e. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als 'Beleidsregel BTW-constructies'.



Vergelijkbare documenten
f. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als 'Beleidsregel instandhoudingsinvesteringen'.

c. De termijn waarvoor deze beleidsregel geldt: 1 januari 2009 t/m 31 december 2011

2.1.1 De berekening van de aanvaardbare rentekosten wordt gebaseerd op het financieringsvolume. Dit bestaat uit de volgende kapitaalbestanddelen:

f. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als 'Beleidsregel instandhoudingsinvesteringen'.

De bij de beleidsregel behorende definities zijn opgenomen in de separate Beleidsregel definities geestelijke gezondheidszorg.

c. De beleidsregel Rente met nummer CI-974 eindigt op 31 december d. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als 'Beleidsregel rente'.

c. De beleidsregel Rente met nummer CI-1095 eindigt op 31 december d. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als 'Beleidsregel rente'.

BELEIDSREGEL BR/CU-2056

Bijlage 2 bij CI/06/40c RENTENORMERINGSBALANS BIJ NACALCULATIE t.a.v. de bepaling van de aanvaardbare rentekosten 2005

d. De onderstaande bedragen zijn gebaseerd op het loonkostenniveau ultimo 2002.

c. De Beleidsregel rente met nummer CA-414 eindigt op 31 december d. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als 'Beleidsregel rente'.

f. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als 'Beleidsregel instandhoudingsinvesteringen'.

BELEIDSREGEL BR/CU-2051

Psychiatrische ziekenhuizen

FAQ Update enquête inventarisatie boekwaarde AWBZ

c. De termijn waarvoor deze beleidsregel geldt: 1 januari 2007 tot en met 31 december 2007.

g. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als 'Beleidsregel loon- en materiële kosten'.

e. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als 'Beleidsregel aanvaardbare kosten 2002'.

Aan de besturen van - verzorgingshuizen - overige instellingen voor ouderenzorg en de zorgkantoren

f. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als 'Beleidsregel loon- en materiële kosten'.

Beleidsregel beschikbaarheidbijdrage kapitaallasten academische zorg universitaire medische centra

Hoofdstuk 22. De kosten van duurzame productiemiddelen. Wat zijn afschrijvingen? Waardevermindering van je bezit!

c. De onderstaande bedragen zijn gebaseerd op prijspeil 2008.

Betreft: Voorbeeld rapport van bevindingen inzake enquete overgangsregeling kapitaalslasten NZa

BELEIDSREGEL BR/CU-2066

BELEIDSREGEL CI-995/CA-180

c. De Beleidsregel rente met nummer CA-163 eindigt op 31 december d. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als 'Beleidsregel rente'.

4.1 Forensische zorg Zorg als bedoeld in artikel 2 van het Interimbesluit forensische zorg. 1

Regeling rekenregels waardeoverdracht

BELEIDSREGEL BR/CU-7085

STICHTING VRIENDEN VAN HET CULTUREEL ERFGOED T PANNEKOEKENHUISJE IN HET BLOEMENDAALSE BOS BLOEMENDAAL

De NZa gebruikt de genoemde gegevens om tijdens de transitieperiode het transitiebedrag per zorgaanbieder vast te stellen.

Bijlage bij enquête inventarisatie boekwaarde AWBZ. VERTROUWELIJK Aan de Raad van Bestuur van Naam instelling Adres POSTCODE WOONPLAATS.

BELEIDSREGEL BR/CU-5039

Voorwaarden en Tarieven AWHoreca Makelaars

c. De onderstaande bedragen zijn gebaseerd op prijspeil 2010.

d. De termijn waarvoor de goedgekeurde beleidsregel V geldt, wordt gewijzigd van "onbepaald" in "tot 1 januari 2002".

Aan de besturen van - verzorgingshuizen - overige instellingen voor ouderenzorg en de zorgkantoren. Geachte heer/mevrouw

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

BELEIDSREGEL BR/CU-5059

1. Inleiding en richtlijnen

Stichting Thus, Zevenaar. 1 BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na resultaatbestem m ing) 31 december december 2014 ACTIVA

Declaratiebepalingen DBC-bedragen en overige bedragen medisch specialistische zorg door of vanwege de zorginstelling

BELEIDSREGEL BR/CU-7043

Kanttekeningen bij de Begroting Paragraaf 4 Financiering

21 september 2010 Corr.nr , FZ Nummer 28/2010 Zaaknr

concept Jaarrekening 2015 FAM! te Roermond

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 7. Doetinchem, 22 mei Bijstellen begroting rentekosten met ingang van begrotingsjaar 2014

c. De onderstaande bedragen zijn gebaseerd op prijspeil d. De Beleidsregel kleinschalig wonen met nummer CA-336 wordt ingetrokken.

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

Stichting Hospicezorg Zuidoost-Drenthe T.a.v. het Bestuur Asserbrink NJ EMMEN. Financieel overzicht 2014

Halfjaarverslag Brand New Day Vermogensopbouw NV

BELEIDSREGEL BR/CU-5060

Stichting Adullam voor Gehandicaptenzorg

BELEIDSREGEL BR/REG Aanvaardbare kosten Wlz Bijlage 12 bij circulaire Care/Wlz/16/11c

Vast percentage van de aanschafwaarde

Stichting Thas, Zevenaar. 1 BALANS PER 31 DECEMBER 2016 (na resultaatbestem ming) 31 december december 2015 ACTIVA

Rente. Een lening is soms nodig om een grote uitgave te kunnen doen. De lening moet terugbetaald worden, maar ook de rente. Hoe hoog is de rente?

NOTA RENTEBELEID GEMEENTE BERGEN OP ZOOM

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van de gemeente Leudal, 17 april 2018.

ALGEMENE VERHUURVOORWAARDEN VAN VERACHTERT NEDERLAND B.V.

JAARREKENING Stichting Mensgoed

1.1 Deze algemene voorwaarden mogen alleen door marktkramenverhuur De Zwart Marktkramen worden gebruikt.

ASR Levensverzekering N.V., gevestigd te Utrecht, hierna te noemen Aangeslotene.

Uitvoeringsregeling BTW-compensatiefonds

College bouw ziekenhuisvoorzieningen

Interim-management en advies Financiële specialisten voor de overheid en not for profit

BELEIDSREGEL BR/CU-7002

Stichting Parc Spelderholt (Enkelvoudig) Spelderholt DA Beekbergen

BELEIDSREGEL OVERGANG CURATIEVE GGZ NAAR ZVW EN INVOERING DBC S

Kosten van huisvesting en duurzame productiemiddelen 7

3.1 Geldende beleidsregels 2015 De aanvaardbare kosten volgen uit de toepassing van de onderstaande beleidsregels.

Stichting Adullam voor Gehandicaptenzorg

Stichting Steun Sonshine

Rafael gemeente De Rank T.a.v. het bestuur Ringvaartweg AC ROTTERDAM. Jaarrekening 2014

STICHTING FOODWATCH NEDERLAND TE AMSTERDAM JAARREKENING 2015

Regeling rekenregels waardeoverdracht

Stichting Boek Werk Onderzoek Zuiderparklaan TL Winsum JAARREKENING Datum: 20 april 2016

Afschrijving, waardering en overdracht

HUUROVEREENKOMST ZELFSTANDIGE WOONRUIMTE GELIBERALISEERD MET PARKEERPLAATS

Stichting Boek Werk Onderzoek Zuiderparklaan TL Winsum JAARREKENING Datum: 31 januari 2017

Aan geadresseerde (zie verzendlijst)

Stichting Hospice en Vrijwillige Terminale Thuiszorg Midden Holland. Gouda. Jaarrekening 2014

BESLUIT: de Verordening bijzondere bijstand Wormerland 2012 vast te stellen. Verordening bijzondere bijstand Wormerland 2012

FINANCIEEL JAARVERSLAG 2017

Hoofdstuk 13 Kostensoorten

Regeling voorschotverlening op uitkeringen Zfw en AWBZ

Voorschotten en rentevergoeding onderhanden DBC's GGZ

Ophorst Van Marwijk Kooy Vermogensbeheer N.V. Gouda

BELEIDSREGEL CU Invoering DBC s in de geestelijke gezondheidszorg. 1. Algemeen

Verhuurvoorwaarden. Ri-traffic Valeton 4B 5301 LW ZALTBOMMEL TEL;

Provincie Zuid-Holland Beleidsnota kostprijsberekening en rentetoerekening 2017

Stichting Vrienden Toon Hermans Huis te Amersfoort

Stichting Bejaardencentrum "De Hullen"

Daarna komen de economische levensduur en het afschrijvingsplan nog aan de orde.

1.1 Balans per 31 december Resultatenrekening over Kengetallen Kasstroomoverzicht over

Stichting Bejaardencentrum "De Hullen"

Notitie software Mei 2007

Besluit reken- en procedureregels waardeoverdracht

Stichting Boek Werk Onderzoek Zuiderparklaan TL Winsum JAARREKENING Datum: 10 april 2015

Transcriptie:

Bijlage 16 bij circulaire PTYN/masr/III/04/GGZ-04c/GHZ-07c BTW-constructies 1. ALGEMEEN a. Deze beleidsregel is van toepassing op organen voor gezondheidszorg, als vermeld in artikel 1, onder A, nummers 1, 2, 4, 6, 7, 9, 10, 17, 19 t/m 22, 24, 30 en 31 en onder D nummers 1 t/m 3 en in artikel 2, lid b van het Besluit werkingssfeer WTG 1992 (1991, Stb. 732), laatstelijk gewijzigd is bij Besluit van 25 oktober 2002 (Stb. 2002, 527) en bij Besluit van 5 november 2002 (Stb. 2002, 549). b. Deze beleidsregel treedt in werking op 1 juli 2004 en werkt terug tot die datum indien de bekendmaking van de nederlegging van deze beleidsregel in de Staatscourant na deze datum plaatsvindt. c. De termijn waarvoor deze beleidsregel geldt: onbepaald. d. De termijn waarvoor de goedgekeurde beleidsregels I-248/II 95-13/III-274/IV-203 en II-398 met betrekking tot onderstaande onderwerpen en de onder 1.a. aangeduide categorieën van organen voor gezondheidszorg geldt, wordt gewijzigd van 'onbepaald' in 'tot en met 30 juni 2004'. e. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als 'Beleidsregel BTW-constructies'. 2. BTW-CONSTRUCTIES Indien er sprake is van een zogenoemde "BTW-constructie" geldt dat: - De voordelen door de individuele instellingen kunnen worden behouden. - De instellingen verplicht zijn deze voordelen aan te wenden voor versnelde afschrijving van de betreffende investeringen. Versnelde afschrijving betekent in dit verband dat de totale investering in een kortere periode wordt afgeschreven dan wanneer er geen sprake was van een BTW-constructie. De berekening van het 'versnelde' afschrijvingspercentage over de investering door de verhuurder geschiedt volgens onderstaand rekenmodel. REKENMODEL A. Investeringen door de verhuurder (exclusief BTW) in: Grond Gebouwen Aanloopkosten Installaties, terreinwerken, verbouwingen e.d. B. Termijn waarna overdracht van de activa van verhuurder aan huurder plaatsvindt. C. Berekening voordelen BTW-constructie: 1. Boekwaarde bij overdracht: Te berekenen op de BTW over de overdrachtswaarde. 2. Lagere rentekosten na overdracht: Te berekenen op de BTW over de vanaf de overdrachtsdatum te betalen rente over de gestandaardiseerde financiering van de activa.

2 3. Lagere BTW gedurende de huurperiode: Te berekenen op de BTW over de niet door de verhuurder in rekening gebrachte rentekosten (inclusief direct door huurder betaalde rente). Onder overdrachtswaarde wordt verstaan de boekwaarde van de activa bij de verhuurder op het moment van overdracht, zonodig vermeerderd met het aanvaardbaar exploitatietekort op de rentekosten van de verhuurder. D. Berekening afschrijvingstermijn per soort activa vanaf de datum van overdracht: 1. Grond : Niet van toepassing; hierop wordt niet afgeschreven. 2. Gebouwen en aanloopkosten : (Boekwaarde bij overdracht -/- nog niet verrekende voordelen) gedeeld door de normatieve afschrijvingskosten. 3. Installaties, terreinwerken, verbouwingen e.d. : Zie D.2. Onder normatieve afschrijvingskosten wordt in dit verband verstaan de afschrijvingskosten die op grond van de CTG-beleidsregels kunnen worden berekend indien er geen gebruik wordt gemaakt van de BTW-constructie. E. Berekening afschrijvingspercentage vanaf de datum van overdracht: 1. Grond: 0% 2. Gebouwen en 100 Boekwaarde Aanloopkosten: x Uitkomst D2 Oorspronkelijke investering inclusief BTW 3. Installaties, 100 Boekwaarde terreinwerken, x verbouwingen e.d.: Uitkomst D3 Oorspronkelijke investering inclusief BTW De hierboven berekende afschrijvingspercentages mogen worden toegepast op de investeringsbedragen van de verhuurder, verhoogd met BTW. TOELICHTING OP DE BELEIDSREGEL BTW-CONSTRUCTIES Bij de vaststelling van de beleidsregel zijn de volgende uitgangspunten aangehouden: 1. De instelling dient er zorg voor te dragen dat de jaarrekeningen van de verhuurder beschikbaar zijn. 2. Gedurende de huurtermijn worden met betrekking tot de kosten samenhangend met de gehuurde activa in het instellingsbudget opgenomen: a. Afschrijvingskosten : De afschrijvingskosten van de verhuurder, berekend op basis van de CTG-beleidsregels. b. Rentekosten : 1. De in de huur begrepen rentecomponent; 2. de eventueel door de instelling direct betaalde rentekosten met betrekking tot de gehuurde activa; 3. de eventueel niet door de verhuurder in rekening gebrachte maar wel verschuldigde rente.

3 c. BTW : De over de door verhuurder in rekening gebrachte huur (rente- en afschrijvingskosten) verschuldigde BTW. d. Overige kosten : De extra kosten die door de huurder of verhuurder gemaakt worden direct samenhangend met de gekozen huurconstructie. 3. Indien geen overdracht van verhuurder naar huurder zou plaatsvinden zou voor de volledige huurperiode gelden dat, uitgaande van integrale doorberekening van de werkelijke rente- en afschrijvingskosten, er geen BTW-voordeel ontstaat. Het voordeel van wel overdragen is dan ook de niet meer verschuldigde BTW vanaf de overdracht, en is te verdelen in: - bespaarde BTW over afschrijvingskosten; dit vertaalt zich in de boekwaarde van de activa bij overdracht; - bespaarde BTW over rentekosten; deze besparing leidt, conform het CTG-besluit, tot een verdere verkorting van de afschrijvingstermijn na overdracht. 4. De berekening van de voordelen geschiedt op een eenduidige, administratief eenvoudige wijze. Dit houdt in een limitatieve benoeming van de voordelen zoals voorgesteld. Aldus wordt discussie over voordelen, bijvoorbeeld als gevolg van betalingstermijnen of het rentedragend maken van de voordelen, vermeden. Dit bevordert de heldere en objectieve toepassing van de beleidsregel. De regeling richt zich op die kostencomponenten, die op basis van nacalculatie worden vastgesteld. Dit houdt in dat afschrijvingskosten van genormeerde investeringen (instandhoudingsinvesteringen en inventarissen) buiten beschouwing worden gelaten. De beleidsregel geeft aan op welke wijze de kostenvoordelen worden berekend en op welke wijze deze voordelen worden aangewend voor versnelde afschrijving. Ad 2. b. De te berekenen kostenvoordelen betreffen niet gemaakte kosten die zonder BTW-constructie wel zouden zijn gemaakt. Deze niet gemaakte kosten bestaan uit niet verschuldigde BTW over afschrijvings- en rentekosten na overdracht. Het vaststellen van niet gemaakte kosten kan niet worden afgeleid uit exploitatierekeningen en vereist een extra comptabele "indien"-benadering. Besloten is uit te gaan van een standaardcalculatie, met name voor de rentekosten. Hiermee wordt bereikt dat de kostenvoordelen vooraf kunnen worden vastgesteld en dat de beoordeling van de (werkelijke) rentekosten gebaseerd kan blijven op de Beleidsregel rente. Uiteraard worden de rentekosten beoordeeld op basis van de geldende Beleidsregel rente. Ad 2. b. 3. Het kan voorkomen dat de verhuurder huur berekent op basis van een bepaalde minimum rendementseis van het geïnvesteerde vermogen. Aangenomen wordt dat de in rekening gebrachte huur dan is opgebouwd uit: - Afschrijvingskosten, berekend conform de CTG-beleidsregels. - Rentekosten (verschil tussen huur en afschrijvingskosten). De niet in rekening gebrachte kosten (= exploitatieresultaat van de verhuurder) betreffen dan rentekosten. Deze niet in rekening gebrachte rentekosten worden dan wel in het instellingsbudget opgenomen. Hiermee wordt de instelling in staat gesteld de tekorten van de verhuurder te financieren. Daarmee wordt tevens bereikt dat de kosten evenwichtiger over de hele periode, waarover moet worden afgeschreven, worden gespreid. De instelling dient dit bedrag te verantwoorden op een voorzieningenrekening, terwijl er tevens een schuldverhouding ontstaat van verhuurder aan huurder.

4 Voordelen a. Gedurende de huurtermijn en bij overdracht van de activa van de verhuurder aan de instelling. 1. Voordelen in boekwaarde die ontstaan bij overdracht van de activa van de verhuurder aan de instelling. Dit betreft de BTW over de, op basis van de geldende CTG-beleidsregels berekende, boekwaarde bij de verhuurder op het moment van overdracht (= in de toekomst nog te betalen BTW over de huurcomponent afschrijvingskosten indien geen overdracht zou plaatsvinden). 2. Voordelen die ontstaan indien gedurende de huurperiode niet alle kosten van de verhuurder worden doorberekend aan de instelling. Het voordeel is te berekenen op de niet verschuldigde BTW over deze niet in rekening gebrachte bedragen. 3. Voordelen die ontstaan omdat (een deel van) de activa van de verhuurder direct door de instelling wordt gefinancierd, zonder dat deze kosten aan de verhuurder worden door berekend. Het voordeel is weer de dan niet verschuldigde BTW over deze direct door de instelling betaalde rentekosten. b. Na de overdracht van de activa van de verhuurder aan de instelling. Omdat de boekwaarde van de overgedragen activa lager is dan de boekwaarde indien geen BTW-constructie was toegepast is de financieringsbehoefte van de instelling daarna lager. Daardoor ontstaan na de overdracht dus rentevoordelen bij de instelling. Het totaal van deze voordelen is te berekenen op het verschil tussen de na de overdracht verschuldigde rente ten opzichte van de rente die verschuldigd zou zijn als geen BTW-constructie was toegepast (= in de toekomst nog te betalen BTW over de huurcomponent rente indien geen overdracht zou plaatsvinden). Te hanteren leningsvoorwaarden ter berekening van de rentevoordelen Besloten is om bij de berekening van de rentevoordelen uit te gaan van gestandaardiseerde leningstermijnen en een gestandaardiseerd rentepercentage. Als leningstermijn wordt aangehouden: - Voor gebouwen, grond en aanloopkosten : 30 jaar - Voor installaties, terreinwerken, verbouwingen : 20 jaar Als te hanteren rentepercentage is vastgesteld : 8 Versnelde afschrijving Het CTG-besluit, dat de instellingen verplicht zijn de voordelen aan te wenden voor versnelde afschrijving van de betreffende investering, houdt in dat de totale afschrijvingstermijn wordt verkort. Met andere woorden: De investering is eerder afgeschreven dan wanneer geen BTW-constructie was toegepast. De berekening van de afschrijvingspercentages vanaf de datum van overdracht van de activa van de verhuurder aan de instelling geschiedt als volgt: Af te schrijven bedragen (= boekwaarde activa bij overdracht): A Af: Nog niet verrekende voordelen (a. 2., 3., b.) B A -/- B Jaarlijkse afschrijvingskosten, die zouden zijn ontstaan als geen BTW-constructie was toegepast = CTG-afschrijvingspercentage over de oorspronkelijke investering van de verhuurder, verhoogd met BTW = C Afschrijvingstermijn na overdracht: A -/- B =... jaar. C Oorspronkelijke investering van de verhuurder, verhoogd met BTW D

5 Afschrijvingspercentage, te berekenen over de oorspronkelijke investering van de verhuurder verhoogd met BTW: 100 Nog af te schrijven boekwaarde 100 A x = x Resterende afschrijvingstermijn Oorspr. investering van de verhuurder, A -/- B D verhoogd met BTW C Overig a. Besloten is om de ingangsdatum van de beleidsregel vast te stellen op 1 januari 1995. Omdat er echter ook een aantal zaken wordt geregeld met betrekking tot de gedurende de huurtermijn in het budget van de instelling op te nemen kosten, en de nieuwe beleidsregel een verruiming betekent ten opzichte van de bestaande beleidsregelen, zal in voorkomende gevallen, indien partijen daarom verzoeken, de Beleidsregel BTW-constructies ook worden toegepast bij beoordeling van de aanvaardbare kosten vóór 1995. b. Toepassing van de BTW-constructie brengt met zich dat er extra kosten moeten worden gemaakt. Te denken valt aan de kosten van de oprichting van een nieuwe rechtspersoon en advies- en accountantskosten. Besloten is ter dekking van deze kosten gedurende de huurtermijn een vast percentage van de normatieve huur in het instellingsbudget op te nemen. Het percentage is vastgesteld op 0,25 per jaar. Als normatieve huur wordt aangemerkt: - Afschrijvingskosten conform CTG-beleidsregel - Rentekosten op basis van gestandaardiseerde rente en leningstermijnen - BTW over beide componenten 14 juli 2004 w:\seck3\word\rl\800-899\847-nieuw.doc