VISIENOTITIE CemK DRENTHE

Vergelijkbare documenten
Subsidie CemK aanvragen: scenario s en format

Inventarisatieformulier basisonderwijs in West- Friesland

KWALITEITSCRITERIA FONDS CULTUUREDUCATIE ZWOLLE

Bijlage I Organisatiestructuur Subsidieaanvraag CemK

Cultuureducatie in het basisonderwijs

KUNST- EN CULTUUREDUCATIE VOOR HET ONDERWIJS IN OOSTSTELLINGWERF

Over doorgaande leerlijnen en talentontwikkeling binnen kunst en cultuur Bureau BABEL, 's-hertogenbosch

Cultuureducatie met Kwaliteit Drenthe. Resultaten na het eerste jaar

1. Het Lokaal convenant cultuur en onderwijs Leiden, juni 2015 vast te stellen waarin een visie op cultuuronderwijs,

Doelstellingen in beeld

Beweging die nu te zien is m.b.t. cultuureducatie binnen het primair onderwijs

Samenvatting Onderzoeksrapport 2014

Kunstgebouw Beleidsplan

KEK DE FRIESE MEREN: VINDBAARHEID EN VERBONDENHEID

RAADSINFORMATIEBRIEF. TITEL Implementatie Cultuureducatie met Kwaliteit (schooljaar )

Teamtrainingen & ouderavond

Cultuureducatie in het PO en SO

Het beleidsplan cultuureducatie

Cultuureducatie, geen vak apart

Beleidsregels subsidiëring cultuuronderwijs Midden-Drenthe

Kunstgebouw Beleidsplan

PLAN VAN AANPAK. CMK Groningen. Bestendigen, uitbreiden en verankeren. van het cultuuronderwijs in Groningen

ICC-CURSUSSEN EN -MODULES

CULTUUREDUCATIE BOVEN

Criteria voor Cultuur subsidie

LERENDE NETWERKEN. Hoe werkt de cultuurcoach?

Basis voor cultuureducatie als basis voor vernieuwing

M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE

Handreiking. Basis voor. Cultuureducatie

Brabantse aanpak Cultuureducatie met Kwaliteit

Jaarplan. S a m e n l e r e n, d e n k e n e n b e g r i j p e n NASSAULAAN 5, 9717 CE GRONINGEN

Bestuurlijk kader Cultuur en Onderwijs

PROGRAMMA VAN EISEN 2019

beleidsplan cultuureducatie o.b.s. De Zoeker Kerndoelen cultuureducatie voor het basisonderwijs

Cultuureducatie met Kwaliteit. nulmeting naar het cultuuronderwijs in Drenthe

Samen werkt het beter? De samenwerking tussen scholen en de culturele omgeving

Teamtrainingen & ouderavond

Juni 2019 Bureau ART Peter van der Zant

Juni 2019 Bureau ART Peter van der Zant

Cultuuronderwijs in school

Veel gestelde vragen aanvragen Cultuureducatie met Kwaliteit

Alvast hartelijk dank voor het invullen! De teams van Kunststation C, IVAK de Cultuurfabriek, Cultuur Educatie Stad en Museumhuis Groningen

Juni 2019 Bureau ART Peter van der Zant

cultuuronderwijs: het onderwijs gericht op het bereiken van de kerndoelen in het leergebied Kunstzinnige oriëntatie van het primair onderwijs;

plananalyse matchingsregeling CeK

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO

Cursus Coördinator Cultuureducatie Onderbouw V.O

Beleidsregel Stimuleringssubside Combinatiefuncties Cultuur gemeente Utrecht

WORKSHOP LEERLIJNEN. Dag van de Cultuureducatie: workshop leerlijnen

Theoretisch kader De 21st century skills Onderverdeling in cognitieve en conatieve vaardigheden

Algemene voorwaarden cultuurcoördinator

Convenant Cultuur en Primair Onderwijs Haarlem

Achtergrondinformatie subsidieregeling Cultuureducatie met Kwaliteit 2019

De combinatiefunctionaris in Zwartewaterland: niet alleen de verbindende factor, vooral ook een verbindende actor!

Basispakket Kunst- en Cultuureducatie

Achtergrondinformatie subsidieregeling Cultuureducatie met Kwaliteit 2018

Platformtaak volgens gemeente

Oktober 2016 Bureau ART Peter van der Zant

Kleine Gartmanplantsoen RP Amsterdam T info@mocca-amsterdam.nl Stappenplan cultuureducatiebeleid

CKV Festival CKV festival 2012

Het cultuurbeleidsplan

Regeling versterking cultuureducatie in het primair onderwijs

Ontwikkelvragen scholen SPOLT schooljaar

Basispakket Kunst- en Cultuureducatie. Naam spreker: Dick Bentvelzen Functie spreker: beleidsadviseur Jeugd en Onderwijs Amsterdam, 20 maart 2013

Create to explore yourself'

Aanbod Kunst- en Cultuureducatie voor de basisscholen in De Lier

Onderzoek naar. cultuureducatie in het voortgezet onderwijs. Welke rol kan Mocca spelen bij cultuureducatie in het voortgezet onderwijs in Amsterdam?

1 en 2 oktober Bezoek aan Groningen

Beleidsplan cultuureducatie OBS de Driepas

Het kader voor de evaluatie van de regeling Cultuureducatie met Kwaliteit

Openbaar en betekenisvol: wij dagen de 21 e eeuw uit!

Cultuurbeleidsplan

MuZieKaKKooRD DReNTHe

SAMENVATTING TOON JE TALENT

Inventarisatie van het werkveld van de cultuurcoach

Budget Educatie en Participatie Projecten (BEPP)

Jaarplan SOPOH Personeel. Onderwijs. Organisatie. Voor ieder kind het beste bereiken, met passie, plezier en professionaliteit.

Feedback conceptvisie KUNST & CULTUUR

Voor CMK I bestonden landelijke richtlijnen. Lokale penvoerders werden gevraagd om stimuleringsgelden aan te vragen voor de volgende activiteiten :

1 - Achtergrond, uitgangspunten en aanpak van Bramediawijs

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

April Plan cultuureducatie schooljaar

KINDEREN LATEN LEREN Strategisch beleidsplan SKO Flevoland en Veluwe. Ontwerpers van onderwijs voor de 21ste eeuw

Uitvoeringsprogramma Kunst en Cultuur Velsen

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

EXPERTISECENTRUM CULTUURONDERWIJS. Ada Nieuwendijk RAPPORTAGE CULTUUREDUCATIE AMSTERDAM ZUIDOOST

Landelijke monitor Cultuureducatie 2018/2019

TAKEN EN COMPETENTIES CULTUURCOÖRDINATOR

Samenvatting en conclusies

Cultuur op school; een hele kunst

Kunstschool Boxtel. Inleiding

Regeling Professionalisering Cultuuronderwijs PO De Impuls muziekonderwijs Cultuureducatie met Kwaliteit (CMK)

De Muziekimpuls Regeling Professionalisering Cultuuronderwijs. 26 januari 2016

Schoolbeleidsplan Cultuureducatie

Uitvoeringsprogramma Deltapoort

De Blauwe Schuit Onderwijs, gemaakt als onderdeel van het project Cultuleren.

Cultuureducatie met vitamines

Eerste tussentijdse effectevaluatie

Transcriptie:

VISIENOTITIE CemK DRENTHE Inhoudsopgave: 1. Inleiding 2. Het kind centraal 3. De huidige Drentse situatie 4. De Drentse doelstellingen 5. De financiering en organisatie CemK 2013-2016 6. Scenario s en format 7. Risico- en succesfactoren en meest gestelde vragen Bijlagen: I. Organisatiestructuur subsidieaanvraag CemK II. De subsidievoorwaarden III. Begrippenlijst IV. Mooie praktijkvoorbeelden Drenthe V. Figuur Doorgaande leerlijn cultuuronderwijs VI. Figuur binnenschools <-> buitenschools VII. Meest gestelde vragen VIII. Inventarisatie intentie deelname Schoolorganisaties PO Drenthe 12 december 2012 Stichting Compenta Dr. Nassaulaan 5, 9401 HJ Assen 1

1. Inleiding De Stuurgroep Cultuureducatie met kwaliteit (CemK) heeft als opdracht de subsidieaanvraag CemK uiterlijk 14 december 2012 in te dienen bij het Cultuurfonds. Belangrijk is dat deze aanvraag past binnen de doelstellingen zoals door het Fonds Cultuurparticipatie geformuleerd en gepubliceerd is in de Staatscourant van 13 augustus 2012. Maar zeker zo belangrijk is dat de inhoud van de subsidieaanvraag en de voorgestelde werkwijze door alle deelnemende/betrokken partijen in Drenthe de scholen voor primair onderwijs, de Kunstencentra en het provinciale expertisecentrum kunst en cultuur, de culturele instellingen, de twaalf gemeenten, de provincie Drenthe - onderschreven worden. Deze notitie is een groeidocument waaraan in fasen samen met vertegenwoordigers van alle betrokken partijen steeds verder gewerkt wordt, ondermeer door de adviesgroep van de stichting Compenta. Een adviesgroep waarin vertegenwoordigers uit alle betrokken organisaties zitten adviseerde de Stuurgroep CemK (zie bijlage I). De subsidieaanvraag wordt ingediend door de stichting Compenta, opgericht op 28 november 2012. Deze stichting is op verzoek van de provinciale overheid, de gemeente Emmen en de vereniging voor Drentse gemeenten gevormd door de vijf culturele instellingen in de provincie Drenthe CQ, ICO, K&C, Scala Hoogeveen en Scala Meppel en heeft tot doel de subsidieaanvraag CemK in te dienen en de uitvoering te organiseren in de hierop volgende jaren. Begin november 2012 zijn drie regiobijeenkomsten georganiseerd waarvoor alle scholen voor primair onderwijs en het cultuureducatie netwerk per gemeente in Drenthe zijn uitgenodigd. De uitgangspunten van deze concept visienotitie stonden centraal. De scholen is tijdens deze bijeenkomsten gevraagd deze visie te onderschrijven en de intentie uit te spreken deel te nemen aan de regeling Cultuureducatie met kwaliteit. Achteraf is nog een keer bij alle schoolbesturen geïnventariseerd of hun schoolorganisaties de intentie hebben mee te doen. Het resultaat tussenstand per 1 december 2012 - is te vinden in bijlage VIII. Uitgangspunten bij het ontwikkelen van de visie CemK We stellen de ontwikkeling van het kind centraal. We sluiten waar mogelijk aan bij al in gang gezette ontwikkelingen binnen de provincie Drenthe en bij bestaande netwerken. Niet overal opnieuw het wiel uitvinden; maatwerk waar mogelijk! Er wordt gewerkt vanuit het principe vorm volgt inhoud. Vandaar dat in deze notitie eerst de gezamenlijke - visie en daarna de financiering en organisatie is beschreven. De scholen formuleren de vraag en de culturele instellingen reageren met hun aanbod rechtstreeks op deze vraag. In de praktijk blijkt dat het ophalen van de vraag niet eenvoudig is. Het proces van samenwerken en de nieuwe werkwijze een plek in de scholen geven, betekent dat scholen, culturele instellingen, de gemeenten en de provincie elkaar moeten opzoeken, ondersteunen en begeleiden. Belangrijk is dat alle in gang gezette ontwikkelingen binnen de provincie Drenthe voortgang kunnen vinden, ook als de subsidieperiode na 2016 voorbij is. Dat betekent dat een deel van de subsidie ingezet moet worden op deskundigheidsbevordering. Ook richting de politiek moet ingezet worden op het minimaal handhaven van de huidige structurele financiering Cultuureducatie na 2016. 2

Opzet visienotitie Het kind staat centraal, de vraag van de scholen is leidend, vorm volgt inhoud, deskundigheidsbevordering is een belangrijk thema, aansluiten bij de bestaande situatie en netwerken waar mogelijk en verdere ontwikkeling en verdieping van cultuuronderwijs. In paragraaf 3. wordt de huidige situatie op het gebied van Cultuureducatie in Drenthe beschreven en in paragraaf 4. worden vanuit die analyse de doelstellingen van de visie geformuleerd en uitgewerkt. In paragraaf 5. staan de financiële, procedurele en organisatorische afspraken beschreven. Een uitgewerkt subsidie format CemK, dat werkt vanuit indelingsscenario s wordt in paragraaf 6. gepresenteerd. Tot slot worden in paragraaf 7. risico s en aandachtspunten geformuleerd, waarmee bij het opstellen van een uitvoeringsplan door de stichting Compenta in het voorjaar van 2013 rekening gehouden kan worden. Dit visiedocument is zoals gezegd een groeidocument. Ook aan deze versie zal nog het nodige worden aangepast op grond van de ervaringen die opgedaan gaan worden als er in het voorjaar 2013 en de jaren daarna vanuit de vraag van de scholen gaat worden samengewerkt aan het realiseren van de doelstellingen uit deze visie. Aanvullingen, verbeterpunten, enz. blijven welkom! 3

2. Het kind centraal Stip op de Drentse horizon: Alle scholen voor primair onderwijs in de provincie Drenthe hebben in 2015 een beleidsplan Cultuuronderwijs opgesteld waarin doorgaande leerlijnen binnen- en buitenschools, horizontaal en verticaal als vanzelfsprekend zijn opgenomen. Daarmee is of wordt binnen afzienbare tijd Cultuuronderwijs een vast onderdeel van het curriculum binnen iedere school. Aansluiting met het Voorgezet onderwijs is hierin meegenomen. Deze ontwikkeling wordt geborgd doordat er op iedere school een deskundig aanspreekpunt (opgeleide ICC-er/Cultuuronderwijs-expert) is aangesteld. Het cultuuronderwijs is integraal georganiseerd, waarbij de samenwerking tussen de verschillende betrokken organisaties collega scholen, gemeenten, cultuurinstellingen goed is georganiseerd. Over de financiering zijn duidelijke afspraken gemaakt en over de besteding van de gelden bestaat een breed draagvlak. Waarom cultuur op school en waarom cultuuronderwijs? Cultuur op school geeft kinderen kennis over en besef van creatief zijn, over de vorming van de wereld om hen heen, hun eigen plaats daarin en hun eigen mogelijkheden om dat te veranderen en daar een positieve en creatieve bijdrage aan te geven. Die creatieve bijdrage en houding is belangrijk in onze snel veranderende maatschappij, die steeds weer vraagt om nieuwe oplossingen en flexibiliteit. Daar waar ons onderwijs en onze maatschappij gericht is op het feitelijke en het cognitieve, kan cultuuronderwijs bijdragen aan een creatieve en evenwichtige ontplooiing van ieder mensenkind. Elke vorm van kunst en cultuur biedt kinderen een andere kijk op de wereld om hen heen: het leert kinderen dat niet alles wat afwijkt van het normale gek, eng of verkeerd is, maar juist heel leuk, ontspannend en verrijkend kan zijn. Kortom: het maakt kinderen tolerant, leert ze samen te werken en geeft ze een open blik op de samenleving en op henzelf. Cultuuronderwijs is niet alleen een kwestie van kijken naar een mooie voorstelling, het lezen van een geweldig spannend boek, het genieten van en meezingen met een you tube muziekfilmpje. Je kunt je beleving en je ervaring delen, bijvoorbeeld door erover te praten (like of don t like) en daarvan te leren. Met cultuuronderwijs kunnen kinderen spelend leren, ook wanneer het gaat om niet-creatieve vakken: denk aan het rappen van een tafel of het bouwen van de mooist gepimpte waterraket en tegelijkertijd leren hoe stuwkracht werkt, of het maken van een topopuzzel in allerlei hoekvormen, het tekenen van een strip over een gebeurtenis uit de geschiedeniscanon en ga zo maar door! Cultuuronderwijs laat kinderen daarnaast hun eigen talent ontdekken, hun eigen kunstzinnigheid en creativiteit door zelf te doen: dansen, muziek maken, potten bakken, filmen, verhalen schrijven enzovoort. Het is belangrijk dat kinderen zelf ontdekken waarvoor zij talent hebben en waarin zij vaardig zijn. Het is ook belangrijk dat ze het talent van de ander ontdekken om uiteindelijk in gezamenlijkheid en met plezier iets te doen, te maken of te presenteren. Het voegt allemaal toe aan hun ontwikkeling en zelfvertrouwen. Cultuuronderwijs kan laagdrempelig zijn, bij uitstek geschikt voor kwetsbare kinderen, maar cultuuronderwijs kan natuurlijk ook zeer hoogdrempelig gemaakt worden voor kinderen die dat aankunnen. Echter, cultuur op school hoeft niet altijd nuttig te zijn, voor iets anders, of een bepaald doel te hebben. Cultuur heeft immers waarde in zichzelf. Iets dat waardevol is in zichzelf en om zichzelf, biedt altijd toegevoegde waarde. 4

3. De huidige Drentse situatie Cultuureducatie is een terrein waar de provincie Drenthe en de Drentse gemeenten de afgelopen jaren flink in hebben geïnvesteerd. De provincie Drenthe en de twaalf Drentse gemeenten noemen cultuureducatie het speerpunt van hun cultuurbeleid. In 2010 voerde de Bestuurscommissie Onderzoek Cultuur, Welzijn en Zorg van de provincie Drenthe een nulmeting uit. Onderzocht werd de stand van zaken rond cultuureducatie in het Drentse onderwijs. Onderstaande gegevens zijn gebaseerd op dit onderzoeksrapport 1. 89% van de leerlingen in het Drentse primair onderwijs komt in aanraking met culturele activiteiten via het onderwijs. Dit komt neer op zo n 43.000 leerlingen. In het voortgezet onderwijs komt 65% van alle VO-leerlingen in aanraking met culturele activiteiten. Circa 60% van de scholen voor primair onderwijs hanteert een langetermijnvisie op cultuureducatie. De meeste scholen kennen een breed aanbod cultuureducatie, waarbij leerlingen kennismaken met verschillende cultuurdisciplines. Circa 80% van de Drentse scholen werkt met een menustructuur 2 met cultuureducatieve activiteiten die zij inkopen bij culturele instellingen (de gemeentelijke kunstencentra en/of het provinciale expertisecentrum). De cultuurmenu s waarborgen een evenwichtige opbouw van de verschillende kunst- en cultuurdisciplines in alle schooljaren, maar zijn niet per definitie verbonden met andere vakken. Kinderen van de basisschool komen via de menustructuur wel structureel in aanraking met alle kunstdisciplines. Jaarlijks worden per groep gemiddeld één of twee activiteiten op het terrein van kunst of erfgoed georganiseerd. Er bestaan verschillende voorbeelden in Drenthe van op maat gemaakte cultuurmenu s voor scholen die een bepaald thema of viering wilden doorvoeren in het cultuureducatieve programma in een schooljaar. De cultuurmenu s in Drenthe worden samengesteld met lokaal, regionaal, provinciaal en landelijk aanbod (afhankelijk van het domein kunst, erfgoed of media, de kunstdiscipline, de kwaliteit en de geschiktheid voor de doelgroep). Ook zijn er cultuurmenu s waarin projecten samen met partners uit de culturele omgeving zijn vormgegeven. De instellingen in de culturele omgeving van de scholen worden betrokken bij de cultuurprogramma s van scholen. De meeste scholen werken met cultuurmenu s aangevuld met ad-hoc activiteiten. Van alle culturele activiteiten die plaatsvinden op de scholen betreft ruim een kwart activiteiten die de scholen zelf uitzoeken. Dit kan gaan om het bezoeken van de plaatselijke molen, een museum, een bibliotheek of een optreden van een (professionele of amateur) kunstenaar op school. Er bestaan verschillende belangrijke databanken voor scholen om zelf cultuureducatieve activiteiten te vinden, zoals bijvoorbeeld www.cultuuractief.nl. Ruim 10.000 kinderen uit de bovenbouw bezoeken jaarlijks één van de zes grote musea in Drenthe of één van de vier grote schouwburgen via het programma Culturele Mobiliteit. In dit project wordt het vervoer naar de musea en schouwburgen en het educatieve programma in de musea voor de scholen georganiseerd. Drenthe kent relatief veel brede scholen (in de gemeente Emmen staan maar liefst 20 brede scholen). Vanuit het brede school netwerk ontstaan mogelijkheden om, verspreid over de schoolse en buitenschoolse uren, aandacht te besteden aan actieve cultuurparticipatie en het 1 Binnenschoolse cultuureducatie gaat lokaal, Onderzoeksrapport van de Bestuurscommissie Onderzoek Cultuur, Welzijn en Zorg van de provincie Drenthe, januari 2010. 2 Podiumplan (alleen voorstellingen), Kunstmenu (alleen kunsten, zowel actief, passief als reflectief) of Cultuurmenu (alle domeinen zowel actief, passief als reflectief). 5

aanleren van kunstzinnige vaardigheden. In beperkte mate worden culturele dagarrangementen aangeboden met verbintenissen tussen het binnenschoolse- en het buitenschoolse programma. Gesprekken over het invoeren van een continurooster worden op relatief veel scholen gevoerd. Het is een ontwikkeling die ook kansen biedt voor de aansluiting van het cultuuronderwijs op het buitenschoolse cultuuraanbod. 80% van de scholen in Drenthe heeft een cultuurcoördinator aangesteld. Bijna de helft van deze cultuurcoördinatoren (40%) heeft de cursus Interne Cultuurcoördinator gevolgd of volgt deze cursus momenteel. De overgrote meerderheid van de cultuurcoördinatoren heeft voor de taak geen extra taakuren gekregen. Het provinciale netwerk ICC-ers komt jaarlijks twee keer bijeen. In negen van de twaalf Drentse gemeenten werken combinatiefunctionarissen cultuur met als taak om het binnenschoolse en buitenschoolse culturele aanbod beter op elkaar af te stemmen. Er zijn echter grote verschillen tussen de werkzaamheden van de combinatiefunctionarissen. Dit heeft te maken met: werkgeverschap (een kunstencentrum, de gemeente, Biblionet, K&C, Sport Drenthe), formatie (vergelijk: Emmen 3,0 fte en Westerveld 0,2 fte) coördinerend (bijvoorbeeld De Wolden) of uitvoerend (bijvoorbeeld Hiphoplessen in Hoogeveen). De noordelijke combinatiefunctionarissen cultuur komen jaarlijks bijeen. In acht Drentse gemeenten zijn of worden brede educatieve netwerken ontwikkeld, waarin culturele instellingen en scholen (directies en ICC-ers) met elkaar overleggen om vraag en cultuureducatief aanbod op elkaar af te stemmen. Vier gemeenten hebben op dit moment alleen een zogenoemd stuurgroepoverleg met de partners van het cultuurmenu of podiumplan. Drenthe kent een divers nascholingsaanbod voor leerkrachten aangeboden door gemeentelijke en provinciale cultuurinstellingen. Het betreft o.a. de opleiding ICC; nascholing op alle kunstdisciplines, erfgoed en media; thema-nascholingen (bijvoorbeeld rondom de Kinderboekenweek) en de scholing van leerkrachten als voorbereiding op kunstontmoetingen in de cultuurmenu s. In het schooljaar 2010-2011 is het aantal aanmeldingen voor de nascholing vanuit het primair onderwijs teruggelopen. Voor de culturele omgeving bestaan verschillende scholingen om educatieve producten te ontwikkelen voor het onderwijs. 6

Conclusie: Cultuureducatie is een belangrijk onderwerp in de cultuurnota s van de provincie Drenthe en de twaalf Drentse gemeenten. In Drenthe komen bijna alle kinderen in het basisonderwijs in aanraking met kunst en cultuur. Het merendeel van de Drentse scholen werkt met een menustructuur waarin kennismaking met alle kunstdisciplines, erfgoed en media georganiseerd wordt. Doorgaande leerlijnen cultuuronderwijs zijn eerder uitzondering dan regel. In alle Drentse gemeenten bestaan cultuureducatieve netwerken, waarin scholen en aanbieders van cultuureducatieve activiteiten elkaar ontmoeten. De samenwerking is aanbodgericht. In tien van de twaalf Drentse gemeenten werkt een combinatiefunctionaris cultuur aan de verbinding tussen het binnen- en buitenschools cultuuraanbod. De resultaten zijn nog minimaal vanwege beperkte middelen en formatie. Op minder dan de helft van de Drentse scholen is een gecertificeerde ICCer werkzaam. De provinciale en lokale cultuurinstellingen bieden veel mogelijkheden voor nascholing aan leerkrachten en ICC-ers met betrekking tot de invulling en verankering van cultuuronderwijs. De vraag naar nascholing cultuuronderwijs loopt terug. Drenthe is een plattelandsprovincie, waarin krimp van het aantal leerlingen de komende jaren sterk toeneemt. Relatief veel kleine scholen gaan op in bredeschool-netwerken. Dit biedt kansen voor binnenschoolse en buitenschoolse samenwerking. 7

4. De Drentse doelstellingen In deze subsidieaanvraag kiezen we voor het gebruiken van het begrip cultuuronderwijs in plaats van het begrip cultuureducatie. Daarmee willen de samenwerkende partijen uitdrukken dat cultuur een wezenlijk onderdeel van het onderwijscurriculum moet gaan uitmaken en niet (langer) gezien kan worden als een van het onderwijs losstaand educatief programma. 3 De Drentse doelstellingen: 1. Een belangrijke ontwikkeling op het gebied van cultuuronderwijs in Drenthe zal het centraal stellen van de vraag vanuit de scholen zijn. De in de vorige paragraaf beschreven ontwikkeling leert ons die vraag al wel voor een deel kennen. Het is duidelijk dat Drenthe al een eind op weg is, maar dat er ook nog veel werk verzet moet worden. Het aanbod van de culturele instellingen staat straks niet meer centraal; een cultuuromslag voor scholen, gemeenten en cultuurinstellingen. 2. Centraal in deze vraagontwikkeling staat het (door)ontwikkelen van doorgaande leerlijnen cultuuronderwijs met horizontale en verticale samenhang die en die doorloopt in het voortgezet onderwijs. 3. Deskundigheidsbevordering van leerkrachten en educatief medewerkers van de cultuurinstellingen is een belangrijke voorwaarde om de cultuuromslag mogelijk te maken en om de ontwikkeling ook na de subsidieperiode (2016) te borgen. 4. Een belangrijke randvoorwaarde aan deze ontwikkeling is het gebruik maken van de bestaande netwerken (per gemeente). Deze netwerken zullen de komende jaren hun activiteiten steeds (meer) moeten richten op het realiseren van cultuuronderwijs in het hart van de school. In het vervolg van deze paragraaf worden deze Drentse doelstellingen cultuuronderwijs verder uitgewerkt. Ad.1. Vraag vanuit de scholen centraal stellen Deze doelstelling is in het voorgaande uitgewerkt. De opzet van deze visienotitie voor wat betreft inhoud en vorm is helemaal gericht op het realiseren van deze doelstelling. Ad.2. Doorgaande leerlijnen In het Drentse primair onderwijs wordt nog weinig vanuit een doorgaande leerlijn cultuuronderwijs met horizontale en verticale samenhang gewerkt. In het voortgezet onderwijs is er wel sprake van een doorgaande leerlijn, uitgevoerd door vakdocenten, maar de samenhang met andere vakken ontbreekt. Bovendien is erfgoed meestal ondergebracht in het geschiedenisonderwijs. Uit onderzoek blijkt dat in Drenthe het aanbod cultuuronderwijs in 2012 uit een grote verscheidenheid aan activiteiten en aanbieders bestaat. Ook het niveau van het aanbod zelf kent veel variaties. Denk daarbij aan landelijk of lokaal aanbod, aan een professioneel- of amateurgezelschap, aan vakspecifieke methodes, en aan alle kunstdisciplines van muziek tot mediakunst in actieve en receptieve vorm. De samenhang van al dit aanbod wordt op dit moment niet door alle aanbieders voldoende benoemd en te weinig ervaren door het 3 Barend van Heusden, Cultuur in de Spiegel. Naar een doorlopende leerlijn cultuuronderwijs, 2010 8

onderwijs. Een onderliggende visie op de culturele ontwikkeling van het kind ontbreekt vaak binnen de scholen en wordt daardoor ook nog onvoldoende gekoppeld aan het gekozen cultuuronderwijs en culturele activiteiten. Doorgaande leerlijnen sluiten aan bij theorieën over hoe hersenen werken en meervoudige intelligentie. 4 Er is een verschil tussen het denken in de linker- en de rechterhersenhelft. De linker is beter in logisch denken, redeneren en analyseren; de rechter hersenhelft kan goed denken in beelden, werkt met intuïtie en esthetiek en heeft oog voor het geheel. Wanneer beide gecombineerd worden, leren kinderen beter en met meer plezier. Via kunstzinnige activiteiten combineer je beide hersenhelften en dat biedt een creatieve en krachtige manier om anders naar informatie te kijken, te leren structureren en ideeën op veelzijdige manieren uit te werken. Een doorgaande leerlijn cultuuronderwijs kent verticale én horizontale samenhang. 5 Voorbeelden zijn uitgewerkt in bijlage V en VI Verticale samenhang: aansluiten bij de ontwikkeling van het kind door integratie van cultuuronderwijs in de overige leergebieden van het onderwijs, binnen een leerjaar, de leerjaren daarvoor (beginnend bij groep 1) en de leerjaren daarna tot en met het voortgezet onderwijs. Het betreft zowel actief, receptief alsmede reflectief cultuuronderwijs. Aansluiting PO VO: Belangrijk aandachtspunt is de doorgaande leerlijn voor wat betreft de aansluiting primair onderwijs met voortgezet onderwijs, van ZMLK tot gymnasium. Alle aspecten van cultuuronderwijs - theater, dans, muziek, beeldend audiovisueel, alle cultureel erfgoed aspecten: de (moeder) taal, archief, musea, landschap, monumenten kunnen ook hier aan bod komen. Horizontale samenhang binnen de school: aansluiting bij de context (cultuur) van het kind en het programma voor de andere kernvakken binnen een leerjaar. Horizontale samenhang binnensschools en buitenschools (brede school, continurooster) en de vrije tijd. We gaan uit van educatie in de volle breedte: cultuuronderwijs, waarbij het doel is een zo hoog mogelijke cultuurparticipatie is. Het cultuuronderwijs op school wordt idealiter (NB: 40 % van de Drentse basisscholen kennen een gecertificeerde ICCer/Co-expert 6 ) gecoördineerd door de ICC-er/cultuurcoördinator. Omdat er verschillende functionarissen in Drenthe werkzaam als Cultuureducatie experts spreken we vanaf hier over ICC-ers/C0-experts. De ICC-er/Co-expert weet wat er per groep aan cultuuronderwijs wordt gedaan om invulling te geven aan de kerndoelen kunstzinnige oriëntatie. Hier hoort het aanbod dat de school zelf kan verzorgen bij (inzet eigen docenten en ouders) én het aanbod dat extern wordt ingehuurd (via cultuurmenu s, kunstencentra, schouwburgen, bibliotheken, etc.). 4 Alexandra van der Hilst, Voorbij de kaders, verwondering over onze leerkracht, bewondering voor onze leer kracht 5 Corinne van Beilen e.a. Boven op de toren, beleidsplan voor een raamwerk doorgaande leerlijnen cultuuronderwijs. K&C december 2012 6 Omdat er verschillende benamingen voor Cultuureducatiedeskundigen bestaan in Drenthe, wordt vanaf hier in de tekst verwezen naar ICC-ers/Cultuuronderwijs-experts 9

De school heeft een duidelijke visie op deze invulling, heeft doelen geformuleerd en weet wat de eigen capaciteit is (eigen leerkrachten/ ouders). Dit profiel wordt één keer in de vier jaar herzien in een nieuw schoolplan en met nieuwe leerkrachten/ouders. De culturele omgeving van de school bepaalt voor een deel de inhoud van het cultuuronderwijs op school. Daarvoor is samenwerking tussen de scholen (leerkrachten) en culturele aanbieders en instellingen (kunstencentra, bibliotheken), erfgoedspecialisten, plaatselijke kunstenaars en welzijn onontbeerlijk. Door samen op te trekken en synergie na te streven wordt optimaal rendement bereikt. Op deze wijze komt de culturele omgeving de school in en komen de leerlingen in contact met hun directe culturele omgeving. In deze samenwerking kan de combinatiefunctionaris 7 een belangrijke rol spelen: (1) de school adviseren wat extern kan worden ingehuurd en (2) de culturele omgeving adviseren wat aansluitend kan worden aangeboden aan kinderen (in korte kennismakingen in de buitenschoolse opvang/ brede school of in buitenschoolse lessen/ cursussen/ lidmaatschappen). Op deze wijze wordt afstemming gecreëerd tussen wat binnenschools en buitenschools wordt aangeboden. Het uiteindelijke doel zou moeten zijn dat op alle basisscholen cultuureducatie geïntegreerd is in het onderwijspakket. Doormiddel van de doorgaande leerlijnen die de kerndoelen van het onderwijs helpen bereiken en zich uitstrekken over binnenschools, buitenschools en vrije tijd. Een vanzelfsprekende nauwe samenwerking tussen de school (leerkrachten), kunstdocenten en diverse culturele aanbieders en instellingen is in de gewenste situatie gerealiseerd. De samenwerking tussen binnen- en buitenschools is ook heel goed thematisch te organiseren. Bijvoorbeeld een project over landen: cultuuronderwijs (eten, tradities, kunst, geloof, omgangsvormen, geschiedenis), taalonderwijs (wat spreekt men, boeken) rekenonderwijs (munten, economische samenwerking) natuuronderwijs (waar ligt het land, hoe ziet de natuur eruit, de mensen) bewegingsonderwijs (gezondheid) Het laatste argument om tot een goede afstemming tussen binnenschools en buitenschools cultuuraanbod te komen heeft te maken met talentontwikkeling. Een kind dat bijvoorbeeld een groot talent heeft voor taal of muziek zou op school extra aanbod op deze gebieden moeten krijgen zodat het talent kan worden aangesproken (extra boekjes om te lezen of een computerprogramma waarin hijzelf muziek kan componeren). Het stimuleren van kunstzinnige talenten kan natuurlijk ook door talentvolle leerlingen een podium te bieden bij presentaties of mee te laten doen aan prijsvragen. De uiteindelijke talentontwikkeling reikt te ver voor het reguliere basisonderwijs, maar de doorgaande leerlijn die via CemK wordt geboden geeft wel een goede basis. Leerkrachten hebben hierbij de taak om ouders te informeren over mogelijkheden om het talent verder in de vrije tijd te ontwikkelen. Naast de doorgaande leerlijn cultuuronderwijs sluit het verder ontwikkelen van doorgaande leerlijnen binnenschools <-> buitenschools ook goed aan bij de Drentse ontwikkelingen van brede scholen en scholen met continuroosters. Voorbeelden zijn het vraaggericht ontwikkelen van culturele dagarrangementen waarin een relatie wordt gelegd tussen het binnensschoolse 7 In veel gemeenten is er geen (of onvoldoende fte) combinatiefunctionaris. 10

cultuuronderwijs en het culturele aanbod van de buitenschoolse opvang. Veel scholen zien het als hun taak om (culturele) talenten van kinderen te ontdekken, herkennen en stimuleren. Talenten zijn mogelijkheden, die kinderen hebben om zich in een samenleving te kunnen ontwikkelen en zich als individu te onderscheiden in bijvoorbeeld muzikaliteit, techniek, sportieve of beeldende vermogens 8. Verschillende scholen in Drenthe kiezen nu al bewust voor opbrengstgericht werken vanuit talenten. Deze werkwijze is gebaseerd op de theorieën over Meervoudige Intelligentie. 9 Talenten herkennen en aanspreken is een taak van het onderwijs, maar talentontwikkeling reikt uiteindelijk te ver voor het reguliere basisonderwijs. Hier ligt juist de taak van bijvoorbeeld de combinatiefunctionaris cultuur om de koppeling naar het vrije tijdsaanbod te maken. 10 Ad.3. Deskundigheidsbevordering De Drentse scholen hebben over het algemeen nog onvoldoende expertise in het zelfstandig opzetten van een doorgaande leerlijn cultuuronderwijs. Om het doel te bereiken dat scholen zelf de regie gaan voeren over de invulling van het cultuuronderwijs, moeten scholen investeren in hun visie op het vakgebied en de deskundigheid van hun leraren. Op die manier kunnen zij een gelijkwaardiger samenwerking aangaan met culturele instellingen. Het startpunt van de kwaliteitsverbetering is daarom de school waarbij de hoofdrol uitgaat naar de leerkrachten, ICC-ers/Co-experts en schoolleiders. Geïnvesteerd moet worden in: - het opleiden van ICC-ers/Co-experts (op 60 % van de scholen werkt geen gecertificeerde ICC-er) - het bijscholen van ICC-ers/Co-experts tot cultuurexperts plus 11 - nascholing voor leerkrachten in alle kunstdisciplines, erfgoed en media van doorgaande leerlijnen - nascholing combinatiefunctionarissen in doorgaande leerlijnen - scholing doorgaande leerlijnen, organisatie en financiën voor schoolleiders Een belangrijke bijrol in de kwaliteitsverbetering is weggelegd voor de PABO s in Drenthe. Cultuuronderwijs wordt op de Drentse PABO s als minor gegeven en zit niet in het basiscurriculum. Het streven is dat dit over vier jaar wel het geval is. Deskundigheidsbevordering van medewerkers van culturele instellingen en kunstenaars is vanwege twee redenen belangrijk. Ten eerste zijn culturele instellingen in Drenthe gewend om vanuit aanbod te denken, terwijl zij in de nieuwe situatie veel meer maatwerk moeten gaan leveren vanuit de vraag van scholen. Ten tweede zullen er meer vragen vanuit het onderwijs komen naar kunstvakdocenten met didactische vaardigheden. De Drentse kunstencentra en het provinciale expertisecentrum(ico, CQ, Scala en K&C) zijn druk bezig met deskundigheidsbevordering. De afgelopen jaren leveren zij steeds meer maatwerk. Scholen zijn vaak nog niet gewend hun vraag adequaat te formuleren. ICC-ers/Coexperts zullen op-/begeleid moeten worden deze vragen te signaleren en formuleren. 21 ste eeuwse vaardigheden Cultuuronderwijs levert een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van vaardigheden die onze kinderen nu en in toenemende mate in de toekomst nodig hebben. 21 st eeuwse vaardigheden gaan niet alleen over ICT-vaardigheden en mediawijsheid. Ze gaan over een nieuwe manier van leren, leven en werken. Voorbeelden hiervan zijn creativiteit, innovatie, 8 Beilen, C. van, ibidem 9 Howard Gardner: Meervoudige Intelligentie 10 Voorbeelden van best-practices in Drenthe: zie bijlage V 11 Zie advies van de Onderwijsraad en de Raad voor Cultuur Cultuureducatie: leren, creëren, inspireren!, juli 2012 11

kritisch denken, problemen oplossen, communicatie, samenwerking, aanpassingsvermogen, leiderschap, productiviteit, sociale vaardigheden en nog veel meer competenties. Veel van deze competenties komen nu niet altijd expliciet terug in de kern- en lesdoelen van het huidige (basis-)onderwijs. Samenwerking met Stenden Hogeschool en andere hogescholen in Noord-Nederland De vijf PABO s van de Stenden hogeschool met vestigingen in Assen, Emmen, Groningen, Leeuwarden en Meppel, zitten midden in een curriculum vernieuwingsproces. In het nieuwe curriculum krijgt cultuureducatie een duidelijke plaats; studenten worden opgeleid om bewust te werken aan hun persoonlijke cultuurprofiel en competenties te ontwikkelen om cultuureducatie in het primair onderwijs te verzorgen. De pabo te Meppel, heeft als specifiek profiel gekozen voor cultuureducatie. Deze opleiding heeft een cultuurwerkplaats waar de behoefte van het werkveld wordt geïnventariseerd en de door studenten ontwikkelde producten met het werkveld worden gedeeld. De Stenden Academie verkent de mogelijkheid om eventueel samen met andere PABO s in de drie noordelijke provincies een nascholingsaanbod te ontwikkelen. Overleg heeft ook plaatsgevonden met de subsidieaanvragers in de provincies Groningen en Friesland. De volgende conclusie over samenwerkingsmogelijk- heden bij het uitvoeren van het plan zijn getrokken: Er zijn drie niveau s waarop de drie noordelijke provincies samen kunnen optrekken als het gaat om evaluatie, monitoren, valorisatie, structurering in de cultuureducatie. 1. Met de RUG binnen het kader van het project Cultuur in de Spiegel verder werken aan een steviger theoretisch fundament ten gunste van structuur in het curriculum. Dit overigens steeds gekoppeld aan concrete (leer) projecten op scholen. 2. Met de NHL/Hanzehogeschool Masteropleiding Cultuureducatie het instrumentarium ontwikkelen voor valorisatie: worden doelstellingen bereikt, hoe meet je het effect op leerlingen, hoe worden ervaringen aan anderen overdragen? 3. Met de PABO's van Hanzehogeschool, NHL en Stenden verder ontwikkelen van curricula en einddoelen, maar ook: het versterken van de cultuureducatieve opleiding van toekomstige docenten. Ad.4. Doorontwikkelen bestaande netwerken; vrijheid in gebondenheid 12 Aansluiten bij bestaande netwerken, structuren en initiatieven, hoe verschillend soms ook, is uitgangspunt voor deze subsidieaanvraag. Belangrijk is dat ze allemaal toewerken naar de in deze subsidieaanvraag geformuleerde doelstellingen. De vrijheid om verschillende wegen te gebruiken om eenzelfde doel te bereiken, schept de mogelijkheid van elkaar te leren. De Drentse gemeenten hebben aangegeven dat ze willen voortbouwen op hetgeen al bereikt is. Gemeenten hebben de verantwoordelijkheid om deelname aan kunst en cultuur voor alle burgers mogelijk te maken. De eigen beleidsruimte is daarin groot. De gemeenten bepalen zelf hoe groot de ambitie op cultureel gebied is. Op het gebied van cultuureducatie hebben gemeenten de taak om de culturele infrastructuur van de gemeente te ondersteunen. Elke gemeente doet dit op eigen wijze. Kleine gemeenten hebben vaak geen voorzieningen, maar organiseren lokaal aanbod in samenwerking met cultuurcoaches, regionale culturele instellingen en andere gemeenten. In middelgrote gemeenten is er veelal 12 Bron: cultuurnetwerk.nl 12

een centrum voor de kunsten met een breed lesaanbod, faciliteiten en naschoolse basiscursussen en er wordt voor het binnensschoolse aanbod veelal samen gewerkt met de provinciale instelling voor kunst en cultuur. In grote gemeenten wordt het aanbod vaak verzorgd vanuit een groot centrum voor de kunsten dat ook aanvullende voorzieningen en naschoolse cursussen biedt. In deze gemeenten zijn bovendien veel andere cultuureducatieaanbieders die educatieve activiteiten organiseren, zowel binnensschools als buitenschools. De lokale gemeentelijke netwerken in Drenthe verschillen dan ook per gemeente. Er zijn gemeenten waar het netwerk ontwikkeld is door een culturele instelling. Er zijn gemeenten waar onafhankelijke cultuurcoaches als spinnen in het web fungeren en netwerken die zijn ontstaan vanuit het onderwijs. We gaan gebruik maken van deze netwerken en leren van elkaars ervaringen. In het verleden zochten de culturele instellingen de samenwerking onderling niet op maar namen rechtstreeks contact op met de scholen. Resultaat hiervan was postvakken en mappen vol met folders en scholen die door de bomen het bos niet meer zagen. Dit kwam de kwaliteit van het cultuuronderwijs niet ten goede en leverde vaak een aanbodgericht resultaat op. Met de (door)ontwikkeling van de verschillende netwerken ontstaat er een klimaat waarbij samenwerking tussen culturele aanbieders onderling ontstaat als samenwerking tussen de culturele instellingen en de scholen. Het aanbod komt samen in de netwerken en de scholen krijgen overzicht in de vele mogelijkheden. Ook wordt de aandacht van de scholen verplaatst van aanbodgericht naar vraaggericht. In de lokale gemeentelijke netwerken wordt expliciet aandacht besteed aan deskundigheidsbevordering van de ICC-ers/Co-experts. We willen inzetten op de kruisbestuiving zowel binnen als tussen de lokale netwerken in Drenthe. Leren van en met elkaar. 13

5. Organisatie, financiën en monitoren en evalueren CemK Organisatie Uitgangspunt voor het organiseren van de uitvoering van de regeling CemK zijn de voorwaarden die door het ministerie van OC&W aan de subsidieaanvraag zijn gesteld en de opdrachten die de provincie Drenthe, de Vereniging voor Drentse Gemeenten en de gemeente Emmen hebben gegeven. In de Deelregeling Cultuureducatie met Kwaliteit in het primair onderwijs van het Fonds voor Cultuurparticipatie 2013 2016, 1 augustus 2012 wordt in artikel 3.1 gesteld dat de aanvraag kan worden gedaan door een instelling met rechtspersoonlijkheid zonder winstoogmerk en met een culturele doelstelling. De Drentse overheden hebben de Drentse culturele instellingen CQ Emmen Coevorden, ICO Assen, K&C en Scala Hoogeveen en Meppel gevraagd de subsidieaanvraag en uitvoering CemK vanuit één gezamenlijk op te richten stichting zonder winstoogmerk en met een culturele doelstelling te organiseren. Deze stichting Compenta is inmiddels (28 november 2012) opgericht. De Stuurgroep CemK zoals die tot op heden functioneert wordt uiterlijk op het moment dat de subsidie wordt toegekend, voorjaar 2013, in gezamenlijk overleg tussen het bestuur van de stichting Compenta en de stuurgroepleden omgevormd tot een adviesgroep CemK, die gevraagd en ongevraagd de stichting Compenta adviseert. De bemensing van deze adviesgroep wordt vastgesteld door de leden van de stuurgroep CemK. De stichting Compenta maakt formeel geen deel uit van de adviesgroep CemK, maar is bij de vergaderingen aanwezig om de plannen van de scholen waarover geadviseerd moet worden en andere agendapunten in te brengen. De hoofdlijnen van de procedure is als volgt: - De subsidiemiddelen van het rijk, de provincie Drenthe en de gemeente Emmen gaan rechtstreeks naar de stichting Compenta. - De 12 gemeenten houden zelf het beheer over de eigen in te zetten middelen. Met lopende contracten wordt rekening gehouden. Wel dient een ontwikkeling richting uitgangspunten visienotitie/format CemK worden ingezet. - Op basis van ingediende en getoetste plannen CemK per schoolorganisatie verstrekt de stichting Compenta volgens de overeengekomen verdeelsleutel zie verderop in deze paragraaf - de gelden aan de scholen. Daarbij wordt rekening gehouden met het verdelen van niet direct ingezette middelen en met de scholen die later met het subsidietraject CemK starten. Daartoe zal in de uitvoeringsfase voorjaar 2013 een reglement worden opgesteld. - Permanent monitoren en minimaal tweejaarlijks evalueren en jaarlijks verantwoorden: o De stichting Compenta is verplicht tot het minimaal iedere twee jaar laten evalueren van de resultaten aan de hand van de subsidievoorwaarden en de in de visienotitie/format aangegeven criteria. Indien er zich bijzondere omstandigheden voordoen kan in overleg met de adviesgroep vaker geëvalueerd worden. o De stichting Compenta is verplicht gedurende de gehele subsidieperiode (2013 2016) de uitvoering te monitoren op de subsidievoorwaarden en de in de visienotitie/format genoemde criteria. 14

o De stichting Compenta is verplicht zich jaarlijks over het totaal van de activiteiten en uitgaven te verantwoorden bij het Fonds Cultuurparticipatie: Na het eerste jaar een tussenrapportage en na twee jaar een eerste concluderende rapportage. De rapportages gaan ter informatie naar alle betrokken partijen. - Er wordt door de stuurgroep CemK een reglement gemaakt, waarin afspraken over de relatie tussen de behandeling van de aanvragen vanuit de schoolorganisaties door de stichting Compenta en de adviezen hierover door de adviesgroep staan vermeld. Bijvoorbeeld over wat te doen bij onoverbrugbare verschillen van mening, zoals bijvoorbeeld het instellen van een geschillencommissie. Financiën Het bedrag van 10,90 per leerling onderdeel van de prestatiebox gelden -voor cultuureducatie blijft ook beschikbaar voor alle scholen, ongeacht hun deelname aan het subsidietraject CemK. Indien de subsidieaanvraag CemK wordt gehonoreerd is voor de komende vier schooljaren extra beschikbaar: 2013/2014 2014/2015 2015/2016 2019/2017 Emmen: 59.871 59.871 59.871 59.871 Provincie: 240.013 240.013 240.013 240.013 Rijk: 269.883 269.883 269.883 269.883 Totaal 569.767 569.767 569.767 569.767 NB> De 12 Drentse gemeenten hebben aangegeven te willen cofinancieren. Met gemaakte afspraken/contracten wordt daarbij rekening gehouden. Zoveel als mogelijk zal gepoogd worden deze bijdrage in te zetten ten behoeve van het realiseren van de doelstellingen uit het visiedocument CemK. De middelen Rijk, Provincie en Emmen worden verdeeld in vijf categorieën en voor de verdeling zijn de volgende verdeelpercentages, dus het totaalbedrag per categorie en in een bedrag per leerling (uitgaande van een totaal van 45.000 ll.) vastgesteld: % bedrag totaal bedrag per ll. a. Inkoop cultuureducatie 65% 350.848 7,80 b. Productontwikkeling 10% 53.978 1,20 c. Deskundigheidsbevordering 15% 80.965 1,80 d. Organisatie 7% 37.784 e. Monitoren en evaluatie 3% 16.193 De categorieën a. Inkoop cultuureducatie en c. deskundigheidsbevordering gaan op basis van aangevraagde en getoetste plannen (format beschikbaar) direct naar de scholen. De categorieën b (productontwikkeling), d. (organisatie) en e. (monitoren en evaluatie) komen in één pot die door de stichting Compenta beheerd wordt en ingezet wordt conform de doelstellingen uit de visienotitie CemK. Waarbij voor het besteden van de gelden categorie b. (productontwikkeling) een aparte procedure geldt die verderop wordt beschreven. 15

De stichting Compenta legt volgens haar statuten jaarlijks formeel verantwoording af over activiteiten en financiën aan het fonds cultuurparticipatie en de meefinancierende overheden; de provincie Drenthe en de gemeente Emmen. Deze verantwoording wordt tevens ter informatie voorgelegd aan de adviesgroep CemK. NB> De verantwoording voor het gebruik van de gemeentelijke bijdragen (het te matchen bedrag) is een zaak tussen de scholen en de betrokken gemeente. Deze verantwoording wordt ter informatie verstrekt aan de stichting Compenta en de adviesgroep CemK. Indienen plan CemK. Betreft a. inkoop cultuureducatie en c. desk. bevordering Aan deze visienotitie is een format (paragraaf 6.) toegevoegd dat de schoolorganisaties kunnen gebruiken bij het doen van de subsidieaanvraag. Via dit format kan de school zowel een plan indienen om, voor de onder a. cultuureducatie inkoop als de onder c. deskundigheidsbevordering subsidie aanvragen. De in te dienen plannen moeten aan een aantal voorwaarden voldoen: - Bovenschoolse organisaties en of andere vormen van samenwerking tussen scholen dienen bij voorkeur gezamenlijk plannen in, op voorwaarde dat uiteindelijk per individuele school de plannen en uitwerking zichtbaar zal zijn in het schoolleerplan (de subsidie wordt namelijk per deelnemende leerling verdeeld). - De scholen kunnen in het voorjaar van 2013 een plan indienen dat in ieder geval de schooljaren 2013 2014 en 2014-2015 omvat. - Procedure indienen: o De school of de bovenschoolse organisatie dient een plan in bij de stichting Compenta. o Plannen waarbij een beroep gedaan wordt op de inzet van gemeentelijke middelen worden, voor indienen bij de stichting Compenta, met de desbetreffende gemeente vastgelegd. Over de inzet van deze gelden hebben de stichting Compenta en de adviesgroep CemK geen enkele zeggenschap. o De stichting Compenta toetst de ingediende plannen. Er zijn drie, door de stichting Compenta aan de hand van de uitgangspunten en visienotitie, beargumenteerde mogelijkheden: a. Voldoet zonder discussie b. twijfel c. Voldoet niet o Over mogelijkheid b. twijfel gaat de stichting Compenta in overleg met de desbetreffende school. Plan gaat dan naar mogelijkheid a. of c. Er kan altijd een aantal plannen met twijfel overblijven. o De plannen a. b. en c. gaan dan met de indelingsargumenten naar de adviesgroep CemK. De adviesgroep bepaalt hoe zij de uitkomsten wil toetsen: Steekproef?, bijzondere omstandigheden in acht nemen? Enz. NB> Het bestuur van de stichting Compenta en de stuurgroep CemK stellen in januari 2013 over het bovenstaande een reglement vast. Daarin wordt ook opgenomen: hoe vaak bij elkaar komen, samenstelling adviesgroep, toetsingsprocedure en tijdpad toetsingsprocedure, hoe te handelen bij onoverbrugbare verschillen, enz. Indienen plan ten behoeve van b. productontwikkeling Het format biedt de scholen ook de mogelijkheid en de handvatten één maal per jaar een beroep te doen op de pot productontwikkeling 1,20 per leerling. Een individuele schoolorganisatie of meerdere schoolorganisaties samen kunnen (samen met een culturele instelling) een verzoek indienen een nieuw product te ontwikkelen dat aansluit bij de 16

uitgangspunten uit de visienotitie CemK. Voor het beoordelen van de aanvraag geldt dezelfde procedure als bij de aanvragen voor de categorieën a. en c. Monitoren en evalueren Het monitoren en evalueren is een taak van de stichting Compenta. De ingediende plannen en de te verstrekken subsidiegelden worden vastgesteld voor een periode van twee jaar, met een perspectief voor de jaren daarna. De volgende procedure geldt: - De stichting Compenta bewaakt aan de hand van de uitgangspunten uit de visienotitie en de criteria uit het format, voortdurend de ontwikkelingen en resultaten gedurende de subsidieperiode 2013-2016. - De stichting Compenta rapporteert jaarlijks (mei) over deze ontwikkelingen en resultaten aan de adviesgroep CemK en tweejaarlijks wordt er een evaluatie door een onafhankelijk bureau uitgevoerd. - Iedere twee jaar geeft de stichting Compenta een onafhankelijk bureau de opdracht op de ijk momenten een evaluatierapport uit te brengen. Deze ijk momenten zijn: o Voorjaar 2015, zodat aanpassingen voor het volgend schooljaar nog mogelijk zijn o Voorjaar 2017 - Voor wat betreft het volgen van de individuele ontwikkelingen van de leerling willen we aansluiten bij de middelen die daartoe al op de scholen aanwezig zijn (leerling dossier en inspectie). Het is van belang in de loop van 2013 de onderwijsinspectie bij dit proces te betrekken en de uitvoering van het monitoren en evalueren met hen af te stemmen. - Indien noodzakelijk geacht kan een tussenevaluatie in het voorjaar van 2016 worden ingelast. 17

6. Subsidie CemK aanvragen: scenario s en format In deze paragraag wordt een format beschreven dat de Drentse basisscholen kunnen hanteren bij het aanvragen van subsidie Cultuureducatie met kwaliteit 2013-2016 bij de stichting Compenta (zie de procedure in paragraaf5). De subsidie van maximaal 9,60 per leerling per jaar stimuleert het cultuuronderwijs. Er moet sprake zijn van een ontwikkeling van het cultuuronderwijs in de school, bij voorkeur in doorgaande leerlijnen in samenwerking met de lokale culturele omgeving en van aanbod- naar vraaggericht werken. Het idee is dat u, door het format in te vullen, aangeeft hoe u in de komende jaren gaat werken aan de ontwikkeling van uw cultuuronderwijs. De extra gelden kunt u gebruiken voor:activiteiten (culturele activiteiten, productontwikkeling en materialen)deskundigheidsbevordering van uw eigen team of teamleden en/of directiede Drentse stuurgroep Cultuuronderwijs met Kwaliteit heeft vier scenario s 13 benoemd, die beschrijven hoe het cultuuronderwijs op basisscholen wordt georganiseerd en uitgevoerd. De scenario s zijn een eenvoudige weergave van de complexe werkelijkheid van de positie van cultuuronderwijs binnen basisscholen. De indeling illustreert dat scholen op diverse manieren omgaan met cultuuronderwijs. Ongeacht van het scenario waarin een school zich bevindt, zijn er mogelijkheden om cultuuronderwijs steviger onderdeel te maken van het curriculum en gebruik te maken van (elementen van) het raamwerk voor een doorgaande leerlijn. De scenario s zijn beschreven op basis van indicatoren. Geen scenario zal exact passen op de situatie van de 375 verschillende basisscholen in Drenthe. Op basis van de ene indicator hoort uw school thuis in scenario 3 ( u heeft een eigen visie op cultuuronderwijs en heeft dit vastgelegd in een beleidsstuk ) op basis van de andere indicator misschien in scenario 1 ( u heeft bijvoorbeeld geen geschoolde ICC er 14 in uw team ). Dit geeft alleen maar aan dat u op bepaalde niveaus nog moet investeren. Daarom heeft de stuurgroep gekozen voor een format dat uw gewenst ontwikkeling in de komende drie jaar illustreert. Op verzoek van de scholen is het format eenvoudig in te vullen. U kiest één van de vier onderstaande scenario s die uw huidige situatie het beste omschrijft. Vervolgens kiest u het scenario waar u wilt uitkomen. Dat ambitieniveau is leidend voor uw aanvraag voor extra middelen vanuit de regeling Cultuureducatie met kwaliteit. Is uw ambitie scenario 3 dan vult u alleen dit blad in, idem voor scenario 2 of 4. U kunt een scenario kiezen waarin u zich nu bevindt, maar waarin u nog niet optimaal functioneert. In dat geval moet u aangeven hoe u in de komende jaren wilt groeien binnen deze ambitie. Uw ambitie moet minimaal 2, 3 of 4 zijn (zie vervolgbladen). U vult vervolgens alleen het vervolgblad in dat overeenkomt met uw ambitie. Het kan natuurlijk zijn dat uw ambitie eerst 2 is, maar over twee jaar gaat het misschien zo goed dat u wel naar 3 wilt gaan. Daarom geven we u de kans om uw plannen in 2014 (halverwege de periode) te herzien. U mag dus ook in de formulieren alleen de eerste kolom (2013-2014) invullen en pas over ca. één jaar de laatste twee jaren. In dat geval laat u de laatste twee kolommen open. De Drentse stuurgroep Cultuuronderwijs met Kwaliteit adviseert u: Bepaal wat u nu aan cultuureducatie doet. Kies daarna een gewenst scenario, plaats cultuureducatie in een interne 13 Beilen, van C. e.a. Bovenop de Toren, Beleidsplan voor een doorgaande leerlijn cultuuronderwijs, K&C p. 26 14 De functie ICC er betekent Intern Cultuur Coördinator. Er zijn scholen die deze functie anders benoemen. Het gaat om een deskundige die extra scholing heeft gehad op het opstellen en uitvoeren van cultuurbeleid binnen de school. 18

samenhang en maak uw beleid haalbaar en uitvoerbaar door in een scholennetwerk te opereren. En bovenal: vertrouw op de vakbekwaamheid van het team en de band tussen uw leerkrachten en de kinderen. Scenario 1 Komen & gaan De school kiest uit een divers aanbod van verschillende cultuurinstellingen. Projecten zijn kortdurend, wisselen elkaar steeds af. De school heeft geen eigen visie op cultuuronderwijs, maar biedt wel verschillende culturele activiteiten aan. Er is geen opgeleide ICC-er met voldoende taakuren en budget. In scenario 1 staat het aanbod centraal. Voordeel: enthousiasme en activiteit. Nadeel: weinig samenhang, ad-hoc, activiteiten beklijven niet. Scenario 2 Vragen & aanbieden De school bepaalt zijn vraag vanuit zijn eigen visie op cultuuronderwijs en legt die voor aan de cultuurinstellingen, die op basis daarvan hun aanbod ontwikkelen. De school biedt structureel verschillende culturele activiteiten aan, vaak in vorm van een menu. Er is een opgeleide ICC-er werkzaam in het team met voldoende taakuren en geoormerkt budget. In scenario 2 staat de vraag centraal. Voordeel: school ontwikkelt vanuit eigen visie het cultuuronderwijs. Nadeel: continuïteit is afhankelijk van extra budget en er is geen samenhang tussen het culturele aanbod en het overige onderwijs. 19

Scenario 3 Leren & regisseren De school beoogt vanuit het vastgelegde cultuurbeleid in samenwerking en nauwe afstemming met haar directe (culturele) omgeving een rijke culturele ontwikkeling van haar kinderen. De ICC-er speelt een centrale rol bij de vormgeving van het cultuuronderwijs van de school. Onder regie van de school wordt het cultuuraanbod samengesteld, rekening houdend met de expertise van het eigen team en de omgeving. Culturele activiteiten worden gekozen vanuit de mogelijkheden die ze bieden om een verticale leerlijn te realiseren vanaf groep 1 tot en met groep 8. In scenario 3 staat samenwerking centraal. Voordeel: rijke realistische leeromgeving, eendrachtige samenwerking met andere organisaties. Nadeel: verdeling verantwoordelijkheden is onduidelijk, doet een zwaar beroep op organisatorische en sociale vermogens van de betrokken partijen. Scenario 4 Eigenaarschap & integratie De school geeft cultuuronderwijs vanuit een doorgaande leerlijn met verticale samenhang (cumulatieve kennis en vaardigheden) en horizontale samenhang (met aan de ene kant het cultureel zelfbewustzijn van het kind en aan de andere kant de relatie met de overige vakken in het onderwijs). De school voert haar eigen cultuuronderwijs uit en gebruikt aanbod van culturele instellingen om eigen doelen te bereiken. Cultuuronderwijs wordt ingezet om de zogenaamde soft skills 15 te bevorderen. In scenario 4 staat het curriculum centraal. Voordeel: eigenaarschap cultuuronderwijs ligt bij alle leerkrachten, cultuuronderwijs is geïntegreerd in het schoolplan, culturele infrastructuur staat in dienst van de school. Nadeel: doet voordurend beroep op innovatieve en organisatorische vermogens van het schoolteam. 15 Soft skills of 21st century skills : generieke vaardigheden zoals samenwerking, communicatie, creativiteit, kritisch denken, probleemoplossende, sociale, culturele en ICT vaardigheden 20