drs A.J. Ditewig 26 september 2013

Transcriptie

1 Portefeuillehouder Datum raadsvergadering drs A.J. Ditewig 26 september 2013 Datum voorstel 06 augustus 2013 Agendapunt Onderwerp Beleid openbare verlichting De raad wordt voorgesteld te besluiten: in te stemmen met het in tien jaar inlopen van de achterstallige vervanging van de openbare verlichting en de financiële gevolgen te betrekken bij de Voorjaarsnota Inleiding Wij hebben de openbare verlichting in onze gemeente ondergebracht in een leasecontract met een externe partij. Bijgevolg komen de eenmalige investeringen in de aanschaf van en de arbeid aan de verlichting voor rekening van de externe partij die de investeringskosten verrekent in de maandelijkse facturatie. Bij de maandelijkse facturatie wordt onderscheid gemaakt tussen kapitaallasten en onderhoudskosten. De lichtmasten en armaturen die economisch zijn afgeschreven en daarom geen kapitaallasten hebben, worden gekort op het te betalen bedrag. Zodoende is het financieel voordelig om economisch afgeschreven lichtmasten en armaturen in stand te laten en is een veroudering in het areaal aan openbare verlichting. In onze gemeente omvat dat areaal circa 6400 lichtmasten en 6600 armaturen. Thans is ongeveer twaalf procent van de lichtmasten en vijftig procent van de armaturen verouderd. Een andere oorzaak voor het ontstaan van de achterstand is de ontwikkeling van ledlampen. Tot voor kort was de ledlamp nog onvoldoende ontwikkeld voor toepassing op grote schaal en kostbaar. Gegeven de voortgang van de ontwikkeling, hebben wij gewacht met vervanging. Inmiddels is de ledlamp goed toepasbaar in de openbare verlichting en ook financieel haalbaar. Een en ander gaf ons aanleiding tot het opstellen van het Beleidsplan Openbare Verlichting In het beleidsplan zijn drie scenario s uitgewerkt voor het inlopen van de achterstallige vervanging: - Scenario 1: huidig budget handhaven; - Scenario 2: achterstanden inlopen in vijf jaar; - Scenario 3: achterstanden inlopen in tien jaar. Wij hebben het beleidsplan gepresenteerd tijdens een informatieve bijeenkomst voor uw raad op 6 juni Het beleidsplan is ter informatie toegevoegd aan dit voorstel. Wij stellen u voor om in te stemmen met onze keuze voor het uitvoeren van scenario 3 en om de financiële gevolgen te betrekken bij de Voorjaarsnota Beoogd effect Duurzame, goed functionerende en zuinige openbare verlichting. Argumenten 1.1 Het nieuwe beleid ziet op verduurzaming van de openbare verlichting. Al bij het vaststellen van de Nota Duurzaamheid in 2008 heeft uw raad zich uitgesproken voor verduurzaming van de openbare verlichting. Dat uitgangspunt is nu vertaald in het Beleidsplan Openbare Verlichting 2013 door middel van energiebesparing als gevolg van het toepassen van ledverlichting en het waar mogelijk, dimmen van de verlichting. 1

2 1.2 Het nieuwe beleid brengt het inlopen van de achterstanden binnen bereik. In het nieuwe beleid zijn de uitgangspunten voor het inlopen van de achterstanden vastgesteld, waarbij wij kiezen voor een zo duurzaam mogelijke aanpak met zo min mogelijk kosten. Het huidige budget is onvoldoende om de ontstane achterstanden ongedaan te maken. Uit de berekeningen van de beheerder blijkt dat een jaarlijkse cumulatieve budgetverhoging van 3,5 tot 4,5 procent nodig is om de huidige achterstanden weg te werken en toekomstige achterstanden voor te blijven. Vertrekpunt blijft een veilige en goed functionerende openbare verlichting. 1.3 De keuze voor het in tien jaar inlopen van de achterstallige vervanging is financieel optimaal. Onze keuze voor het inlopen van de achterstallige vervanging binnen tien jaar (scenario 3) is ingegeven om de financiële gevolgen van die operatie zoveel mogelijk te spreiden, zonder onverantwoorde risico s te nemen. Kanttekeningen en alternatieven 1.1 Kanttekening: Zonder ingrijpen lopen de achterstanden verder op en ontstaan veiligheidsrisico's. Wij beschikken thans over onvoldoende budget om de huidige en toekomstige achterstanden weg te werken. Het actuele budget is slechts toereikend om jaarlijks een beperkt aantal lichtmasten en armaturen te vervangen. Tussen nu en vijf jaar is 24 procent van de bestaande lichtmasten en tien procent van de armaturen technisch afgeschreven en verouderd. Verder uitstel van de vervanging van het meest verouderde materiaal leidt bovendien tot veiligheidsrisico s. Ter vermijding van veiligheidsrisico's is de beheerder van de lichtmasten immers bevoegd om verlichting weg te halen hetgeen leidt tot verstoring van het lichtbeeld en bijgevolg zowel de verkeersveiligheid als de sociale veiligheid in het geding brengt. Het niet verhogen van het budget resulteert zodoende tot vergroting van de achterstanden en van het veiligheidsrisico. 1.1 Alternatief: Het huidige budget handhaven. Het thans beschikbare budget biedt mogelijkheden om de nu bestaande achterstand in 13 jaar weg te werken. Echter omdat in die 13 jaar nieuwe achterstanden ontstaan, wordt het achterstandsprobleem niet opgelost. Bovendien vergroot een keuze voor dit alternatief de kans op storingen, uitval van verlichting en sociale en verkeersveiligheidsproblemen. Wij verwijzen naar de beschrijving van scenario 1 volgens het Beleidsplan Openbare Verlichting Wij ontraden u dit alternatief. 1.2 Alternatief: De huidige achterstanden sneller inlopen. Bij een alternatieve keuze voor scenario 2 volgens het Beleidsplan Openbare Verlichting 2013 worden de huidige achterstanden in vijf jaar in plaats van de voorgestelde tien jaar ingelopen. Er is dan minder kans op storingen en wij beschikken sneller over een duurzamere en betrouwbaardere openbare verlichting. Daar staat tegenover dat het huidige budget structureel met zes procent moet worden verhoogd moet worden. Gezien de huidige financiële situatie van de gemeente achten wij dit scenario niet realistisch. 2

3 Aanpak/ Uitvoering Als uw raad positief besluit op dit voorstel wordt met de uitvoering van het beleidsplan begonnen. In samenwerking met de beheerder van de lichtmasten wordt een vervangingsplan opgesteld. Communicatie Het beleid inzake de openbare verlichting heeft relatie met het beleid op het vlak van sociale veiligheid, ruimtelijke inrichting, verkeer en vervoer, energie en milieu. Van uw besluit overeenkomstig dit voorstel, zullen wij berichten in de Biltbuis en wij zullen het Beleidsplan Openbare Verlichting 2013 publiceren op de website. Evaluatie Samen met de beheerder van de openbare verlichting, zullen wij over vijf jaar de voortgang van het inlopen van de achterstallige vervanging van de openbare verlichting evalueren. Kosten, baten en dekking De financiële gevolgen van de voorgestelde keuze voor scenario 3 zijn weergegeven in de hieronder opgenomen tabel. De tabel maakt duidelijk dat de jaarlijkse kosten vanaf 2015 cumulatief oplopen met een percentage tussen 3,5 en 4. BEGROTINGSJAAR Kapitaallasten Onderhoud Storingen Beheer Energie Transport Energiebelasting Mutatie 3,97% 3,90% 3,84% 3,78% Wij onderzoeken de mogelijkheden van dekking van de extra kosten en zullen die betrekken bij het opstellen van de Voorjaarsnota Burgemeester en wethouders van de gemeente De Bilt, de secretaris, de burgemeester, R.A.K. Huijbregts A.J. Gerritsen 3

4 Onderwerp: Beleid openbare verlichting Bijlagen bij het raadsvoorstel Meegezonden bijlagen 1. Beleidsplan Openbare Verlichting 2013 (ter informatie). Stukken ter inzage Geheime stukken ter inzage (conform art. 25 Gemeentewet) n.v.t. n.v.t. Contactambtenaar: mevrouw J.H.C. van der Ree, T , E reec@debilt.nl 4

5 Besluit van de raad De raad van de gemeente De Bilt; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 06 augustus 2013, met het onderwerp Beleid openbare verlichting; overwegende dat gelet op BESLUIT: het nodig is om het huidige areaal aan openbare verlichting te verduurzamen en tegelijk de achterstanden in de vervanging van verouderd materiaal weg te werken, teneinde een duurzame, goed functionerende en zuinige openbare verlichting te creëren; het bepaalde in artikel 192 van de Gemeentewet; in te stemmen met het in tien jaar inlopen van de achterstallige vervanging van de openbare verlichting en de financiële gevolgen te betrekken bij de Voorjaarsnota Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 26 september 2013, de raad voornoemd, de griffier, de voorzitter, drs. F.A. van Hooijdonk A.J. Gerritsen