Agendapunt nr.: Raadsvoorstel Onderwerp: Beleidsplan Openbare Verlichting 2016-2020 Datum voorstel: 16 december 2015 Vergaderdatum: 26 januari 2016 Registratienr.: Opsteller: Jeroen van Bekhoven Portefeuillehouder: Wethouder C. van de Ven Voorstel Te besluiten om: 1. Het beleidsplan Openbare Verlichting 2016-2020 vast te stellen en Daarmee: 2. Scenario 1 (basisbeleid +) te kiezen 3. De financiële consequenties van dit scenario mee te nemen in de meerjarenbegroting 2017-2021 4. De afschrijvingstermijn van masten te verlengen van 25 naar 40 jaar 5. De afschrijvingstermijn van armaturen te verkorten van 25 naar 20 jaar 6. Het beleidsplan Openbare Verlichting 2005 in te trekken Inleiding Het vigerende Beleidsplan voor de openbare verlichting in de gemeente Reusel-De Mierden is opgesteld in 2005. De laatste jaren zijn er een aantal belangrijke ontwikkelingen gaande op het gebied van Openbare Verlichting (OVL). Niet alleen technisch, denk aan ledverlichting, maar ook maatschappelijk. De opvatting van een tiental jaren geleden dat op nagenoeg alle plaatsen openbare verlichting aanwezig moet zijn is gewijzigd in: donker waar het kan, verlichting waar het moet. In dit Beleidsplan OVL 2016-2020 is het vigerende beleidsplan (2005) tegen het licht gehouden, geëvalueerd en aan de hand van nieuwe ontwikkelingen en wensen is een basisbeleid geformuleerd. In dit basisbeleid zijn drie scenario s samengesteld, allen met een ander ambitieniveau. Voor elk scenario zijn de gevolgen aangegeven en gewogen op basis van de missie en visie van het beleidsplan (veilig, duurzaam en economisch verantwoord). Tijdens de raadsvergadering van februari 2014 is het vorig beleidsplan Openbare Verlichting aangehouden. De wens voor een degelijk led-pilot project kwam duidelijk naar voren naar aanleiding van de destijds ingediende raadsvragen. In 2014-2015 is een geslaagd led-pilot project in Hulsel opgezet en uitgevoerd. Beoogd doel De openbare verlichting effectief, kostenefficiënt en milieubewust in stand houden binnen de daarvoor geldende wettelijke bepalingen en richtlijnen. Hierbij draagt de OVL optimaal bij aan verkeersveiligheid en sociale veiligheid met een zo laag mogelijk energieverbruik en gebruik makend van duurzame oplossingen. Argumenten 2.1 Met scenario 1 werken we toe naar een veilige, duurzame en economisch verantwoorde OVL- installatie Scenario 1 (basisbeleid +) scoort op de volgende aspecten als volgt: Veilig: Huidige situatie wordt verbeterd. Binnen de beleidsperiode voldoet de gehele verlichting aan de ROVL richtlijn. Bestaande vervangingsachterstand wordt binnen de beleidsperiode weggewerkt. Duurzaam: dimbare led-verlichting wordt toegepast bij voortijdige vervanging van SOX en HPL, nieuwe projecten en renovaties. Binnen de beleidsperiode wordt aan het energieakkoord voldaan. Economisch verantwoord: (gerichte) investering verdient zich terug door grootste exploitatieverbruikers te vervangen. 1
2.2 Met Scenario 1 wordt voldaan aan het energieakkoord Vanuit de Sociaal Economische Raad (SER) is het Energieakkoord voor Duurzame Groei gepresenteerd aan de gemeenten. In dit akkoord is een aanname gedaan in de haalbaarheid van 20% energiebesparing voor o.a. de openbare verlichting in 2020, ten opzichte van het energieverbruik in 2013. De te bereiken energiebesparing binnen deze beleidsperiode in dit scenario is circa 23%. 2.3 Scenario 1 past bij de doelstelling en ambitie van de gemeente Reusel-De Mierden In deze situatie wordt het huidige beleid voortgezet. Aanvullend op het basisbeleid worden energiebesparingsmaatregelen uitgevoerd. Alle SOX verlichting (geel licht) wordt hierbij voortijdig vervangen door wit licht en ook bestaande HPLN lampen worden vervangen. Uitgangspunt hierbij is toepassing van dimbare led-verlichting. Een verbeterplan wordt uitgevoerd en bestaande vervangingsachterstand wordt weggewerkt. De te bereiken energiebesparing binnen deze beleidsperiode in dit scenario is circa 23%. 4.1 Stalen thermisch verzinkte masten hebben in de praktijk een levensduur van 40 jaar De huidige afschrijftermijn van masten is 25 jaar. Deze termijn was in het verleden gebruikelijk voor stalen thermisch verzinkte masten die niet waren voorzien van poedercoating. Voor masten welke worden voorzien van een duplexsysteem (thermisch verzinken en poedercoating) is de levensduur volgens de fabrikanten veelal oneindig. Ook de praktijk wijst uit dat deze masten de levensduur van 40 jaar halen. Voorgesteld wordt om de afschrijvingstermijn van stalen thermisch verzinkte en gecoate masten te verlengen van 25 naar 40 jaar. 4.2 Hiermee worden de kapitaallasten beter in lijn gebracht met de werkelijke investeringen. Dit betekent dat de investeringlast over meer jaren verspreid wordt, waardoor de kapitaallast per jaar lager is. Zo wordt er niet meer structurele begrotingsruimte gebruikt dan nodig. 5.1 Armaturen hebben in de praktijk een levensduur van gemiddeld 20 jaar De huidige afschrijftermijn van armaturen is 25 jaar. In de praktijk wordt een conventioneel armatuur vaak na 20 jaar vervangen in verband met de technische levensduur van de voorschakelapparatuur. Tevens gaat de lichtkwaliteit na 20 jaar relatief snel achteruit waarbij vaak niet meer wordt voldaan aan de richtlijnen. Door de levensduur te verlagen naar 20 jaar behouden we deze lichtkwaliteit. Ledarmaturen hebben een technische levensduur van gemiddeld 80.000 branduren wat omgerekend ca. 20 jaar is. Voorgesteld wordt om de afschrijvingstermijn van armaturen te verlagen van 25 jaar naar 20 jaar. 5.2 Armaturen met een levensduur van 20 jaar worden tweemaal uitgewisseld op een mast Bijkomend beheertechnisch voordeel is dat een armatuur tweemaal uitgewisseld wordt op een mast van 40 jaar. Voorgesteld wordt om de afschrijvingstermijn van armaturen te verlagen van 25 jaar naar 20 jaar. 5.3 Hiermee worden de kapitaallasten beter in lijn gebracht met de werkelijke investeringen. Dit betekent dat de investeringlast over minder jaren verspreid wordt, waardoor de kapitaallast per jaar hoger is. In totaliteit zal de wijziging van de afschrijvingstermijnen van masten en armaturen en licht positief financieel voordeel laten zien. Consequenties 2.1 Scenario 2 past het meest bij de doelstelling van de vastgestelde klimaatvisie 2007-2025 Kijken we naar de ambities van de gemeente op het gebied van duurzaamheid dan moet gekozen worden voor scenario 2. Dit scenario is het meest duurzaam en sluit het meest aan bij de doelstelling om in 2025 energieneutraal te zijn. De investering is (deze beleidsperiode) echter zeer hoog en met de grote kaptiaalvernietiging die hiermee gepaard gaat niet de meest economisch verantwoorde keuze. Scenario 2 (basisbeleid ++) scoort op de volgende aspecten als volgt: Veilig: Huidige situatie wordt verbeterd. Binnen de beleidsperiode voldoet de gehele verlichting aan de ROVL. Bestaande vervangingsachterstand wordt binnen de beleidsperiode weggewerkt; Duurzaam: dimbare led-verlichting wordt toegepast bij voortijdige vervanging van alle verlichting, nieuwe projecten en renovaties. Reductie energie 60%, binnen de beleidsperiode wordt aan het energieakkoord voldaan. Economisch verantwoord: gemiddeld zal de investering zich terug verdienen. 2
2.2 Met scenario 2 wordt de maximale energiebesparing behaald Hoewel dit scenario de maximale energiebesparing oplevert (60%) is het niet raadzaam om te kiezen om alle verlichting voortijdig binnen deze beleidsperiode te vervangen. Het vergt een zeer hoge investering waarbij kapitaalvernietiging plaatsvindt. De voorkeur gaat dan ook naar scenario 1 met als visie op termijn 60% energie te besparen door verlichting te vervangen bij einde levensduur. 2.3 Scenario 0 heeft de minste investering nodig Scenario 0 betreft het basisbeleid en betekent in hoofdzaak voortzetting van het huidige beleid dat is gericht op handhaving en instandhouding van de huidige OVL-installatie. Er zijn geen bedragen gereserveerd voor een verbeterplan of energiebesparende maatregelen. Dit scenario s sluit niet voldoende aan bij de missie en visie van de gemeente en voldoet niet aan het energieakkoord. Scenario 0 (basisbeleid) scoort op de volgende aspecten als volgt: Veilig: Huidige verlichtingskwaliteit blijft gehandhaafd, geen verbeterplan. Bestaande vervangingsachterstand wordt binnen de beleidsperiode weggewerkt; Duurzaam: dimbare led-verlichting wordt toegepast bij vervanging einde levensduur, nieuwe projecten en renovaties. Binnen de beleidsperiode wordt niet aan het energieakkoord voldaan. Economisch verantwoord: toepassing van led bij einde levensduur. Financiën In de meerjarenbegroting 2016-2019 is t/m 2017 voorzien in kredieten van 140.000 per jaar. Om de resultaten van scenario 1 in deze beleidsperiode (5 jaren) te halen, dient ook voor de jaren 2018 t/m 202 jaarlijks 140.000 beschikbaar te worden gesteld. Dit kan in de eerstvolgende perspectiefnota en begroting worden verwerkt. Uitgaande van de in dit voorstel opgenomen nieuwe afschrijvingstermijnen bedragen de kapitaallasten 10.850 per jaarschijf. Voor de nog op te nemen investeringen over 2018 t/m 2020 moet dus gerekend worden met 3 x 10.850 = 32.550 aan extra kapitaallasten. Overigens zou ook scenario 0 de komende jaren tot vervangingsinvesteringen leiden. De genoemde 32.550 zouden voor een groot deel toch als last op ons afkomen. De uitvoering van scenario 1 leidt na de beleidsperiode van 5 jaren, dus ingaande het jaar 2021, tot een besparing op exploitatiekosten (onderhoud e.d.) van 14% en op energiekosten van 23%. Vanaf 2021 is er daardoor sprake van een besparing van 28.000 per jaar. Per saldo is dus sprake van 4.550 aan hogere lasten, bij de keuze voor scenario 0 zouden de extra lasten hoger zijn omdat wel vervangingsinvesteringen nodig zijn, terwijl er dan geen besparing optreedt. Communicatie Informeren: Na het vaststellen van het beleidsplan Openbare Verlichting 2016-2020 wordt het beleidsplan bekendgemaakt in het Gemeenteblad. Het servicebericht van deze bekendmaking wordt opgenomen in het plaatselijke nieuwsblad D n Uitkijk. Ook wordt het beleidsplan op de website geplaatst. Verbeterplannen ten behoeve van uitvoering worden voor de betrokken burgers wel ter inzage gelegd. Opmerkingen en klachten kunnen in dit stadium dan nog worden meegenomen. Raadplegen: Voor het inventariseren van donkere en onveilige plekken en/of eventueel saneren van lichtmasten gaan we de dorpsraden Hooge Mierde, Lage Mierde en Hulsel actief benaderen. Overige burgers hierin betrekken we door persoonlijk aanschrijven, publicatie op de gemeentelijke website en het plaatselijke nieuwsblad D n Uitkijk. Burgerparticipatie Burgerparticipatie bij openbare verlichting vindt vooral plaats bij het ontwikkelen van een nieuwe wijk en bij verbeterplannen. Burgers hebben op die manier invloed op het uitgangspunt waar en hoe te verlichten. In het kader van Samen Doen worden burgers, ondernemers, dorpsraden betrokken. Voorgesteld wordt om het inventariseren van donkere en onveilige plekken en/of eventueel weghalen van lichtpunten binnen en buiten de bebouwde kommen te laten verlopen via het proces van burgerparticipatie middels dorpsraden en buurtverenigingen. 3
In verband met wettelijke aansprakelijkheid en vanuit het oogpunt van veiligheid (elektrische onderdelen) is het niet aan te bevelen om burgers meer eigen verantwoordelijkheid te geven bij het beheer en onderhoud van de openbare verlichting. Toekomstvisie Dit beleidsplan voldoet aan de ambitie duurzaamheid in de toekomstvisie. Ook het terugdringen van het energieverbruik (energieneutraal in 2025) zoals verwoord in de Klimaatvisie is hierbij een speerpunt. Vervolg Na vaststelling van het beleidsplan wordt jaarlijks een werkplanning gemaakt. Daarin staat vermeld op welke locaties (afgeschreven) lichtmasten en armaturen worden vervangen, op welke locaties er masten worden verwijderd/verplaatst/bijgeplaatst en op welke locaties geel licht vervangen wordt door wit licht. Ook het schilderen van de lichtmasten wordt in de jaarlijkse werkplanning opgenomen. Het vervangen van afgeschreven materialen vindt zoveel mogelijk per wijk vinden. Dit geldt ook voor het bijplaatsen van lichtmasten waarbij extra wordt gekeken naar de beleving ter plaatse. Bijlagen 1. Beleidsplan Openbare Verlichting 2016-2020 2. Schema scenario s 3. Rapport: Pilotproject led verlichting Hulsel d.d. 26-08-2015 Burgemeester en wethouders van Reusel-De Mierden, de secretaris (wnd), de burgemeester, J.H.J. Sanders H.A.J. Tuerlings 4
Raadsbesluit Vergaderdatum: 26 januari 2016 Onderwerp: Beleidsplan Openbare Verlichting 2016-2020 Registratienummer: De raad van de gemeente Reusel-De Mierden; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 december 2015 Besluit Het beleidsplan Openbare Verlichting 2016-2020 vast te stellen Daarmee: 2. Scenario 1 (basisbeleid +) te kiezen 3. De financiële consequenties van dit scenario mee te nemen in de meerjarenbegroting 2017-2021 4. De afschrijvingstermijn van masten te verlengen van 25 naar 40 jaar 5. De afschrijvingstermijn van armaturen te verkorten van 25 naar 20 jaar 6. Het beleidsplan Openbare Verlichting 2005 in te trekken De raad voornoemd, de griffier, de voorzitter, J.C.M. van Berkel. H.A.J. Tuerlings. 5