De voorzitter, de heer Woittiez, opent de vergadering om uur. De agenda wordt vastgesteld zoals die voorligt.

Vergelijkbare documenten

Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 8 februari 2011

In D&H: Steller: E. Lodder BMZ Telefoonnummer: 5881 SKK Afdeling: Management ondersteuning In AB: Portefeuillehouder: Kromwijk

OVERZICHT MOTIES/AMENDEMENTEN AB 2011

AGENDAPUNT 3.3 ONTWERP. Onderwerp: Ontwerp begroting 2015 Nummer: Voorstel

Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 19 maart 2013

2. Mededelingen / ingekomen stukken.

Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 13 november 2012

Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 31 oktober 2012

Algemeen Bestuur. De commissie heeft geadviseerd het voorstel door te geleiden voor besluitvorming in het Algemeen Bestuur

Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 30 september 2014

HAMERSTUK AGENDAPUNT 4. Onderwerp: Afkoop en herfinanciering landinrichtingsrente Lopikerwaard Nummer: Voorstel

Afwezig: mevrouw I.N. Faber (PVDD)

Raadsvergadering : 12 april 2016 agendapunt : Commissie : Bestuur en Ruimte

Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 9 oktober 2012

Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 20 april 2011

Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 25 september 2012

AGENDAPUNT 3.6 ONTWERP. Onderwerp: Wijziging belastingverordeningen voor 2015 Nummer: Voorstel

Adviezen/Conclusies vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 12 januari 2010

Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 3 april 2012

Verkorte Besluitenlijst vergadering algemeen bestuur d.d. 23 november 2010 CONCEPT. 1. Opening, vaststelling agenda en loting primus.

Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 1 april 2014 CONCEPT Onderwerp Advies / conclusie

Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 21 december 2011

Aantal bijlagen 2. Meerjarenperspectief en Nota van Uitgangspunten programma 2013 en Onderwerp

Overzicht vragen en antwoorden rekeningcommissie gehouden op 10 mei 2010.

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen.

Commissie Bestuur, Middelen & Waterketen. 9 december Commissie Water & Wegen. Datum vergadering CHI. 16 december 2015

Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 8. Onderwerp: Verbeterpunten Planning en Control Datum: 26 november 2012.

1. Voorstel aan ab In te stemmen met het voorstel om de algemene reserves te benutten voor de door het AB aangegeven doelen.

Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 10 juli 2013

Aantal bijlagen: - Agendapunt: 8

Hoe financieel gezond is uw gemeente?

Probleemstelling: Berekening benodigde bedrag voor de herfinanciering: Financieringsmemo juni 2015 nr.

Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zu veringsbeheer d.d. 1 apral2014

AGENDAPUNT 3.2 ONTWERP. Onderwerp: GOP Zuiveringstechnische werken Nummer: v9. Voorstel

Notulen gecombineerde commissievergadering BMZ / SKK d.d.11 juni 2014 CONCEPT

JAARREKENING Ja, IPA Acon heeft een goedkeurende verklaring afgegeven.

een aanvullend krediet van ,- toe te kennen voor de uitgevoerde herstelwerkzaamheden aan de Oude Sluis te Nieuwegein.

HAMERSTUK. Beslispunt 1 is aangepast in die zin dat in te stemmen met gewijzigd is in kennis te nemen van.

AGENDAPUNT ONTWERP. Onderwerp: Vulling bestemmingsreseve vernieuwing RWZI Utrecht. Nummer: v3. Voorstel

Bedrijfsvoering. Bedrijfsvoering. Gemeenteraad van de gemeente Oostzaan. P. Flens

II. De Nota risicomanagement Delfland vast te stellen met onder meer de volgende bepalingen:

Nieuw begrotingsresultaat

Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 28 april 2010

Bijlagen 1 Voorjaarsnota

Kanttekeningen bij de Begroting Paragraaf 4 Financiering

Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 2 oktober 2013

Verkorte Besluitenlijst vergadering algemeen bestuur d.d. 16 december 2015

Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 15 december 2010

Commissie BMZ 3 september 2013

Onderwerp Programmabegroting 2012 Samenwerkingsverband Regio Eindhoven

AGENDAPUNT 6 ONTWERP. Onderwerp: Bouw nabezinktank rwzi Wijk bij Duurstede Nummer: Voorstel. Stelt het college u voor om

AGENDAPUNT 8 ONTWERP. Onderwerp: Grootonderhoudsplan Oevers 2013 tot 2018 Nummer: Voorstel

Toetsingskaders Gemeenschappelijke Regelingen

Hoogheemraadschap van Delfland

gemeente Eindhoven Raadsbijlage Voorstel over de besteding van de opbrengst van de verkoop aandelen Bouwfonds

Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 23 april 2013

Oostzaan Buiten gewoon

Toekomst Riegmeer: 3 e sessie werkgroep Raad 5 juli. 1. Inleiding

AGENDAPUNT 7 ONTWERP. Onderwerp: Bijstelling realisatie 1e fase Energiefabriek Nieuwegein Nummer: Voorstel. Het college stelt u voor om

AGENDAPUNT 4a/b. Onderwerp: Bijstelling realisatie 1e fase Energiefabriek Nieuwegein Nummer: Voorstel. Het college stelt u voor om

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

HoogheemTaadschap van Delfland

categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 11 06/617 låçéêïéêéw Stand van zaken actiepunten Rapport van Bevindingen Jaarrekening 2005

DOCTORS FOR MOZAMBIQUE STICHTING JAARREKENING 2014

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

Voorstel aan algemeen bestuur

Onderwerp Programmabegroting 2013 en meerjarenraming Veiligheidsregio Gelderland-Zuid

1. Voorstel aan commissie

Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 24 september 2014

ONTWERP-RAADSVOORSTEL VAN BenW AAN DE RAAD VOOR 22 december 2011

Uitgangspunten Programma De Uitgangspunten Programma geven de richting aan de op te stellen conceptbegrotingen.

Naam Werkvoorziening Noord-Kennemerland Paginanummer opnemen! Ja, stukken zijn ontvangen. JAARREKENING 2015

Onderwijshuisvestingsbeleid gemeente Utrecht. Onderzoeksplan

Notitie Rentebeleid 2007

Adviesnota. Datum: 27 september Managementteam Algemeen bestuur Dagelijks bestuur

Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 25 januari 2011

Onderwerp Ontwikkelingsvisie en uitvoeringsprogramma Amstelland

Vragen van de heer A.E. van Liere MA, MSc. (Partij voor de Dieren) en de heer A. Hietbrink (GroenLinks) over verlaging storting reserve groen

Commissie Veiligheid, Voldoende en Schoon Water

AGENDAPUNT 3.8 ONTWERP. Onderwerp: Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Het Waterschapshuis Nummer: Voorstel

Inwonerszaken 1511 BE Oostzaan

2. Financieel kader gemeenschappelijke regelingen in de regio van Hollands-Midden

Onderwerp : Voorstel tot het verstrekken van een krediet ten behoeve van de uitvoering van een plan van aanpak ten behoeve van de organisatie

Willemsoord BV Rapportage aan de gemeenteraad

Voorgesteld wordt de volgende uitgangspunten voor de begroting 2014 te hanteren:

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. P& / 20 J W / Ob 0 7 JAN 2G14. Dat. ontv.: Routing

Adviezen/Conclusies vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 10 november 2009

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Onderwerp: 1e begrotingswijziging 2019, begroting 2020 en jaarverslag 2018 Veiligheidsregio Rotterdam- Rijnmond (VRR)

C2.ľ3b bö DIV.STAN Bv// FPc

Kaders Financieel gezond Brummen

ALGEMENE VERGADERING. Voorstel

Aan. Portefeuillehouder. V. Doorn

Als stemcijfer wordt getrokken nr. 15, mevrouw Ineke Sollewijn Gelpke.

(pagina 3) (pagina 6)

Notulen vergadering algemeen bestuur d.d.19 november 2014

Aanwezig. Afwezig met bericht van verhindering

Onderwerp: Jaarstukken 2017 en ontwerpbegroting 2019 van de GR VKB

Transcriptie:

Onderwerp Advies / conclusie 1. Opening Aanwezig: mevrouw A.J. de Kruijf en de heer W.H.J. de Beaufort (Bos- en Natuureigenaren) mevrouw A. Hiemstra (AWP) de heer J.P. Verweij (ChristenUnie) de heren G. van der Hoeven en H. Schalkwijk (Agrariërs) mevrouw E. van der Vorm, de heren G.J.P. Jansen, P. Blokdijk en J.J.H.G.D. Karelse(WN) de heren J.M. Verheul en J.G.M. Kromwijk, mevrouw M.L.A.A. de Bont (CDA) de heren G. van Leeuwen (SGP) mevrouw G.H. van der Nat (PvdA) de heren P.M. Terpstra en E. Verkaik (W@I) mevrouw T. van der Stroom en de heren R.D. Woittiez en H.A. ten Hove (VVD) mevrouw W. Derks en de heer N.J.M. Ypma (Bedrijven) mevrouw W.A. Bodewitz (PVDD) de heer P.J.M. Poelmann (dijkgraaf) de heren, E.J. Miltenburg, H.A.P. van der Maat en J.G.M. Reerink (hoogheemraden) de heer E.Th. Meuleman (secretaris) mevrouw C.H. Kemper (notulist, Notuleerservice Nederland) Informerend deel Afwezig met kennisgeving: mevrouw L.A. Tutein Nolthenius (WN); mevrouw J.A. Balkema (PvdA); mevrouw I.N. Faber (PVDD); de heer G.P. Beugelink (hoogheemraad) Afwezig: de heer A.E. Jansen (AWP) De voorzitter, de heer Woittiez, opent de vergadering om 19.30 uur. De agenda wordt vastgesteld zoals die voorligt. 2. Mededelingen/ ingekomen stukken Mededelingen De voorzitter: Mevrouw Bodewitz vervangt mevrouw Faber. Er zijn twee bijeenkomsten gepland. - De Zuid-Hollandse Waterschapsdag op donderdag 8 november 2012 van 9.00 tot 13.30 uur. De gastheer is De Stichtse Rijnlanden. - Een excursie voor het algemeen bestuur op 10 november 2012. Daarvoor is eerder een uitnodiging verstuurd. Stukken ter consultering 3. Concept Burap 2012-no. 1 Eerste termijn Mevrouw Van der Vorm (WN): In de leeswijzer staat nu dat het geld in relatie tot de andere criteria wordt beoordeeld. Daarnaast staat er dat er is gekeken naar de verwachting voor eind 2012. Wat er nu in de leeswijzer staat is een andere tekst dan er in de Burap 2011-no. 2 staat. In de technische bijeenkomst is aangegeven dat de wijze van werken niet is veranderd. WN is in verwarring en zou graag willen weten hoe de tabellen nu moeten worden gelezen. Is er gerapporteerd zoals hier staat aangegeven of zoals in de vorige burap staat? Als het klopt wat er nu in de leeswijzer staat, wil WN graag weten of het echt zo is dat alleen voor prestatie-indicatoren 15, 21 en 50 er financiële tegenvallers zijn te verwachten. Dat zijn de enige prestatie-indicatoren met een oranje of rood symbool bij het geld. Bestuurszaken / DM 587679 Pagina 1 van 18

WN kan twee zaken niet vinden in de burap. - De uitruil van projecten tussen de Y-lijst en de X-lijst. Eerder is aangegeven door het college dat daarover zou worden gerapporteerd. - Rapportage over verschuivingen binnen de programma's. Het college heeft hiervoor een eigen verantwoordelijkheid maar de afspraak is wel dat daarover zal worden gerapporteerd. In de begrotingswijziging staat dat 5,3 miljoen euro aan investeringen voor zeven projecten is doorgeschoven naar 2013. In de burap staat dat er slechts drie projecten achterblijven bij de investeringen. Hoe zit dat precies? De heer Van den Hoeven (Agrariërs): De agrariërs constateren dat de loonkosten op ieder project worden overschreden. Wat is daarvan de oorzaak? De Agrariërs gaan ervan uit dat te verwachten loonstijgingen al op voorhand in de begroting worden meegenomen. De heer Terpstra (W@I): Op pagina 8 staat een opmerking over drie mogelijk oninbare vorderingen. Als die alle drie oninbaar blijken betekent dat een strop van 2,2 miljoen euro. Dat zou dan bovenop het negatieve saldo van 1,5 miljoen euro komen. W@I zou daar wat meer inzicht in willen hebben. Hoe hard zijn de toezeggingen? Op pagina 16 staat dat KPN de CAW-datalijnen heeft opgezegd. Kunnen datalijnen zomaar worden opgeheven? Worden meerkosten die De Stichtse Rijnlanden eventueel moet maken verhaald op KPN? Op pagina 17 en 20 blijkt dat de rentekosten flink toenemen. Dat is verwonderlijk gezien de lage rentestand van dit moment. Op pagina 24 blijkt dat de rentekosten juist weer lager zijn. Hoe ontstaat dit? Mevrouw Bodewitz (PVDD): Op pagina 11 staat dat prestatie-indicator 8 is gebaseerd op het aantal vangsten per km. Uit onderzoek is nooit gebleken dat er tussen deze parameter en de aangerichte schade een verband bestaat. Het uitgangspunt is dat de dijken veilig moeten zijn. Zolang er een indicator wordt gehanteerd die daar niets over zegt wordt het doel niet bereikt. Het voorstel van de PVDD is om op zoek te gaan naar een andere indicator waarvoor wel een verband bestaat met de dijkveiligheid. Die indicator zou bijvoorbeeld het aantal burchten en de hoeveelheid schade kunnen bevatten. Op pagina 20 staat dat er een interim-toetsingskader voor visplannen wordt opgesteld. De PVDD verzoekt om die notitie, zodra die gereed is, naar de commissie te sturen. De heer De Beaufort (Bos- en Natuureigenaren): Hij merkt op dat het niet alleen gaat over het afleggen van verantwoording. De burap is ook een instrument voor sturing door het algemeen bestuur. Die informatie, zoals de uitruil tussen de X- en Y-lijst en de verschuiving tussen en binnen programma's, wordt gemist. Op pagina 30 staat dat het resultaat voor de categorie natuur 0 euro bedraagt. De werkelijkheid is helaas anders. Het verkrijgen van Europees geld is wellicht lastig, maar door thematisch samen te werken, vooral binnen een stroomgebied, kunnen er uitstekend resultaten worden behaald. Door samenwerking kan er ook van elkaar worden geleerd en kan er ervaring worden opgedaan. De Bos- en Natuureigenaren hebben ook zorgen over de oninbare vorderingen. Die heeft De Stichtse Rijnlanden op andere overheden. Het is een triest verschijnsel dat overheden elkaar de bal toespelen en elkaar voor de rechter dagen. Wat doet De Stichtse Rijnlanden in dit verband fout? Is De Stichtse Rijnlanden te goedgelovig? Hoe Bestuurszaken / DM 587679 Pagina 2 van 18

zal dit in de toekomst anders worden aangepakt? Bij de topgebieden staat dat alles op tijd klaar zal zijn. Daarover maken de Bos- en Natuureigenaren zich zorgen. Voor één topgebied is in ieder geval de meest basale wijze van aanpak nog niet bekend. Is wat er staat in de burap geen wishful thinking? Bij de rapportage over de tevredenheid van de burger valt op dat De Stichtse Rijnlanden veel heeft gedaan. Dat verdient complimenten. Kijkend naar de activiteiten gaat het wel alleen maar over het zenden van informatie. Communicatie kent echter ook de component ontvangen. Wat er staat over recreatie is heel mager. Dat is jammer. Volgens de algemene regels moet er openbaar worden aanbesteed. Het valt op hoeveel er door De Stichtse Rijnlanden onderhands met selectie wordt aanbesteed. Komt dit door de eigen regels van De Stichtse Rijnlanden of kent De Stichtse Rijnlanden allen maar zulke bijzondere projecten dat alleen specifieke aanbieders geschikt zijn? De laatste zin op pagina 9 is curieus. Als verschuiven in de tijd niet erg is, waarom wordt er dan een planning op tijd gemaakt? De heer Ypma (Bedrijven): Welke methode wordt bij investeringsuitgaven en bij exploitatie gebruikt? Dat wil zeggen gaat het over de tijd of over het budget? De indruk bestaat dat in relatie tot investeringsuitgaven De Stichtse Rijnlanden niet bekend is met de S-curve. Dit is een standaardmethode om tijd en geld met elkaar te verbinden. De heer Ypma vraagt daarvoor aandacht. In tegenstelling tot wat op pagina 9 staat, leidt een verschuiving in de tijd altijd tot extra kosten. Dat neemt niet weg dat doorschuiven in de tijd soms betere oplossingen geeft. Er staat dat er wordt gestuurd op grond van de voorspelbaarheid van de uitgaven. Het is echter wenselijk om meer corrigerend op te treden voor projecten die niet goed lopen. Dat aspect zit niet tussen de oren. Dat zal leiden tot structurele tekorten. In dit verband verwijst de heer Ypma naar het tekort van 1,5 miljoen euro. Het wordt genoemd, maar het lijkt of iedereen daar maling aan heeft. Er kan echter ook worden geprobeerd met corrigerende maatregelen dit tekort terug te dringen. Daartoe wordt het college uitgenodigd. Het uitgavenpatroon in de eerste helft van 2012 is vaak zodanig geweest dat de rek er voor de tweede helft uit is. Als voorbeeld wordt de besparing op aardgas genoemd. Voor prestatie-indicator 17 was een uitgebreide nota het uitgangspunt. Gezien de beperkte notitie is de verwachting dat er geld over is. Voor de Stadsbuitengracht worden tegenvallers genoemd. Daarvan wordt niet aangegeven hoe die worden gecorrigeerd of worden voorkomen. De rentekosten in het watersysteembeheer zijn structureel hoger dan begroot. Waar komt dat vandaan? Er wordt geen verklaring gegeven. De heer Ypma is het nog niet eens met de inhaalafschrijving voor de huidige rwzi Utrecht. Er zou eerst nog goed naar het masterplan moeten worden gekeken. Als zaken dan toch anders zouden moeten zou de inhaalafschrijving wellicht niet nodig of lager zijn geweest. De werken in Vreeswijk waren begroot op 75.000 euro. Nu blijken de kosten 200.000 euro te zijn. Zou daar een toelichting op kunnen worden gegeven? De heer Van Leeuwen (SGP): Het is een nette rapportage die veel inzicht verschaft. De aandacht gaat natuurlijk uit naar de prestatie-indicatoren die oranje of rode symbolen hebben. Er staan echter veel meer zaken in die goed gaan. Over de laatste regel op pagina 9 denkt de SGP anders. De SGP heeft niet altijd een groot probleem met het doorschuiven van zaken in de tijd. De toekomst is soms Bestuurszaken / DM 587679 Pagina 3 van 18

goedkoper zoals momenteel ook blijkt. Dat zegt verder niets over de kwaliteit. Voor de SGP kan die zin gewoon blijven staan. Mevrouw Hiemstra (AWP): Het saldo komt uit op 1,5 miljoen euro negatief. Dit tekort wordt voor een deel teruggebracht door 1 miljoen euro aan de reserve te onttrekken. Welke acties zijn ondernomen om dat tekort toch te dekken uit de lopende begroting? De AWP verwijst naar de langlopende schulden op pagina 37. Voor de meeste organisaties is het bedrag dat langlopend wordt geleend stabiel. De Stichtse Rijnlanden lijkt echter steeds grotere investeringen te doen, waardoor de langlopende schuld steeds toeneemt. Kan er een visie worden gegeven op de langlopende schulden? Is er een norm tot welk percentage, bijvoorbeeld van de begroting, het verantwoord is om langlopende leningen te hebben? De heer Ten Hove (VVD): De VVD sluit zich aan bij de zorgen over de mogelijk oninbare vorderingen. Naast het tekort van 1,5 miljoen euro en het dreigende tekort van 2,2 miljoen euro is er feitelijk nog een tekort van 1 miljoen euro. De dotatie aan het baggerfonds is namelijk met 1 miljoen euro gekort. Wordt het geen tijd om te gaan kijken naar posterioriteiten binnen de begroting om de overschrijdingen terug te dringen? De burap is een overzichtelijke rapportage. Daarnaast geeft op pagina 9 het college, voor de eerste, keer zelf zijn visie. Dat is positief. Wordt er goed begrepen dat de berekening van de geïndexeerde nullijn voor volgende begrotingen uitgaat van het eindresultaat van 2012? Als dat zo is, is het advies aan het college om niet boven de begroting uit te komen, des te dringender. Mevrouw Van der Nat (PvdA): De PvdA merkt op dat de VVD appels en peren optelt. Daarmee wordt een veel te zwart beeld geschetst. Het kijken naar posterioriteiten kan ook op een andere manier worden beargumenteerd. Als het feitelijke tekort 1 miljoen euro bedraagt, is dat op een begroting van 100 miljoen euro een goede prestatie. Dat wil niet zeggen dat ook de PvdA de risico's ziet van de mogelijk oninbare vorderingen, maar die moeten maar worden opgelost als het probleem zich daadwerkelijk voordoet. Het is wel een beetje gemakkelijk dat het college gelijk geld uit de reserves haalt. De PvdA kan zich aansluiten bij de opmerkingen of er gekeken is naar het anders wegwerken van het tekort. De PvdA is nieuwsgierig naar het antwoord op de eerste vraag van WN en de vraag over de prestatie-indicatoren van WN. De heer Verheul (CDA): Het CDA complimenteert het college met de leesbaarheid van de stukken en de kwaliteit van de weergave. Een afwijking van 1% op de begroting is alleszins acceptabel voor het CDA. Ook het CDA schrok wel van de drie posten op pagina 8. Het CDA zou graag de meest recente informatie over die posten willen hebben. Hoe groot is de kans op oninbaarheid? Graag een toelichting op de relatief hoge rentepercentages. De situatie rondom het baggeren is een positieve ontwikkeling. De dotatie is met 1 miljoen euro verlaagd omdat de werkzaamheden vooruitlopen op de planning en er nog ruim voldoende geld in het fonds aanwezig is. Is het werkelijk zo dat de uitvoering van werken voorligt op het schema? Dat betekent dat 2015 als eindjaar ook gemakkelijk zal worden gehaald. De aannemers die het CDA spreekt en die voor De Stichtse Rijnlanden werken, denken juist dat de planning niet wordt gehaald. Het CDA wil hier graag meer inzicht in. Bestuurszaken / DM 587679 Pagina 4 van 18

Behandeling van de opmerkingen en vragen door de portefeuillehouders De heer Miltenburg wordt bijgestaan door de heer E. Lodder, ambtenaar. De heer Miltenburg: Hem is opgevallen dat veel vragen die hier zijn gesteld ook al in het technische overleg gesteld hadden kunnen worden. Op de topgebieden heeft de heer Miltenburg vanuit de afdeling financiën geen zicht. De heer Beugelink is helaas door ziekte verhinderd. De heer Ypma wordt gevraagd uit te leggen wat hij bedoelt met de S-curve. De inhaalafschrijving is geen losse flodder van het college. De accountant schrijft helder voor dat objecten die worden gesloopt op de datum van sloop moeten zijn afgeschreven. Als dat met de afgesproken termijnen niet lukt, moet versneld worden afgeschreven binnen de jaren die nog resten. Het minder doteren aan het baggerfonds is geen makkelijke oplossing voor het tekort. Eerder is de datum waarop het achterstallige baggerwerk moet zijn weggewerkt al verschoven naar 2016. Er is nu berekend wat er nog moet worden gedaan aan baggerwerk en wat dat nog zal gaan kosten. Daaruit is gebleken dat er minder geld nodig is om het achterstallig onderhoud in 2016 volledig te hebben weggewerkt. Een belangrijke factor daarbij is het goedkoper kunnen aanbesteden dan eerder werd geraamd. Met het overschot kon het tekort worden teruggedrongen. Over de herstelwerkzaamheden van de oevererosie Lekdijk is gisteren in de extra commissievergadering BMZ uitgebreid gerapporteerd. De vorderingen staan nog in de boeken omdat nog steeds alles op alles wordt gezet om die te innen. De opmerkingen over dat overheden zo niet met elkaar om moeten gaan, is terecht. Als afspraken met andere overheden niet keihard juridisch worden bekrachtigd, blijkt dat het nog lastig kan worden om het geld binnen te halen. In het bedrijfsleven geldt veel meer het spreekwoord een man een man een woord een woord. De zaken over het muskusrattenbeheer met de provincie zijn ook nog niet afgerond. Daarin wordt samengewerkt met het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht dat het zelfde probleem heeft. Er is een bureau ingeschakeld om advies uit te brengen over hoe om te gaan met de langlopende schulden in de toekomst. Dit mede in het licht van de grote leningen die voor de nieuwbouw van de rwzi Utrecht moeten worden afgesloten. In relatie tot de leningen zal ook de wet Hof een rol gaan spelen. Deze wet zal nog niet ingaan op 1 januari 2013, maar dat betekent geen afstel. Voor een investering die in 30 tot 40 jaar zal worden afgeschreven moet ook worden geprobeerd leningen met een zelfde looptijd aan te trekken. Het lijkt aantrekkelijk om nu alles met kortlopende leningen te financieren, maar dat kan tot juist hogere rentekosten in de toekomst leiden. Het risico moet in de tijd worden gespreid. Tegen de tijd dat de leningen voor de rwzi Utrecht aan de orde zijn, zal het algemeen bestuur over dit onderwerp nader worden geïnformeerd. De heer Miltenburg herinnert zich de uitspraak van een algemeen bestuurslid in het verleden. Die zei de dag te zullen toejuichen dat er een tekort op de begroting moet worden gemeld. Die dag kan nu wellicht worden toegejuicht, maar het gaat hier nog niet over de jaarrekening. Als een jaarrekening kan worden opgesteld met een over- of onderschrijding van 1% kan er van een goed resultaat worden gesproken. Het grootste deel van het tekort is ontstaan door de versnelde afschrijving van 1,6 miljoen euro voor de rwzi Utrecht. De heer Poelmann: De status van de casus van de erosie Lekoever kan in het verslag van de vergadering van de commissie BMZ van 9 oktober 2012 worden nagelezen. Er is eerder besloten tussen de Hoogheemraadschappen Amstel, Gooi en Vecht, Vallei en Eem en De Stichtse Rijnlanden dat de eerste helft van het muskusrattenbeheer in 2011 nog voor rekening van de provincie zou moeten komen. Hierover is het algemeen bestuur eerder geïnformeerd. Het Hoogheemraadschap Vallei en Eem heeft recentelijk Bestuurszaken / DM 587679 Pagina 5 van 18

besloten de kosten voor eigen rekening te nemen. Daarmee is de zaak niet sterker geworden. Over het besluit van Vallei en Eem moet nog in het college worden overlegd. Het ziet ernaar uit dat De Stichtse Rijnlanden de vordering zal doorzetten. Vroeger werd voor prestatie-indicator 8 het aantal vangsten per velduur genomen. Nu gaat het over het aantal vangsten per km. In beide gevallen is het uitgangspunt dat de muskusrattenbestrijder een bepaalde standaardinspanning levert. Daarmee is de nu gebruikte indicator zuiverder dan de oude. Er is tot op heden geen betere indicator. De registratie van schades is imperfect en een registratie van burchten bestaat niet. De heer Poelmann ziet niet dat er op korte termijn een indicator kan komen die betrouwbaar is en ook iets laat zien over de inspanningen van de bestrijder. Tweede termijn Mevrouw Van der Vorm (WN): WN heeft geen enkele reactie gehad op de ingebrachte zaken. De gestelde vragen konden in de technische bijeenkomst niet worden beantwoord. Mevrouw Bodewitz (PVDD): De PVDD heeft geen reactie gehad op het verzoek om toezending van het interimtoetsingskader visplannen. De schade toegebracht door muskusratten zou niet perfect kunnen worden gemeten. Het zal wellicht nooit perfect kunnen, maar er is wel een nieuw systeem ontwikkeld. Het geeft geen goed gevoel dat dit systeem zo imperfect zou zijn dat de schade daarmee niet kan worden gemeten. Waarom zou dat systeem zo imperfect zijn? De heer De Beaufort (Bos- en Natuureigenaren): Een aantal antwoorden is niet gekregen, maar het betreft dan ook een consultatie. De Bos- en Natuureigenaren wachten af wat het college doet met de vragen en opmerkingen. Het is prima om zaken niet te willen herhalen, maar soms is het onmogelijk om op een zo kort van te voren geplande vergadering aanwezig te zijn. De heer Ypma (Bedrijven): De Bedrijven gaan ervan uit dat de ingebrachte zaken worden verwerkt. Tijdens de technische bijeenkomst kan er door de aanwezige medewerkers regelmatig geen antwoord worden gegeven op vragen. Dat zijn dus vragen voor de commissievergadering. Nu wordt er gezegd dat zaken eigenlijk thuis horen in de technische bijeenkomst. Dat is lastig werken. De heer Ten Hove (VVD): Op de vraag of het toch niet tijd wordt om over posterioriteiten na te denken is geen antwoord gekomen. Behandeling van de opmerkingen en vragen door de portefeuillehouders De heer Miltenburg: In relatie tot de opmerking over posterioriteiten merkt de heer Miltenburg op dat er meevallers en tegenvallers tegen elkaar zijn weggestreept. Daarna bleek er nog steeds een tekort te bestaan. De begroting op zich is redelijk in evenwicht. Het tekort wordt namelijk vooral door de versnelde afschrijving voor de rwzi Utrecht veroorzaakt. De cijfers van de eerste burap in een jaar zijn pas bekend in augustus. Het college heeft er toen niet voor gekozen de cijfers op basis van de burap bij te stellen. Daarnaast ligt er bij agendapunt 4 een begrotingswijziging voor die al bestendigt wat er in de burap wordt gemeld. Bestuurszaken / DM 587679 Pagina 6 van 18

Als het kan, zal het interim-toetsingskader visplannen worden toegestuurd zodra het klaar is. Er is in deze burap in principe niet anders beoordeeld dan in de vorige burap. Dat klinkt wellicht gek, omdat de beschrijving in de leeswijzer toch wel wat verschillend is. Het is in ieder geval niet bedoeld om met de gewijzigde beschrijving een verschil te creëren. Een plus nu betekent hetzelfde als een plus vorig jaar. De symbolen hebben betrekking op de voortgang in de tijd in combinatie met het geld. Als het geld uit de pas loopt, zou er in de burap een oranje of rood symbool moeten worden neergezet. De prestatie-indicatoren 15, 21 en 50 zijn inderdaad de enige indicatoren waar financiële tegenvallers zijn te melden. Het is van belang zich te realiseren dat het ook een doorkijk voor heel 2012 betreft. Uitruil tussen de X-lijst en de Y-lijst heeft wel plaats gevonden. Die had verwerkt moeten worden in de burap. Er zal worden nagegaan of opname van de uitruil nog kan worden opgenomen voordat de burap wordt aangeboden aan het algemeen bestuur. Er is opgemerkt dat er voor de investeringen een verschil zou bestaan tussen het aantal in de burap genoemde projecten en dat in de voorgestelde begrotingswijziging. Dat zou kunnen zijn veroorzaakt doordat de begrotingswijziging later in de tijd is opgesteld dan de burap. Voor de begrotingswijziging is ook een ruimere periode bekeken. Over de rapportage voor verschuivingen binnen programma's kan (door de heer Lodder) niet direct een antwoord worden gegeven. De heer Poelmann: Om af te rekenen op het muskusrattenbeheer is op dit moment de vangst per km de meest zuivere en duidelijke indicator. Een andere methode zou eerst goed moeten worden doordacht. Tot voor 3 jaar werden schades niet eens geregistreerd. Dat maakte geen onderdeel uit van de instructie van de bestrijder. Mevrouw Bodewitz (PVDD) geeft aan dat haar punt is dat met de huidige prestatie-indicator niet wordt bereikt wat iedereen wil: het veilig zijn of worden van de dijken. Het meten van schade zal daarvoor altijd meer opleveren dan het noteren van het aantal vangsten. De metingen zouden ook nu van start kunnen gaan. De heer Poelmann merkt op dat dit een inhoudelijke discussie is die niet in het kader van de burap moet worden gevoerd. Dit onderwerp zou bij het bespreken van het beleidsplan over de muskusrattenbestrijding aan de orde kunnen komen. Mevrouw Van der Nat (PvdA) geeft aan dat zij verbaasd is over het zwijgen van het college naar aanleiding van de vraag van WN over de verschuivingen binnen programma's. Dat de aanwezige ambtenaar daar geen antwoord op kan geven is begrijpelijk, maar niet dat het college zwijgt. De heer Miltenburg geeft aan dat hij op dit moment niet kan zeggen hoe er binnen de programma's is geschoven. Er zal worden nagezocht welke afspraken er op dit punt zijn gemaakt. De rapportage daarover zal worden meegenomen in de definitieve burap. Mevrouw Van der Nat (PvdA) zou een aparte notitie over de bevindingen op prijs stellen. De heer Ypma (Bedrijven) vraagt nu geen antwoord, maar het zou zinvol zijn om de relatie tussen tijd en geld in de voortgangsrapportage nog eens nader te beschouwen. Dat betreft zowel de wijze van vaststellen van vertraging in de tijd en van de financiële tegenvallers en de koppeling tussen beide zaken. Dit moet zowel voor de investeringsprojecten als voor de exploitatie van projecten worden gedaan. De voorzitter sluit de consultatie. Stukken ter advisering Bestuurszaken / DM 587679 Pagina 7 van 18

4. Tweede begrotingswijziging 2012 Eerste termijn De heer Kromwijk (CDA): Het CDA vraagt zich af of het gebruikelijk is om op basis van de eerste burap voor enig jaar al te komen met een begrotingswijziging. In de afgelopen jaren is ook ervaren dat er tussen de eerste burap en het einde van het jaar nog positieve ontwikkelingen in relatie tot de tekorten kunnen zijn. Het CDA voelt er niets voor om het tekort van 1 miljoen euro nu al te gaan corrigeren. Mevrouw Van der Nat (PvdA): De PvdA is van mening dat over begrotingswijzigingen duidelijke afspraken zijn gemaakt. Daarmee kan de PvdA zich vinden in wat er wordt voorgesteld. Mevrouw Van der Stroom (VVD): De VVD is op zoek gegaan naar het beleid achter dit voorstel. In eerste instantie lijkt het zoals het CDA ook al zegt meer een technische exercitie. In de burap staat aangegeven dat enkele financiële afwijkingen waar het hier over gaat, structureel van aard zijn. Omdat die wel substantieel zijn is een tweede begrotingswijziging opgesteld. In de voorliggende oplegnotitie staat dat het gaat over incidentele zaken. Dat lijkt in tegenspraak met elkaar. Waren de genoemde incidentele afwijkingen, met uitzondering van de vervroegde afschrijving, ook echte verrassingen of waren die voorzien? Is er gekeken naar de mogelijkheid van verschuivingen binnen de programma's zodat de tekorten niet ten laste van de reserves hoeven te worden gebracht? Mevrouw Hiemstra (AWP): De AWP sluit zich aan bij de opmerkingen en vragen van de VVD. Mevrouw De Kruijf (Bos- en Natuureigenaren): De Bos- en natuureigenaren sluiten zich aan bij de opmerkingen en vragen van het CDA en de VVD. Het wekt verbazing dat er in de laatste twee algemeen bestuursvergaderingen al vragen zijn gesteld over het schuiven binnen programma's. Daarmee lijken de gestelde vragen geen leereffect te hebben. De verwachting was dat, omdat die vragen werden gesteld, het college al zou zijn ingegaan op dit onderwerp. Het college had aan kunnen geven waar het zit met het denkproces over het schuiven tussen programma's om toch op de nullijn uit te komen. Er zijn zorgen over het niet tot stand komen van het bewustzijn daarover. De heer Ypma (Bedrijven): De Bedrijven sluiten zich aan bij de opmerkingen van het CDA en de VVD. Volgens de PvdA zou dit zijn wat er is afgesproken. Volgens de Bedrijven is de afspraak dat een begrotingswijziging aan de orde komt als zaken die niet in de begroting staan toch prioriteit moeten krijgen. Het gaat over het dekking krijgen voor die prioriteiten. Tegenvallers en zaken die al zijn voorzien voor projecten die al onder een programma vallen, vallen hier niet onder. Die hebben te maken met de exploitatie. Een tussentijdse begrotingswijziging is niet bedoeld om dergelijke tekorten glad te strijken. De eerste burap is er ook voor bedoeld om alert te blijven of te worden om zaken goed af te ronden. Het wegwerken van tekorten nu zou juist averechts werken: het maakt niet meer uit wat er gebeurt, het komt toch wel goed. De Bedrijven zijn dus geen voorstander van deze begrotingswijziging. De heer Verweij (CU): De CU merkt op dat het college verwijst naar de vergadering van de commissie BMZ van 5 juni 2012 als het gaat over de criteria. In die commissievergadering is de Bestuurszaken / DM 587679 Pagina 8 van 18

jaarrekening besproken. Die bespreking heeft geleid tot behandeling van de jaarrekening in het algemeen bestuur met een aantal aanbevelingen. Aanbeveling nummer 4 gaat over de begrotingswijzigingen: "Als op onderdelen in de begroting grove fouten worden geconstateerd of bij beleidswijzigingen met grote financiële gevolgen, wordt geadviseerd om tijdig of direct een technische begrotingswijziging voor te leggen." Er staat ook nog een toelichting bij. De toelichting die het college in de oplegnotitie geeft is anders dan die bij de aanbevelingen. Die aanbevelingen zijn door het algemeen bestuur in unanimiteit overgenomen. In de toelichting staat ook dat er met begrotingswijzigingen terughoudend moet worden omgegaan. Een technische begrotingswijziging brengt geen verandering aan in het totale kostenniveau of het investeringsvolume. In de oplegnotitie wordt criterium 3 toegevoegd. Dat staat niet in de aanbevelingen. Het is in ieder geval niet de bedoeling dat mee- en tegenvallers met een begrotingswijziging tegen elkaar worden weggestreept. In het voorliggende stuk zitten wellicht twee zaken die het college in een begrotingswijziging zou kunnen voorleggen: - het storten van 1 miljoen euro minder in het baggerfonds en - de keuze voor het vervroegd afschrijven van de rwzi Utrecht. De rest zijn mee- of tegenvallers. Die komen bij de jaarrekening aan de orde. Er is eerder een begrotingswijziging voor 2012 doorgevoerd. De CU heeft destijds als enige tegengestemd omdat die wijziging niet voldeed aan de op 5 juni 2012 voorgestelde criteria. Het investeringsvolume is toen met ongeveer 3 miljoen euro verhoogd. Met het huidige voorstel wordt het investeringsvolume weer met 5,3 miljoen euro verlaagd. Het algemeen bestuur is toch geen jojo? De heer Schalkwijk (Agrariërs): De Agrariërs sluiten zich aan bij de woorden van de CU. De Agrariërs zijn niet doordrongen van de noodzaak van een begrotingswijziging. Behandeling van de opmerkingen en vragen door de portefeuillehouder De heer Miltenburg: Gezien de reacties wordt het voorstel teruggenomen. Het college zal zich hierover opnieuw beraden en eventueel met een beter gemotiveerd voorstel terugkomen. 5. Conceptbegroting 2013 Eerste termijn De heer Ypma (Bedrijven): De begroting is overzichtelijk en goed leesbaar. Voor de toekomst is het belangrijk om de problemen die met de investeringskosten in relatie tot het EMU-saldo en de Wet Hof kunnen ontstaan nu al aan te pakken. Het is noodzakelijk om in verband met de kapitaalslasten, de afschrijvingen en de rente naar fasering en herprioritering van de investeringen te gaan kijken. Dit vooral ook met de grote investering voor de rwzi Utrecht. Als dit niet gebeurt, zou de rekening wel eens bij de burger kunnen komen te liggen. Met het oog hierop wil de heer Ypma op korte termijn een voorstel doen om de deugdelijkheid van het masterplan voor de rwzi Utrecht tegen het licht te houden. De heer Ypma verlaat de vergadering om 21.00 uur. De heer Van Leeuwen (SGP): De begroting is in feite een vertaling van de voorjaarsnota. Het is plezierig dat er vier tarievenscenario's zijn uitgewerkt. Voor de motie over de nullijn is het wel lastig geweest uit te vinden hoe die door het college is uitgelegd in relatie tot hoe deze was bedoeld. In de algemeen bestuursvergadering zal de SGP daar op terugkomen. De SGP wil graag weten waarom het college heeft gekozen voor het tarievenscenario 4 en niet voor tarievenscenario 3. Bestuurszaken / DM 587679 Pagina 9 van 18

Mevrouw Hiemstra (AWP): De huidige rwzi Utrecht voldoet niet meer aan de eisen. Bij zware regenval worden daardoor de normen overschreden en wordt er een boete in het kader van de Wvo opgelegd. De naheffing 2011 en 2012 bedroeg 670.000 euro. Totdat de nieuwbouw voor de rwzi Utrecht gereed is, bestaat er voortdurend een risico voor naheffingen. Is dit risico in de begroting opgenomen? Mevrouw Van der Stroom (VVD): De VVD is tevreden over de uitwerking van de motie. Er is nog een vraag over het geïndexeerde netto kostenniveau. Het CPB-percentage voor de indexering is 2%. Als dit percentage op het totaal wordt toegepast komt er in de meerjarenramingen een bedrag uit dat lager is dan in de begroting staat. In de technische bijeenkomst werd gezegd dat dat te maken heeft met de cao. De VVD is van mening dat het percentage van 2% voor het totaal geldt. Waarom worden de gevolgen van de cao afzonderlijk meegenomen? Het is positief dat de begroting onder het netto kostenniveau uitkomt. Welk beleid zit er achter het 700.000 euro lager uitkomen? Tarievenscenario 4 lijkt een goed voorstel. In de algemeen bestuursvergadering zal daar op worden teruggekomen. Met het voorstel voor de planning- en controlcyclus gaat de VVD akkoord. Mevrouw Van der Nat (PvdA): De PvdA bedankt voor de uitwerking van de motie. De uitleg in de technische bijeenkomst is prima geweest. Tarievenscenario 4 lijkt een goede keuze. Nadere bestudering is nog aan de orde. In de algemeen bestuursvergadering zal daar op worden teruggekomen. Zijn de plannen die zijn gemaakt voor de verlengde bestuursperiode integraal verwerkt in de begroting? De heer Verheul (CDA): Het CDA is te zeer te spreken over het stuk. Het CDA vraagt zoals eerder ook is opgemerkt door de Bedrijven, aandacht voor de opzet van de technische bijeenkomst. Dat zijn zeer zinvolle bijeenkomsten. Het college zou daar wellicht ook aanwezig moeten zijn om vragen te beantwoorden. De motie is goed uitgewerkt in de begroting. In het voorstel voor het tarievenscenario 4 kan het CDA zich prima vinden. De te verwachten kapitaalslasten in de toekomst op basis van de investeringen zijn zorgelijk. Het CDA vraagt de investeringsuitgaven voor de toekomst en hoe daar in de toekomst mee om te gaan vóór de volgende voorjaarsnota te agenderen. Wanneer komt er duidelijkheid over de natschaderegeling waarom in Kamerik is gevraagd? Voor het watergebiedsplan Zegveld en Oud-Kamerik wordt 1 miljoen euro gevraagd. Het CDA dacht dat dit plan was afgerond? Het CDA wil hierop graag een toelichting. Het is duidelijk voor het CDA dat er met hoge en langdurige leningen wordt gewerkt. Het gat tussen het actuele Euribor rentepercentage en wat er hier staat is toch wel erg groot. Kan er niet toch tegen lagere rente worden geleend? De heer Jansen (WN): WN complimenteert het college met de kwaliteit van het stuk en van de technische bijeenkomst. Toch heeft WN nog wel een aantal vragen. Bestuurszaken / DM 587679 18 Pagina 10 van

Verwijzend naar tabel 8 met de kredieten voor het komend jaar vraagt WN zich af voor welke kredieten er bij het besluit over de begroting goedkeuring wordt gegeven. Wat wordt met de bedragen in de verschillende kolommen precies bedoeld? Op pagina 66 en 67 wordt een overzicht gegeven van prestatie-indicatoren. WN gaat ervan uit dat het verwijderen van de prestatie-indicatoren in tabel 19, of in ieder geval gedeelten daarvan, een vergissing is. Er staan prestatie-indicatoren voor projecten die in 2013 nog niet zijn afgelopen. Bij het schrappen van de prestatie-indicatoren kunnen de prestaties ook niet meer worden gevolgd. Wat er op pagina 36 staat over de recreatie is weinig ambitieus. WN hoopt dat de toegezegde nota wat meer ambitie zal uitstralen. Er is in de begroting sprake van een aantal notities en nota's die zijn vastgesteld. Bijvoorbeeld de nota over het muskusrattenbeheer en de prestatie-indicatoren voor de Energiefabriek. Sommige zaken moeten nog wel in het algemeen bestuur worden besproken. Het afgewikkeld zijn van deze zaken is dus nog niet aan de orde. De ambitie van het college voor het halen van de doelstellingen ligt op 75%. Dat is wat weinig ambitieus. Dat percentage mag best hoger. Er wordt gesproken over de versobering van het planproces voor de Kaderrichtlijn Water met behoud van het ambitieniveau. Kan worden uitgelegd wat daar precies mee wordt bedoeld? Voor de planning- en controlcyclus wordt voorgesteld een 'light' versie van de tweede burap al in april te bespreken. Verder blijft de aanpak zoals die nu bekend is gelijk. WN zou toch het college in overweging willen geven om het algemeen bestuur veel eerder met de eerste en tweede burap op de hoogte te stellen van de gang van zaken. Dan worden veel eerder dan nu de consequenties voor de begroting duidelijk. De heer Van den Hoeven (Agrariërs): De Agrariërs sluiten zich aan bij de opmerkingen van de SGP. De problematiek rond de investeringen en de kapitaalslasten voor de toekomst moet zeker aan de orde komen. In de voorjaarsnota is voor het belasten van het water toegezegd dat dat zou gaan gebeuren. Dat zou in deze begroting worden verwerkt. Nu wordt dit punt doorgeschoven naar 2013. De Agrariërs stellen voor de differentiatie van de tarieven alsnog te verwerken in de begroting. De heer Terpstra (W@I): In bijlage 3 bij de oplegnotitie valt op dat de investeringsuitgaven in de komende jaren de pan uitrijzen. Dat zal grote gevolgen hebben voor de tarieven. Temporiseren van de investeringsuitgaven nu is aan de orde, zodat het totaal inclusief de rwzi Utrecht, niet hoger wordt. Bestuurszaken / DM 587679 18 De heer Verweij (CU): Na het lezen van de oplegnotitie heeft de CU zich afgevraagd waarom het algemeen bestuur nog bij elkaar komt. De vraag die daarbij hoort is: Wie bepaalt de koers van De Stichtse Rijnlanden? Is dat het algemeen bestuur, het college of de ambtelijke dienst? Deze vraag wordt gesteld, omdat in de oplegnotitie nogal bagatelliserend wordt omgegaan met zaken die door het algemeen bestuur zijn behandeld en waarover een besluit is genomen. Op pagina 2 wordt verwezen naar drie punten. Bij het vorige agendapunt is door de CU verwezen naar de concrete aanbevelingen bekrachtigd door het algemeen bestuur. Punt 6 van die aanbevelingen gaat over de bestemmingsreserve voor de rwzi Utrecht. Het advies was om de van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht ontvangen gelden in die reserve onder te brengen en een voorstel daarover op korte termijn aan het algemeen bestuur voor te leggen. Dat voorstel is tot nu toe niet ontvangen. Op pagina 2 staat onder punt 2 dat in relatie tot de bestemmingsreserve Pagina 11 van

wordt vastgehouden aan de door het college gekozen lijn. Zijn deze aanbevelingen door het algemeen bestuur voor niets gedaan? Vindt het college het niet zinvol daar serieus op te reageren? De CU heeft een toelichting beschikbaar op het proces van de afgelopen 15 jaar over de afronding van de kwestie met het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht. Er ligt een akkoord dat door de dijkgraven van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht en De Stichtse Rijnlanden is ondertekend. Daarin staat: "HDSR ontvangt van AGV een bedrag van in totaal 6,4 miljoen euro als bijdrage in de verbetering van de rwzi Utrecht.". Dat geld wordt nu in de reguliere begroting gestort en het geld wordt opgemaakt. Daarvoor is dat geld niet bedoeld. In de oplegnotitie wordt aangevoerd dat het geld is bedoeld voor de wateraanvoer naar het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht. In hetzelfde akkoord staat echter dat in het waterakkoord Weerdsluis zal worden opgenomen dat De Stichtse Rijnlanden onder normale omstandigheden water aanvoert op de Vecht en dat De Stichtse Rijnlanden voor die waterleverantie geen kosten in rekening zal brengen. Het lijkt erop dat de boekhoudkundige gedachtegang in de organisatie niet strookt met de bestuurlijke realiteit. De heer Verweij verzoekt nog eens naar de bestuurlijke realiteit van de afspraken te kijken en een en ander in de begroting te wijzigen conform de aanbevelingen van het algemeen bestuur. De overige punten zullen schriftelijk worden ingediend. Over de begroting heeft de CU nog de volgende opmerkingen. In de stukken wordt steeds de begroting 2012 met wijziging gehanteerd. Is voor het berekenen van de nullijn wel de basisbegroting van het lopende jaar gebruikt? Voor het muskusrattenbeheer blijven de kosten voor alle waterschappen gelijk, behalve voor De Stichtse Rijnlanden. De kosten voor De Stichtse Rijnlanden stijgen met 5%. Is dat reëel? Een stijging van de kosten zou op basis van de gemeenschappelijke regeling toch moeten worden verdeeld? Op pagina 31 staat dat ook in 2013 een inhaalafschrijving voor de rwzi Utrecht wordt gedaan. Is dat noodzakelijk? Is het gewenste advies daarover van de accountant al binnen? Op pagina 52 staat een overzicht van de voorzieningen. Een aantal van die voorzieningen is goed gevuld. Is het dan toch noodzakelijk die voorzieningen aan te vullen? In tabel 8 op pagina 49 staat ook de Energiefabriek fase 2. Vindt de vergadering dat hiervoor in 2013 geld moet worden gereserveerd? De CU vindt van niet. Mevrouw Bodewitz (PVDD): De PVDD spreekt haar waardering uit voor het toevoegen van de prestatie-indicator voor de uitvoering van experimenten voor het voorkomen van muskusratschade. Net als bij WN is er zorg over het verdwijnen van prestatie-indicatoren. Het gaat voor de PVDD daarbij specifiek over de indicatoren 19, 31 en 32. De PVDD wil graag een toelichting hierop. Op pagina 16 wordt melding gemaakt van een landelijke veldproef muskusratten. Volgens de PVDD behelst die proef meer dan wat in de toelichting staat. Het zou ook gaan over het niet bestrijden in een bepaald gebied. Waarom is dat hier niet vermeld? Als het geen onderdeel van de proef zou zijn, zou de PVDD dat zeer betreuren. Het rendement van het experiment zou daarmee omlaag gaan. Minder bestrijden levert te weinig informatie op. De heer De Beaufort (Bos- en Natuureigenaren): Het is een heldere, goed leesbare begroting. Op pagina 4 van de oplegnotitie staat een achteloze opmerking dat ". het college ervoor heeft gekozen om de tariefsontwikkeling voor de categorie natuur gelijk te schakelen met de categorie overig ongebouwd.". Wat betekent dat? Wat zijn de consequenties? Wat is er aan de hand? Bestuurszaken / DM 587679 18 Pagina 12 van

Kent dit een diepere achtergrond? De Bos- en Natuureigenaren zijn blij dat er op pagina 5 van de begroting een aantal beleidsintensiveringen wordt genoemd. Wat wordt gemist is de beleidsintensivering voor de Kaderrichtlijn Water. De problematiek van de topgebieden en Natura 2000 ligt daaronder. De Kaderrichtlijn Water moet aan de lijst worden toegevoegd. Het gaat hier over een taak in het kader van de Europese wetgeving. In 2015 moet alles zijn geregeld. Er is een uitloop mogelijk, maar gereed zijn in 2015 is het uitgangspunt. Hier wordt alles naar de toekomst geschoven, terwijl dan voor De Stichtse Rijnlanden juist ook de problematiek van de nieuwe rwzi Utrecht gaat spelen. Over de gevolgen van het EMU-saldo en de wet Hof wordt te licht gedacht. Hoe zal hier in het licht van de te verwachten grote investeringen mee worden omgegaan? Een overweging zou kunnen zijn om de reserves anders in te richten door een onderscheid te maken tussen de algemene reserve, een egalisatiereserve en een bestemmingsreserve voor de rwzi Utrecht. Bestuurszaken / DM 587679 18 Behandeling van de opmerkingen en vragen door de portefeuillehouders De heer Miltenburg: De complimenten over de helderheid van de weergave wordt in ontvangst genomen. Die zullen worden overgebracht aan de ambtelijke organisatie. De nieuwbouw voor de rwzi Utrecht is voor deze begroting nog niet zo van belang. Voor 2016 en 2017 heeft die nieuwbouw behoorlijke consequenties. Er worden suggesties gedaan hoe daar mee om te gaan. Een begroting is niet bedoeld om naar de meerjarenplanning te kijken. Dat is een zaak voor de voorjaarsnota. In deze begroting is geprobeerd voor 2013 invulling te geven aan de motie over de geïndexeerde nullijn. Verder kijkend blijkt dat er voor 2014 ook nog geen problemen zijn te verwachten. Voor 2014 is de hoogwaterbescherming ook al in de planning meegenomen. In 2015 moet nog 2,3 miljoen euro voor de hoogwaterbescherming worden opgebracht. De jaren daarna wordt de opgave nog veel groter. Vanaf 2015 moet nog worden bekeken hoe de nullijn kan worden gehandhaafd. Er zal een grote inspanning moeten worden verricht. Het is duidelijk dat de investering voor de rwzi Utrecht grote gevolgen heeft voor de leningenportefeuille, het EMU-saldo en verplichtingen vanuit de wet Hof. Het vastleggen van geld in reserves is niet direct de oplossing voor de wet Hof. Op dit moment wordt door de Unie van Waterschappen, de VNG, het IPO en de rijksoverheid gezamenlijk overlegd over de consequenties van het EMU-saldo en de wet Hof. Nieuwsfeiten hierover zullen direct worden doorgegeven. Het voorstel is om bij de behandeling van de voorjaarsnota daar indringend op in te gaan. Het kiezen voor tarievenscenario 4 in plaats van voor tarievenscenario 3 betekent dat door het inzetten van reserves de kosten voor de burger lager zijn. Daarnaast is vanuit het algemeen bestuur nadrukkelijke aangegeven dat de reserve hoger is dan het afgesproken maximum. De reserve zou daarom gedeeltelijk moeten worden afgebouwd. Met scenario 4 wordt de reserve teruggebracht. Daarbij is wel gekeken naar het niet doorschuiven van de ellende naar de toekomst. Op deze manier kan de inzet van de reserve gedurende een aantal jaren de tarieven dempen. Daarmee wordt ook aan de wens voldaan voor een gelijkmatige ontwikkeling van de tarieven. Scenario 4 is een voorstel van het college, maar uiteindelijk besluit het algemeen bestuur. De CPB-indexering wordt niet op het totaal toegepast. Voor onderdelen gelden andere werkwijzen, zoals voor de gevolgen van de cao en voor de rente. Over de voorgestelde planning- en controlcyclus verschillen de meningen. In de tweede termijn zou het college graag horen wat het advies van de verschillende fracties is. Het voorstel is gebaseerd op voorstellen die vanuit het algemeen bestuur naar voren zijn gebracht. Hoe het verlengde bestuursakkoord is verwerkt staat in bijlage 6 van de begroting. Het watergebiedsplan Zegveld en Oud-Kamerik is nog niet afgerond. Vooral in Oud- Pagina 13 van

Kamerik moeten nog werken worden uitgevoerd. Daar heeft het bedrag in de begroting betrekking op. De rentevoet is inderdaad heel laag. Die lage tarieven gelden alleen voor korte termijnleningen. 23% van de begroting mag worden gefinancierd met kortlopende leningen. Daarvan wordt maximaal gebruik van gemaakt. Voor de investeringen moeten de risico's worden gespreid. In de werkwijze wordt ervoor gezorgd dat er jaarlijks ook een bedrag kan worden geherfinancierd. Langlopende leningen doen op dit moment 4% tot 5%. De Stichtse Rijnlanden heeft ook nog langlopende leningen die in het verleden zijn afgesloten en die een hoger rentepercentage hebben. Voor kredieten tot 100.000 euro ligt de bevoegdheid bij het college. Bedragen daarboven worden nog afzonderlijk aan het algemeen bestuur ter toewijzing voorgelegd. Dit is zoals het in de verordening is vastgelegd. Tabel 19 met de verwijderde doelstellingen en prestatie-indicatoren is geen vergissing. De organisatie is al bezig met de voorbereiding van een toelichting op deze tabel. Die zal naar verwachting aan het einde van de week naar het algemeen bestuur worden verstuurd. Daarop kan later worden teruggekomen. De ambitie voor het halen van 75% van de doelstellingen wordt als te laag ervaren. Het college vindt 75% toch wel een goede score. Het streven naar 100% zou ook de kosten opdrijven. De heer Verweij (CU) merkt op dat het algemeen bestuur wel voor 100% budget beschikbaar stelt. De heer Miltenburg geeft aan dat bekend is dat bij het uitvoeren van projecten met een budget rekening moet worden gehouden met de praktijk. Dat wil zeggen rekening houden met procedures en met samenwerking met anderen waardoor er vertraging kan optreden. Het college beseft dat de keuze voor hoe voor 2013 om te gaan met de tarieven niet goed uitwerkt voor de kosten voor ongebouwd. Anderzijds zijn in deze bestuursperiode de tarieven voor ongebouwd nooit verhoogd door inzet van de reserve. Nu is gemeend dat de tarieven voor ongebouwd met kleine stappen moeten worden verhoogd. Dit om te voorkomen dat het tarief in een keer met een flink bedrag omhoog gaat. Dat dit zou komen was eerder al bekend. Een eerder voorstel voor gedifferentieerde tarieven is in het algemeen bestuur aangehouden. Daarom blijft de ontwikkeling voor ongebouwd zoals die nu is. De koers wordt bepaald door het algemeen bestuur op voorstel van het college. Over de vergoeding van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht is niet gezegd dat die in een bestemmingsfonds zou worden gestort. Er is gezegd dat het advies zou worden meegenomen en dat er zou worden gekeken naar hoe daar het beste mee om te gaan. Dat heeft opgeleverd dat de verwerking van de vergoeding zal gebeuren op de manier zoals dat altijd al gebeurt. Uit recent overleg met de oud-dijkgraaf de heer Vergunst is gebleken dat destijds de onderhandelingen moeizaam verliepen en dat de enige motivering was dat het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en vecht zou betalen. Hoe dat precies zou gebeuren was minder van belang. De heer Verweij (CU) vraagt of de heer Vergunst wellicht ook heeft gezegd dat het college de toegezegde notitie niet hoefde te schrijven. De heer Miltenburg kan zich niet direct de toezegging van de notitie herinneren. De heer Verweij (CU) verwijst nogmaals naar de aanbevelingen van het algemeen bestuur en merkt op dat het raadzaam is dat het college die aanbevelingen gaat uitvoeren. De heer Miltenburg merkt op dat er wellicht geen uitgebreide notitie is opgesteld, maar er is in deze begroting wel verklaard hoe er met de vergoeding zal worden omgegaan. Wat betreft de tarieven voor de categorie natuur is bekend dat er nog steeds een conflict is tussen natuurorganisaties en de waterschappen: wat valt onder natuur en wat valt onder ongebouwd. Aan Natuurmonumenten en aan de organisatie van particuliere landgoedeigenaren is aangeboden om met de dossiers bij elkaar te gaan zitten en te kijken hoe tot een oplossing kan worden gekomen. Beide organisaties zijn niet op het voorstel ingegaan. Via juridische procedures zullen er nu uitspraken worden gedaan over wat natuur is en wat ongebouwd. Het verschil van mening leidt voor De Stichtse Bestuurszaken / DM 587679 18 Pagina 14 van

Rijnlanden tot een tekort van 14.000 euro per jaar. Dat bedrag is te laag om daarop actie te ondernemen. Het wachten is op de uitspraken van de rechter. Als die er zijn zal de kostentoedeling daarop moeten worden aangepast. De heer Poelmann: De begroting voor het muskusrattenbeheer voor de zes waterschappen is voor 2013 gelijk aan die van 2012. De opmerking van de CU over verhoging van 5% voor De Stichtse Rijnlanden kan de heer Poelmann niet plaatsen. De veldproef is een landelijke zaak en is onderwerp van overleg geweest tussen de acht waterschappen die bekend zijn met de muskusrattenproblematiek. Er was geen draagvlak voor het in bepaalde uurvakken helemaal niet meer gaan vangen van muskusratten. In 40 uurvakken zal de inspanning minder zijn, in 40 uurvakken zal de inspanning gelijk blijven en in 40 uurvakken zal de inspanning meer bedragen. Dat gaat gelden voor een periode van 3 tot 5 jaar. De verwachting is dat dan op een verantwoorde wijze inzicht is verkregen in wat meer of minder inzet op vangen oplevert voor de ontwikkeling van de populatie. Ooit is in het fractievoorzittersoverleg afgesproken de technische bijeenkomsten te organiseren op de wijze waarop deze nu plaatsvinden. Vragen die niet beantwoord kunnen worden in de technische bijeenkomst moeten wel aan het college worden doorgegeven. Blijkbaar is dat nu niet goed verlopen. Het voorstel is om dit punt nog eens te bespreken binnen het fractievoorzittersoverleg. De heer Van der Maat: De natschaderegeling wordt op dit moment geëvalueerd. In de regeling zit ook een bijdrage van de provincie. Een voorstel tot aanpassing zal bij de provincie leiden tot het stoppen met de bijdrage door de provincie. Een memo hierover zal nog voor behandeling van de begroting aan het algemeen bestuur worden aangeboden. Het gaan betalen voor het wateraandeel is complexer te regelen dan het lijkt. Een memo hierover zal nog voor behandeling van de begroting worden toegezonden. De heer Schalkwijk (Agrariërs) geeft aan dat een memo voor de Agrariërs onder de maat is. De verwachting is dat dit punt wordt meegenomen in de begroting. De heer Van der Maat geeft aan dat invloed op de tarieven nu niet meer mogelijk is. Dat zou ook teveel interfereren met de plannen voor de groenblauwe diensten. Dit punt zou daar ook in meegenomen kunnen worden. De heer Reerink: In relatie tot de vraag over de naheffing in het kader van de Wvo meldt de heer Reerink dat de nabezinktank van de huidige installatie is schoongemaakt. Daarmee is de capaciteit groter geworden. Daarnaast is er met Utrecht in het kader van de nieuwe rwzi overlegd over afkoppelen. Het is gelukt om dat onderwerp weer een impuls te geven. Wat de tweede tranche van de Kaderrichtlijn Water betreft, gaat het puur over het versoberen van het proces. De betrokkenheid van allerlei verschillende overheden is drastisch teruggebracht. Inhoudelijk blijft de ambitie hetzelfde. Op pagina 24 van de burap staat de uitleg van de inhaalafschrijving voor de rwzi Utrecht. Die afschrijving wordt uitgesmeerd over meerdere jaren en geldt dus ook voor 2013. De heer Reerink zal laten weten wanneer de recreatienota bij benadering kan worden verwacht. Tweede termijn Mevrouw Derks (Bedrijven): Voor het Dijkhuis in Jaarsveld is in het overzicht met voorzieningen een bedrag van 55.000 euro opgenomen. Het Dijkhuis is na een renovatie net weer geopend. Waar is dit bedrag voor bedoeld? Wat zijn de inkomsten uit de exploitatie van het complex? Bestuurszaken / DM 587679 Pagina 15 van 18