Organisatieonderdeel Programma Personele Reorganisatie Contactpersoon W.J. van Vemde Functie Programmadirecteur Bezoekadres Nieuwe Uitleg 1 2514 BP Den Haag CGOP GOP 16 maart 2016 CGOP ink 1340c v1.3 Telefoon 06 51 30 22 19 E-mail Wim.van.vemde@politie.nl Internet www.politie.nl Ons kenmerk KNP Uw kenmerk Datum 27 mei 2015 definitief Blad 1 Afspraken uitvoering reorganisatie Politiewet 2012 Het moederdocument met bijlagen waarin de (rechtspositionele) afspraken zijn opgenomen. Afspraken gemaakt door: Korpschef Politie Minister van Veiligheid en Justitie Vakorganisaties COR Datum: In het GOP van 4 juni 2015 is vastgesteld (CGOP vsl 110) dat dit document, inclusief de bijlagen, de (uitvoerings)afspraken omvat die gemaakt zijn voor de reorganisatie Politiewet 2012. Dit document kan nog worden aangevuld met eventuele (latere) afspraken die in voorkomende gevallen eveneens zullen worden vastgesteld door het GOP.
Blad 2/8 Voorblad Documentgegevens Auteur(s) Y.A. Hoekstra Titel Moederdocument rechtspositionele afspraken reorganisatie Politiewet 2012 Versie 1.3 Documentnaam definitief Datum 26 mei 2015 Mutaties Versie Datum wijziging 1.0 09 april 2015 1.1 1 mei 2015 Reorganisatieplan, advies COR en HNW toegevoegd (bijlage 13 en met 16a. 1.2 29 juni 2015 Kader keuze vervoermiddel, tijdelijk vacaturekader en gedetacheerden toegevoegd (bijlage 17,18 en 19) 1.3 16 maart 2016 Verlengen termijn zienswijze en kader geschiktheidsgesprekk (bijlage 20 en 21) Besluitvorming/Vaststelling Versie Datum Naam 1.0 1.1 1.2 29 juni 2015 4 PO 1.3 16 maart 2016 Vaststelling na schriftelijke consultatie leden CGOP 2
Blad 3/8 Inhoudsopgave 1. Doel er bereik van dit document 4 2. Bijlagen: 1. Hoofdlijnenakkoord 2. Voorfasebeleid 5 3. Deelreorganisatieplan selectiefuncties nationale politie. 3a. Werving en selectiebeleid leidinggevenden 4. Behoud aanspraak OVW periodieken selectie leidinggevenden 5. Functievergelijking, werkwijze van werk naar team 5a. Definitie Taakgebied en Team 5a.1 Apart taakgebied voor planners bij Landelijke Eenheid 5b. Maatwerk in verband met werkterreinen en aandachtsgebieden. 6 5c. Ontvlechting bovenregionale recherche 5d. Persoonsgebonden formatie bij NOS en bij functies voor rijvaardigheidsbegeleiding. 6. Opdracht aan de Commissie Functievergelijking 7. Werkwijze Commissie Functievergelijking 8. Besluit tot aanwijzing sleutelfuncties 9. Keuze voor functievolgers naar functie met een lagere functieschaal 10. Werving en selectie wijkagenten en advies van de COR 11. Besluit instelling plaatsingsadviescommissie. 7 12. Opdracht aan de plaatsingsadviescommissie 13. Reorganisatieplan 14. Advies COR op reorganisatieplan 15. Besluit korpschef na advies COR reorganisatieplan 16. Startnota Het nieuwe werken (HNW) 16a.Behandelen verzoeken telewerken en HNW 17. Toetsingskader keuze vervoermiddel in verband met reistijd 18. Besluit openstellen noodzakelijke vacatures 19. Gedetacheerden 20. Kader geschiktheidsgesprekken 21. Verlengen termijn zienswijze 3
Blad 4/8 1. Doel en bereik van dit document De reorganisatie Politiewet 2012 is de reorganisatie genoemd in artikel 55ia, eerste lid van het Barp, die wordt uitgevoerd in verband met de totstandkoming van de politie als bedoeld in de Politiewet 2012. Over de aanpak van de reorganisatie zijn door de Minster van Veiligheid en Justitie, de korpschef, de vakorganisaties en de COR, in het zogenaamde 4-partijenoverleg (4PO) afspraken gemaakt. Eind december 2013 werden deze afspraken op hoofdlijnen vastgelegd in het Hoofdlijnenakkoord. Vervolgens zijn deze afspraken samen met vertegenwoordigers uit de Eenheden uitgewerkt. Daartoe werden verschillende bijenkomsten georganiseerd in de vorm van werkconferenties, waarbij altijd een vertegenwoordiging van de vier partijen aanwezig was. De verschillende dilemma s waar men tegenaan liep bij het opstellen van de Werk naar Team tabellen werden gedeeld en gezamenlijk werden oplossingsrichtingen verkend. Dit leidde in een aantal gevallen tot nadere afspraken in het 4PO ter aanvulling op of nadere concretisering van het Hoofdlijnenakkoord. Al deze afspraken, dan wel besluiten van de korpschef zijn opgenomen in verschillende documenten en als bijlage bij dit hoofddocument gevoegd, zodat zij een vindplaats hebben. Dat is belangrijk voor iedereen met betrokkenheid bij deze reorganisatie. De verschillende afspraken worden hierna zoveel mogelijk in chronologische volgorde kort besproken. Voor de inhoud van de gemaakte afspraken wordt verwezen naar de betreffende bijlage. Dit document behandelt niet de regelgeving voor reorganisaties, resp. voor de reorganisatie Politiewet 2012, die zijn vastgelegd in het Barp, het Bbp en de Regeling LSS. Dat is immers gepubliceerde regelgeving, met een aldus bekende vindplaats. De werkzekerheidgarantie die is afgesproken voor medewerkers die in de reorganisatie Politiewet 2012 zijn aangewezen als herplaatsingskandidaat, is vastgelegd in hoofdstuk 4, paragraaf a van het Arbeidsvoorwaardenakkoord (2012-2014) en in paragraaf 5.1 van de Uitvoeringscirculaire (18-12-2012), en komt verder niet terug in dit document. De reorganisatie Politiewet 2012 is gestart op 3 november 2014, zijnde de datum dat het Reorganisatieplan, als bedoeld in artikel 4 LSS, aan de COR ter advies werd aangeboden. 2. Bijgevoegd: 1. Hoofdlijnenakkoord van 20 december 2013 (vastgesteld in het CGOP van 16-01-2014) De Minister van Veiligheid en Justitie, de korpschef, de vakorganisaties en de COR (4PO) hebben op 12 december 2013 overeenstemming bereikt over de aanpak van de personele reorganisatie. De afspraken zijn vastgelegd in het Hoofdlijnenakkoord d.d. 20 december 2013 dat vervolgens is vastgesteld in het CGOP van 16 januari 2014. In dit akkoord zijn afspraken opgenomen over o.a. de volgende onderwerpen: De reorganisatie heeft drie fasen, voorfase, fase 1 en fase 2 Definiëring van de uitgangspositie van de medewerker in de reorganisatie Regels voor de functievergelijking en het aanwijzen en plaatsen van functievolgers Het accepteren van overbezetting in de vergelijkbare of uitwisselbare functies Opsomming van de gronden tot aanwijzing als herplaatsingskandidaat Een voorkeur voor herplaatsen van herplaatsingskandidaten in het team waarin het oorspronkelijke taakgebied terugkeert Vacaturebeleid in fase 2 van de reorganisatie 4
Blad 5/8 De beschikbaarheid van flankerende voorzieningen in de voorfase en in fase 2 van de reorganisatie, ook voor medewerkers die niet zijn aangewezen als herplaatsingskandidaat. 2. Voorfasebeleid (vastgesteld in het CGOP 08-05-2014) artikel 20a en 20 b LSS Als uitwerking van de afspraak in het Hoofdlijnenakkoord dat er in de voorfase flankerende voorzieningen gericht op uitstroom voor medewerkers in het domein Leiding en Ondersteuning beschikbaar zijn, is het Voorfasebeleid vastgesteld in het CGOP van 8 mei 2014. Onder voorwaarden worden flankerende voorzieningen genoemd in hoofdstuk VIIB Barp en/of het LSS beschikbaar gesteld aan medewerkers uit de doelgroep die het korps verlaten. De afspraken zijn opgenomen in de artikelen 20a en 20b van de regeling landelijk sociaal statuut politie. 3. Deelreorganisatieplan selectiefuncties nationale politie. Werving en selectiebeleid leidinggevenden - besluit korpschef 21-02-2014. In artikel 55jc Barp is bepaald dat de leidinggevende functies teamchef B, teamchef C en sectorhoofd worden ingevuld door een selectie- en benoemingsprocedure. Na verkregen advies van de COR, heeft de korpschef op 21 februari 2014 het document Deelreorganisatieplan selectiefuncties nationale politie vastgesteld. Alsmede het document selectie en benoemingsprocedure teamchef B, teamchef C en sectorhoofd. Een van de kernpunten van deze afspraak is dat er verschillende doelgroepen zijn gedefinieerd die toegang hebben tot deze procedure. 4. Besluit behoud aanspraak OVW periodieken selectie leidinggevenden - besluit korpschef 21-08- 2014 Medewerkers die solliciteren naar de functie teamchef B, C of sectorhoofd die recht hadden op OVW periodieken behouden deze aanspraak als zij na sollicitatie geplaatst worden op een leidinggevende functie. 5. Functievergelijking, werkwijze van werk naar team - vastgesteld door de korpschef op 28-07- 2014 Na akkoord in het 4PO werd dit document waarin de verschillende stappen in de functievergelijking worden beschreven, vastgesteld. Dit document bevat een aantal aanvullende afspraken die zijn opgenomen in hoofdstuk 6 van het document. Niet alle afspraken die van belang zijn voor functievergelijking zijn in voornoemd document opgenomen. Deze zijn separaat toegevoegd in de volgende documenten: 5a. Definitie taakgebied en team De definitie van taakgebied is ook opgenomen in artikel 1 van de Regeling landelijk sociaal statuut politie. 5a.1 Definiëren apart taakgebied voor planners bij Landelijke Eenheid De planning bij een aantal afdelingen van de LE (Bewaken en Beveiligen, infra-lucht en beredenen) is dusdanig specifiek dat die werkzaamheden als apart taakgebied zijn gedefinieerd. 5
Blad 6/8 5b. Maatwerk in verband met werkterreinen en aandachtsgebieden. Verschillen tussen onder andere werkterreinen en aandachtgebieden van de functie van de medewerker en functies in de formatie bemoeilijkt soms het plaatsen op een functie. De afspraak is dat het programma personele reorganisatie, als uitvoerder van het bevoegd gezag, naar de omstandigheden van het geval maatwerk toepast, mits besproken met het medezeggenschapsorgaan van het betreffende korpsonderdeel. Deze afspraak is tevens opgenomen in paragraaf 6.5.5. van het Reorganisatieplan. 5c. Ontvlechting bovenregionale recherche - 08-09- 2014 Medewerkers kregen destijds een vaste aanstelling bij een ander regiokorps met een terugkeergarantie naar het korps van oorsprong. Deze medewerkers wordt de keus voorgelegd of ze gebruik willen maken van de terugkeergarantie zodat duidelijk wordt tot welk deelreorganisatiegebied zij behoren. Voor de zij-instromer geldt het vertrekpunt dat zijn plaats van tewerkstelling bepaalt tot welk deelreorganisatiegebied hij behoort. Voor wat betreft het bepalen van de uitgangspositie is artikel 1a LSS onverkort van toepassing. 5d. Persoonsgebonden formatie bij NOS waarbij taakgebied terugkeert in eigen eenheid en bij functies voor rijvaardigheidsbegeleiding. Voor beide voornoemde situaties bestaat de persoonsgebonden formatie van 0,01 fte als HRM-instrument. Hiermee wordt bereikt dat de medewerker op diens verzoek functievolger kan worden in de eenheid van oorsprong in plaats van FV in een andere eenheid. De feitelijke formatie blijft ongewijzigd. 6. Opdracht aan de Commissie functievergelijking (CFV) 28-07- 2014 Na instemming van het 4PO stelt de korpschef op 28 juli 2014 de opdracht aan de Commissie Functievergelijking vast. In de opdracht wordt onder andere de taak en samenstelling van de commissie beschreven. 7. Werkwijze Commissie functievergelijking - vaststelling korpschef 17-11- 2014 Conform haar opdracht heeft de CFV haar werkwijze vastgesteld. 8. Besluit tot aanwijzing sleutelfuncties - 27-10-2014 De korpschef heeft na advies van de reorganisatiecommissie als bedoeld in artikel 55la Barp, 149, 9 functies al sleutelfunctie (art. 55jb Barp) aangemerkt. 9. Functievolger naar functie met lagere functieschaal (-1) besluit korpschef 28-11- 2014 Medewerkers die mogelijk functievolger zijn voor een functie met een lager schaalniveau krijgen de keus voorgelegd of ze aangewezen willen worden als herplaatsingskandidaat. 10. Werving en selectie wijkagenten en advies van de COR. Tijdens de reorganisatie (fase I) worden er in drie eenheden (Noord-Holland, Zeeland West- Brabant en Oost Nederland) vacatures voor wijkagenten korpsbreed opengesteld De COR heeft hiermee ingestemd, mits er aan zijn voorwaarden wordt voldaan. ( (her)plaatsing van medewerkers in het kader van de reorganisatie mag hierdoor niet worden beperkt) 6
Blad 7/8 11. Besluit instelling plaatsingsadviescommissie (pac) -11-03-2015 De korpschef heeft bij besluit een pac ingesteld als bedoeld in artikel 5 LSS. De pac is met toepassing van artikel 3 van het Modelreglement van orde plaatsingsadviescommissie verdeeld in 13 kamers. 12. Opdracht aan de plaatsingsadviescommissie - 20-01-2015 Conform de afspraak in het Hoofdlijnenakkoord heeft de korpschef de pac een aanvullende opdracht gegeven voor wat betreft zijn voorkeur voor het herplaatsen van medewerkers (hpk) in een team waar het oorspronkelijk taakgebied van de medewerker terugkeert. 13. Reorganisatieplan 17-11-2014. De korpschef heeft een reorganisatieplan opgesteld zoals voorgeschreven in artikel 4 LSS. 14. Advies COR reorganisatieplan 05-12- 2014. Dit betreft het advies van de Centrale Ondernemingsraad naar aanleiding van het reorganisatieplan, met bijlagen. 15. Besluit korpschef na advies COR 16-01-2015. Betreft het besluit van de korpschef naar aanleiding van het advies van de COR over het reorganisatieplan. In het besluit geeft de korpschef aan op welke punten hij het advies van de COR wel en niet overneemt. 16. Startnota Het Nieuwe Werken (HNW) 14-04-2015. De korpsleiding en de COR hebben afspraken gemaakt over het nieuwe werken. De startnota is bijgevoegd met bijlagen. 16a. Behandelen verzoeken telewerken en HNW - 16-04-15 Voor een beperkte groep is het telewerken (artikel 55o, lid 3 Barp) en HNW relevant in verband met het plaatsingsproces. Met name aanvragen voor telewerken, in verband met een reistijd van meer dan 3 uur per dag, zijn relevant. 17. Toetsingsdader keuze vervoermiddel in verband met reistijd 23-01-2015 De korpschef heeft een toetsingskader keuze vervoermiddel vastgesteld in verband met een reistijd van meer dan 3 uur per dag.. 18. Besluit openstellen vacatures in fase 1 06-05-2015 Onder bepaalde voorwaarden kunnen noodzakelijke vacatures worden opengesteld gedurende de reorganisatie (fase I). Het GOP heeft hiermee ingestemd op 6 mei 2015. 19. Gedetacheerden en tijdelijke tewerkstelling 14-01-2015 Omdat bleek dat het niet altijd duidelijk is wat de positie van gedetacheerden is in het kader van de reorganisatie, zijn de afspraken die daarvoor gelden nog eens op een rij gezet. Daarnaast werd afgesproken om een deskundig loket in te richten waar medewerkers terecht kunnen voor vragen. 7
Blad 8/8 20. Kader geschiktheidsgesprekken. 01-01-2016. Dit kader geldt als de meest geschikte kandidaat moet worden bepaald in de situatie als een hoger gewaardeerde functie voor meerdere herplaatsingskandidaten passend is. 21.Verlengen termijn zienswijze 03-11-2015. Betreft de afspraak om de termijn voor het geven van een zienswijze ter verlengen van 3 naar 6 weken. 8