Capita Selecta 28 november 2014 RTNA Marja Borgers & Kino Jansonius Borgers, Jansonius & Scheper 1
Inhoud Ontstaan van RTNA Wat biedt RTNA het werkveld in relatie tot andere taaltesten? Hoe werkt de RTNA? Betrouwbaarheid en validiteit Diepte-analyses Voorbeelden van taaltypische en taalgestoorde kinderen 2
Voorstellen 3
Taaldiagnostiek Nederlandse taalgebied (E. Van den Heuvel) Taaltests Limitatieve lijst RIZIV Preverb Fonologie Lexicon Semantiek Morfologie Syntaxis Prag Leeftijd Normen uitgave R P R P R P R P R P R P Ned. Nonspeech test ** ** * * * * * * * * * 1;00-1;09 VL 2000 STTB + STTP II (Schlichting) ** * ** ** ** * * * ** ** * 2;00-7;00 NL (+VL) 2010 CELF-4-NL ** * * ** ** ** * ** ** ** * 5;00-16;00 NL+VL 2010 CELF-Preschool 2-NL ** * * ** ** ** ** ** ** * 3;00-6;11 NL+VL 2012 (Peabody Picture Vocabulary ** * 2;09-99 NL 2004 TAK (A= alle) ** ** ** * ** ** ** ** ** * groep 1-4 NL (+VL) 2001 Nijmeegse Pragmatiektest ** 4;00-6;11 NL (+VL) 2005 ** in grote mate aan bod * in beperkte mate aan bod Woordvinding niet aan bod
RTNA onderzoekt alle taallagen Vertellen Pragmatie k Morfologi e Syntaxis Semantiek Fonologie 5
Aanleiding en ontwikkeling RTNA 1. 1999-2000: Voordracht Dorothy Bishop over Semantisch- Pragmatische stoornis in relatie tot Renfrew Language Scales (RLS) 2. 2000: Start Jansonius & Borgers om RLS te vertalen en uit te breiden tot een voor alle taaldomeinen dekkend Nederlandstalig diagnostisch instrument semi-spontane taal voor klinisch gebruik 3. 2005: Start normeringsonderzoek (zonder financiering) en samenwerking met Vlaanderen 4. 2010: Dissertatie M. Ketelaars toont aan dat RTNA kinderen met pragmatische stoornis onderkent 6
Auteurs + netwerk RTNA (2014) Nederland Dr. K. Jansonius, Dr. M. Ketelaars & Dr. Marja Borgers Renfrew Werkgroep Alle opleidingen logopedie m.u.v. Hoensbroeck en Zwolle Allen die wetenschappelijk meewerkten aan de RTNA Vlaanderen Prof. Dr. I. Zink, Prof. Dr. E. Manders, H. Roeyers, lector logopedie 7
Theoretisch kader Aanpassing RTNA steeds op basis van/getoetst aan Model van spreken Levelt W.J.M. (1989, 1995, 1998). Speaking. From intention to articulation. Cambridge. Massachusetts: The MIT Press. Levelt W.J.M., Roelofs A. & Meyer A.S. (1999). A Theory of lexical access in speech production. Behavioural and brain science, 22, 1-75. 8
Pragmatiek conceptualisator: Ideeformatie, linearisatie, perspectief, adequaat verwijzen kennis van communicatie Taalexpressie Grammatica Argumenten Syntaxis fonologie Fonetisch plan Articulatie Lemma s: Semantiek betekenissen woordenschat woordenschat Lexemen: Morfologie spreken Taalbegrip Semantisch grammaticaal Woordherkenning Spraak verstaan fonologisch en morfologisch centraal (auditieve) perceptie Sensorische input m.n. gehoor luisteren: aandacht richten en vasthouden 9 in de communicatie
Uitleg instrumentarium RTNA RTNA = semi-spontane taaltest voor taalproductie. 1. Woordvinding Woordenschat test (woordniveau) 2. Actie Platen Test (zinsniveau) 3. Bus Verhaal Test (tekstniveau) Afnameduur : 30-45 minuten Hoe verloopt de informatieverstrekking naar de luisteraar? Borgers, Jansonius & Scheper 10
4;00 tot 10;00 jaar Bus Verhaal Test Woordvinding Woordenschat Test Actie Platen Test Ellen Van Den Heuvel - 21st of January, 2014 - NYU
Woordvinding Woordenschat Test Domein: Woordvinding met tijdsaspect : Semantische, morfologische en fonologische vaardigheden Methode: 50 plaatjes: frequent /niet- frequent Korte en langere woordvormen Benoemen (snelheid) Werkwoord uitlokken Getrapte afnamewijze met semantische en fonologische cues 12
Woordvinding Woordenschat Test Wat is dit? Wat is dit? Wat is dit? lexicon: benoemen (4-10 sec)
Woordvinding Woordenschat Test Wat doe je hiermee? Waar gebruik je dit voor? Wat doet deze? semantiek: werkwoord uitlokken
Woordvinding Woordenschat Test Het zit aan je hand. Je kan ermee wijzen. Je kunt zien hoe koud of warm het is. Hij sist. Hij kronkelt over de grond en is vaak gevaarlijk. Semantische cue
Woordvinding Woordenschat Test Vi..., Ving..., Vinge... Te..., Ter..., Term...,... Sl..., Sla... fonologische cue
Actie Platen Test Domein: Zinsbouw: Semantische, morfologische, syntactische en pragmatische vaardigheden in zinnen Presuppositie: barrier game K trekt een kaartje, TL ziet niet wat erop staat, K moet zo goed mogelijk de actie omschrijven Methode: 10 situatieplaten: Van eenvoudig naar complex Getrapte afnamewijze Aanmoedigen Uitlokken werkwoord: wat gebeurt hier? Specifieke instructie per plaatje Aanvulzinnen Punten per plaatje variëren van 6 tot 16 punten Maximum 100 punten 17
Punten Actie Platen Test Het meisje knuffelt haar beer 6 punten Het kindje pakt haar knuffel 3 punten Die heeft een beer 2 punten Oh, lieve knuffel Popje slapen 1 punt 0 punten TL: Wat gebeurt hier? semantiek, pragmatiek
Voorbeeld Actieplaten Sam, 5;08 jaar: een meisje heeft een knuffel vast. {en} die heeft <eh> {en} die beer geeft die arm. dan <eh> om ze <#2> arm Onderzoeker: Wat doet dit meisje? Dit meisje 19
Bus Verhaal Test Domein: Vertelvaardigheid: Semantische, morfologische, syntactische en pragmatische vaardigheden Methode: Testleider vertelt verhaal a.h.v. prentenboekje Vaste tekst van het verhaal en vaste instructie Testleider mag niet interveniëren, enkel bemoedigen en schaduwen Borgers, Jansonius & Scheper 20 20
Voorbeeld Bus Verhaal Test Er was eens een heel ondeugende bus. Op een dag wilde de buschauffeur met zijn bus gaan rijden. Maar die was kapot. Dus moest de buschauffeur zijn bus eerst repareren. Terwijl de buschauffeur daarmee bezig was, besloot de bus er vandoor te gaan. Hij schoot over de weg.
Bus Verhaal Test RLS kwaliteit van informatieoverdracht: exacte verwoording Er was eens een heel ondeugende bus. semantiek, pragmatiek ondeugend: 1 p stout, gevaarlijk, brutaal: 0 p bus, dubbeldekker: 1 p auto, wagen: 0 p
Bus Verhaal Test RLS gemiddelde uitingslengte 5 langste uitingen Terwijl de buschauffeur daarmee bezig was, besloot de bus er vandoor te gaan. MLU5LU: 13 +... syntaxis
Bus Verhaal Test RLS aantal zinnen met onderschikkend zinsverband Terwijl de buschauffeur daarmee bezig was, besloot de bus er vandoor te gaan. syntaxis
Wat biedt RTNA? Test biedt, naast uitkomsten, veel extra interpretatiemogelijkheden op alle taallagen: syntaxis, morfologie en semantiek Logopedist gebruikt naast de test eigen kennis en inzicht om een juiste diagnose te stellen Test biedt leidraad voor therapie Borgers & Jansonius 25
Normeringstudie 4;00 jaar tot en met 10;00 jaar 10 normgroepen 4;00-8;00 jr (6 mdn) 8;00-10;00 jr (12 mdn) 1701 kinderen (901 Nederlands + 800 Vlaanderen) totaal 16 normtabellen 3 WWT (Nederlands, Vlaanderen, totaal) 3 APT (Nederlands, Vlaanderen, totaal) 10 BVT (4 Nederlands, 3 Vlaanderen, 3 totaal)
gemiddelde scores WWT 50 48 46 44 42 40 38 36 34 32 30 28 26 24 22 20 4;00-4;06 4;06-5;00 5;00-5;06 5;06-6;00 6;00-6;06 6;06-7;00 7;00-7;06 7;06-8;00 8;00-8;06 9;00-10;00 totale groep Nederland Vlaanderen
Betrouwbaarheid Interne consistentie: voldoende tot goed Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid: zeer goed Test-hertestbetrouwbaarheid: voldoende tot zeer goed
Validiteit begripsvaliditeit: matige correlaties tss WWT, APT en BVT convergente validiteit sterke corr. tss WWT en AW van CELF-4-NL matige corr. tss APT en ZF van CELF-4-NL sterke corr. tss BVT en VT van STTP-II lage corr. tss BVT en VT 1&2 TAK divergente validiteit Raven receptieve taaltests predictieve validiteit matige tot sterke corr. (4;11 jr 8;02 jr)
Relatie met leeftijd WWT APT BVT r =.75 (p<.001) r =.58 (p<.001) r =. 61 (p<.001)
RLS RLS RTNA RTNA Leeftijd 3;06-8;06 jaar Informatiescore WWT Informatiescore APT Informatiescore BVT Grammatica APT Grammatica BVT ML5LU Aantal onderschikkende voegwoorden Leeftijd 4;00-10;00 jaar 901 Nederlandse kinderen 800 Vlaamse kinderen Gestandaardiseerd en gevalideerd. Andere afname en uitwerking Werkwoorden uitgelokt Strikte transcriptieregels Diepteanalysen (normering moet nog plaatsvinden) Woordvorm Argumentstructuur Plotstructuur Borgers, & Jansonius Cohesie 31
Samenvattend meerwaarde RTNA: woordvinding (getrapte afname) semantiek (specifieke verwoording) pragmatiek (voorkennis gesprekspartner en vertelvaardigheid) basispakket vlotte afname (45 min) en scoring degelijke normering (COTAN) veel informatie naar therapie toe dieptediagnostiek is mogelijk en wordt ook genormeerd
Diepte-analyses Plotanalyse Klinische groepen Spontaan vertellen navertellen i.r.t. geheugen Borgers, Jansonius & Scheper 33
Busverhaal plotanalyse Kinderen leren vanaf circa 3 jaar een verhaal te verwoorden Om een verhaal te kunnen vertellen, moeten kinderen begrijpen dat een verhaal een samenhangend geheel is met een vaste structuur = verhaalbegrip Ze moeten zelf een voor de luisteraar begrijpelijke gebeurtenis kunnen vertellen = verhaalproductie Alle taallagen komen samen. Een verhaal kunnen vertellen is een lakmoesproef voor taalvaardigheid 34
Componenten episodische analyse Borgers, Jansonius & Scheper 35
Plotscore Is uiting een plotcomponent Ja. Noteer in kolom 1 punt Nee Is uiting een bijzaak Ja. Noteer in kolom 1 punt Nee Uiting is ruis Borgers, Jansonius & Scheper 36
Typisch kind groep 4,00-4,06 *KIN: Dat de bus gaat rijden. *KIN: En de buschauffeur was hem net aan het maken. *KIN: toen rijdde die weg. *KIN: En nou rent ie naar de bus. *KIN: De bus was boos op de trein. *KIN: en de trein was ook boos op de bus. *KIN: Dat de trein in een tunnel gaat. *KIN: <En die en de>// en de mannetje wou <in>// mee in deze bus. *KIN: En toen <toen>// was <de>// die nog meer rijden. *KIN: <Hij>// Hij rijdt op een straat <En hij>// te snel. *KIN: Hij springt over een hek. *KIN: Toen rijdde die <voor>// een koe voorbij. *KIN: Dat ie niet kan remmen. *KIN: <maar de de kant ie niet niet kan remmen>//. *KIN: Maar nou valt ie plons in het water. *KIN: Toen ging de chauffeur rennen. *KIN: En hij ging een touwtje halen. *KIN: <Hij>// Nou rijdt ie weer. Borgers, Jansonius & Scheper 37
Analyse 4-jarig kind vertellen Moeilijk te begrijpen voor onwetende luisteraar Vertelt het verhaal deiktisch i.p.v. anaforisch Veelvuldig gebruik impliciete referenten Geen consistentie in tijd Geen duidelijke overgang hier-en-nu naar toen-en daar Weinig samenhang en causaliteit Vervoegingsfouten Borgers, Jansonius & Scheper 38
A-typisch kind groep 4,00-4,06 Toen <kwam de> ging ze lekke bekken dragen <en> <toen en toen> toen vragen ze aan elkaar wie het hardste kan rijden <die # die die die gg # die mag> die heb gewonnen ging de bus doorrijden maar blijft niet stoppen toen ging die over het hek springen toen zag die nu naar de koe boe boe wat zie ik nou <toen ging.. toen za> toen zag die opeens een meertje van de heuvel <En> <hij kon en hij kon en> hij zag niet hoe hij kon rennen Dus hij viel in het water 39
Analyse Toen <kwam de> ging ze lekke bekken dragen <en> <toen en toen> toen vragen ze aan elkaar wie het hardste kan rijden <die # die die die gg # die mag> die heb gewonnen ging de bus doorrijden maar blijft niet stoppen toen ging die over het hek springen toen zag die nu naar de koe boe boe wat zie ik nou <toen ging.. toen za> toen zag die opeens een meertje van de heuvel <En> <hij kon en hij kon en> hij zag niet hoe hij kon rennen Dus hij viel in het water Problemen in alle taallagen: Fonologie: rennen remmen Semantiek: (lekke bekken) Syntaxis: (blijft niet stoppen) Morfologie: (toen vragen ze) Pragmatiek: geen oog luisteraar Vertellen: geen begrip verhaal geen oog voor luisteraar causale relaties / samenhang? Borgers, Jansonius & Scheper 40
A-typisch kind groep 6;06-7,00 *KIN: *KIN: maken. *KIN: *KIN: *KIN: *KIN: *KIN: *KIN: *KIN: *KIN: *KIN: *KIN: *KIN: <ehm> de bus die was kapot. en toen ging <de ehm de> de buschauffeur <feur> <ehm> hem en toen wou die da nie. en toen reej die heel snel weg. en die kreeg hem niet te pakken. en hier deeje zich allebei gekke bekken de dekken. da vond de bus nie leuk. en de bus die was toen alleen. want <ehm> de trein die ging onder een tunnel <tunnel>. en <eh> de bus die reedde in de stad. en daar stond een politie. <en> en de politie <die zei nee die> die fluitte. en die gilde: STOP. Borgers, Jansonius & Scheper 41
Analyse A-typisch kind Moeilijk te begrijpen voor onwetende luisteraar Vertelt het verhaal anaforisch Minder gebruik impliciete referenten Wel consistentie in tijd Geen duidelijke overgang hier-en-nu naar toen-en daar Weinig samenhang en causaliteit Vervoegingsfouten Korte zinnen Borgers, Jansonius & Scheper 42
Hartelijk dank voor je aandacht Trainingen voor verdieping RTNA Taaldiagnostiek en behandeling Woordvinding Werkwoordgebruik Vertelvaardigheid