Nieuwsbrief 13. Vergelijking van NKG en ploegen op zand voor aardappelen na grasland.

Vergelijkbare documenten
Aanleiding project. 2. Opzet project 3. Resultaten eerste. 4. Vervolg. Bodemkwaliteit op zandgrond. Inhoud presentatie

25 jaar biologische teelt op zandgrond: waar staan we nu?

Nieuwsbrief 12. Onderzoek HAS-studenten naar brandstofverbruik van niet kerende grondbewerking en kerende grondbewerking.

BASIS en Bodemkwaliteit op zandgrond:

Begeleidingscommissie Bodem Vredepeel. 15 december 2015 Janjo de Haan, Harry Verstegen, Marc Kroonen

5.3.3 Schade aan bieten door verontreiniging spuitapparatuur en verkeerd middelengebruik

Teelthandleiding. 6.3 invloed diverse herbiciden op bietenvervanggewassen

Aan de slag met erosie

Nieuwsbrief 15. Aanmelden kan via of J.

A. WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

Organische stof, de kern van bodemkwaliteit voor de aardappel. Wageningen Potato Centre 20 september 2017 Janjo de Haan

Organische stof, meer waard dan je denkt

Open teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn

SPNA SPNA. Laboratorium. Directzaai. Directzaai Minimale grondbewerking in het Oldambt Ervaringen SPNA

Boerenexperiment No 4 aanvulling

Aan de slag met erosie

Kansen voor NKG op zand

Organische stof. Focus on Farming Wageningen, 27 november 2018 Janjo de Haan

Voorstelling resultaten

Open teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn

Biedt de nieuwe GLB kansen voor voedergewassen? L.Tjoonk Kennisontwikkelaar ruwvoerteelt

De bodem, weerloos én weerbaar

Bodemkwaliteit op zandgrond

Beter Bodembeheer de diepte in

landbouw en natuurlijke omgeving 2011 plantenteelt open teelten CSPE BB minitoets bij opdracht 17

ir. L. Delanote, ir. A. Beeckman PCBT vzw Kruishoutem, 16 maart 2011

Eiwitgewassen. Voordelen luzerne. Nadelen luzerne 1/14/2016. Luzerne Rode klaver Lupine Veldbonen Soja. Eiwitrijke gewassen

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Bemesten van gras na mais en mais na gras?

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Stefan Muijtjens. keukentafel, demo s, studiegroepen & waardenetwerken.

Organische stof what else? Marjoleine Hanegraaf

Drempeltjes tussen de plantrijen van knolselder als erosie beperkende maatregel :

Grondbewerking en brandstofbesparing. 9 februari 2015, Gerard Meuffels PPO Vredepeel

Bodemkwaliteit op zand

Verbeter de bodem Blijf ervan af!

Onkruidbestrijding in biologische teelten, strategie en technologie

Chemische onkruidbestrijding asperge

Reken af met duist in stappen

Nieuwsbrief 14. Het programma is te vinden op Applicatie berekening brandstofgebruik.

400 g/l pendimethalin

Bemesten van gras na mais en mais na gras?

Beproeving mineralenconcentraten en spuiwater in diverse gewassen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. Inhoud

Gevolgen van de slechte weersomstandigheden in de herfst van 1974 voor g rond en gewas

Praktijk: Werken aan organische stof met melkveehouders

Minder grondbewerking in de maïsteelt. Technieken & onderzoeksresultaten Joachim Deru

Begeleidingscommissie bodem Vredepeel

Aan de slag met erosie

Effect van organische stof op opbrengst, stikstofuitspoeling en bodemkwaliteit

Integraal bodembeheer, wat en hoe

3. Bodem, water en bouwplan. Voedergewassen

TRAMAT 200 EC. Herbicide. Toelatingsnr N. NL vsHVoorbeeld

Dienst Landbouw Voorlichting (teruggaand tot voor 1900) Aequator Groen & Ruimte bv 3

Randvoorwaarden erosie. Jan Vermang, Martien Swerts Departement LNE Dienst Land en Bodembescherming

Bodemkwaliteit op zandgrond

Werken aan organische stof met melkveehouders. Het hoe en waarom? Nick van Eekeren

Inhoud. Voorwoord 5. Inleiding 6

Bijlage A. Stikstofgebruiksnormen behorende bij artikel 28 van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

Dow AgroSciences. DowAgroSciences PRIMUS * UN L PET DEZE VERPAKKING IS BEDRIJFSAFVAL MILIEUGEVAARLIJK HERBICIDE P

Randvoorwaarden Erosie. Martien Swerts Dienst land en Bodembescherming Departement LNE

Bodemkundige Dienst van België

BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN WELKE KIEZEN?

Ruwvoeravond. Passen alternatieve gewassen bij u?

Evenwicht in de volkstuin? april 1, 2014 DLV Plant

Trichodorideaaltje: beheersbaar?

Toetsing van effecten van toediening van biochar op opbrengst en bodemkwaliteit in meerjarige veldproeven

Een onkruidbestrijdingsmiddel in de teelt van suiker- en voederbieten, graszaad, graszoden en cichorei. W10 : N

SKB-Showcase. Praktijkdemo s met ondernemers uit de akker- en tuinbouw. Slotbijeenkomst SKB Showcase Biezenmortel 11 december 2014

Gallant 2000TM. voor een betrouwbare bestrijding van grassen.

Bodemmonster Bodemmonster

Werken aan organische stof en bodemvruchtbaarheid: ervaringen vanuit de praktijk in Zuidoost Nederland

Organische stof: daar draait het om! Gouden Grond 26 januari 2018 Wim Stegeman. Saalland Advies 1

Meerjarig proefopzet bodembeheer

VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ Beheerovereenkomst water: bemestingsnormen en drempelwaarden

Aardappelen bij Niet Kerende Grondbewerking. Project stage DLV Plant

Teelthandleiding. 5.5 preventie van schade door winderosie

Onderwerpen. Veranderingen en uitdagingen. Proefopzet BASIS (1) 1/12/2011. Proefopzet BASIS Resultaten Eerste bevindingen

Herbicide. Contactwerking én lange nawerking op onkruiden. Na opkomst bestrijding van breedbladigen, straatgras en windhalm

LEVENDE BODEM. Natasja Poot

De Zaai- & PootGroep geeft voor 2018 aan voor de werkcoördinatoren wanneer de diverse gewassen dienen te worden gezaaid, gepoot of geplant.

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

Een onkruidbestrijdingsmiddel in teelt van suiker- en voederbieten, graszaad- en graszodenteelt en cichorei : 500 G/L : HERBICIDE

STRIPTILL IN DE MAISTEELT, MEER ERVARINGEN

SPECIMEN BELVEDERE TRIPEL 5 L. Herbicide. Zeer effectief in de na-opkomst bestrijding van grassen en breedbladige onkruiden

Bodemkwaliteit op zandgrond

Satellietbedrijf Mts. Boxen

Grondbewerking voor Zetmeelaardappelen

Landgebruik en bodemkwaliteit Jan de Wit Nick van Eekeren

Basiscursus Ecologisch tuinieren

Zorg ervoor dat u met het product of zijn verpakking geen water verontreinigt.

Economische gevolgen verlaagde N-gebruiksnormen. Wim van Dijk (PPO) Hein ten Berge (PRI) Michel de Haan (ASG)

De heerser van het veld

BESTRIJDING VAN KNOLCYPERUS (februari 2014)

Natuurakkers in Nederland - achtergrond en dilemma s in beheer. Henk Kloen. Natuurakkers in Nederland - achtergrond en dilemma s in beheer

Bodemkwaliteit op zandgrond 2012

Effluenten van de biologische mestverwerking

Workshop Voorjaarsproblemen

Grondig Boeren met Maïs

Pilot nitraatmetingen grondwater prei Vredepeel, 14 maart 2017 Janjo de Haan, Harry Verstegen (WPR) Robin van Melis (HAS)

Organische stof in de vollegronds tuinbouw. 4 november 2013, Henk van Reuler

Transcriptie:

Vergelijking van NKG en ploegen op zand voor aardappelen na grasland. Op de zandgrond in Zuidoost Brabant heeft er in 2012 een boerenexperiment met NKG plaatsgevonden op een perceel aardappelen met als voorvrucht 6 jarig grasland. Een gedeelte van het perceel was geploegd en een gedeelte conform NKG bewerkt. Er wordt namelijk vaak gesuggereerd dat grasland altijd geploegd moet worden voor dat er aardappelen in gepoot kunnen worden. Het perceel had een humusrijke bovenlaag van 0-50 cm. Het was een goed doorwortelbare bodem met een actief bodemleven. Grondbewerking In het voorjaar is het gras met glyfosaat doodgespoten. Begin februari is het gras geïnjecteerd met 15 m 3 dunne varkensdrijfmest. Na ca. 40 dagen is het gehele perceel 10 cm diep gefreesd om de graszode kapot te maken. Daarna is met een bouwlandinjecteur 25 m3/ha varkensmest uitgereden. Het NKG gedeelte is met een SMS voorzetwoeler in combinatie met een SMS compaktschijveneg klaargelegd. Hiermee wordt de bodem tot een diepte van 30 cm losgemaakt en de bovenste 7 cm klaargelegd. Het geploegde gedeelte is uitgevoerd met een Kvernelandploeg met vorenpakker en ondergronders. Met het poten waren op het NKG gedeelte de kapot gespoten graszoden nog duidelijk te zien. Dit heeft overigens met het poten en aanaarden niet tot problemen geleid. Groeiseizoen 2012 Het perceel heeft het gehele seizoen boven de gewenste N-normlijn gezeten. Dit was zowel in het NKG als geploegde gedeelte. De loofgroei was vanaf het begin massaal. Er waren geen duidelijke verschillen tussen NKG en ploegen Resultaten 2012 Uit dit boerenexperiment blijkt dat het moeilijk, maar wel mogelijk is, om na langjarig grasland aardappelen te telen met NKG. De aardappelen kunnen goed gepoot worden maar er blijven te veel graszode resten in de rug zitten. Deze zijn onvoldoende verteerd voor de oogst van de aardappelen. Tijdens het rooien werden er veel resten met de egelband er uitgehaald maar dit was niet voldoende. Op het geploegde gedeelte van het perceel waren geen

problemen met resten van de graszode. De gewasgroei is op beide objecten egaal geweest. Een opbrengstbepaling is niet uitgevoerd. Conclusie In het vruchtwisselingschema in combinatie met NKG kunnen beter geen aardappelen na gras gepland worden. De graszode kan moeilijk fijn genoeg gemaakt worden om geen problemen met de oogst te krijgen. Suikerbieten zal nog wel gaan, maar andere rooivruchten kunnen ook te veel problemen met de oogst geven. Geert Jan van Roessel Opbrengst gelijk bij niet meer ploegen (door Wur-PPO, Jan jo de Haan) Op PPO-locatie Vredepeel worden in het project Bodemkwaliteit op zandgrond de effecten van verschillende grondbewerkingen onderzocht. De proef wordt uitgevoerd in een akkerbouw-groente vruchtwisseling met aardappel, suikerbiet (biologische peen), zomergerst, conservenerwt, prei en maïs. Sinds 2011 wordt ook het effect van de niet-kerende grondbewerking (NKG) onderzocht. Bij niet-kerende grondbewerking wordt de bodem alleen ondiep gemengd tot een diepte van maximaal 10-15 cm. Bij ploegen wordt de bodem gemengd tot een diepte van 20-30 cm. Opbrengsten gelijk Dit tweede jaar zijn de opbrengsten van de percelen die niet meer geploegd worden in de gangbare teelt gemiddeld gelijk aan de opbrengsten van de geploegde percelen. Vorig jaar waren de opbrengsten op de niet geploegde percelen nog ongeveer 5% lager. In de biologische teelt waren de opbrengsten over het algemeen wel lager. Bij de biologische aardappel kwam dit niet door de grondbewerking maar doordat een deel van het perceel verzopen is. De oorzaak van de andere verschillen is nog onduidelijk. De opbrengst van de peen was erg hoog en ook met NKG hoog terwijl dit een lastig gewas is wat betreft zaai en onkruidbestrijding. Bodemkwaliteit beter De uitgevoerde bodemfysische metingen in 2012 geven een wat onduidelijk beeld. Zo is de indringingsweerstand bij NKG hoger dan bij ploegen en de hoeveelheid beschikbaar water bij veldcapaciteit lager. Dit is niet wat we op

voorhand zouden verwachten. De vraag is of dit ligt aan de korte periode van toepassing of aan andere oorzaken. Daarnaast is de vraag welke invloed dit heeft op de gewasgroei en opbrengst. Verhouding in opbrengsten per gewas over 2012 tussen NKG en ploegen voor de gangbare en biologische teelt. De opbrengst van ploegen is gesteld op 100% en de werkelijke opbrengsten hiervan staan boven de figuur (opbrengst suikerbiet in ton suiker per ha, opbrengst mais in ton droge stof per ha, overige gewassen in ton vers gewicht per ha). Jan jo de Haan, WUR PPO. Niet kerende grondbewerking en aandachtspunten persistentie herbiciden Moet ik rekening houden met herbiciden die een lange nawerking in de bodem kunnen hebben? Zijn er bij bepaalde middelen en niet kerende grondbewerking meer risico s voor nateelten? Dit zijn veelgehoorde vragen van telers met

een gangbaar akkerbouw bouwplan. Het is niet eenvoudig hier een compleet antwoord op te geven. Dit artikel geeft wel enkele richtlijnen. Persistentie in de bodem: informatie beschikbaar? De periode waarin bepaalde herbiciden actief blijven in de bodem is afhankelijk van een groot aantal factoren. De eigenschappen van de actieve stof zijn uiteraard het belangrijkste, maar ook grondsoort, ph van de bodem, vochtigheid, temperatuur, het aantal toepassingen én de activiteit van het bodemleven spelen een rol. Dit alles bij elkaar maakt het moeilijk algemene richtlijnen te geven. Eén van de mogelijkheden om de periode van nawerking van o.a. herbiciden te bekijken is de halfwaardetijd van middelen in de bodem. Het betreft dan het aantal dagen dat 50% van de actieve stof wordt afgebroken in een bodemsoort, en wordt uitgedrukt als DT 50 bodem. Gegevens over deze halfwaardetijden zijn terug te vinden in o.a. de toelatingsdossiers van het Ctgb (via www.ctgb.nl). Het betreft dan gegevens van halfwaardetijden onder veldomstandigheden in verschillende grondsoorten (DT 50 Veld) en van gestandariseerd onderzoek in het laboratorium (DT 50 Lab). Onderstaande tabel geeft enkele voorbeelden van halfwaardetijden in de bodem van herbiciden die gebruikt worden op een akkerbouwbedrijf (DT 50 in dagen, bron: website Ctgb). Actieve stof In product o.a. DT 50 Lab DT 50 Veld Variatie DT 50 Veld diflufenican Javelin / Herold / Legacy 128 156 103-282 clomazone Centium 127 37 9-63 ethofumesaat Tramat / divers 97 77 15-250 chloridazon Pyramin 64 * 18-70 propyzamide Kerb 47 56 * mesosulfuron Atlantis 42 56 29-73 metsulfuron Ally SX / Traton SX 41 * 7-71 iodosulfuron Hussar 5 * 2-15 * geen Nederlandse gegevens beschikbaar Uit bovenstaand voorbeeld blijkt dat de variatie in halfwaardetijden groot is. Stoffen als diflufenican en ethofumesaat kunnen lang in de bodem aanwezig blijven. Schadelijkheid van actieve stoffen voor nateelten Naast informatie over de persistentie van middelen in de bodem is er nog een minstens zo belangrijk gegeven belangrijk: hoe schadelijk is een bepaalde actieve stof voor andere gewassen? Een belangrijke informatiebron hiervoor betreft uiteraard de aanwijzingen op het etiket van een herbicide. Uit de etiketteksten van o.a. de maisherbiciden Callisto, Calaris en Clio blijkt dat na bijvoorbeeld een droge en koude winter

gewassen als suikerbieten, erwten, bonen en koolgewassen schade kunnen ondervinden als eerst volgende nateelt in het voorjaar. Dit zelfs als ook een kerende grondbewerking is uitgevoerd. Bij een niet kerend systeem zullen de risico s nog groter zijn. Ook bij producten als Javelin, Legacy, Tramat, Sencor en Kerb staan er waarschuwingen op het etiket ten aanzien van volgteelten of de aanwijzing dat altijd een kerende grondbewerking moet worden uitgevoerd. Informatie over de effecten van actieve stoffen op nateelten is ook beschikbaar uit meerjarig onderzoek van de Universiteit van Gent. Dit onderzoek richtte zich op de mogelijkheden van de teelt van vervangende gewassen na toepassing van diverse herbiciden. Het onderzoek heeft geresulteerd in een uitgebreide gegevensbank over de werkingsduur van diverse herbiciden voor vervanggewassen (bron: Recrop, Recrop2001). Door de diverse gegevens van toelatingsdossiers, etikettesten en het onderzoek van de Universiteit van Gent met elkaar te combineren, kunnen voor systemen van niet kerende grondbewerking een aantal situaties aangegeven worden met een hoger risico op na-effecten van enkele herbiciden. Tabel: aandachtspunten voor akkerbouwbedrijven met NKG. Product (o.a.) Inzet in gewas Aandacht nateelt (o.a). (o.a.) herfst voorjaar Callisto / Calaris maïs kruisbloemigen suikerbiet / peulvrucht Clio maïs? suikerbiet Merlin maïs kruisbloemigen? Javelin / Legacy wintergraan kruisbloemigen, tulp (biet?) Ally SX / Traton SX granen kruisbloemigen, klaver, tulp groenten / (biet?) Atlantis / Hussar wintertarwe kruisbloemigen / (tulp)? Centium suikerbiet / erwt / aardappel / peen tulp / (graan)? Tramat / divers suikerbiet graan? Sencor aardappel graan / graszaad? Kerb witlof / cichorei tulp / graan / graszaad? Opmerking bij bovenstaande tabel: het betreft enkele richtlijnen. Het overzicht is niet uitputtend, en de risico s voor nateelten zijn sterk afhankelijk van grondsoort, weersomstandigheden en toegepaste hoeveelheden. Jan Salomons