen

Inleiding. Veel plezier!

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van jaar

Handleiding lesmethode Groep 8 Brugklas Bikkels. Inkijkexemplaar

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken

Waar gaan we het over hebben?

LESBRIEF BIJ STAGE LOPEN

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Feedback Project Ergonomisch Ontwerpen

Mentorlessen. Klas:...

PeerEducatie Handboek voor Peers

Gevaarlijke liefde. Weet jij wie die jongen is? Zit hij ook bij ons op school? Mooi hè, Kim? Maar wel duur! Ik geloof dat hij Ramon heet!

Wat gebeurt er als iemand zich in de mindere positie voelt? Meer over het instinct voor zelfbehoud

1 Kies je onderwerp Samen met je buurman of buurvrouw. Ons onderwerp: Voorbeeld: Michael Jackson was de beste artiest ooit! Nu jullie!

Reflectiegesprekken met kinderen

EFT kinderinstructiekaart voor pesten

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren'

Groep 1, 2 Thema 1 De groep? Dat zijn wij! 1. Hallo, hier ben ik! Samen plezier maken en elkaar beter leren kennen.

Laten we eens inzoomen op het proces van afwijzing. Wat gebeurt er precies?

gedragsregel in verhaal: pesten

WERKBOEK Loopbaanbegeleiding

Inleiding. OMGANGSKUNDE OEFENINGEN Isa Goossens

TIPS VOOR DOCENTEN. Kim Koelewijn. Nu met nog meer tranen! HUIL! Het lucht op Vergroot je woordenschat rondom emoties, en laat je lekker gaan

De leerlingen leren dat gedachten invloed hebben op gevoelens

Er is toch niemand die jou aardig vindt. SUKKEL.

13 Jij en pesten. Ervaring

Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School

AMIGA4LIFE. Hooggevoelig, wat is dat? T VLAARDINGEN

Gevoelens uitbeelden. lesblad 1a. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. les. les

Wil jij minderen met social media?

Waarom dit boek? 7. 1 De ik-fabriek, wat is dat? Lichaamsseintjes Je lichaam is net een fabriek 17

Formeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam.

Als je ergens heel erg bang voor bent, dan heb je angst. Je hebt bijvoorbeeld angst voor de tandarts.

pest eruit? De baas spelen

Handboek NT2 in het volwassenenonderwijs

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

OEFENING OM DE CLIËNT BEWUST TE MAKEN VAN EIGEN COMMUNICATIESTIJL OP HET ASSERTIEVE SPECTRUM EN EIGEN VAARDIGHEDEN TE ONTWIKKELEN.

6555 BW Wat kun je doen als je te snel boos bent.indd 12

JUST BE YOU.NL. Het mooiste wat je kunt worden is jezelf! 23 tips voor direct meer zelfvertrouwen. Marian Palsgraaf -

Gezond thema: DE HUISARTS

Wees duidelijk tegen je klanten

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Moeilijke kindervragen

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

HOE NIEMAND MIJ GELOOFDE EN IK BIJNA ALLES VERLOOR

Lesbrief. groep 1-4. bij de verteltheatervoorstelling. Winnie de Poeh: het verhaal van Kanga en Roe. door Marjo Dames / Sterk-Verhaal

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

hoe we onszelf zien, hoe we dingen doen, hoe we tegen de toekomst aankijken. Mijn vader en moeder luisteren nooit naar wat ik te zeggen heb

Ontdek je kracht voor de leerkracht

ADHD en lessen sociale competentie

6,6. Werkstuk door een scholier 2141 woorden 6 januari keer beoordeeld. Nederlands

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor

Transcriptie:

training sociale vaardigheden voor jongeren M. Doornbosch & J.Jonkers 2006 Cartoons T. Rivera Rodriguez

Inhoud Bijeenkomst 1... 2 Thema: een praatje maken... 2 Thema: gevoelens... 2 Thema: iets aardigs zeggen over jezelf... 3 werkblad 1a... 5 werkblad 1b... 6 Klussen bijeenkomst 1... 7 Bijeenkomst 2... 8 Thema: non verbaal gedrag... 8 Thema: aardig doen tegen een ander... 8 Thema: reageren op complimenten... 9 werkblad 2a...11 werkblad 2b...12 Klussen bijeenkomst 2...13 Bijeenkomst 3...14 Thema: iets vragen aan een ander...14 werkblad 3...17 Klussen bijeenkomst 3...18 Bijeenkomst 4...19 Thema: onderhandelen...19 werkblad 4...21 Klussen bijeenkomst 4...22 Bijeenkomst 5...23 Thema: invoegen...23 werkblad 5...25 Klussen bijeenkomst 5...26 Bijeenkomst 6...27 Thema: iets weigeren...27 werkblad 6...29 Klus bijeenkomst 6...30 Bijeenkomst 7...31 Thema: als je last hebt van iemand...31 Klus bijeenkomst 7...33 werkblad 7...34 Bijeenkomst 8...35 Thema: excuses...35 werkblad 8...37 Klus bijeenkomst 8...38 Bijeenkomst 9...39 Thema: pesten...39 werkblad 9...41 Klus bijeenkomst 9...42 Bijeenkomst 10...43 Thema: negeren...43 werkblad 10...45

Bijeenkomst 1 Inleiding Welkom, uitleg en afspraken Voorstellen Iedereen vertelt iets over zichzelf en waarom hij/zij in de groep zit Thema: een praatje maken Uitleg: als je vragen stelt aan een ander kan je hem/haar beter leren kennen, doorvragen is belangrijk om te laten zien dat je echt geïnteresseerd bent. Door iets over jezelf te vertellen kan de ander jou ook weer beter leren kennen. Modelling eenmaal onhandig - Kijk de ander aan - Praat duidelijk - Laat de ander uitpraten - Stel vragen - Beweeg niet teveel - Laat merken dat je de ander begrijpt. Modelling handig (zie bijlage) Oefening (geen rollenspel) Praat met je buurman, wissel na 5 minuten, probeer zoveel mogelijk aan de weet te komen, en onthoud het goed. (Discussie: mogelijke gesprekonderwerpen) elkaar introduceren in de groep iedereen vertelt over degene met wie hij/zij gepraat heeft Thema: gevoelens Discussie: hoe weet je nou dat iemand bang, boos, blij, verdrietig, verrast, jaloers et cetera is? Hoe kan je dat zien of horen. Hoe ziet dat er bij jou zelf uit? En hoe voelt het in je lichaam? Bijvoorbeeld: kramp in je nek, vlinders in je buik, licht in je hoofd. Laat merken hoe je je voelt Spruitjes (bijlage b.)

Thema: iets aardigs zeggen over jezelf Zittend in kring; iedereen zegt om de beurt iets aardigs over zichzelf: iets wat je goed kan, uiterlijk, karakter. Alle dimensies komen aan bod. Dus zeker 3 keer. (Ik vind het leuk aan mezelf dat ) Uitleg: gevoelens (bang, boos, blij en bedroefd) komen niet uit de lucht vallen maar hebben te maken met wat je denkt. het hoe voel je je spel (bijlage c.) Laat merken hoe je voelt door - Stem - Gezicht - Houding

bijlage bijeenkomst 1 a. modelling: A: hoe heet jij? B: ik ben A: ik heet, zit jij op sport? B: ja, op voetbal A: in welk team? (doorvragen) B: B2 A: en op welke positie? B: rechts voor A: leuk zeg, ik zit op karate. (Stop) Let goed op juist voordoen van de leerpunten aankijken, duidelijk praten en niet teveel bewegen. Bij de onhandige modelling doe je subassertief het tegenovergestelde (niet aankijken, veel zenuwachtig of ongeïnteresseerd bewegen, mompelen en door de ander heen praten). Hou het kort en zeg duidelijk stop om aan te geven dat het klaar is. b. vanavond eten we spruitjes in de staande kring laten merken hoe je je voelt bij het uitspreken van zinnen: zeg: vanavond eten we spruitjes alsof je het vies vindt, en dan alsof je het lekker vindt en dan echt. En vanavond gaan we op visite met de stem en gezichtsuitdrukking die erbij hoort (de rest raadt wat je ervan vindt). c. het hoe voel je je spel hiervoor heb je 4 smilies nodig op A3 formaat van de emoties bang, boos, blij en bedroefd. Leg de smilies aan een kant van de ruimte en stel de groep aan de ander kant op. Lees situaties voor en laat ze gaan staan bij het gevoel (maar dat kunnen er ook meerdere zijn) dat erbij past. Vraag aan enkelen om te zeggen ik sta bij, omdat. Situaties: je moet naar de tandarts je ouders gaan vanavond weg iemand zegt dat je schoenen niet deugen je bent net naar de kapper geweest en iemand zegt iets vervelends je krijgt je proefwerk terug met een onvoldoende je beste vriend wil geld van je lenen maar je hebt het niet et cetera

werkblad 1a een praatje maken en actief luisteren In deze bijeenkomst hebben we geoefend hoe je interesse in iemand anders kan tonen en meer te weten kan komen over iemand: Als je vragen stelt aan een ander kan je hem/haar beter leren kennen, doorvragen is belangrijk om te laten zien dat je echt geïnteresseerd bent. Door iets over jezelf te vertellen kan de ander jou ook weer beter leren kennen. - Kijk de ander aan - Praat duidelijk - Laat de ander uitpraten - Stel vragen - Beweeg niet teveel - Laat merken dat je de ander begrijpt. Als iemand je iets vertelt is het handig niet steeds over je eigen ding te beginnen. Actief luisteren doe je door je aandacht erbij te houden. Dat doe je door te herhalen wat de ander tegen je zegt, als het kan in andere woorden en samen te vatten.

werkblad 1b gevoelens en complimenten aan jezelf In deze bijeenkomst hebben we geoefend met gevoelens: Bang, Boos, Blij en Bedroefd. Hoe weet je nou dat iemand bang, boos, blij, verdrietig, verrast, jaloers et cetera is? Hoe kan je dat zien of horen. Hoe ziet dat er bij jou zelf uit? En hoe voelt het in je lichaam? Bijvoorbeeld: kramp in je nek, vlinders in je buik, licht in je hoofd. Laat merken hoe je voelt door - Stem - Gezicht - Houding schrijf iets over jezelf waar je trots op bent:

Klussen bijeenkomst 1 1. voer een gesprekje met iemand en stel vragen, vul in: a. met wie heb je gepraat? b. waar ging het over? c. heb je de leerpunten toegepast? d. was je tevreden? 2. schrijf deze week twee keer op hoe je je voelde en waarom: a. dit gebeurde: b. ik voelde me: c. want: a. dit gebeurde: b. ik voelde me: c. want:

Bijeenkomst 2 Namen leren (bijlage 1) Rondje bijpraten benadruk het belang van vragen stellen Klus Thema: non verbaal gedrag Uitleg: niet alleen wat je zegt is belangrijk maar ook hoe je het zegt. Door je stem, houding, oogcontact en gezichtsuitdrukking kan je beter duidelijk maken wat je bedoelt. Dit heet non verbaal gedrag. Als je boos bent op iemand maar je glimlacht dan klopt het niet. Oefening (bijlage a) Zorg dat wat je zegt klopt met hoe je het zegt en hoe je je voelt: - Houding: als je er stevig bij staat voel je je zekerder - Oogcontact: kijk de ander aan - Gezichtsuitdrukking: moet passend zijn - Stem: hard en duidelijk genoeg Thema: aardig doen tegen een ander Uitleg: het is fijn als iemand iets leuks tegen je zegt of je helpt met een probleem. Omgekeerd is het ook aardig om waardering tegen anderen te uiten of te zorgen voor iemand die verdrietig is. Mensen die aardig doen worden aardig gevonden, en hebben meer vrienden. Discussie: welke ervaring heeft men met het thema? Spelen hier niet helpende gedachten nog een rol? Rollenspel: introduceer de methode (bijlage 3). Modelling: subassertief en agressief - Spreek de ander aan - Laat de ander uitpraten, toon interesse - Kijk de ander aan - Spreek op vriendelijke toon - Sta er stevig bij Modelling handig (zie bijlage 4) 00.30

Rollenspel: speel situaties uit die in de discussie genoemd werden, met toestemming natuurlijk. Kies anders situaties uit bijlage 3. Thema: reageren op complimenten Bespreek en oefen in de kring mogelijke reacties (dank je wel, leuk dat je het zegt, dat vind ik zelf ook). Geef de deelnemers complimenten en laat ze reageren. Laat de deelnemers hun buurman/vrouw een compliment geven en reageren. een valkuil is dat je als je een complimentje krijgt jezelf neerhaalt door te zeggen ach, valt wel mee. Yell

Bijlagen bijeenkomst 2 1. namen leren een manier om de namen te leren is: sta in een kring, klap met de handen een ritme (bijvoorbeeld 1, 2, 3), op 2 doe je je rechterduim over je rechterschouder en op 3 dan je linkerduim over je linkerschouder, herhaal een paar keer tot het ritme er goed in zit: klap, duim, duim. (je kan het ook ingewikkelder maken!). Dan zeg je, op 2, als je je rechterduim over je rechterschouder doet, je eigen naam en met 3 (linkerduim) iemand ander, en die gaat door. Als je een fout maakt ben je af. krantenspel: de tikker staat in de kring; moet met een opgevouwen krant iemand uit de kring proberen te tikken (op de benen). Door snel de naam van een ander groepslid te roepen kan diegene voorkomen dat hij getikt wordt en moet de tikker degene van wie de naam genoemd is tikken, die dan weer snel de naam van een ander noemt, etc. a. oefening Houding: in een staande kring houdingen oefenen ga er allemaal maar eens zielig, stoer, agressief, stevig bij staan. Dit kan je uitbreiden met in de lucht springen van blijdschap, knikkende knieën van angst, ontploffen van boosheid, et cetera. 2. bij het rollenspel gelden de volgende regels: iedereen komt aan de beurt als er gespeeld wordt let de rest aandachtig op en leidt niet af de groep geeft feedback: eerst wat er goed ging (top, plus) en dan wat er beter kan (tip, VVV (voor verbetering vatbaar)) 3. situaties: iemand is nieuw en voelt zich niet op zijn/haar gemak iemand is naar de kapper geweest een vriend van je vertelt dat zijn sportschoenen zijn gestolen iemand zijn verkering is uit iemand zijn moeder is ernstig ziek je wilt je leraar bedanken die je heeft geholpen je zegt tegen je vrienden dat je ze graag mag 4. modelling: (B. is nieuw en voelt zich niet op zijn gemak) A: hallo, ben jij hier voor het eerst? B: ja A: hoe heet je? B: A: ik ben, zal ik je even de rondleiden? B: ja, graag er is niet voor ieder sociale situatie een script.

werkblad 2a non verbaal gedrag In deze bijeenkomst hebben we geoefend met de manier waarop je kan laten merken dat je meent wat je zegt. Niet alleen wat je zegt is belangrijk maar ook hoe je het zegt. Door je stem, houding, oogcontact en gezichtsuitdrukking kan je beter duidelijk maken wat je bedoelt. Dit heet non verbaal gedrag. Als je boos bent op iemand maar je glimlacht dan klopt het niet. Zorg dat wat je zegt klopt met hoe je het zegt en hoe je je voelt: - Houding: als je er stevig bij staat voel je je zekerder - Oogcontact: kijk de ander aan - Gezichtsuitdrukking: moet passend zijn - Stem: hard en duidelijk genoeg

werkblad 2b aardig doen en reageren op complimenten In deze bijeenkomst hebben we geoefend met iemand helpen en ook met bedanken als iemand aardig tegen je is. Het is fijn als iemand iets leuks tegen je zegt of je helpt met een probleem. Omgekeerd is het ook aardig om waardering tegen anderen te uiten of te zorgen voor iemand die verdrietig is. - Spreek de ander aan - Laat de ander uitpraten, toon interesse - Kijk de ander aan - Spreek op vriendelijke toon - Sta er stevig bij Schrijf iets aardigs op over je buurman/vrouw:

Klussen bijeenkomst 2 1. het komt deze week vast voor dat je met iemand praat, schrijf het volgende op: a. met wie heb je gepraat? b. keek je de ander aan? c. praatte je hard en duidelijk genoeg? d. stond je er stevig bij? 2. zeg deze week twee keer iets aardigs tegen een ander: a. ik zei iets aardigs tegen: b. ik zei: c. wat deed de ander: a. ik zei iets aardigs tegen: b. ik zei: a. wat deed de ander:

Bijeenkomst 3 Rondje bijpraten Klus Warming up: gevoelens uitbeelden (door gezichtsuitdrukking en houding) aan de hand van een verhaal (bijlage a.) dat de trainer voordraagt, de co-trainer loopt rond en geeft het goede voorbeeld. Thema: iets vragen aan een ander Uitleg: soms moet je iets vragen aan iemand, bijvoorbeeld omdat je hulp nodig hebt, iets niet weet of iets wilt lenen. Heel veel mensen vinden dat moeilijk omdat ze bang zijn dat ze nee te horen krijgen of vinden dat ze alles zelf moeten oplossen.het kan ook zijn dat je er juist tegenop ziet om iets moeilijks te vertellen. Discussie: welke ervaring heeft men met het thema? Spelen hier niet helpende gedachten een rol? Modelling: subassertief en agressief - Vraag om aandacht, bijvoorbeeld door de ander bij zijn naam te noemen - Vraag vriendelijk en duidelijk wat je wilt - Vertel waarom - Luister naar het antwoord - Bedank de ander, of (als het niet gaat) - Vraag waarom niet - Zeg dat je het jammer vindt, of (bij een nare reactie) - Zeg stevig wat je ervan vindt Modelling handig (bijlage) Rondje: in een staande kring de makkelijkste situatie oefenen: je krijgt wat je wil Rollenspel: speel situaties uit die in de discussie genoemd werden, met toestemming natuurlijk. Kies anders situaties uit bijlage a. Bouw het rollenspel op in moeilijkheidsgraad: eerst de ander weigert, dan reageren op botte afwijzing. Kan ook in twee series. Yell

Bijlage bijeenkomst 3 a. warming up De emoties Loop rond en beeld uit zonder geluid: geschrokken boos verrast blij blij, opgewonden bang bedroefd blij Het verhaal Voor je gaat slapen zet je de wekker want s ochtends ga je op vakantie. Als je wakker wordt zie je dat de wekker kapot is en je nog maar 5 minuten hebt om de bus te halen naar het vliegveld. Je rent naar de bushalte maar als je aankomt is ie net weg. Je sjokt naar huis en als je binnenkomt gaat de telefoon. Wie zou dat zijn? Het is je beste vriend die je uitnodigt voor een voetbalwedstrijd. Je vindt het heel leuk. In het stadion is het heel spannend je team maakt een doelpunt. Maar dan breekt er een vechtpartij uit. En dan krijgt de tegenstander een strafschop en verliezen jullie alsnog de wedstrijd. Verdrietig ga je naar huis, wat een dag zeg. Op straat vindt je een staatslot en als je de teletekst aanzet heb je 1000 Euro gewonnen. a. situaties mag ik je pen lenen mag ik even bellen mag ik 10 euro lenen mag ik je aantekeningen overschrijven wil je me dit of dat uitleggen breng je me even naar solliciteren een meisje/jongen mee uit vragen je wil naar een andere klas je wil later thuis komen je ouders vertellen dat je een bon hebt voor door rood rijden (een voorbeeld van een moeilijk gesprek, het gaat dan meer om de voorbereiding dan de leerpunten)

b. modelling (situatie iets lenen, beetje moeilijk) A: hé, mag ik 5 Euro van je? B: nee A: waarom niet? B: ik moet nog tanken A: jammer, ik heb echt trek, weet je B: tsja

werkblad 3 iets vragen aan een ander In deze bijeenkomst hebben we geoefend met iemand om hulp vragen. Soms moet je iets vragen aan iemand, bijvoorbeeld omdat je hulp nodig hebt, iets niet weet of iets wilt lenen. Heel veel mensen vinden dat moeilijk omdat ze bang zijn dat ze nee te horen krijgen of vinden dat ze alles zelf moeten oplossen. Het kan ook zijn dat je er juist tegenop ziet om iets moeilijks te vertellen. - Vraag om aandacht, bijvoorbeeld door de ander bij zijn naam te noemen - Vraag vriendelijk en duidelijk wat je wilt - Vertel waarom - Luister naar het antwoord - Bedank de ander, of (als het niet gaat) - Vraag waarom niet - Zeg dat je het jammer vindt, of (bij een nare reactie) - Zeg stevig wat je ervan vindt

Klussen bijeenkomst 3 Als je deze week iets aan of van iemand vraagt schrijf daar dan over op: 1. wie vroeg je iets: 2. wat vroeg je: 3. waarom vroeg je het: 4. wat deed de ander: 5. hoe liep het af: 1. wie vroeg je iets: 2. wat vroeg je: 3. waarom vroeg je het: 4. wat deed de ander: 5. hoe liep het af:

Bijeenkomst 4 Rondje bijpraten Klus Grenzen (bijlage) Thema: onderhandelen Uitleg: als jij iets wilt doen (bijvoorbeeld naar de film) maar de ander heeft een ander voorstel (thuis blijven) moet je onderhandelen (samen een plan maken): dat vinden veel mensen moeilijk zodat ze dan maar de zin van de ander doen. Het is belangrijk om niet te snel toe te geven, maar de ander proberen te overtuigen (waarom is jouw voorstel beter). Als het echt niet lukt hoef je geen ruzie te krijgen maar kan je een andere oplossing (een compromis) bedenken of er vanaf zien. Discussie: welke ervaring heeft men met het thema? Spelen hier niet helpende gedachten nog een rol? Modelling: subassertief (toegeven) en agressief (ruzie) - Zeg tegen de ander wat je wil en waarom - Luister naar wat de ander wil - Hou vast aan je mening, geef niet te snel toe - Kijk of je een oplossing kan bedenken, of - Als je het niet eens kan worden - Stop het gesprek en - Accepteer de mening van de ander Modelling handig (bijlage) Rollenspel: speel situaties uit die in de discussie genoemd werden, met toestemming natuurlijk. Kies anders situaties uit bijlage a. Oefen eerst het eens worden of een oplossing bedenken. valkuil: onderhandelen doe je met zijn tweeën, dus er is geen echte hoofd- of bijrol, verwar het niet met iets vragen maar maak er echts iets wederkerigs van; dus je hebt besloten om samen iets te doen, nu nog een plan maken wat. Rollenspel: oefen de moeilijkste situatie (je wordt het niet eens, er komt ook geen oplossing) Yell

Bijlage bijeenkomst 4 a. Grenzen: in tweetallen een paar meter uit elkaar gaan staan. De een wenkt de ander en geeft (zonder woorden) aan wanneer hij/zij dichtbij genoeg is, of al te ver. d. b. situaties je gaat naar een feest, jij wil vroeg de ander laat je wil later thuiskomen maar je moeder wil dat je op tijd bent jij wil naar een actiefilm, je vriendin naar een romantische film c. modelling (jij wil skaten, de ander gamen) A: hé, ga je mee skaten? B: nee, ik ga liever met de XBOX. A: maar het is hartstikke lekker weer, kom mee B: nee, ik heb een nieuw spel, doe gewoon mee A: er staan daar op die baan allemaal leuke meiden/jongens, die kans laat je niet lopen,toch? B: weet ik, maar als ik jou laat zien hoe je dit level afmaakt wordt je echt blij A: we kunnen toch vanavond nog met die XBOX, gaan we nu ff skaten B: OK Eventueel Rondje: oefen met een einde aan het gesprek maken door zinnetjes als dit heeft geen zin, ik ga wel alleen of laat maar, misschien een andere keer of jammer, volgende keer beter op een stevige manier (dus niet boos of verdrietig) uit te spreken.

werkblad 4 onderhandelen In deze bijeenkomst hebben we geoefend met samen een plan maken en wat je kan doen als je niet eens wordt. Als jij iets wilt doen (bijvoorbeeld naar de film) maar de ander heeft een ander voorstel (thuis blijven) moet je onderhandelen (samen een plan maken): dat vinden veel mensen moeilijk omdat ze dan maar de zin van de ander doen. Het is belangrijk om niet te snel toe te geven, maar de ander proberen te overtuigen (waarom is jouw voorstel beter). Als het echt niet lukt hoef je geen ruzie te krijgen maar kan je een andere oplossing (een compromis) bedenken of er vanaf zien. - Zeg tegen de ander wat je wil en waarom - Luister naar wat de ander wil - Hou vast aan je mening, geef niet te snel toe - Kijk of je een oplossing kan bedenken, of - Als je het niet eens kan worden - Stop het gesprek en - Accepteer de mening van de ander

Klussen bijeenkomst 4 Maak deze week met iemand een plan, bijvoorbeeld om samen iets te gaan doen; schrijf op: 1. met wie onderhandelde je: 2. wat wilde jij: 3. wat wilde de ander: 4. werden jullie het eens: 5. hoe vond je dat het ging:

Bijeenkomst 5 Rondje bijpraten Klus Opwarmer (bijlage) Thema: invoegen Uitleg: anderen zijn bezig (praten, spel) en jij wilt meedoen. Maar hoe pak je dat aan? Veel jongeren zijn bang om afgewezen te worden en reageren boos of juist verdrietig als het niet kan. Discussie: welke ervaring heeft men met het thema? Spelen hier niet helpende gedachten nog een rol? Modelling: subassertief en agressief - Wacht op een geschikt moment - Vraag aandacht, bijvoorbeeld door iemand bij de naam te noemen - Voeg in: vraag of je mee mag doen of waar het over gaat Als je niet mee mag doen: - Vraag waarom niet en luister goed naar de reactie - Zeg wat je ervan vindt - Loop (bij een vervelende reactie) stevig weg. Modelling handig (bijlage) Rollenspel: speel situaties uit die in de discussie genoemd werden, met toestemming natuurlijk. Kies anders situaties uit bijlage a. Rondje: oefen stevig weglopen (en zeggen wat je ervan vindt) als reactie op een vervelende reactie

Bijlage bijeenkomst 5 Stem: Ja/Nee; in een kring, een rondje Ja tegen je buurman en die zegt nee terug, op dezelfde manier (een paar keer variëren met volume, intonatie). Zo de kring rond. a. situaties je wilt meedoen met tafelvoetbal je wilt meepraten over een concert iedereen gaat naar een feest maar jij wordt niet gevraagd je bent op een feestje waar je niemand kent je voegen bij een groepje dat staat te praten op het schoolplein b. modelling (A. wil meepraten over een concert van Usher) A: hé, waar hebben jullie het over? B: dat gaat je niks aan B (tegen C): was gaaf met die danseressen! A: ik was ook bij Usher, ik stond vooraan. B: ga nou eventjes iemand anders vervelen, sufferd A: ik vind het heel vervelend van je dat je zo doet

werkblad 5 invoegen Anderen zijn bezig (praten, spel) en jij wilt meedoen. Maar hoe pak je dat aan? Veel jongeren zijn bang om afgewezen te worden en reageren boos of juist verdrietig als het niet kan. In deze bijeenkomst hebben we geoefend met hoe je kan meedoen. - Wacht op een geschikt moment - Vraag aandacht, bijvoorbeeld door iemand bij de naam te noemen - Voeg in: vraag of je mee mag doen of waar het over gaat Als je niet mee mag doen: - Vraag waarom niet en luister goed naar de reactie - Zeg wat je ervan vindt - Loop (bij een vervelende reactie) stevig weg.

Klussen bijeenkomst 5 Vraag deze week aan een groepje of je mee mag doen of praten; schrijf op: 1. aan wie vroeg je of je mee mocht doen: 2. wat deden ze: 3. wat zei je: 4. mocht je mee doen: 5. wat deed je: 6. hoe liep het af:

Bijeenkomst 6 Rondje bijpraten Klus Opwarmer (zie bijlage) Thema: iets weigeren Uitleg: als iemand iets van je wilt maar jij hebt daar geen zin in moet je nee zeggen. Veel mensen vinden dat moeilijk; ze zijn bang dat de ander boos wordt of dat ze er uit liggen bij de groep. Maar toegeven terwijl je niet wil is misschien niet zo cool. In een groep is dat extra moeilijk, maar wie zegt dat de meerderheid altijd gelijk heeft? Discussie: welke ervaring heeft men met het thema? Spelen hier niet helpende gedachten nog een rol? ga niet teveel mee met het verweer dat je dat echt niet kan maken, probeer ze iets nieuws te laten inzien Modelling: subassertief en agressief - Zeg vriendelijk maar stevig dat je het niet wilt - Zeg eerlijk waarom, verzin geen smoesjes Als ze je toch proberen over te halen: - Herhaal het zelfde nog een keer, op dezelfde manier Als ze blijven doorzeuren: - Maak een einde aan het gesprek Modelling handig (bijlage) Rondje: stevig nee, dat wil ik niet, daar heb ik geen zin in, et cetera zeggen Rollenspel: speel situaties uit die in de discussie genoemd werden, met toestemming natuurlijk. Kies anders situaties uit bijlage a.

Bijlage bijeenkomst 6 Opwarmer: e. Overhalen: de groep verdelen in 2 rijen, tegenover elkaar. De ene rij roept ja, de ander nee. Probeer elkaar over te halen (hetzelfde te zeggen) door vleien, dreigen, smeken (maar zonder andere woorden dan ja of nee te gebruiken). Voel wat bij je past, en wat werkt. a. situaties: iemand wil je pen lenen iemand wil even bellen geld lenen stelen een groep wil iemand pesten drinken, blowen, snuiven, slikken sex b. modelling (iemand probeert je over te halen iets te jatten) A: kijk, die camera is kapot, stop snel die CD in je zak B: nee, dat doe ik niet A: kom op, mietje, snel voor er iemand aan komt B: nee, dat doe ik echt niet A: wat ben jij voor figuur, zeg B: ik doe het gewoon niet

werkblad 6 nee zeggen In deze bijeenkomst hebben we geoefend met iets weigeren. Als iemand iets van je wilt maar jij hebt daar geen zin in moet je nee zeggen. Veel mensen vinden dat moeilijk; ze zijn bang dat de ander boos wordt of dat ze er uit liggen bij de groep. Maar toegeven terwijl je niet wil is misschien niet zo cool. In een groep is dat extra moeilijk, maar wie zegt dat de meerderheid altijd gelijk heeft? - Zeg vriendelijk maar stevig dat je het niet wilt - Zeg eerlijk waarom, verzin geen smoesjes Als ze je toch proberen over te halen: - Herhaal het zelfde nog een keer, op dezelfde manier Als ze blijven doorzeuren: - Maak een einde aan het gesprek

Klus bijeenkomst 6 Als deze week iemand iets wil waar jij geen zin in hebt weiger dan op een stevige manier, schrijf op: 1. wie wilde iets van je: 2. wat wilde hij of zij: 3. wat zei je: 4. hoe reageerde de ander: 5. hoe liep het af: 6. hoe voelde je je achteraf:

Bijeenkomst 7 Rondje bijpraten Klus opwarmer Thema: als je last hebt van iemand Uitleg: wat kan je doen als iemand iets doet waar jij last van hebt? Bijvoorbeeld iemand piept voor, of maakt iets van je kapot. Dat hoeft niet altijd met opzet te gebeuren maar toch worden veel mensen daar snel boos om. Discussie: welke ervaring heeft men met het thema? Spelen hier niet helpende gedachten nog een rol? Modelling: subassertief en agressief - Zeg waar je last van hebt - Leg uit waarom je er last van hebt - Luister naar het antwoord en reageer erop - Blijf rustig - Zoek een oplossing - Stop het gesprek - Blijf niet doorzeuren Modelling handig (bijlage) Rondje: oefen geschikte zinnetjes, inventariseer wat ze zeggen: daar baal ik van, let eens op, ik vind dat erg vervelend. Rollenspel: speel situaties uit die in de discussie genoemd werden, met toestemming natuurlijk. Kies anders situaties uit bijlage a.

Bijlage bijeenkomst 7 b. Aarden: of wortel schieten; in tweetallen tegenover elkaar staan. A probeert B om te duwen, en daarna andersom, dit is meestal makkelijk. Dan aarden: voeten iets uit elkaar, knieën licht buigen, en denken dat je stevig staat. Weer omduwen, wat nu moeilijker gaat. a. situaties je krijgt een boek terug maar het is gescheurd je vriend komt een half uur te laat iemand vergeet een geleend iets mee te nemen iemand heeft over je geroddeld je ouders verbieden je uit te gaan je ouders geven je te weinig aandacht je leraar geeft je te simpele opdrachten iemand zit te dicht bij/ruikt niet lekker/kijkt naar je b. modelling (je staat al een half uur op iemand te wachten) A: waar was je nou? B: ja, de bus, weet je. A: lekker is dat, ik sta hier al dertig minuten! B: pff, je staat hier toch goed A: nou ik baal daar anders wel van B: zullen we nou gaan? A: mag jij mij een drankje trakteren B: OK, eerlijk

Klus bijeenkomst 7 Let deze week eens op als je last hebt van iemand, het hoeft niet heel groot te zijn, gewoon alledaagse dingen: 1. van wie had je last: 2. wat deed diegene: 3. hoe vond je dat: 4. hoe reageerde je: 5. hoe liep het af: 6. was je tevreden over jezelf:

werkblad 7 daar baal ik van! Wat kan je doen als iemand iets doet waar jij last van hebt? Bijvoorbeeld iemand piept voor, of maakt iets van je kapot. Dat hoeft niet altijd met opzet te gebeuren maar toch worden veel mensen daar snel boos om. - Zeg waar je last van hebt - Leg uit waarom je er last van hebt - Luister naar het antwoord en reageer erop - Blijf rustig - Zoek een oplossing - Stop het gesprek - Blijf niet doorzeuren

Bijeenkomst 8 Rondje bijpraten Klus opwarmer Thema: excuses Uitleg: als jij iets doet waar iemand anders last van heeft kan je zelf ook (aansluitend bij de vorige keer) kritiek krijgen. Zelfs als het terecht is zijn er mensen die het als een nederlaag ervaren om dan het spijt me te zeggen. Als je ontkent of smoesjes verzint kan het uitlopen op ruzie. Maar als je gewoon, zonder gezichtsverlies, kan toegeven dat je fout zat kan je het vaak makkelijk weer bijleggen. Discussie: welke ervaring heeft men met het thema? Spelen hier niet helpende gedachten nog een rol? Modelling: subassertief en agressief - Zeg dat het je spijt - Draai er niet om heen, verzin geen smoesjes - Blijf rustig - Luister naar de ander - Laat de ander boos zijn - Geef nog eens toe dat je fout zat - Kijk of je een oplossing kan bedenken Modelling handig (bijlage) biedt direct je excuses aan en niet pas als de ander je fout heeft ontdekt Rondje: inventariseer en oefen geschikte korte zinnen: het spijt me, ik vind het ook erg voor je, ik begrijp dat je boos bent. Rollenspel: speel situaties uit die in de discussie genoemd werden, met toestemming natuurlijk. Kies anders situaties uit bijlage a.

Bijlage bijeenkomst 8 Opwarmer: oogcontact: maak in tweetallen een praatje op drie manieren: elkaar aanstarend, eventueel met de neuzen bijna tegen elkaar, elkaar niet aankijkend, eventueel met de ruggen tegen elkaar en dan handig: gepaste afstand, kijken zonder te staren. a. situaties je hebt iemand zijn CD kapot gemaakt je komt zelf te laat iemand is boos op je nadat je hem voor eikel hebt uitgemaakt je ouders zijn boos vanwege rotzooi maken je leraar is boos omdat je zit te klieren/onbeleefd was b. modelling (je komt zelf te laat) A: het spijt me, ik ben te laat B: ja, lekker voor je, ik sta hier te verkleumen A: het spijt me echt, maar ik was het gewoon vergeten B: vergeten? Mij?! A: ja sorry, ik vindt het heel vervelend voor je B: ik vind dat dit echt niet kan A: nee, sorry, je hebt gelijk, zal ik je een drankje kopen om het goed te maken B: da s goed

werkblad 8 het spijt me Als jij iets doet waar iemand anders last van heeft kan je zelf ook (aansluitend bij de vorige keer) kritiek krijgen. Zelfs als het terecht is zijn er mensen die het als een nederlaag ervaren om dan het spijt me te zeggen. Als je ontkent of smoesjes verzint kan het uitlopen op ruzie. Maar als je gewoon, zonder gezichtsverlies, kan toegeven dat je fout zat kan je het vaak makkelijk weer bijleggen. - Zeg dat het je spijt - Draai er niet om heen, verzin geen smoesjes - Blijf rustig - Luister naar de ander - Laat de ander boos zijn - Geef nog eens toe dat je fout zat - Kijk of je een oplossing kan bedenken

Klus bijeenkomst 8 Let eens op als iemand last van je heeft, of boos op je is. Schrijf op: 1. wat vond de ander dat je verkeerd deed: 2. wat zei hij of zij: 3. wat deed jij: 4. ben je tevreden of niet over je reactie:

Bijeenkomst 9 Rondje bijpraten klus Thema: pesten Discussie: welke ervaring heeft men met het thema? Spelen hier niet helpende gedachten nog een rol? Uitleg: pesters dagen je uit: ze vinden het leuk als je boos wordt of gaat huilen. Iedere keer dat je dat doet is een aanmoediging voor hen om het nog eens te doen. Het is wel belangrijk om te laten merken dat je het niet leuk vindt, maar laat je niet uitdagen. Modelling: subassertief en agressief Laat je niet uitdagen - Ga niet huilen, terugschelden of je verdedigen - Zeg een keer rustig en stevig wat je ervan vindt - Loop stevig weg Modelling handig (bijlage) Rondje: oefen iets terugzeggen ( doe ff normaal, doe niet zo kinderachtig ) en stevig weglopen Rollenspel: speel situaties uit die in de discussie genoemd werden, met toestemming natuurlijk. Kies anders situaties uit bijlage a.