Raad. Auteur E.M. Spetter Tel.: c. Inspraak extern. Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee -

Transcriptie

1 Raad Voorstel DM-nr. 2006/844 Versie: Nota activa en afschrijvingen Verantwoordelijk Portefeuille Weth. Dr. T.J. Haan Mede verantw. Hoofdafd. Cs, planning, control & informatiebeleid Drs. J. Dijkstra Auteur E.M. Spetter Tel.: c. Consequenties Fin. Pers. Jurid. Inkoop Aanb. Inspraak extern Geheim Mandaat OR Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee - Bijlage(n) Korte omschrijving De nota behandelt nieuwe richtlijnen voor het activeren en afschrijven van vaste activa in de gemeente Zoetermeer

2 Toelichting: Artikel 212 van de Gemeentewet stelt dat de raad een verordening vaststelt met de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie (financiële verordening). Op 19 december 2005 is deze verordening, met wijzigingen, opnieuw door de raad vastgesteld. Artikel 4.2 van deze verordening bevat uitgangspunten voor de waardering en afschrijving van vaste activa. In lid 2 van dit artikel staat vermeld dat een nota activering- en afschrijvingsbeleid tenminste aan het begin van iedere raadsperiode wordt herijkt en door de raad wordt vastgesteld. Daarnaast heeft de raad op 31 januari 2005 aangegeven dat de Afschrijvingsnota uit 1995 geactualiseerd moet worden op grond van de gewijzigde regelgeving uit het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en de veranderende werkwijze binnen de gemeente Zoetermeer. Een nieuwe nota Activa- en Afschrijvingsbeleid treft u hierbij aan. Huidige activerings- en afschrijvingsbeleid Het huidige activerings- en afschrijvingsbeleid van de gemeente Zoetermeer is vastgelegd in de Nota Afschrijvingsbeleid van 26 juni De belangrijkste uitgangspunten voor het activeren en afschrijven van investeringen in genoemde nota uit 1995 zijn: - Investeringen worden geactiveerd vanaf ƒ ; - De afschrijvingsmethodiek is lineair; - De afschrijvingstermijnen zijn gebaseerd op de economische levensduur, die zijn opgenomen in een bijlage waarin de verschillende componenten met bijbehorende termijnen zijn opgenomen. Belangrijkste wijzigingen in activerings- en afschrijvingsbeleid t.o.v. Nota 1995 Als gevolg van de inwerkingtreding van het Besluit op de Begroting en Verantwoording (BBV) zijn de uitgangspunten voor activering en afschrijving gewijzigd c.q. aangescherpt. De belangrijkste voorgestelde wijzigingen in het activerings- en afschrijvingsbeleid t.o.v. de Nota 1995 zijn: 1. Investeringen worden onderverdeeld in investeringen met een economische nut (verplichte activering vanaf grensbedrag) en investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut (niet activeren, tenzij); 2. Investeringen met een verkrijgingspijs worden altijd geactiveerd, investeringen met een verkrijgingspijs < worden niet geactiveerd en investeringen met een verkrijgingspijs tussen de en < mogen worden geactiveerd. Een uitzondering hierop vormen de gronden en terreinen, die altijd worden geactiveerd. 3. a. De afschrijvingsmethodiek voor investeringen met een economisch nut is annuïtair. b. Wanneer vanuit financieel oogpunt gekozen wordt een investering in de openbare ruimte met maatschappelijk nut te activeren, worden deze investeringen zo snel mogelijk afgeschreven. In het begeleidend raadsbesluit wordt aangegeven welke afschrijvingsmethode en -termijn wordt gehanteerd. 4. De afschrijvingstermijnen zijn geactualiseerd en opgenomen in een bijlage bij deze nota; 5. Tot op dit moment wordt voor de dekking van groot onderhoud / vervanging van onderdelen, het activum opgesplitst in componenten, die afzonderlijk worden geactiveerd en afgeschreven met verschillende levensduren (zogenoemde componentenbenadering). Voorstel is deze benadering los te laten en activa integraal als één component te activeren en met één afschrijvingstermijn. Voor de dekking van het groot onderhoud wordt een voorziening groot onderhoud / bestemmingsreserve gevormd. Deze methode leidt tot een administratieve vereenvoudiging en een transparanter beeld van de activa en de voorzieningen groot onderhoud, hetgeen resulteert in een adequater (financieel) beheer. 2

3 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING Aanleiding Uitgangspunten waardering en afschrijving vaste activa Doel en opzet van de nota Activa en afschrijvingsbeleid BASISBEGRIPPEN RICHTLIJNEN VOOR ACTIVEREN VAN VASTE ACTIVA Financiële vaste activa Besluit Begroting en Verantwoording Richtlijnen gemeente Zoetermeer Immateriële vaste activa Besluit Begroting en Verantwoording Richtlijnen gemeente Zoetermeer Materiele vaste activa Besluit Begroting en Verantwoording Richtlijnen gemeente Zoetermeer Opsplitsing materiele vaste activa in componenten Besluit Begroting en Verantwoording Richtlijnen gemeente Zoetermeer Investeringen met economisch nut die niet worden geactiveerd Besluit Begroting en Verantwoording Richtlijnen gemeente Zoetermeer Grensbedragen voor activeren Besluit Begroting en Verantwoording Richtlijnen gemeente Zoetermeer Waardering van activa Besluit Begroting en Verantwoording Richtlijnen gemeente Zoetermeer AFSCHRIJVINGSRICHTLIJNEN Afschrijvingsmethodiek financiële vaste activa Afschrijvingsmethodiek immateriële vaste activa Besluit Begroting en Verantwoording Richtlijnen gemeente Zoetermeer Afschrijvingsmethodiek en afschrijvingstermijnen materiele vaste activa Besluit Begroting en Verantwoording Richtlijnen gemeente Zoetermeer GROOT ONDERHOUD VERSUS VERVANGINGSINVESTERINGEN BIJLAGE: AFSCHRIJVINGSTERMIJNEN VOOR GEACTIVEERDE INVESTERINGEN. 13 3

4 1 INLEIDING 1.1 Aanleiding Artikel 212 van de Gemeentewet stelt dat de raad een verordening vaststelt met de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie (financiële verordening). Deze verordening is op 27 oktober 2003 door de raad van Zoetermeer vastgesteld. Op 19 december 2005 is deze verordening, met wijzigingen, opnieuw door de raad vastgesteld. Artikel 4.2 van deze verordening bevat uitgangspunten voor de waardering en afschrijving van vaste activa, die in voorliggende nota nader worden uitgewerkt. Daarnaast heeft de raad zelf op 31 januari 2005 aangegeven dat de Afschrijvingsnota uit 1995 geactualiseerd moet worden op grond van de gewijzigde regelgeving uit het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en de veranderende werkwijze binnen de gemeente Zoetermeer. 1.2 Uitgangspunten waardering en afschrijving vaste activa De uitgangspunten voor waardering en afschrijving van de vaste activa liggen vast in de financiële verordening, artikel 4.2. In lid 2 van dit artikel staat vermeld dat een nota activering- en afschrijvingsbeleid tenminste aan het begin van iedere raadsperiode wordt herijkt en door de raad wordt vastgesteld. Een aangepaste nota Activa- en Afschrijvingsbeleid gemeente Zoetermeer treft u hierbij aan. 1.3 Doel en opzet van de nota Activa en afschrijvingsbeleid Het doel van deze nota is het verder uitwerken van de uitgangspunten voor activering en afschrijving, die zijn vastgelegd in artikel 4.2 van de financiële verordening (zie paragraaf 1.2). Met betrekking tot de waarderingsgrondslagen van vaste activa worden de regels van de BBV gevolgd. Daarnaast is het actualiseren van de afschrijvingsnota aangegrepen om de richtlijnen t.a.v. activering en afschrijving duidelijk op papier te zetten, ook waar het gaat om voorwaarden ten aanzien van activering van groot onderhoud. De opbouw van de nota is als volgt: Allereerst worden in hoofdstuk 2 de belangrijkste begrippen omschreven. In hoofdstuk 3 worden de richtlijnen voor activering van vaste activa gegeven en in hoofdstuk 4 de afschrijvingsrichtlijnen. In hoofdstuk 5 tenslotte komen de voorwaarden voor activering van vervangingsinvesteringen aan de orde. In de Bijlage is de afschrijvingstabel opgenomen. 2 BASISBEGRIPPEN Investeringen en activa Investeringen zijn uitgaven voor zaken, die over een periode van meer dan één jaar opbrengsten en/of nut genereren. Wanneer de investeringen aan de criteria voor activering voldoen, wordt het bedrag gepresenteerd op de balans als vaste activa. 4

5 Niet alle investeringen worden op de balans opgenomen als activa. In de financiële verordening zijn regels opgenomen wanneer investeringen moeten en wanneer investeringen mogen worden geactiveerd. Afschrijvingen en afschrijvingstermijnen De kosten van de geactiveerde investering worden verdeeld over de periode, waarin de opbrengsten en/of het nut optreden. In financiële termen: de kosten worden in die periode, tot de economische levensduur is bereikt, afgeschreven. Kosten en opbrengsten staan dan in een gelijke verhouding tegenover elkaar. De jaarlijkse afschrijvingen worden telkens in mindering gebracht op de waarde van het activum. De hoogte van de jaarlijkse afschrijvingslasten wordt berekend aan de hand van drie factoren: aanschafwaarde, restwaarde en levensduur. We gaan hierbij uit van de economische levensduur. Deze wordt bepaald door rationeel, doelmatig gebruik, rekening houdend met technologische ontwikkelingen. De feitelijke, technische levensduur kan langer zijn, omdat hierbij uitgegaan wordt van de periode, waarin het actief technisch versleten is. De hoogte van de afschrijving dient stelselmatig te worden bepaald, zodanig dat een actief of groep van gelijksoortige activa aan het einde van de verwachte economische levensduur tot de geschatte (gemiddelde) restwaarde zal zijn afgeschreven. Kapitaallasten Met kapitaallasten worden de jaarlijkse lasten van afschrijving en rente bedoeld, die in de exploitatiebegroting worden verwerkt. Integraal activeren Wanneer een actief wordt aangeschaft c.q. wordt gebouwd en in gebruik wordt genomen, zal het worden geactiveerd voor het bedrag ter grootte van de totale kosten van aanschaf c.q. bouw en jaarlijks worden afgeschreven gedurende de levensduur van het actief. Het gehele actief wordt afgeschreven op basis van één afschrijvingstermijn. Op moment van aanschaf c.q. in gebruik name zal een inschatting worden gemaakt van het groot onderhoud, dat op termijn zal moeten plaatsvinden en de bijbehorende kosten. De onderhoudskosten worden op termijn gedekt uit een voorziening / bestemmingsreserve voor groot onderhoud. Componentenbenadering voor activeren Een alternatief voor het opnemen van een voorziening / bestemmingsreserve groot onderhoud is het administratief opsplitsen van het actief in componenten met verschillende afschrijvingsperioden. In dit systeem worden dan de onderhoudskosten, die over een x aantal jaren worden verwacht in de balans opgenomen en afgeschreven over de resterende gebruiksduur van het actief. De jaarlijks lasten bestaan dan uit afschrijvingskosten van de te onderscheiden componenten, met verschillende afschrijvingsperioden. Groot onderhoud Groot onderhoud omvat die werkzaamheden, die nodig zijn om het actief zijn functie te laten vervullen en waarvan de kosten niet worden gedekt uit de jaarlijkse budgetten voor dagelijks en periodiek onderhoud. Vervangingsinvestering Een vervangingsinvestering is het vervangen van een actief, indien de (technische of economische) levensduur is verstreken of wanneer aan voorwaarden zijn voldaan, die in hoofdstuk 5 van deze nota worden genoemd. 5

6 3 RICHTLIJNEN VOOR ACTIVEREN VAN VASTE ACTIVA 3.1 Financiële vaste activa Besluit Begroting en Verantwoording Onder de financiële vaste activa worden volgens artikel 36 BBV op de balans onderscheiden. a. Kapitaalverstrekkingen aan: 1. Deelnemingen; 2. Gemeenschappelijke regelingen; 3. Overige verbonden partijen; b. Leningen aan: 1. Woningbouwcorporaties; 2. Deelnemingen; 3. Overige verbonden partijen; c. Overige langlopende leningen; d. Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer; e. Bijdragen aan activa in eigendom van derden Richtlijnen gemeente Zoetermeer De balansindeling van de financiële vaste activa geschiedt conform BBV. Financiële vaste activa worden niet geactiveerd. Uitzondering is mogelijk bij de bijdragen aan activa in eigendom van derden. In artikel 4.2, lid 11 van de financiële verordening staat aanvullend vermeld dat bijdragen aan activa in eigendom van derden kunnen worden geactiveerd. De voorwaarden voor activering staan vermeld in artikel 61 BBV, namelijk indien: er sprake is van een investering door een derde; de investering bijdraagt aan de publieke taak; de derde zich heeft verplicht tot het daadwerkelijk investeren, op een wijze zoals is overeengekomen en; de bijdrage kan worden teruggevorderd, indien de derde in gebreke blijft of de gemeente anders recht kan doen gelden op de activa die samenhangen met de investering. 3.2 Immateriële vaste activa Besluit Begroting en Verantwoording Onder immateriële vaste activa wordt volgens artikel 34 van het BBV opgenomen: 1. de kosten die zijn verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio; 2. de kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief Richtlijnen gemeente Zoetermeer 1. De kosten die zijn verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio. In de financiële verordening (artikel 4.2, lid 1) is vastgesteld dat de kosten, die zijn verbonden aan de het sluiten van geldleningen niet worden geactiveerd, maar direct ten laste van de exploitatie worden gebracht. De werkwijze in de gemeente Zoetermeer is dat het saldo van agio en disagio eveneens niet wordt geactiveerd, maar ten gunste / laste van de exploitatie wordt gebracht. 6

7 2. De kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief. Deze kosten worden geactiveerd, wanneer aan alle eisen cumulatief uit artikel 60 BBV is voldaan. a. het voornemen bestaat het actief te gebruiken of te verkopen; b. de technische uitvoerbaarheid om het actief te voltooien vaststaat; c. het actief in de toekomst economisch of maatschappelijk nut zal genereren en; d. de uitgaven die aan het actief zijn toe te rekenen betrouwbaar kunnen worden vastgesteld. 3.3 Materiele vaste activa Besluit Begroting en Verantwoording Het BBV geeft in artikel 35 aan in welke componenten de materiele vaste activa worden onderscheiden: Investeringen met een economisch nut; Dit zijn investeringen die gedurende meerdere jaren bijdragen aan de mogelijkheid middelen te generenen en/of die via een markt verhandelbaar zijn. Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut. Deze investeringen zijn niet verhandelbaar en / of hebben niet het doel middelen te genereren voor de gemeente. Het betreft investeringen in aanleg en onderhoud van wegen, waterwegen, civiele kunstwerken, groen en kunstwerken, die de gemeente niet beoogt te verkopen; er is immers geen markt voor. Deze investeringen worden over het algemeen ook niet vervangen, maar vergen eeuwigdurend onderhoud. Het verdient de voorkeur deze investeringen niet te activeren. Echter, aangezien dit ertoe zou kunnen leiden dat vanuit financieel oogpunt, belangrijke investeringen in de openbare ruimte niet meer zouden kunnen worden gedaan, staat de raad toe dergelijke investeringen te activeren Richtlijnen gemeente Zoetermeer In artikel 4.2 van de financiële verordening, lid 3, 5, 6 en 10 zijn de volgende richtlijnen vastgelegd: 3. Investeringen met een economisch nut, met uitzondering van kunstvoorwerpen van cultuurhistorische waarde anders dan voor de verkoop, worden, onder aftrek van bijdragen van derden, die in een directe relatie hiertoe staan, geactiveerd en afgeschreven op basis van annuïteitenmethode; 5. Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut kunnen indien nodig worden geactiveerd. Hieronder worden verstaan investeringen in aanleg en onderhoud van: (inrichting) wegen, waterwegen; civiele kunstwerken, groen en kunstwerken. 6. Indien investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut worden geactiveerd, worden hierop bijdragen van derden, die in een directe relatie hiertoe staan, en bestemmingsreserves in mindering gebracht. Afschrijving hiervan vindt in een zo kort mogelijke termijn plaats waarbij resultaatafhankelijke extra afschrijving is toegestaan. 10. Op investeringskredieten wordt jaarlijks rente over de boekwaarde per 1 januari bijgeschreven. Op investeringskredieten van (inclusief kostprijsverhogende btw) of meer wordt daarnaast ook rente tijdens de bouw (in de loop van het jaar) bijgeschreven. 3.4 Opsplitsing materiele vaste activa in componenten Besluit Begroting en Verantwoording 7

8 In artikel 52 van de BBV staat vermeld dat in de toelichting op de balans de materiele vaste activa worden opgesplitst in de volgende componenten: a. gronden en terreinen; b. woonruimten; c. bedrijfsgebouwen; d. grond-, weg- en waterbouwkundige werken; e. vervoermiddelen; f. machines, apparaten en installaties; g. overige materiële vaste activa Richtlijnen gemeente Zoetermeer Gronden en terreinen Het BBV schrijft voor dat gronden, die onderdeel uitmaken van een investering met economisch nut, worden afgesplitst en apart worden gerubriceerd onder de post gronden en terreinen en worden niet afgeschreven. Dit geldt voor gebouwen, maar ook voor andere voorzieningen met economisch nut, die op de grond zijn aangelegd, zoals sportvoorzieningen in een sportpark (atletiekbaan, kunstgrasveld, tennisbanen et cetera) of parkeervoorzieningen op de openbare weg. De BBV geeft een uitzondering voor gronden, die onderdeel uitmaken van een investering in de openbare ruimte met maatschappelijk nut: Wanneer de grond onlosmakelijk verbonden is met een op die grond aangelegde voorziening, zoals het geval is bij wegen, dan worden de grondkosten gerekend tot de kosten voor de aanleg van wegen. Woonruimten Wanneer de gemeente woonruimten in eigendom heeft, worden deze objecten integraal onder deze component geactiveerd. Bedrijfsgebouwen Onder de bedrijfsgebouwen, behoren alle gebouwen, die de gemeente in eigendom heeft. Het betreft zowel de gemeentehuis en brandweerkazerne, als de gebouwen die de gemeente heeft verhuurd, zoals gymzalen, scholen, noodlokalen, bibliotheken, clubhuizen, zwembaden e.d. Ook parkeergarages vallen onder de bedrijfsgebouwen. Ten behoeve van de afschrijvingstermijn wordt onderscheid gemaakt in: Bedrijfsgebouwen grotendeels van steen; Bedrijfsgebouwen grotendeels van hout Noodlokalen / tijdelijke gebouwen etc. Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Hoofdregel: grond-, weg- en waterbouwkundige werken zijn, in principe, investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut, omdat ze niet verhandelbaar zijn en geen middelen genereren voor de gemeente. Alleen vanuit financieel oogpunt is via een raadsbesluit mogelijk dergelijke investeringen te activeren. De werken worden dan onder deze component op de balans opgenomen. Vervoermiddelen Onder de vervoermiddelen is de volgende indeling gemaakt: Personenauto s Bedrijfsauto s Tankautospuit Redvoertuig 8

9 Machines, apparaten en installaties Onder deze component worden alle apparaten, machines en installaties opgenomen, die de gemeente nodig heeft voor bijvoorbeeld het onderhoud van het openbaar groen, zoutstrooiers et cetera. Overige materiele vaste activa Onder de overige materiele vaste activa zijn opgenomen: Inventaris (stoffering, meubilair, keukeninventaris) ICT: hardware software Rioolstelsel: geheel van componenten waaruit het riool bestaat, zoals buizen, kolken, relingen, pompen en gemalen. Ondergrondse inzamelmiddelen t.b.v. de afvalinzameling. Sportvoorzieningen, zoals kunstgras, atletiekbaan et cetera. Repressiemiddelen voor de brandweer 3.5 Investeringen met economisch nut die niet worden geactiveerd Besluit Begroting en Verantwoording Het Besluit Begroting en Verantwoording biedt in artikel 62, tweede lid, de mogelijkheid om bijdragen van derden die in directe relatie staan met een actief, op de waardering van het actief in mindering te brengen. Indien de kosten van dergelijke investeringen zijn opgenomen in de grondprijs van de bouwgrond, kan dit betekenen dat het te activeren bedrag van een dergelijke investering op nul uitkomt en de investering niet hoeft te worden geactiveerd Richtlijnen gemeente Zoetermeer De gemeente Zoetermeer kiest ervoor, conform artikel 62, lid 2, de eerste aanleg van het rioolstelsel niet te activeren, omdat de kosten van de eerste aanleg zijn opgenomen in de grondprijs en dus worden gedekt uit de grondexploitatie. 3.6 Grensbedragen voor activeren Besluit Begroting en Verantwoording Het BBV geeft geen grensbedragen aan voor activering Richtlijnen gemeente Zoetermeer De gemeente Zoetermeer heeft in de financiële verordening artikel 4.2 lid 7 en 8 de volgende richtlijnen vastgelegd: In afwijking van het bepaalde in het 3e en 5e lid worden investeringen met een verkrijgingsprijs van minder dan (inclusief kostprijsverhogende btw) niet geactiveerd en investeringen van of meer (inclusief kostprijsverhogende btw) worden altijd geactiveerd. Een uitzondering hierop zijn gronden en terreinen die altijd worden geactiveerd. Investeringen met een verkrijgingsprijs tussen de en (beide bedragen inclusief kostprijsverhogende btw) mogen worden geactiveerd, onder de voorwaarde dat in 9

10 het bijbehorende raadsbesluit de wijze van administratieve verwerking van de investering gemotiveerd wordt vermeld. 3.7 Waardering van activa Besluit Begroting en Verantwoording Voor de waardering van vaste activa gelden volgens artikel 63 BBV de volgende regels: 1. Activa worden gewaardeerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. 2. De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten. 3. De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten, welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. In de vervaardigingsprijs kunnen voorts worden opgenomen een redelijk deel van de indirecte kosten en de rente over het tijdvak dat aan de vervaardiging van het actief kan worden toegerekend; in dat geval vermeldt de toelichting dat deze rente is geactiveerd. 4. Voor in erfpacht uitgegeven gronden geldt de uitgifteprijs van eerste uitgifte als verkrijgingsprijs. Gronden in eeuwigdurende erfpacht worden gewaardeerd tegen registratiewaarde. 5. Van activa waarvan de bestemming verandert, wordt de actuele waarde van de nieuwe bestemming in de toelichting op de balans opgenomen. 6. In afwijking van het eerste lid is waardering tegen actuele waarde toegestaan voor de activa van de Nazorgfondsen bedoeld in artikel van de Wet milieubeheer Richtlijnen gemeente Zoetermeer De waardering van vasts activa geschiedt in d gemeente Zoetermeer conform BBV. 4 AFSCHRIJVINGSRICHTLIJNEN 4.1 Afschrijvingsmethodiek financiële vaste activa Op financiële vaste activa wordt niet afgeschreven, conform BBV. Een uitzondering vormt de geactiveerde bijdragen aan activa in eigendom van derde. Hiervoor geldt artikel 64, lid 3: het geactiveerde bedrag moet worden afgeschreven als was het actief, waarvoor de bijdrage wordt verstrekt, in bezit van de gemeente. De afschrijvingsbepalingen uit de financiële verordening zijn hier op van toepassing. 4.2 Afschrijvingsmethodiek immateriële vaste activa Besluit Begroting en Verantwoording Voor de immateriële vaste activa gelden volgens artikel 64, lid 5 en 6 van het BBV de volgende aanvullende regels: 5. De afschrijvingsduur voor geactiveerde kosten, die zijn verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio, is maximaal gelijk aan de looptijd van de lening. 6. De afschrijvingsduur voor de kosten van onderzoek en ontwikkeling van een bepaald actief bedraagt ten hoogste vijf jaar, te rekenen vanaf het moment van ingebruikname van het gerelateerde materieel vast actief. 10

11 4.2.2 Richtlijnen gemeente Zoetermeer De kosten, die zijn verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio, worden in de gemeente Zoetermeer niet geactiveerd (zie paragraaf 3.2.2). De afschrijvingsduur voor de kosten van onderzoek en ontwikkeling van een bepaald actief, is conform BBV. 4.3 Afschrijvingsmethodiek en afschrijvingstermijnen materiele vaste activa Besluit Begroting en Verantwoording Artikel 64, lid 1 tot en met lid 4, van het BBV geeft richtlijnen voor de te volgen afschrijvingsmethodiek voor materiele vaste activa: 1. De afschrijvingen geschieden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar. 2. Slechts om gegronde redenen mogen de afschrijvingen geschieden op andere grondslagen dan die welke in het voorafgaande begrotingsjaar zijn toegepast. De reden van de verandering wordt in de toelichting op de balans uiteengezet. Tevens wordt inzicht gegeven in haar betekenis voor de financiële positie en voor de baten en de lasten aan de hand van aangepaste cijfers voor het begrotingsjaar of voor het voorafgaande begrotingsjaar. 3. Op vaste activa met een beperkte gebruiksduur wordt jaarlijks afgeschreven volgens een stelsel dat is afgestemd op de verwachte toekomstige gebruiksduur. 4. In afwijking van eerste en derde lid kan er op geactiveerde investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut, extra worden afgeschreven Richtlijnen gemeente Zoetermeer In artikel 4.2, respectievelijk lid 3, 4, 6, 9 en 11 van de financiële verordening zijn de richtlijnen voor de gemeente Zoetermeer vastgelegd: 3. Investeringen met een economisch nut worden afgeschreven op basis van annuïteitenmethode 4. Wanneer van een voorgeschreven afschrijvingsmethode wordt afgeweken, dan dient dit in een raadsbesluit gemotiveerd te worden. 6. Indien investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut worden geactiveerd, worden hierop bijdragen van derden, die in een directe relatie hiertoe staan, en bestemmingsreserves, in mindering gebracht. Afschrijving hiervan vindt in een zo kort mogelijke termijn plaatsvindt, waarbij resultaatafhankelijke extra afschrijving is toegestaan. 9. Afschrijving van geactiveerde investeringen vindt voor het eerst plaats in het jaar volgend op het jaar waarin de investering tot stand is gekomen c.q. in exploitatie is genomen. 11. Bij raadsbesluit kan worden afgeweken van de voorgeschreven afschrijvingstermijnen. In dit geval geeft het college dit onderbouwd in het betreffende kredietsvoorstel aan. In de Bijlage bij deze nota zijn de afschrijvingstermijnen voor de materiele vaste activa van de gemeente Zoetermeer opgenomen. De afschrijvingstermijnen zijn gebaseerd op de economische levensduur. 11

12 5 GROOT ONDERHOUD VERSUS VERVANGINGSINVESTERINGEN 5.1 Onderhoud Dagelijks en periodiek onderhoud De kosten voor dagelijks en periodiek onderhoud worden gedekt uit de jaarlijkse budgetten, die zijn geraamd in de algemene dienst van de meerjarenbegroting. Deze onderhoudsbudgetten worden jaarlijks door de raad vastgesteld, bij de vaststelling van de totale begroting Groot onderhoud Kosten van groot onderhoud worden gedekt uit een voorziening / bestemmingsreserve groot onderhoud (VGO). Het jaarlijks te storten bedrag wordt berekend op basis van de achterliggende beheersvisies. 5.2 Vervanginginvesteringen Onder de volgende voorwaarden is geen sprake van groot onderhoud, maar van een vervangingsinvestering, die wordt geactiveerd en afgeschreven: a. er moet sprake zijn van een investering met economisch nut; b. het geïnvesteerde bedrag moet voldoen aan de genoemde grensbedragen, genoemd in paragraaf 3.6; c. er moet sprake zijn van: - een capaciteitsuitbreiding (b.v. plaatsing van een extra liftinstallatie); - een renovatie, waarbij de levensduur van de gehele zaak significant wordt verlengd; - een zaak, die in zijn geheel wordt gesloopt en volledig opnieuw wordt opgebouwd; - een verbouwing aan een actief, die een geheel andere bestemming krijgt, dan de oorspronkelijke bestemming. 5.3 Specifieke geval: Riolering Hieronder vallen alle componenten behorend tot het rioolstelsel, zoals, buizen, kolken, relingen, gemalen en pompen. De riolering wordt in de eerste aanleg gedekt uit de grondexploitaties. Onder de volgende voorwaarde is geen sprake van groot onderhoud, maar van een vervangingsinvestering, die wordt geactiveerd en afgeschreven: Er dient sprake te zijn van een vervanging van het gehele rioolstelsel in een gehele wijk, waarbij de definitie van een wijk aansluit op de definitie die Onderzoek en Statistiek hanteert. 12

13 BIJLAGE: AFSCHRIJVINGSTERMIJNEN VOOR GEACTIVEERDE INVESTERINGEN Geactiveerde investeringen Gronden terreinen Gronden en terreinen Afschrijvingstermijn in jaren Niet afschrijven Woonruimten Woningen 40 Bedrijfsgebouwen Gebouwen grotendeels van steen 40 Gebouwen grotendeels van hout 20 Tijdelijke gebouwen / noodlokalen / loodsen / 15 opslagplaatsen Grond- weg- en waterbouwkundige werken Per investering in raadsvoorstel afschrijvingstermijn vastleggen Vervoermiddelen Personenauto s 6 Bedrijfsauto s 8 Brandweerautospuit 12 Redvoertuig Brandweer 15 Machines, apparaten en installaties 5 Overige materiele vaste activa Inventaris 10 ICT - Hardware 4 - Software Per investering in raadsvoorstel afschrijvingstermijn vastleggen Repressiemiddelen brandweer 7 Rioolstelsel 50 Ondergrondse inzamelmiddelen t.b.v. afvalinzameling 30 Sportvoorzieningen 20 Bij investeringsvoorstellen wordt aangegeven: a. welke afschrijvingstermijn op grond van deze nota wordt gehanteerd, danwel b. een afwijkende afschrijvingstermijn met de reden waarom deze afwijking nodig is. Zoetermeer, 13 februari 2006 Burgemeester en wethouders van Zoetermeer, de secretaris, de burgemeester, 13

14 Raadsbesluit Nota activa en afschrijvingen De raad van de gemeente Zoetermeer; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 februari 2006; besluit De nota activa- en afschrijvingsbeleid vast te stellen en: in te stemmen met de nieuwe afschrijvingstermijnen voor geactiveerde investeringen; in te stemmen met het voorstel de componentenbenadering te vervangen voor het integraal activeren van activa; het groot onderhoud uit de voorziening groot onderhoud / bestemmingsreserve te dekken. De nota te laten ingaan per 1 januari Dit heeft de volgende consequenties: Alle nieuwe investeringen, die vanaf 1 januari 2006 worden gedaan, worden integraal geactiveerd volgens de richtlijnen in deze nota en voor het groot onderhoud wordt een voorziening / bestemmingsreserve gevormd; Voor alle bestaande investeringen, waarop de componentenbenadering van toepassing was, wordt vanaf 1 januari 2006 het groot onderhoud behandeld conform deze nota. N.B. Nader onderzocht moet worden of voor de dekking van het groot onderhoud een voorziening / bestemmingsreserve aanwezig is, of de voorziening / bestemmingsreserve toereikend is en op welk peil de voorziening / bestemmingsreserve gebracht moet worden, rekening houdend met de reeds begrote kapitaallasten in de meerjarenbegroting. In de (nog op te stellen) beheersvisies zal per geval een analyse gemaakt moeten worden van de financiële consequenties van deze stelselwijziging. Dit besluit treedt in werking twee weken na de bekendmaking daarvan, tenzij over dit besluit een inleidend verzoek tot het houden van een referendum wordt toegewezen. In dat geval wordt te zijner tijd een nieuw besluit genomen Vastgesteld in de openbare vergadering van 23 februari 2006 de griffier, de voorzitter, Raadsbesluit: oktober