I stichting bouwresearch Copyright SBR, Rotterdam
COLOFON Rapporteurs ir. H.AL. Boonekamp, PRC Bouwcentrum, Bodegraven Th. J. A Paap, SAOB b.v., Ede Commissieleden C. Butter P.w.G. Bouwels ir. R.J.M. van Ginderen J.J. de Haas ir. FM. de Jong ir. G.J.M. Mars H. Senssen Mulder Bouwbedrijf bv, Obdam Hout- en bouwbond FNV, Woerden MVROM/Rgd CB, Den Haag SFB CAO-Regelingen B.V., Amsterdam De Jong Bokstijn Architecten, Zeist Stichting Bouwresearch, Rotterdam (projectmanager) Wilma Bouw, Weert Vormgeving en opmaak Schelkers Communicatie & Advies, Rotterdam Druk W.O. Meinema B.v., Delft november 2000 Deze publicatie is mede tot stand gekomen door financiële ondersteuning van SFB CAO-Regelingen B.V en het ministerie van VROM. DOELSTELLING STICHTING BOUWRESEARCH Stichting Bouwresearch (SBR) verleent de bouwnijverheid hulp bij het voorkomen en het oplossen van knelpunten bij toepassing van nieuwe inzichten en ontwikkelingen gericht op verbetering van kwaliteit, productiviteit, arbeidsomstandigheden en zorg voor de werkgelegenheid. Belangrijke doelstellingen zijn: Het verzamelen van knelpunten en het waarnemen van relevante ontwikkelingen voor de bouwnijverheid. Het stimuleren van de coördinatie van de programmering van onderzoek. Het leidinggeven aan onderzoeksprojecten. Het verspreiden en uitdragen van de resultaten naar alle geledingen van de bedrijfstak. De Stichting en degenen die aan dit product hebben meegewerkt, hebben een zo groot mogelijke zorgvuldigheid betracht bij het verwerken - naar de laatste inzichten - van de opgenomen gegevens. De mogelijkheid dat zich desondanks toch onjuistheden en/of onvolkomenheden kunnen voordoen, kan niet worden uitgesloten. De gebruiker van het product aanvaardt daarvoor het risico. De Stichting sluit, mede ten behoeve van degenen die aan dit product hebben meegewerkt, iedere aansprakelijkheid uit voor schade die mocht voortvloeien uit het gebruik van informatie uit dit product. C Stichting Bouwresearch Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, getransformeerd tot software of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opname of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet 1912 in verbinding met het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 882, 1180 AW Amstelveen). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient u zich te richten tot: Stichting Bouwresearch, Postbus 1819, 3000 BV Rotterdam. No part of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm, stored in a database or retrieval system, or any other means without written perrnission from the Stichting Bouwresearch. Copyright SBR, Rotterdam
Copyright SBR, Rotterdam
Copyright SBR, Rotterdam
Voorwoord Inleiding 2 Wanneer wat voor soort maatregelen 2.1 Type maatregelen 2.2 Keuze van te treffen maatregelen 2.3 Het (bouw)weerbericht 2.4 Arbeidsomstandigheden, weerverlet en ziekteverzuim 3 Verplichte maatregelen 3.1 Maatregelen volgens CAO en Arbo 3.2 Verletbeperkende maatregelen volgens de regeling risicofonds 4 Een overzicht van technische maatregelen 5 Enkele voorbeelden uit de praktijk 5.1 De winterschilder 5.2 De rijdende werkplaats 5.3 Bouwradiator op stadswarmte 5.4 Metselen in de luwte 5.5 Gevelstucwerk in de winter 5.6 Huisbrandolie voor afbouw 6 Kosten en baten van verletbestrijdende maatregelen 6.1 Inleiding 6.2 Algemene aspecten van kosten en baten van verletbestrijding 6.3 Gegevens over kosten en baten afkomstig van Nederlandse casestudies 7 De implementatie van verletbestrijding in de bedrijfsorganisatie 7.1 Implementatie 7.2 Organisatie Bijlagen Bijlage 1 Verletbeperkende maatregelen Literatuur 4 6 10 11 12 14 15 16 17 18 20 26 27 27 30 31 32 33 36 37 37 39 44 45 46 52 54 66 Copyright SBR, Rotterdam
Copyright SBR, Rotterdam
e huidige vorstverletregeling in de bouw, die in 1998 is ingevoerd, past geheel in deze moderne tijd. Als bouwbedrijf kunt u nu namelijk kiezen voor een eigen risicoperiode, waardoor de premiedruk omlaag gaat. Het is daarom interessant om de afweging te maken tussen hoge premiedruk en geen eigen risico of (vooraf) investeren in het bestrijden van vorstverlet en dus een lagere premie voor het Risicofonds. Maatwerk dus, waar wel consequenties aan zijn verbonden. Want bouwbedrijven die kiezen voor een eigen risicoperiode moeten een achttal verplichte verletbestrijdingsmaatregelen treffen. Dit zijn extra maatregelen naast de vijf die alle bouwbedrijven al verplicht volgens de Bouw-CAO moeten nemen. En daar blijft het niet bij. Om na te gaan of bouwbedrijven die maatregelen ook werkelijk treffen, worden namelijk op bouwplaatsen inspecties uitgevoerd door medewerkers van Sfb afd. CAO-regelingen. Deze inspecteurs kunnen u in gebreke stellen, waardoor mogelijk uw recht op vergoeding uit het Risicofonds komt te vervallen. Zelfs kunnen reeds gedeclareerde dagen worden teruggevorderd. Een stok achter de deur dus die vergelijkbaar is met de boeteoplegging bij overtreding van de Arbowet. Boetes en inspecties zijn blijkbaar noodzakelijk om de uitvoering van zowel wettelijke als bedrijfstakeigen regelingen op het gebied van arbeidsomstandigheden en verletbestrijding te garanderen. Dat is bijzonder spijtig, want door daarin te investeren, wordt immers de basis gelegd voor het behalen van het door u gecalculeerde rendement alsmede voor het opleveren van kwalitatief hoogwaardige bouwwerken. Dat geldt zowel voor de zomer, als voor de winterperiode. Het is ook veelal goedkoper dan boetes en het geeft tevreden klanten. Dat wordt, naar het lijkt, nog steeds onvoldoende beseft door de bouwpartners. Verletbestrijding moet dan ook vanaf het eerste initiatief van een bouwproject een belangrijk aandachtspunt zijn in het Programma van Eisen. En niet alleen voor de opdrachtgever, want alle partijen in het bouwproces moeten er hun aan bijdragen. Met onder andere de juiste ontwerpuitgangspunten, de startdatum van de bouw, de bouwplanning, de keuze van constructies en materialen en last but not least met verletbestrijdingsmaatregelen zijn immers de te lopen risico's in de winterperiode aanzienlijk te reduceren. Het is daarom geen zaak van alleen de bouwbedrijven, maar net als bij de Arbowet van alle bouwpartners tezamen. Zo gebeurt het ook in de Scandinavische landen, waar men ondanks de strenge winters geen Risicofonds of regelingen van gelijke strekking kent. Stichting Bouwresearch wil met deze publicatie de bouwpartners hierbij helpen. Er wordt aan de hand van voorbeelden uit de bouwpraktijk aangegeven welke oplossingen er zoal technisch en organisatorisch mogelijk zijn. Maar nog belangrijker zijn de aanwijzingen en richtlijnen voor de ontwikkelings-, ontwerpen voorbereidingsfase van bouwprojecten. Als die worden gehanteerd, wordt verletbestrijding vanzelf geïntegreerd in het bouw- en uitvoeringsproces. Bouwbedrijven kunnen daarnaast gebruik maken van de uitgebreide checklist om tijdens de uitvoering van projecten maximaal verzekerd te zijn van voldoende bestrijding tegen verlet bij zowel regen- als vorstperiodes. Het uitvoeren van de studie en het uitbrengen van deze publicatie zijn mede mogelijk geworden door een financiële bijdrage van MVROM/ Rgd Coördinatie Bouwbeleid en SFB CAO-Regelingen B.V De studie is uitgevoerd door de heren ir. H.A.L. Boonekamp van PRC Bouwcentrum B.V en Th.J.A. Paap van SA OB b.v. De begeleidingscommissie bestond uit: C. Butter Mulder Bouwbedrijf bv, Obdam P.W.G. Bouwels Hout- en bouwbond FNV, Woerden ir. R.J.M. van Ginderen MVROM/Rgd CB, Den Haag J.J. de Haas SFB CAO-Regelingen B.v., Amsterdam ir. FM. de Jong De Jong Bokstijn Architecten, Zeist ir. G.J.M. Mars Stichting Bouwresearch, Rotterdam / projectmanager H. Senssen Wilma Bouw, Weert Copyright SBR, Rotterdam
Copyright SBR, Rotterdam
erknemers op de bouwplaats zijn jaarlijks gemiddeld bijna 30 dagen verhinderd om hun werk te doen. De oorzaken van dit verlet zijn ziekte (17 dagen), regen en wind (6 dagen) en vorst (6 dagen). Hiermee is een toeslag op de uurloonkosten gemoeid van 11,5%. Als ervan wordt uitgegaan dat de helft van de bouwkosten samenhangt met de loonkosten op de bouwplaats, dan betekent dit dat de bouwkosten voor ca. 5% uit verletkosten bestaan. Het is echter aannemelijk dat de kosten van en door verlet nog hoger zijn. Direct voor en na een verletperiode is de productiviteit niet alleen lager, maar er kunnen ook gemakkelijker extra kwaliteitskosten ontstaan. Aandacht voor en werken aan goede en plezierige werkomstandigheden om het verlet te beperken, zijn dan ook bij uitstek goede investeringen. Ongunstige weersomstandigheden zijn overigens een normaal (en ingecalculeerd) risico voor de bouwbedrijven. Wanneer de werknemers door regen, wind of vorst hun werkzaamheden niet meer kunnen uitvoeren, zijn de werkgevers in beginsel wettelijk verplicht het loon door te betalen. Voor de bedrijven die vallen onder de CAO voor het Bouwbedrijf en de CAO voor het Stukadoors-, Afbouw- en Terrazzovloerenbedrijven was het deel vorstverlet van dit risico afgedekt via een verplichte verzekering bij de Stichting Risicofonds voor de Bouwnijverheid. De administratieve uitvoering van deze vorstverletregeling is opgedragen aan de SFB CAO-Regelingen B.V. Bij vorstverlet konden onder bepaalde voorwaarden de loonkosten voor CAO'ers bij dit fonds worden gedeclareerd. De werkgever betaalde daarvoor jaarlijks per CAO-werknemer een premie. Het mag duidelijk zijn dat deze regeling bepaald geen stimulans was om de bestrijding van vorstverlet stevig aan te pakken. De kosten werden immers collectief gedragen. Mede hierdoor en omdat deze regeling bouwbreed zeker tot verspilling van geld en tot verlaging van kwaliteit aanleiding kan zijn, is er sinds de winter 1998/1999 een nieuwe vorstverletregeling van kracht geworden. Een van de veranderingen is dat er een te kiezen eigenrisicoperiode (ERP) is ingevoerd. Bouwbedrijven kunnen kiezen voor een periode van a, 24 of 72 uur en daarmee een afweging maken tussen extra premiekosten voor een lage ERP versus de kosten, maar meer nog versus de opbrengsten van het bestrijden van vorstverlet. Maatwerk dus en een stimulans om verlet te bestrijden. Per saldo zal dit leiden tot betere productieomstandigheden en besparingen. De hoogte van de besparingen hangt in belangrijke mate af van de inzet en de creativiteit van het bouwbedrijf om het doorwerken onder slechtere weersomstandigheden mogelijk te maken. Verletbestrijding dan wel het verbeteren van de productieomstandigheden op de bouwplaats is echter niet alleen de taak en de verantwoordelijkheid van de bouwbedrijven. Alle partijen in de bouwkolom kunnen, of feitelijk moeten, daaraan een belangrijke bijdrage leveren. Voorbeelden zijn de planning van de start van een project in verband met de winterperiode of de weersgevoeligheid van het ontwerp en daarmee samenhangend de arbeidsomstandigheden als gevolg van de te hanteren bouwvolgorde en de keuze van materialen. Verletbestrijding dient daarom aan de orde te zijn gedurende alle fasen van het bouwproces: vanaf de initiatieffase tot aan de sloopfase. Verletbestrijding draagt ook bij aan de beheersing van het productieproces. Door een geringer verlet is de planning gemakkelijker te beheersen. Door meer constantere arbeids- en productieomstandigheden is er een constantere kwaliteit. De grotere continuïteit in de productie tenslotte draagt bij aan een betere beheersing van de kosten. Hierdoor draagt verletbestrijding bij aan levering op de afgesproken tijd, met de overeengekomen kwaliteit en binnen de voorspelde kosten. Een beperking van het weerverlet vraagt vooralom goede arbeidsomstandigheden. De toegevoegde waarde op de bouwplaats bestaat voor het overgrote deel uit arbeid van bouwvakkers. Van belang is daarom te onderkennen dat de factor arbeid veel gevoeliger is voor weersomstandigheden dan de productiefactoren materiaal en materieel. Maar met alleen vorstverletbestrijding is de bouwer nog lang niet. Een van de grootste zorgen van de bouwsector is het kunnen aannemen van voldoende en goed gekwalificeerd personeel. Dat is nu al moeilijk genoeg. Vanwege de verwachte economische ontwikkelingen en de bevolkingssamenstelling is het in de komende decennia te voorzien dat de schaarste op de arbeidsmarkt eerder zal toenemen dan Copyright SBR, Rotterdam
Copyright SBR, Rotterdam