1.1 Technische vragen nota Waarderen en afschrijven - VVD Vraag Blz. Antwoord Artikel 2.4.1 Aanpassen afschrijvingstermijn van wegen, fietsen wandelpaden van 25 naar 50 jaar. Welk onderzoek ligt ten grondslag aan bovengenoemd voorstel? Kan de Raad hier inzage in krijgen voordat ons gevraagd wordt in te stemmen met deze wijziging? Dit betreft wegen, fiets- en wandelpaden met klinkerverhardingen. De afschrijvingstermijnen zijn aangepast aan ervaringen in de praktijk, er is geen onderzoek uitgevoerd. Klopt het dat alle voorgestelde wijzigingen de afschrijvingstermijnen langer maken? De voorgestelde wijzigingen betreft zowel het toevoegen van nieuwe activa categorieën als de wijziging van de afschrijvingstermijn van de bestaande. De wijziging van de bestaande afschrijvingstermijnen betreft inderdaad een verlenging. Klopt het dat uit alle voorgestelde wijzigingen financiële meevallers ontstaan? Een verlenging van de afschrijvingstermijn heeft een lagere afschrijvingslast per begrotingsjaar tot gevolg. De rentelasten zullen daarentegen zowel per begrotingsjaar als in totaal (vanwege de langere afschrijvingsduur) hoger zijn. Nemen de financiële risico s die de gemeente heeft toe door deze wijzigingen? In theorie nemen de onderhoudslasten van een actief toe naarmate de leeftijd toeneemt. De (nieuwe) afschrijvingstermijnen zijn gebaseerd op de economische gebruiksduur, waarbij naar het optimum is gezocht tussen de onderhoudslasten en (hogere) afschrijvingslasten bij een kortere afschrijvingstermijn. Waarom worden de financiële effecten pas meegenomen in de eerste bestuurlijke rapportage 2016 en niet bijvoorbeeld in de laatste bestuurlijke rapportage over 2015 of de jaarrekening 2015? Het actualiseren van de nota Waarderen en afschrijven heeft gelijktijdig plaats gevonden met het opstellen van de meerjarenbegroting 2016 2019. De meerjarenbegroting 2016 2019 is nog niet vastgesteld door de raad. Wat is de voorgestelde datum dat de eerste bestuurlijke rapportage de Raad bereikt? De eerste financiële bestuursrapportage 2016 is gepland juni 2016. Klopt het dat u bij een eerdere tussentijdse wijziging van de De vorige actualisatie heeft op een ander moment in het begrotingsproces plaats
Nota Waarderen en afschrijven de positieve financiële effecten hieruit meteen heeft benut? Zo ja, waarom nu niet? gevonden. Hierdoor konden de financiële effecten (meerjarig) worden verwerkt in het financiële perspectief.
1.2 Technische vragen nota Waarderen en afschrijven - BVH Vraag Blz. Antwoord Algemene vraag, U schrijft economisch af op aanschafwaarde en gebruikt het meeste/ al deze afschrijvingen/ geld in de exploitatie is dit reëel tov de gehele begroting en latere investeringen? De methode om investeringen te activeren (op nemen in de balans) en af te schrijven is een onderdeel van het zogenaamde stelsel van baten en lasten wat wordt voorgeschreven door het Besluit begroting en verantwoording (BBV). Het jaarlijkse afschrijvingsbedrag is een last in de begroting, maar geen uitgave. (De uitgave is namelijk al gedaan met het uitvoeren van de investering). Dit betekent dat het afschrijvingsbedrag op kasbasis beschikbaar is om leningen af te lossen of nieuwe investeringen te doen. Bij vernieuwing na afschrijvingstermijnen komen wij voor de meeste producten en materialen geld tekort, moet dit tezamen met bespaarde rentes niet via een aparte voorziening afgedekt worden? Bij vernieuwing zal de cyclus van afschrijven en investeren zich herhalen. De nieuwe afschrijvingslasten zullen drukken op de begroting in de jaren na het uitvoeren van de nieuwe investering. In principe bestaat wel de kans dat, door jaarlijkse prijsstijging, voor de nieuwe investering een hoger bedrag nodig is, wat ook leidt tot hogere afschrijvingslasten. Dit wordt opgevangen in de begroting van de betreffende jaren. Zie Uw opmerking op blz. 8. Omtrent afschrijvingen, deze zijn geen uitgaven maar wel kosten klopt indien je deze altijd in de exploitaties mee laat nemen, volgens de deelbegroting mis ik afschrijvingen als kostenpost op vele plaatsen. Alle afschrijvingen zijn als last opgenomen in de meerjarenbegroting. Zie ook de reactie op de eerste vraag van BVH. Blz. 6 en 28 punt 2.4.12 Hoe kan het dat U een economische afschrijving van 50 jr hanteert terwijl de garantie op alu. masten ( Uw pilot voorkeur ) max. 40 jr bedraagt? De afschrijving op basis van de economische levensduur is het optimum tussen de onderhoudslasten (van het oude actief) en de afschrijvingslasten (bij vervanging). Dit staat in principe los van de garantie die een leverancier op haar producten geeft. Blz. 7 en 27 punt 2.4.1. 1. Klopt de afschrijving met klinkerverhardingen van 50 jr. wel, straatklinkers,stoeptegels enz.. klinkers zijn toch onverslijtbaar? 2. Kan er voor fietspaden geen andere techniek dan straatklinkers, stoeptegels, grit en asfalt worden gebruikt? 1. De noodzaak tot vervanging is niet alleen nodig vanwege slijtage, maar ook het gevolg van verzakking en of boomwortels. 2. In principe is dat een mogelijkheid. In de nota Waarderen en afschrijven worden de financiële uitgangspunten vastgelegd.
3. Is het aanbrengen betonplaten vanwege de lange afschrijving, de ruwheid bij sneeuw, vorst, ongevoeligheid voor boomwortels en sneeuwschuivers niet veel duurzamer en goedkoper? Blz. 8 omschrijft vele activa, is er in te schatten welke activa (in grote bedragen ), er bij financiële problemen op korte termijn de liquiditeit kunnen verhogen? Blz. 12 punt 2.3 niet activeerbare kosten. Klopt het dat kosten zoals ontruimings- en afkoopkosten b.v. Sportlaan, Driebergen die ik hierboven al heb gemeld niet bij punt 2.3. is vermeld? Blz. 14 punt 3.2. Waarderingsgrondslagen vermeld wel de BTW, waarom staat hier geen hoofdstuk Vennootschapsbelasting die per 1-1-2016 actief is bij, deze is toch ook verrekenbaar / als kosten boekbaar bij b.v. verkoop van..? Blz. 17 punt 4.2. Waarom schrijft U hier de reeds gekozen afschrijfmethode economisch niet voor? Blz. 27 Bijlage II afschrijvingstabellen Punt 2.2.2. en 2.3.2. Renovatie enz., waarom houdt U hier nog 3. Zie ook reactie op vraag 2 van BVH. Vanuit het Besluit begroting en verantwoording (BBV) wordt onderscheid gemaakt tussen investeringen met een maatschappelijke en een economisch nut. De gedachte hierachter is dat investeringen met een economisch nut vervreemdbaar zijn en/of zelfstandig middelen genereren (zoals bijv. rioolheffing t.b.v. investering in het rioolstelsel). De activa die hiermee vervreemdbaar zijn om de liquiditeit te verbeteren is het niet-strategisch vastgoed, de voormalige gemeentewerven en kantoren, grondexploitaties en snippergroen. De kosten van ontruiming en afkoop zijn inderdaad niet opgenomen in paragraaf 2.3. In deze paragraaf wordt aangegeven welke kosten niet activeerbaar zijn onder de vaste activa. Indien de kosten van ontruiming en afkoop onderdeel uitmaken van een grondexploitatie zijn deze wel activeerbaar. Een grondexploitatie wordt conform het BBV in de balans opgenomen als vlotten actief. De vennootschapsbelasting is een winstbelasting. Er is pas sprake van een belastingplicht indien er (fiscaal) sprake is van winst. Om deze winst te kunnen bepalen zullen worden de lasten, waaronder de afschrijvingslasten, in mindering gebracht worden op de inkomsten. De vennootschapsbelasting leidt in de investeringsfase (in tegenstelling tot de BTW) niet tot een verhoging van de uitgave. In paragraaf 4.2.3 is opgenomen dat bij het bepalen van de afschrijvingsduur rekening wordt gehouden zowel te technische als de economische gebruiksduur. Renovatie is (veelal) een levensverlengende maatregel. Dit is voor ons reden om de afschrijvingsduur van 25 jaar aan te houden.
steeds 25 jr aan, de eisen qua duurzaamheid, kwaliteit en toe te passen materialen en renovatiebedragen zijn zo hoog dat ik zelf voor 40 jr zou kiezen? Reden na renovatie is een gebouw vaak beter dan nieuw, de structuur is/ was nl. al goed anders ga je niet renoveren! Punt. 2.4.1 al eerder gevraagd Is het gebruiken klinkers in woonwijken niet van belang ivm hemelwater opneming? Punt. 2.4.5. Klopt dit punt van 50 jr., de garantie van gebruikte kunststoffen zoals PVC staat volgens mij vast voor 1 a 2 jr.? Punt 2.4.12. levensduur lichtmasten 50 jr. al eerder gevraagd. Punt 2..5.1. Is economische afschrijving personen- en vrachtauto s van 8 jr. wel juist, qua duurzaamheid verouderen de motoren volgens mij binnen 5 jr, bent U het hiermee eens? Punt 2.6.3. Is de afschrijving bouwkundig van pompen en gemalen van 25 jaar wel juist, de constructie behuizing van pompen en gemalen is vaak van beton en die heeft een levensduur van 100 jaar? In de nota Waarderen en afschrijven worden de financiële uitgangspunten vastgelegd. De uitgangspunten over materiaalgebruik e.d. worden per project bepaald en zijn (mede) afhankelijk van de ondergrondse infrastructuur. De afschrijvingstermijn staat in principe los van de garantie die een leverancier op haar producten geeft. De afschrijving op basis van de economische levensduur is het optimum tussen de onderhoudslasten (van het oude actief) en de afschrijvingslasten (bij vervanging). Dit staat in principe los van de garantie die een leverancier op haar producten geeft. Gezien het relatief beperkt aantal kilometers wat met de wagens uit ons wagenpark wordt gereden stellen wij voor de afschrijvingstermijn voor personen- en vrachtauto s op 8 jaar vast te stellen. De afschrijving van 25 jaar betreft de pompen en gemalen.