4e, herziene druk, november 2016

Vergelijkbare documenten
WIJZER OVER GEHEUGEN. over hersenen, vergeten & dementie GEORGIE DOM

WIJZER OVER GEHEUGEN. Over hersenen, vergeten & dementie GEORGIE DOM

Georgie Dom. Greep op uw geheugen. Zo blijft u scherp

Greep op uw geheugen

H2 Bouw en functie. Alle neuronen hebben net als gewone cellen een gewone cellichaam.

Georgie Dom. Bewegen. & fit. blijven. Met handige oefeningen en tips

Minder kans op kanker

Georgie Dom. Hart & vaten gezond. Informatie en preventie

Uw recht bij geldzaken

Werkstuk Biologie Dementie

het lerende puberbrein

Hersenschudding Volwassenen en kinderen > 6 jaar. Afdeling Spoedeisende Hulp

Verschil tussen Alzheimer en Dementie

Georgie Dom. Blijf gezond! Tips voor senioren

Carol Dweck en andere knappe koppen

Samenvatting door Hidde 506 woorden 31 maart keer beoordeeld. Biologie Hoofdstuk 14: Zenuwstelsel Centraal zenuwstelsel

Samenwonen of trouwen

Ciska Sikkel-Spierenburg. Scheiden. Financiële en juridische aspecten

Georgie Dom. Veilig eten. Kopen, koken en bewaren

GEZOND SENIOREN ETEN VOOR. met handige tips en weekmenu s BOUDEWIJN BREEDVELD & GEORGIE DOM

SAMEN WONEN. klaar voor de notaris deel 2 ELLE VAN GOMPEL & DESIRÉE LAUREIJ

prettig blijven wonen Praktische & financiële informatie voor senioren Georgie Dom & Alfred Jacobsen

Langer plezier van je pc. Zo blijft je computer snel en schoon

Voeding en uw gezondheid

INA HOUWING & SASKIA MOS-VAN GOOL HET LEVENS TESTAMENT. klaar voor de notaris deel 1

INA HOUWING & SASKIA MOS-VAN GOOL HET LEVENS TESTAMENT. klaar voor de notaris deel 1

Hoogbegaafdheid en prikkelverwerking

De mooiste steden. De keuze van de Reisgids

Marjan Langbroek. Tips & toeslagen. Krijg waar je fiscaal recht op hebt

Het zenuwstelsel. Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel (hersenen en ruggenmerg) en het perifere zenuwstelsel. Figuur 3.7 boek p. 68.

Jaarboek Geld Van belasting tot verzekering

Vergeetachtig of dement?

Brein. Basisinformatie Brain Training. Brain Gymmer

Fysiologie / zenuwstelsel

...de draad weer oppakken

Wat is hersenletsel? Het centrale zenuwstelsel bestaat uit 5 onderdelen die allemaal met elkaar in verbinding staan:

Depressie bij ouderen

ESTHER VAN AS & JOLINE KRONENBURG-DE JONGE DE ROL VAN DE EXECUTEUR. klaar voor de notaris deel 3

Omgaan met aandacht- en geheugenproblemen. Café Brein, Uden en Oss, September 2014

Dementie Radboud universitair medisch centrum

Delier. Informatie voor familie en betrokkenen

Een kijkje in je hersenen

> tilly janssen, behandelaar bij herzens > TIPs: zoek met aandacht/ train het volhouden van aandacht/ vaste plekken

Klachten na een hersenschudding algemene informatie

Hoofdpijn Duizeligheid Vermoeidheid Concentratieproblemen Vergeetachtigheid

De Hersenen. Historisch Overzicht. Inhoud college de Hersenen WAT IS DE BIJDRAGE VAN 'ONDERWERP X' AAN KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE?

Leven met het restless legs syndroom TWEEDE, GEHEEL HERZIENE EDITIE

VERGEETACHTIGHEID > WAT IS VERGEETACHTIGHEID HERSENZ SPECIAL > WAT IS VERGEETACHTIGHEID

Dit systeem is jouw onderbewustzijn

Maartje Heymans & Ruud de Korte. Alles over digitale video

POST TRAUMATISCH STRESS SYNDROOM PTSS

Bijlage 3. Symptomen van de eerste orde

Hoe verwerk je een. schokkende gebeurtenis? Informatie voor ouders

BLOK V IMPLICIET EXPLICIET GEHEUGEN

Het puberbrein een handleiding. Calibris dr. Aletta Smits

Depressie. Informatiefolder voor cliënt en naasten. Zorgprogramma Doen bij Depressie UKON. Versie 2013-oktober

Leer als een speer. Jan-Willem van den Brandhof

Informatie over het werkgeheugen

Het geheugen en dementie. Presentatie gemaakt door M.J. te Hennepe-van Vulpen MSc. ing. Preventiefunctionaris/psycholoog GGNet Preventie

Geheugenklachten als bijwerking van Electroconvulsieve Therapie (ECT)

Dementie. Havenziekenhuis

Tips & toeslagen BW-Tips en toeslagen.indd :47

Depressie bij ouderen

H G Z O - C O N G R E S L O E S S T R I J B O S C H & J O E S V. D. W I E L

Maartje Heymans & Ruud de Korte. Foto s bewerken. Stap voor stap

We kunnen het zenuwstelsel daarom onderverdelen in de controlekamer: het centrale zenuwstelsel en informatiewegen: het perifere zenuwstelsel.

Terrorisme en dan verder

Nederlandse samenvatting proefschrift Renée Walhout. Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose

NA DE SCHOK INFORMATIE VOOR OUDERS

Ergotherapie. Patiënteninformatie. Geheugenstoornissen. Veroorzaakt door een CVA. Slingeland Ziekenhuis

6 e Nieuwsbrief EPISCA onderzoek maart 2015

TABLET Voor Apple en Android met aandacht voor Windows

DEMENTIE. Stadia en symptomen van dementie. Er zijn drie hoofdstadia van dementie.

regio Gooi en Vechtstreek Niet uitgeslapen? Jongeren en slapeloosheid

Examentrainer. Vragen vmbo-bk. Scan

Inhoud. Woord vooraf Inleiding Kennismaking met de psychologie Biologie en gedrag De hardware van het psychisch functioneren 51

Hoe krijg je meer zin? Oefening 3: Wat zijn jouw prikkels? 12

Examen Medische Vakken

Checklijst voor Cognitieve en Emotionele problemen na een Beroerte (CLCE-24)

Verschil tussen Alzheimer en dementie

Er zijn verschillend oorzaken bij hersenletsel. Deze oorzaken worden verdeeld in 3 groepen.

Oude hersenen en een verliefd brein

Depressie bij verpleeghuiscliënten

Interview RTL Late Night Bataclan Paris. Met dank aan: RTL Late Night!

NA DE SCHOK INFORMATIE VOOR OUDERS

Na de schok... Niemand is echt voorbereid op een schokkende. gebeurtenis en als het gebeurt heeft dat voor iedereen

Beelddenken in Beweging

Behandeling voor patiënten met niet-aangeboren hersenletsel

Wat is dementie? Radboud universitair medisch centrum

EMDR. Behandeling bij de gevolgen van een schokkende ervaring

Dementie in de palliatieve fase

van delen tot het geheel. Hij kan bijvoorbeeld zijn kleding binnenstebuiten aantrekken, of zijn kopje naast de tafel zetten.

Antonius College: Dementie

Puberhersenen onder de loep

Een mens met dementie is een persoon met wensen, gevoelens en voorkeuren. En geen dode geest in een nog levend lichaam. Met deze presentatie willen

De familiebank BW-Familiebank.indd :18

DE ZIEKTE VAN ALZHEIMER ONTSTAAT MEESTAL SPONTAAN.

Leefregels na opname kind met licht traumatisch hoofd-/hersenletsel

LEZING VOOR DE THEMA-AVOND VAN DE MULTIPLE SCLEROSE VERENIGING NEDERLAND, REGIO ZUID-HOLLAND-NOORD.

Hoogbegaafd en gevoelig

Transcriptie:

GEORGIE DOM

4e, herziene druk, november 2016 2016 Consumentenbond en Alzheimer Nederland Auteursrechten op tekst, tabellen en illustraties voorbehouden Inlichtingen Consumentenbond Auteur: Georgie Dom Inhoudelijke adviezen: drs. Josine van der Poel, medewerker Dialoog en Landelijke hulp, en Dinant Bekkenkamp MSc, medewerker Wetenschappelijk Onderzoek (beiden van Alzheimer Nederland) Eindredactie: Stefan Boerboom (Consumentenbond), Mediaeval Tekst en Vorm, Nijmegen Grafische verzorging: PUUR Publishers, Utrecht Illustraties: PUUR Publishers, Utrecht Foto omslag: istockphoto Foto s binnenwerk: istockphoto, nationalebeeldbank.nl, Mary Kouwenberg (pag. 79) ISBN 978 90 5951 3556 NUR 860 Behoudens uitzonderingen door de wet gesteld, mag zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende op het auteursrecht c.q. de uitgever van deze uitgave, door de rechthebbende(n) gemachtigd namens hem op te treden, niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of anderszins, hetgeen ook van toepassing is op de gehele of gedeeltelijke bewerking. De uitgever is met uitsluiting van ieder ander gerechtigd de door derden verschuldigde vergoedingen voor kopiëren, als bedoeld in artikel 17 lid 2, Auteurswet 1912 en in het KB van 20 juni 1974 (Stb. 351) ex artikel 16B Auteurswet 1912, te innen en/of daartoe in en buiten rechte op te treden. Hoewel de gegevens in dit boek met grote zorgvuldigheid zijn bijeengebracht, aanvaardt de uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele (zet)fouten of onvolledigheden. De uitgever heeft ernaar gestreefd de rechten van derden zo goed mogelijk te regelen; degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich tot de uitgever wenden.

INHOUD Inleiding... 9 1 Zo werkt ons geheugen... 11 1.1 Soorten geheugen... 12 1.1a Korte- en langetermijngeheugen... 13 1.1b Zintuigen, emoties en herinneringen... 14 1.1c Nog meer soorten... 15 1.2 Waar zit ons geheugen?... 17 1.2a De kleine hersenen en de (hypo)thalamus... 17 1.2b De grote hersenen... 18 1.3 Hoe werkt het geheugen?... 22 2 Zo help ik mijn brein... 25 2.1 Niet roken... 27 2.1a Hulpmiddelen... 29 2.1b Naar de huisarts... 29 2.2 Gezond eten en drinken... 29 2.2a Schijf van Vijf... 30 2.2b Alcohol... 31 2.2c Cafeïne... 33 2.2d Water... 33 2.2e Speciale middelen?... 34 2.3 Voldoende bewegen... 39 2.3a Gewoon bewegen... 40 2.3b Hoeveel precies?... 41 2.3c Niet overdrijven... 41 2.4 Nieuwsgierig blijven... 41 2.5 Goed slapen... 44 2.5a Tips voor lekker slapen... 44 2.6 Stress voorkomen... 46 2.7 Voorzichtig met medicijnen... 47 INHOUD 5

2.8 Sociale contacten... 48 2.9 Depressie herkennen en behandelen... 49 3 Geheugen & ouder worden... 51 3.1 Geheugenverschijnselen... 53 3.1a Hoe noem je dat toch?... 55 3.1b Hoe heet ze ook alweer?... 55 3.1c Toch nog vergeten te doen... 56 3.1d Waar blijft de tijd?... 59 3.2 Gewone vergeetachtigheid of iets ergers?... 59 3.2a Verschillen... 61 3.3 Tijd voor een test... 62 4 Dementie... 69 4.1 Verschillende oorzaken en vormen... 70 4.2 Alzheimer... 72 4.3 Vasculaire dementie... 78 4.4 Lewy body-dementie... 82 4.5 Frontotemporale dementie... 83 4.6 Ziekte van Creutzfeldt-Jakob... 85 4.7 Ziekte van Parkinson... 85 4.8 Andere oorzaken... 86 4.8a Multiple sclerose... 86 4.8b Contactsporten en ongelukken... 86 4.8c Bacteriële of virale infectie... 86 4.9 Dementie-achtige verschijnselen...86 4.9a Alcoholmisbruik... 87 4.9b Medicijnen... 87 4.9c Storing in het hersenvocht... 87 4.9d Gebrek aan schildklierhormoon of vitamine B12...88 4.10 Onderzoek naar alzheimer: de nieuwste ontwikkelingen...88 5 Diagnose & behandeling... 91 5.1 De diagnose... 92 5.1a Naar de huisarts... 95 5.1b Psychologisch en neurologisch onderzoek... 98 5.1c Verder onderzoek naar de oorzaak... 98 5.2 Behandeling... 99 5.2a Ziekte van Alzheimer... 99 6 WIJZER OVER GEHEUGEN

5.2b Vasculaire dementie... 103 5.2c Lewy body-dementie... 104 5.2d Frontotemporale dementie... 104 6 Dementie: wat nu?... 105 6.1 Wat kan ik verwachten?... 106 6.1a Irritaties over en weer... 108 6.1b Soms betere momenten... 108 6.1c U beter voordoen dan u bent... 109 6.1d De relatie verandert... 109 6.1e Overnemen van de regie... 109 6.1f Onbegrip uit de omgeving... 109 6.1g Machteloosheid... 109 6.2 Wat moet ik regelen?... 110 6.2a Rust via een levenstestament... 110 6.2b Geld en goederen... 111 6.2c Welzijn en gezondheid... 112 6.2d Hoe zit het met autorijden?... 114 6.2e Praktische hulp... 117 7 Tips voor de omgeving... 121 7.1 Praktische tips... 122 7.1a Informeer de omgeving... 122 7.1b Pas de communicatie aan... 123 7.1c Toon begrip bij apathie, angst en depressie... 125 7.1d Wees voorbereid op agressieve reacties... 127 7.1e Zorg voor structuur... 130 7.1f Prikkel de zintuigen... 131 7.1g Lichamelijke verzorging... 132 7.1h Houd de persoon met dementie bezig... 134 7.1i Wees bedacht op dwaalgedrag... 137 7.1j Denk aan de veiligheid in huis... 138 7.1k Zorg voor uzelf!... 141 7.2 Hulp bij dementie... 142 7.2a Meer weten helpt... 143 Begrippen... 148 Register... 152 Alzheimer Nederland... 156 INHOUD 7

INLEIDING Iedereen vergeet weleens wat. Soms is dat gevaarlijk, bijvoorbeeld wanneer we vergeten het gas uit te draaien of er bij het oversteken niet aan denken om op te letten. Maar meestal is het alleen vervelend, zoals wanneer we een verjaardag zijn vergeten of de huissleutels niet meer kunnen vinden. Niettemin maken veel mensen zich zorgen over hun geheugen, vooral als ze wat ouder worden en de indruk krijgen dat ze steeds vaker dingen vergeten. Zeker als iemand in hun directe omgeving dementie heeft, spookt al gauw het beeld van alzheimer door hun hoofd. Zou ik ook? Dit boek vertelt onder meer of die angst gerechtvaardigd is, maar geeft ook handvatten om met dementie om te gaan. Hoofdstuk 1 bevat informatie over het geheugen, hoe het werkt en welke soorten geheugen er zijn. Hoofdstuk 2 vertelt hoe je zo goed mogelijk voor je geheugen kunt zorgen, onder meer via een gezonde leefstijl: gezond eten, genoeg bewegen, niet roken en voldoende slapen. Ook is er veel informatie te vinden over onderzoek naar de achtergrond van dementie. Aansluitend schenkt hoofdstuk 3 aandacht aan de veranderingen in ons geheugen naarmate we ouder worden. Gelukkig blijkt het wel mee te vallen met de invloed van veroudering op het geheugen. Aan het eind van dit hoofdstuk staan verschillende testjes waarmee is na te gaan hoe het met het geheugen is gesteld. Hoofdstuk 4 is gewijd aan verschillende vormen van dementie, zoals de ziekte van Alzheimer. Daarnaast zijn er aandoeningen die gepaard gaan met verschijnselen van dementie, maar die wel kunnen worden behandeld. Denk bijvoorbeeld aan een depressie of verwardheid ten gevolge van (over)medicatie. Een correcte diagnose is bij dementieverschijnselen erg belangrijk. In hoofdstuk 5 staat hoe die diagnose wordt gesteld en ook wat de behandeling van alzheimer en andere dementievormen inhoudt. In hoofdstuk 6 staat informatie voor iedereen die met de diagnose dementie wordt geconfronteerd. INLEIDING 9

Hoofdstuk 7 gaat tot slot in op allerlei zaken waarmee de mensen in de omgeving van een dementerende te maken kunnen krijgen, en hoe zij daarmee kunnen omgaan. Een korte uitleg van de belangrijkste begrippen en een register om de informatie makkelijk terug te vinden, maken dit boek compleet. Dementie is geen gemakkelijk onderwerp. Maar het hoort bij het leven; veel mensen krijgen ermee te maken. Vaak zonder dat ze enig idee hebben van wat het inhoudt, het ziekteverloop en hoe om te gaan met de jaren tussen diagnose en overlijden. Jaren waarin de persoon met dementie veelal gewoon thuis woont. Dit boek geeft daarvoor veel praktische handgrepen en helpt hopelijk ook om iets van het taboe en de schaamte rond deze ziekte weg te nemen. Georgie Dom schreef decennialang boeken over allerlei consumentenzaken voor de Consumentenbond en ging onlangs met pensioen. Met haar 65 jaar is geheugen op oudere leeftijd een onderwerp waarin ze ook persoonlijk is geïnteresseerd. 10 WIJZER OVER GEHEUGEN

ZO WERKT ONS GEHEUGEN Over hersenen, geheugen en alles wat daarbij hoort. 1 X 11

Dankzij ons geheugen kunnen we dingen onthouden. Het is een onderdeel van ons cognitieve vermogen: de geestelijke vaardigheid om dingen waar te nemen, te herkennen, om te denken, te interpreteren en te oordelen. Als je een willekeurig iemand vraagt waar ons geheugen zit, zal hij zeggen: in de hersenen. Dat klopt, maar waar precies? En als je hem vraagt hoe het werkt, zal hij het antwoord waarschijnlijk schuldig blijven. Ook in dit hoofdstuk is geen exact antwoord op die vraag te vinden, want de wetenschap is daar nog steeds niet helemaal uit. Dat het geheugen nog steeds vragen oproept, komt in ieder geval niet doordat er geen interesse voor is. Integendeel, de oude Grieken hielden zich er al mee bezig. Maar een hersenpan leg je nu eenmaal niet zomaar open om te bestuderen. Wel heeft de moderne beeldvormende technologie, zoals de PET-scan, voor een flinke sprong in het hersen- en geheugenonderzoek gezorgd. Kijkje in het hoofd Vroeger waren de hersenen een black box. Tegenwoordig zijn er diverse technieken om de werking van de hersenen zichtbaar te maken, samengevat onder de noemer brain imaging. Computertomografie (CT) en magneetresonantie (MRI, ook wel kernspintomografie genoemd) tonen het uiterlijk en de structuur van de hersenen. Met functionele MRI (fmri) kan de activiteit in het brein zichtbaar worden gemaakt: welk deel is wanneer actief? Positronenemissietomografie (PET) en Single Photon Emission Computertomografie (SPECT) maken de stofwisselingsactiviteit binnen de hersenen zichtbaar. Hiermee kan ook breinactiviteit worden gemeten (over een wat langere periode dan bij fmri), maar ook kan worden gekeken naar het voorkomen van bepaalde moleculen in het brein, zoals de concentratie neurotransmitters (prikkeloverdragende stoffen). Het klassieke elektro-encefalogram (eeg) meet de elektrische activiteit van de hersenen. Visual Evoked Potential (VEP) meet de geleiding en reactie van de verschillende prikkels in de zenuwbanen van de hersenen via visuele prikkels. 1.1 Soorten geheugen We bezitten verschillende soorten geheugenvaardigheden, die allemaal met elkaar samenwerken en een systeem vormen. Iedereen heeft elementaire geheugenvermogens, zoals onthouden wat je hoort, voelt en hoe je je beweegt. Maar er zijn ook ingewikkelder soorten geheugen, voor het onthouden van vormen, 12 WIJZER OVER GEHEUGEN

woorden en getallen. En via complexere geheugenprocessen kunnen we ook wiskundige vergelijkingen en ingewikkelde taal vormen. We hebben dus niet slechts één soort geheugen. Het zijn er een heleboel. 1.1a Korte- en langetermijngeheugen Het proces van herinneren kent, kort samengevat, drie fasen: informatie opnemen, informatie opslaan en informatie oproepen, aldus de website van Alzheimer Nederland. Informatie opnemen doen we via onze zintuigen, dus via zien, horen, voelen, proeven en ruiken (zie par. 1.1b). Die indrukken worden vervolgens door onze hersenen omgezet in begrijpelijke informatie en doorgestuurd naar het kortetermijngeheugen. Dat heet niet voor niets zo: de informatie wordt hier maar kort bewaard. Herhaling Informatie van zintuigen Informatie opslaan Informatie opslaan Zintuiglijk geheugen Aandacht Kortetermijngeheugen Langetermijngeheugen Informatie ophalen Geen aandacht voor informatie Vergeten Vergeten Figuur 1 ZO WERKT ONS GEHEUGEN Onder meer afhankelijk van hoe belangrijk we bepaalde informatie vinden, slaan we deze op in het langetermijngeheugen; zie figuur 1. In het langetermijngeheugen gaan we zoeken op het moment dat we bepaalde informatie willen oproepen. Het kortetermijngeheugen is dus een soort voorportaal van het langetermijngeheugen. In het kortetermijngeheugen verblijft de informatie tijdelijk, terwijl ze in het langetermijngeheugen weggeschreven wordt. Het kortetermijngeheugen is daarnaast een soort mentaal werkblad: als we bijvoorbeeld aan het hoofdrekenen zijn, houden we hierin de getallen vast die we voor onze berekeningen nodig hebben. Psychologen noemen dit daarom meestal het werkgeheugen, een term die ook wij verder zullen gebruiken. Een groot verschil tussen beide geheugensystemen is de duur van de opslag. In het werkgeheugen wordt informatie maximaal een paar minuten levend gehouden, namelijk zolang we er aandacht aan geven. Hier onthouden we bijvoorbeeld ZO WERKT ONS GEHEUGEN 13

een telefoonnummer in de tijd tussen het opzoeken en het intoetsen ervan in de telefoon. Er kan maar weinig informatie in dit geheugen, en zo gauw we aan iets nieuws denken, overschrijft dat de vorige inhoud. Als we worden afgeleid, denken we niet meer aan het telefoonnummer en verdwijnt het uit ons werkgeheugen. De informatie in het langetermijngeheugen kan een leven lang bewaard blijven. Welke informatie in het werk- en welke in het langetermijngeheugen wordt opgeslagen, hangt in grote lijnen af van: waar we aandacht aan besteden: dit bepaalt wat er in ons werkgeheugen zit, maar ook wat er in ons langetermijngeheugen komt; hoe aandachtiger we zijn, hoe meer we kunnen onthouden; betekenis: hoe belangrijker we de informatie vinden, hoe eerder die langer zal worden bewaard; onbelangrijke dingen gooien we weg; aansluiting op wat je al weet: bestaande herinneringen helpen nieuwe dingen aan te leren. Als we iets opslaan in het langetermijngeheugen, vinden er veranderingen plaats in de hersenen. Dat noemen we het geheugenspoor. Een geheugenspoor is dus eigenlijk de fysieke basis van een herinnering. Als we een herinnering uit het langetermijngeheugen ophalen, komt er meestal een groepje geheugensporen omhoog. Op het moment dat je die herinnering beschrijft, spreek je namelijk meerdere geheugensporen aan, ook die van andere aspecten rond die gebeurtenis. Welke paden daarbij worden bewandeld, verschilt per mens. De een is meer visueel (op beelden) ingesteld, de ander meer auditief (op geluid). Werk- en langetermijngeheugen verschillen niet alleen in de duur van de opslag, maar ook qua capaciteit. Bij het langetermijngeheugen is die vrijwel ongelimiteerd, bij het werkgeheugen sterk beperkt: voor de meeste mensen kan het werkgeheugen ongeveer vier eenheden informatie bevatten. Waaruit zo n eenheid informatie bestaat, is heel persoonlijk. Wie weinig van geschiedenis afweet, ziet het getal 1945 als vier cijfers, dus als vier eenheden informatie. Voor de meesten is het een jaartal (namelijk het eind van de Tweede Wereldoorlog) dat makkelijk als één informatie-eenheid te onthouden is en waar nog drie eenheden bij kunnen. 1.1b Zintuigen, emoties en herinneringen Informatie komt onze hersenen binnen via de zintuigen. Onze herinneringen bestaan dan ook vaak uit zintuiglijke waarnemingen, dus wat we hebben gezien, geroken, gehoord en gevoeld (zowel letterlijk als emotioneel). Zintuiglijke waarnemingen zijn daarom ook vaak de trigger voor herinneringen. Als we bijvoorbeeld iets ruiken, kan dat plots herinneringen oproepen aan andere keren dat we hetzelfde roken. Datzelfde geldt voor geluid, beeld en al onze waarnemingen. En ook voor emoties. Als we ons blij voelen, is het makkelijker om herinneringen 14 WIJZER OVER GEHEUGEN

op te halen aan andere keren dat we blij waren. Die combinatie van geheugenspoor en emotie wordt ook wel het toestandafhankelijke geheugen genoemd. Het toestandafhankelijk geheugen is lastig bij depressie: mensen die in de put zitten, hebben moeite om zich momenten te herinneren waarop ze vrolijk waren. Dankzij het toestandafhankelijk geheugen lukt het hen daarentegen heel goed om zich tijden te herinneren waarin ze verdrietig waren. Zo krijgen ze snel het idee dat ze in hun hele leven alleen maar sores meegemaakt hebben. Herinneringen zijn echter meer dan verzamelingen van waarnemingen. Alles wat we op hetzelfde moment meemaken, raakt geassocieerd: de beelden, de geluiden, de gedachten die we erbij hadden, ons gevoel. Die associaties zorgen ervoor dat we de herinneringen weer kunnen ophalen. Als we bijvoorbeeld een keer in de dierentuin waren en daar een draaiorgel gehoord hebben, kan draaiorgelmuziek de hele ervaring terughalen. Dat komt doordat we de muziek associeerden met wat we zagen (op dat moment bijvoorbeeld de apenkooi), wie er allemaal met ons mee waren, wat we roken enzovoort. Zulke associaties vormen we automatisch en continu, waardoor ons geheugen eigenlijk een groot netwerk is van verbindingen tussen ervaringen, emoties, kennis en begrippen. 1.1c Nog meer soorten Als we over het geheugen praten, bedoelen we meestal datgene wat we ons bewust kunnen herinneren; de verhalen die we over ons leven kunnen vertellen. Dit noemen we ons episodisch geheugen (ook wel autobiografisch geheugen); het is bewust toegankelijk. Maar er zijn nog andere soorten geheugen: In het procedureel geheugen, ook wel motorisch geheugen, bevinden zich de handelingen die je door veel ervaring en herhaling hebt aangeleerd en waar je niet meer bij na hoeft te denken, zoals fietsen. Het motorisch geheugen is maar in heel beperkte mate bewust toegankelijk. De kennis, bijvoorbeeld hoe je moet fietsen, is in ons geheugen opgeslagen, maar de meesten van ons kunnen het heel slecht uitleggen. Het semantisch geheugen bevat onze feitenkennis en zorgt ervoor dat we de juiste woorden vinden. Er is ook een geheugentype dat we aanspreken als we iets willen onthouden dat we later willen doen, het prospectief geheugen of plangeheugen. De mate waarin een bepaald soort geheugen bewust toegankelijk is, wordt vaak aangeduid met het verschil tussen expliciet en impliciet geheugen. Expliciet geheugen is datgene waarvan je je bewust bent dat het in je geheugen zit, je episodische geheugen, je feitenkennis. Impliciet geheugen is dat wat alleen maar blijkt uit je gedrag, zoals procedureel geheugen: als je hebt leren fietsen, blijkt dat uit het feit dat je het kunt, niet uit wat je er allemaal bij vertelt. ZO WERKT ONS GEHEUGEN 15

Een ander onderscheid is te maken aan de hand van de training die het kost om iets op te slaan. Gebeurtenissen maken we maar één keer mee en toch worden ze in ons episodisch geheugen opgeslagen. Het extreme geval daarvan is een flitslichtherinnering, zoals weten waar je was en wat je deed tijdens de aanslag op de Twin Towers in New York. Dat is op dat ene moment in ons geheugen gebrand en komt moeiteloos omhoog bij veel mensen. Het geheugen van onze spieren (motorisch geheugen) werkt daarentegen alleen door herhaling. Soorten geheugenverlies Van tijd tot tijd duiken er verhalen in de media op van iemand die niet meer weet wie hij is en/of niet meer weet wat er is gebeurd. Als iemand zulke autobiografische informatie van vóór een bepaalde gebeurtenis in zijn leven niet meer tot zijn beschikking heeft, wordt dat retrograde amnesie genoemd. Men gaat ervan uit dat zo n gat in iemands geheugen door een neurologische beschadiging komt, bijvoorbeeld als gevolg van hersenletsel, drankmisbruik of epilepsie. Deskundigen spreken dan van een organische amnesie. Bij zo n neurologische beschadiging is er bijna altijd ook sprake van anterograde amnesie: het onvermogen om ná een bepaalde gebeurtenis informatie op te slaan. Retrograde amnesie kan echter ook het gevolg zijn van een ingrijpende, traumatische gebeurtenis, zoals het overlijden van een partner. Deze dissociatieve amnesie, veroorzaakt door een psychische klap, gaat meestal niet gepaard met anterograde amnesie. 16 WIJZER OVER GEHEUGEN

1.2 Waar zit ons geheugen? Zoals in figuur 2 te zien is, bestaan de hersenen uit diverse onderdelen: de grote hersenen, de kleine hersenen, de thalamus en hypothalamus, de hypofyse en de hersenstam. Fysiologen en andere deskundigen zijn het er tegenwoordig over eens dat het geheugen zich bevindt in het cerebrum, de grote hersenen die onder andere de cortex (de buitenste laag van het cerebrum) omvatten. Vandaar dat we de andere hersendelen slechts kort noemen en daarna vooral op de grote hersenen ingaan. Figuur 2 WAAR ZIT ONS GEHEUGEN? grote hersenen hypofyse thalamus en hypothalamus hersenstam kleine hersenen 1.2a De kleine hersenen en de (hypo)thalamus De kleine hersenen zorgen ervoor dat taken goed worden uitgevoerd. Ze zorgen voor controle over bewegingen en sturen de signalen door naar de juiste spieren. Onbewuste informatie, zoals het regelen van lichaamstemperatuur, dorst en honger, wordt verwerkt door de hypothalamus en daarna doorgestuurd. De thalamus is een groep zenuwcellen, waarin alle informatie die onze zintuigen verzamelen (met uitzondering van geur) wordt geselecteerd op voldoende belang om door te gaan naar de cortex. Erg belangrijk als je je wilt concentreren. De thalamus zorgt er bovendien voor dat spieren goed te gebruiken zijn, door de signalen van de kleine hersenen (pak de vork) te combineren met de signalen van de grote hersenen (locatie van de vork). ZO WERKT ONS GEHEUGEN 17

De formatio reticularis ligt in de hersenstam en wordt ook wel het bewustzijnscentrum genoemd. Het activeert delen van de hersenen en het ruggenmerg waar de neuronen (zie par. 1.3) en de zintuigbanen van de hersenen naar de organen en de spieren doorheen lopen. Hier wordt dus de informatie doorgegeven van het ruggenmerg naar onder andere de thalamus. Zonder dit bewustzijnscentrum kan de cortex niet werken. Het bewustzijnscentrum bestaat uit een netwerk van zenuwcellen die dicht bij elkaar zitten. Het is een soort waaksysteem, dat aangeeft hoe actief je bent. Het regelt ook het slaap-waakritme en is betrokken bij de regulatie van motivationele processen (zoals waarden en doelen), spierrekkingsreflexen en de coördinatie van autonome functies als ademhalen, hartslagfrequentie en pijnbeleving. 1.2b De grote hersenen De grote hersenen bestaan uit twee helften (hemisferen): de linker- en de rechterhersenhelft. De hersenhelften werken voortdurend samen. Ons geheugen is over deze twee helften verdeeld; het bevindt zich dus niet op één plek. Iedere hersenhelft heeft vier kwabben: de frontale, temporale, pariëtale en occipitale kwab (zie figuur 3). Elke kwab registreert bepaalde aspecten en kent specifieke gebieden die in horen, voelen, zien of beweging zijn gespecialiseerd (zie verderop). De rechterhersenhelft regelt de linkerkant van ons lichaam; de linkerhersenhelft de rechterkant. Ook de signalen van buiten worden omgedraaid verwerkt: de linkerhersenhelft ziet wat er rechts van je neus gebeurt, hoort vooral geluiden van rechts, en voelt aanrakingen aan de rechterkant van ons lichaam. De overgang tussen de twee helften ligt diep in de hersenstam en heet medulla oblongata (verlengde merg). De rechterhersenhelft is bij de meeste mensen wat meer gespecialiseerd in de opslag van visuele en ruimtelijke herinneringen, denk aan de vorm van een huis of een fiets. De linkerhersenhelft slaat vooral verbale herinneringen op (wat iemand heeft gezegd). De rechterhersenhelft heeft wat meer verbindingen met het limbische systeem (zie het gelijknamige kader op pag. 20). Deze helft kan daardoor (vooral negatieve) emoties iets beter onderkennen. In de rechterhersenhelft bevindt zich bij veel mensen ook het vermogen voor ritme, ruimtelijke waarneming en het totaalbeeld (Gestalt). Ook lijkt deze hersenhelft sterker betrokken bij verbeeldingskracht en dagdromen. De linkerhersenhelft is meer toegelegd op de ratio en probeert orde te scheppen in de wereld om ons heen. Deze helft is onder meer gespecialiseerd in het registreren van details bij alles wat we leren. Hier zetelen onze vermogens om logisch te redeneren, woorden en taal te leren, opsommingen te onthouden, getallen te hanteren, volgorde aan te brengen en te analyseren. 18 WIJZER OVER GEHEUGEN

Deze specialisaties van links en rechts zijn niet bij iedereen te vinden. Bij sommige linkshandigen is het precies omgekeerd en bij de meeste vrouwen zijn er maar kleine verschillen in wat de twee hersenhelften doen. Bovendien is bij niemand de scheiding tussen links en rechts absoluut. De linkerhersenhelft kan ook dromen, de rechterhelft doet ook taal en, zoals gezegd, werken de hersenhelften steeds samen. De twee helften staan met elkaar in verbinding door het corpus callosum (hersenbalk), een lange strook vezels. Dit corpus verbindt ze met verder weg liggende neuronen in beide hersenhelften, zodat deze neuronen samen kunnen werken aan alles wat we denken en doen. Bij vrouwen kent het corpus callosum meer verbindingen dan bij mannen, wat een verklaring zou kunnen zijn voor het verschijnsel dat bij hen de hersenhelften vaker taken samen uitvoeren dan bij mannen. Overigens gaan de deskundigen er tegenwoordig van uit dat iedere hersenhelft de latente mogelijkheid bezit om de functies van de andere hersenhelft te ontwikkelen. Een troostrijke gedachte. Goed om te weten is ook dat hoe meer we beide hersenhelften tegelijk aanspreken, hoe beter ons totale geheugen wordt. Zo heeft men ontdekt dat het maken van muziek gunstig is voor het wiskundig denken en dat ritmiek helpt bij het aanleren van taal, en omgekeerd. Figuur 3 DE GROTE HERSENEN frontale kwabben pariëtale kwab temporale kwab occipitale kwab ZO WERKT ONS GEHEUGEN 19

Het limbische systeem Het limbische systeem is een deel van de hersenen dat diep in het midden verscholen ligt en grenst aan de temporale kwabben. Het regelt de opslag en herinnering van emoties. Het kent twee belangrijke geheugenstructuren: de hippocampus en de amygdala ( amandel in het Latijn, omdat zijn vorm daar enigszins op lijkt). De amygdala speelt een belangrijke rol bij het vastleggen van de emotionele context van herinneringen. Hij produceert namelijk onze emotionele reactie op een gebeurtenis. Maak je iets angstigs mee, dan zorgt de amygdala voor alle lichamelijke reacties die bij angst horen: dat je hart sneller gaat kloppen, dat je gaat zweten en dat de productie van bij angst horende hormonen op gang komt. Die hormonen zorgen er onder andere voor dat herinneringen in je geheugen worden gebrand. Dat is niet altijd goed: bij mensen met een posttraumatische stressstoornis komen de herinneringen aan dat trauma steeds weer terug. De hippocampus (we hebben twee van deze hersengebiedjes, diep in het brein, ongeveer ter hoogte van het oor) vervult een hoofdrol bij het omzetten van het werkgeheugen naar het langetermijngeheugen. Als een ervaring belangrijk genoeg is, slaat de hippocampus haar op in de vorm van een geheugenspoor, zodat je de herinnering later kunt ophalen. Dat betekent niet dat de hele herinnering in de hippocampus zit. Zoals eerder beschreven, lijkt het geheugen over de grote hersenen verspreid te zitten. Wat zit er dan wel in de hippocampus? Vergelijk het met een indexkaartje, dat beschrijft waar in het brein een herinnering precies te vinden is. Om de herinnering op te halen, moet eerst dat ene indexkaartje actief worden, anders wordt de herinnering niet meer gevonden tussen de miljoenen andere herinneringen. Temporale kwab De temporale kwabben omvatten het primaire gebied waarmee we horen. Ze helpen ons ook om de essentie van een ervaring te onthouden. Bij alle rechtshandige mensen en 80% van de linkshandigen zit het taalcentrum in de linker temporale kwab. Ook onze verbale kennis lijkt hier opgeslagen. Het bovenste deel van de linker temporale kwab heet het gebied van Wernicke. Dit deel is heel belangrijk voor de interpretatie van woorden; het zorgt ervoor dat we begrijpen wat iemand tegen ons zegt. Het onderste deel van de temporale kwab, aan allebei de kanten, herkent objecten. Hier bevinden zich grootmoedercellen ; deze neuronen reageren als het ene object waarin ze zich specialiseren, bijvoorbeeld je grootmoeder, op je netvlies verschijnt. 20 WIJZER OVER GEHEUGEN

Frontale kwabben In de frontale kwabben zit het hersendeel dat met bewegen te maken heeft, maar ze bepalen ook onze identiteit, ons mens-zijn. In het voorste deel van de kwab, de prefrontale cortex, wordt onze situatie geëvalueerd en worden onze emoties getemperd en plannen gemaakt. Hier zetelt als het ware de kapitein van het schip. Dit deel wordt bij de groei als laatste ontwikkeld, in tegenstelling tot het bewegingsdeel achter in de frontale kwabben, dat zich veel eerder vormt. Als allereerste ontwikkelt zich de grove motoriek: de eerste bewegingen van een baby hebben betrekking op de grote spiergroepen, zoals de ledematen. Pas later krijgen we fijnschalige controle over onze beweging. De frontale kwabben bepalen de manier waarop we ons gedragen: of we impulsief zijn of juist beheerst, energiek of lusteloos. De zijkanten van de frontale kwab houden informatie actief in het werkgeheugen voordat het in het langetermijngeheugen terechtkomt. Iets hoger aan de linkerkant van de linker frontale kwab zit het gebied van Broca, dat ons helpt de juiste woorden te vinden. Pariëtale kwab Deze kwab zorgt voor een aantal zintuiglijke ervaringen: hij regelt dat we weten waar we ons bevinden, en dat we ons een beeld kunnen vormen van de ruimte om ons heen. Ook ligt hier de somatosensorische cortex. Dit gebied analyseert of we worden aangeraakt. Het grenst aan het motorische gebied in de frontale kwab dat onze bewegingen regelt. Samen vormen ze ons sensomotorische gebied. De pariëtale kwabben zijn belangrijk voor ons ruimtelijk geheugen: herinneren wat zich op welke plek bevindt. Verstrooid Iedereen kent dat. Je let even niet op, bent er even niet bij en vergeet iets. Deze verstrooidheid treedt op als de zijkant van de frontale kwab niet goed werkt, bijvoorbeeld omdat je wordt afgeleid. In dit deel van de frontale kwab worden geheugensporen in het werkgeheugen even vastgehouden voordat ze in het langetermijngeheugen worden opgeslagen. Als er bij dat stukje iets hapert, vergeten we dus iets. Bij het langetermijngeheugen hebben herinneringen een veel blijvender karakter en heeft afleiding nauwelijks invloed. Dit geheugen blijft doorgaans intact; wel kan het gebeuren dat we er minder makkelijk herinneringen uit kunnen vissen. ZO WERKT ONS GEHEUGEN 21

Occipitale kwab De occipitale kwab is bijna alleen met onze visuele vermogens bezig. Hier begint het zien: vormen, kleuren en beweging worden hier geanalyseerd. Daarmee zien we nog niet: zoals hiervoor al is gezegd, herkent de temporale kwab objecten en berekent de pariëtale kwab waar deze objecten zich in de ruimte bevinden. Een groot deel van het brein is dus betrokken bij zien. Dat komt doordat mensen visueel ingestelde dieren zijn. Bij dieren waarvoor zien nog belangrijker is (zoals gorilla s), zijn de occipitale kwabben nog veel groter dan bij ons. Als je een beeld oproept van iets dat je eens gezien hebt, worden de occipitale kwabben actief. Dat suggereert dat onze visuele herinneringen in de occipitale kwab liggen. Maar een visuele herinnering ligt niet alleen hier opgeslagen, maar ook op diverse andere plekken in de hersenen. Aan die herinnering zit namelijk niet alleen een vorm vast, maar ook wat het is (kennis in de temporale kwab) en waar het zich bevond (kennis in de pariëtale kwab). Eenrichtingsverkeer Ons geheugen werkt maar één kant op: we stoppen er iets in of halen er iets uit. We kunnen het niet allebei tegelijk. Wie probeert iets uit zijn herinnering op te halen, kan niet op hetzelfde moment iets nieuws aanleren. Dat blijkt uit een gezamenlijk onderzoek van de Universiteit van Utrecht en de Amerikaanse Duke University (When Learning and Remembering Compete: A Functional MRI Study, 2009). Gelukkig kunnen we wel heel snel schakelen tussen herinneren en leren. Dat doen we in een speciaal gebied in de hersenen, ongeveer achter het voorhoofd, iets links van het midden. Om precies te zijn: in de linksmidventrolaterale prefrontale cortex. 1.3 Hoe werkt het geheugen? Het proces van herinneren vindt dus in onze hersenen plaats. Onze hersenen vormen een elektrochemisch orgaan, dat via chemische en elektrische processen functioneert. Het elektrische aspect ontstaat doordat zenuwcellen (neuro- 22 WIJZER OVER GEHEUGEN

nen) elektrische impulsen afvuren, waardoor er een elektrische stroom door de hersenen gaat. Het contact tussen de neuronen vindt plaats via chemische boodschappers, de neurotransmitters (zie het kader Neuronen en neurotransmitters op pag. 24). Ze springen over een kloof, synaps genoemd. Iedere zenuwcel telt duizenden synapsen, contactzones tussen verschillende zenuwcellen. Steeds als we een nieuw stukje informatie onthouden of iets nieuws leren, treden er op synaptisch niveau veranderingen op. De synapsen passen zich continu aan de nieuwe geheugensporen aan. Hoe vaker het spoor wordt onthouden of herhaald, hoe sterker de verbinding en dus onze herinnering wordt. Volgens de huidige opvattingen van geheugenpsychologen leg je iedere keer dat je je iets herinnert een nieuw neuronaal spoor aan. Als we ons iets proberen te herinneren, proberen we dat spoor tussen onze hersencellen opnieuw te activeren. Wanneer dat lukt en je je diezelfde gebeurtenis of datzelfde feit nog een keer herinnert, activeer je het recentste spoor. Herinneringen reizen als het ware in het hersenweefsel mee in de tijd, maar dan steeds uitgebreid met nieuwe backups. We geven er dus steeds een nieuw stukje lading aan mee. Elke herinnering betekent een contact tussen twee polen in de tijd, schrijft psycholoog Douwe Draaisma in zijn boek De heimweefabriek (2008). Wát je je herinnert, kan gisteren of 20 jaar geleden zijn gebeurd. Dát je je iets herinnert, speelt zich af in het nu. De herinnering bevat daarom niet alleen iets van je vroegere zelf, maar ook iets van je gevoelens en gedachten van dit moment. Herinneringen veranderen dus in het gebruik. Geheugen is al met al het elektrochemische proces in onze hersenen waarbij we informatie verdeeld over allerlei gebieden opslaan en het daar ook weer uit omhoog kunnen vissen. Het kent geen vaste plaats en geen vaste vorm; het is voortdurend in ontwikkeling. Geheugen is een activiteit en niet iets wat je wel of niet hebt. Net zoals andere activiteiten, moet je het blijven gebruiken wil het niet achteruitgaan. Meer daarover is te vinden in hoofdstuk 3. Meer weten over hersenen en geheugen? TIP Op nemokennislink.nl is veel populairwetenschappelijke informatie te vinden, waaronder over het thema Gezondheid, Hersenen & Gedrag. De redactie is onafhankelijk. De moeite waard is ook alzheimer-nederland.nl/onderzoek, met veel artikelen over onderzoek naar dementie. ZO WERKT ONS GEHEUGEN 23

Neuronen en neurotransmitters Een neuron bevat een kern (de nucleus), axonen (die informatie verzenden) en dendrieten (voor het registreren van informatie) (zie figuur 4). Op de axonen en dendrieten zitten synapsen waarmee de neuron contact maakt met zijn buren. Elke neuron is in bepaalde neurotransmitters gespecialiseerd. Er zijn meer dan 50 soorten neurotransmitters, waardoor we kunnen voelen, denken en ons iets herinneren. Bepaalde neurotransmitters, zoals dopamine, houden ons alert en opgewekt. GABA daarentegen, maakt ons juist rustig. Serotonine zorgt ervoor dat we niet neerslachtig en depressief worden, terwijl norepinefrine ons waakzaam maakt en helpt bij het emotioneel inkleuren van geheugensporen. Een traumatische herinnering waar een grote hoeveelheid norepinefrine bij vrijkomt, zal intens en opdringerig zijn. De neurotransmitter acetylcholine is essentieel voor leer- en geheugenprocessen. Hij helpt onze aandacht vast te houden, waardoor we dingen beter onthouden. Figuur 4 NEURON dendrieten nucleus axon 24 WIJZER OVER GEHEUGEN