Economie VWO 2011/2012.

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt

Samenvatting door een scholier 1905 woorden 16 maart keer beoordeeld. Economie Hoofdstuk 4

7,5. Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari keer beoordeeld. Lesbrief: Arbeidsmarkt. Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op

Beroepsbevolking: het aantal mensen tussen de 15 en 65 jaar, dat meer dan 12 uur per week wil en kan werken.

ALGEMENE ECONOMIE /04

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen

Werken of vrije tijd?

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4.1 t/m 4.6

Samenvatting Economie Lesbrief werk H1 t/m 6

ALGEMENE ECONOMIE /03

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt lesbrief

6,9. Samenvatting door een scholier 1762 woorden 21 februari keer beoordeeld. Arbeidsmarkt

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5, Arbeidsmarkt

4.1 De collectieve arbeidsovereenkomst

5,7. Samenvatting door een scholier 1259 woorden 5 april keer beoordeeld. Economie hoofdstuk 1 van module 1

Samenvatting Economie Module 1

Samenvatting Economie Werk

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt hoofdstuk 1,2,3,4,5

5,7. Samenvatting door een scholier 1664 woorden 2 januari keer beoordeeld 4.1

aanbod van arbeid: alle mensen tussen de 15 en de 65 die willen, kunnen en mogen werken. (werknemers, zelfstandigen en werklozen)

Geboorteoverschot: Bij een geboorteoverschot worden er per jaar meer mensen geboren dan er sterven.

Indexcijfer productie= indexcijfer werkgelegenheid x indexcijfer arbeidsproductiviteit 100

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te vinden. Het gaat dan om een diploma, havo, vwo of mbo.

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt H1 t/m H4

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt

De beroepsbevolking bestaat uit werkende (zelfstandigen en werknemers) en werkelozen. aantal inactieven i/a-ratio = - x 100 aantal actieven

Samenvatting Economie Lesbrief arbeidsmarkt

Dé arbeidsmarkt bestaat niet. Het bestaat uit een groot aantal deelmarkten die min of meer met elkaar in verbinding staan.

6,7. Begrippenlijst door een scholier 1879 woorden 29 oktober keer beoordeeld

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt

1)Waaruit bestaat de vraag op de Werkenden en (openstaande)vacatures. arbeidsmarkt? Werkenden 2)Noem een ander woord voor

4,3. Samenvatting door een scholier 2003 woorden 31 oktober keer beoordeeld

8,2. Samenvatting door een scholier 1686 woorden 10 februari keer beoordeeld

Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt

arbeidsparticipatiegraad: de participatiegraad geeft aan welk percentage van de potentiële beroepsbevolking deelneemt aan het

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.

Samenvatting Economie Gehele boekje 'Arbeidsmarkt'

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1, 2 en 4

Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

4,8. Samenvatting door een scholier 1776 woorden 6 december keer beoordeeld

1)Waaruit bestaat de vraag op de Werkenden en arbeidsmarkt? (openstaande)vacatures. 2)Noem een ander woord voor Werkenden werkgelegenheid.

Arbeid = arbeiders = mensen

Domein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven

Werkboek Werk Ver 2. Week Opgaven Bijzonderheden 5 Toetsbespreking 1.1 t/m Dit boekje elke les meenemen! t/m t/m 2.

Het primaire inkomen is de beloning voor het ter beschikking stellen van productiefactoren.

Samenvatting Werk & Werkloosheid

Produceren is het voortbrengen van goederen en diensten met behulp van productiefactoren van overheid en bedrijven

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5 Arbeidsmarkt

Samenvatting Economie Module 1 hoofdstuk 1 en 2

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen

5.1 Wie is er werkloos?

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt Hoofdstuk 1 t/m 5

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)

Arbeidsmarkt: begrippenlijst

indexcijfers geven de verhouding weer tussen de omvang van een grootheid in een bepaalde periode en de op 100 gestelde omvang

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4, Werk

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 23

voorbeeldhoofdstuk havo economie

5.2 Wie is er werkloos?

keer beoordeeld 12 februari 2015

Netto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden

Samenvatting Economie Hoofdstuk 23 en 24

Samenvatting Economie Toetsweek 2

4.1 Klaar met de opleiding

Verboden woord Lesvoorbereiding kaartjes kaartjes achterkant Spelregels Afronding

Economie hoofdstuk 1:

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4, Werk, werk, werk

Samenvatting Hoofdstuk 7 Welvaart, wie vaart er wel bij?

6,9. Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari keer beoordeeld. Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1. Actieven en inactieven:

Eindexamen economie havo I

DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD. Module 4 Nu en later

7,9. Samenvatting door een scholier 1248 woorden 29 september keer beoordeeld. Economie Samenvatting; de arbeidsmarkt

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2

7,2. Samenvatting door een scholier 1510 woorden 30 maart keer beoordeeld

Antwoorden stencils OPGAVE pond. (36,41%) 1,48 miljard als het BNP in procenten harder is gestegen dan het bedrag in ponden in procenten

Economie Pincode klas 3 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 5: Aan de slag! Exameneenheid: Arbeid en productie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6

ALGEMENE ECONOMIE /01

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 4: Aan het werk! Exameneenheid: Arbeid en productie

20.1 Wat is economische groei?!

Antwoord: Door te besteden, moet geproduceerd worden om inkomen te verdienen. Dit inkomen moet worden besteed (zie schema in bundel).

Samenvatting Economie H4: werk, werk, werk

Samenvatting Economie Jong & Oud

UIT de arbeidsmarkt

Samenvatting Economie Inkomen en groei

HOOFDSTUK 2 THEORIE EN PRAKTIJK

Eindexamen economie 1 vwo 2003-I

Totale bevolking. Jonger dan 15 jaar 15 tot 65 (= beroepsgeschikte 65+-ers bevolking of potentiële beroepsbevolking) (= aanbod van arbeid)

Transcriptie:

Hoofdstuk 1: Inkomen Economie VWO 2011/2012 www.lyceo.nl

H1: Inkomen Economie 1. Inkomen 2. Consument 3. Producenten 4. Markt en Overheid 5. Internationale betrekkingen 6. Kringloop Inkomensvorming Consument en welvaart Produceren en welvaart Goederenmarkt Internationale arbeidsverdeling Economische kringloop Inkomensverdeling Markt, overheid en economische orde Europese integratie Arbeidsmarkt Sociale zekerheid Betalingsbalans Inflatie Wisselkoersen 2 www.lyceo.nl

Inkomensvorming 1. Inkomen Inkomensvorming Inkomensverdeling Arbeidsmarkt Inflatie Inhoud: Productiefactoren Productiefactor kapitaal Productiefactor arbeid Productiefactor natuur Productiefactoren Kapitaal Arbeid Natuur Ondernemerscapaciteit Beloning Huur, interest, winst Loon Pacht Winst 3 www.lyceo.nl

Productiefactor kapitaal Soorten Vast kapitaal (machines, gebouwen, gereedschap) Vlottend (voorraden, grondstoffen en eindproducten) Ontwikkeling Mechanisering Automatisering Schaalvergroting Verlenging bedrijfstijd Kapitaalproductiviteit Kapitaalintensiteit Procesinnovatie Productinnovatie Investeringen Breedte investeringen: uitbreiding; verhouding kapitaal/arbeid blijft gelijk. Diepte investeringen: arbeidsbesparend; verhouding kapitaal/arbeid stijgt. 4 www.lyceo.nl

Productiefactor arbeid Soorten Geschoold Geoefend Ongeschoold Ontwikkeling Groei deeltijdwerk Toename participatiegraad Verkorting arbeidstijd (zowel per week, per jaar, per mensenleven) Toenemende scholingsgraad Arbeidsproductiviteit: toegevoegde waarde per werkende per tijdseenheid Arbeidsverdeling: specialisatie maakt mensen productiever Scholing: technologie vereist scholing; geschoolde mensen productiever Kapitaalintensiteit: veel of weinig hulpmiddelen ter beschikking; taken van mensen worden voor een deel overgenomen. 5 www.lyceo.nl

Productiefactor natuur Soorten Natuurlijke omgeving Natuurlijke hulpbronnen Liggingi Ontwikkeling Externe effecten Uitputting natuurlijke hulpbronnen Milieuvervuiling Duurzame ontwikkeling Productinnovatie: zuinigere auto s Procesinnovatie: hergebruik van producten 6 www.lyceo.nl

Inkomensverdeling 1. Inkomen Inkomensvorming Inkomensverdeling Arbeidsmarkt Inflatie Personele inkomensverdeling: verdeling over personen en huishoudens. Primaire personele inkomensverdeling Secundaire personele inkomensverdeling Tertiaire personele inkomensverdeling Categoriale inkomensverdeling: verdeling naar loon, pacht, winst en interest. Arbeidsinkomen Vermogensinkomen of overig inkomen Winstinkomen Interestinkomen Pacht /huurinkomen 7 www.lyceo.nl

Personele inkomensverdeling Primair inkomen: alles wat je verdient, dus inkomen uit werken en bezit. Secundair inkomen: Primair inkomen inkomstenbelasting en sociale premies + de sociale uitkeringen (bv. AOW). Tertiair inkomen: Secundair inkomen belastingbetalingen op producten (BTW en accijns) + prijsverlagende subsidies. 8 www.lyceo.nl

Personele inkomensverdeling Lorenzcurve Lijn A: Iedereen heeft hetzelfde inkomen. Lijn B: Inkomen is ongelijk verdeeld. Nivelleren: Lorenzcurve (B) beweegt naar lijn A. Het nivelleren van inkomens betekent dat de verhouding hoge/lage inkomens kleiner wordt. 100% inkomen (cumulatief) 80% 60% 40% A B Denivelleren Denivelleren: Lorenzcurve (B) beweegt verder van lijn A af. Het verschil tussen hoge en lage inkomens wordt groter. 20% 0 % 20% I 40% II 60% III Nivelleren 80% IV 100% van de bevolking (cumulatief) 9 www.lyceo.nl

Inkomensverschillen Hoe ontstaan inkomensverschillen tussen mensen? Productiviteitsverschillen Inspanningsverschillen Scholing en ervaringsverschillen Schaarsteverschillen Machtsverschillen Vermogensverschillen Wat zijn de gevolgen? Prestatieprikkel Mobiliteitsprikkel Sociale onrechtvaardigheid Migratie 10 www.lyceo.nl

Inkomensverschillen Hoe worden inkomensverschillen verkleind? Hoe nivelleren we de inkomens? Progressieve belastingen/premies Sociale uitkeringen Subsidies (bijv. inkomensafhankelijke subsidies) Heffingskorting Hoe worden inkomensverschillen vergroot? Hoe worden inkomens gedenivelleerd? Degressieve belastingen Aftrekposten Subsidies (bv. op luxe goederen) Gevolgen inkomens(de)nivellering Spaargedrag Ontduiken en ontwijken Aanbod op de arbeidsmarkt 11 www.lyceo.nl

Categoriale inkomensverdeling Quote: letterlijk: deling. Een macro economische quote bekijkt altijd iets ten opzichte van het nationaal inkomen. Vermogensinkomensquote = totale winst, rente, pacht en huurinkomen nationale inkomen Arbeidsinkomensquote = totale arbeidsinkomen i per jaar nationale inkomen Een te hoge arbeidsinkomensquote leidt tot een verslechtering van het investeringsklimaat en de werkgelegenheid. 12 www.lyceo.nl

Categoriale inkomensverdeling Loonruimte: percentage waarmee het loon kan stijgen zonder dat er relatief minder winst gemaakt wordt. prijsindexcijfer indexcijfer arbeidsproductiviteit Loonruimte = 100 100 Aanwending: Loonstijging Winstverbetering ATV Scholing Voorbeeld De inflatie in een land is 3%. De arbeidsproductiviteit daalt met 1,5%. Wat is de loonruimte in dit land? 103 98.5 100 = 1.46% 100 13 www.lyceo.nl

Tips & Tricks Productiefactoren: Kapitaal, Arbeid, Natuur, Ondernemerscapaciteit. Makkelijk te onthouden als KANO. Quote: altijd ddl delen door nationaal inkomen. Let op de eenheid waarin een begrip wordt uitgedrukt. Bijvoorbeeld de werkgelegenheid in arbeidsjaren of personen. Let ook op welke eenheid bij het antwoord gevraagd wordt. 14 www.lyceo.nl

Einde blok Economie vwo 15 www.lyceo.nl

Arbeidsmarkt 1. Inkomen Inkomensvorming Inkomensverdeling Arbeidsmarkt Inflatie Inhoud: Aanbod van arbeid Vraag naar arbeid Arbeidsmobiliteit Werkloosheid 16 www.lyceo.nl

Aanbod van arbeid Bevolking Niet beroepsgeschikte bevolking Jonger dan 15 en ouder dan 65 Beroepsgeschikte bevolking Tussen 15 en 65 jaar Beroepsbevolking = arbeidsaanbod Niet beroepsbevolking Werkenden Werklozen Studerend Huisvrouwen WIA/VUT Werkgelegenheid of arbeidsvolume Geregistreerde werkloosheid of werkzoekenden zonder baan 17 www.lyceo.nl

Aanbod van arbeid Relatie tussen de vraag naar arbeid en het aanbod van arbeid Aanzuigeffect: het effect dat een verbetering van de werkgelegenheid g heeft op het aanbod van arbeid. Het wordt voor mensen aantrekkelijker om zich aan te bieden op de arbeidsmarkt. Ontmoedigingseffect: het tegenovergestelde. Het wordt voor mensen minder aantrekkelijk om zich aan te bieden op de arbeidsmarkt. Beroepsbevolking Aanzuigeffect Ontmoedigingseffect Niet beroepsbevolking 18 www.lyceo.nl

Tekort aan arbeidskrachten Overspannen/krappe arbeidsmarkt: de vraag naar arbeidskrachten is groter dan het aanbod. Wat zijn de oplossingen? Conjunctureel: afremmen bestedingen (EV) Belastingverhoging Verlaging overheidsbestedingen Structureel Diepte investeringen Aanzuigeffect Deeltijdwerk Kinderopvang Wat zijn de gevolgen? Loon prijsspiraal: lonen en prijzen jagen elkaar Verloren gaan van afzetmarkten 19 www.lyceo.nl

Loon prijsspiraal Afwenteling Inflatie Stijging loonkosten Looneisen Prijscompensatie 20 www.lyceo.nl

Vraag naar arbeid Vraag naar arbeid: vacatures + werkgelegenheid Afhankelijk van: Effectieve vraag Arbeidskosten Arbeidsproductiviteit Investeringsklimaat Arbeidstijd In arbeidsjaren of personen een voltijdbaan Bedrijfstijd d Hoe reken ik van arbeidsjaren naar personen en andersom? Gebruik de p/a ratio: personen per arbeidsjaar. 50.000 arbeidsjaren met een p/a ratio van 1,25 geeft een vraag naar arbeid van 50.000 x 1,25 = 62.500 personen. Hoe hoger de p/a ratio, des te meer mensen in deeltijd werken. 21 www.lyceo.nl

Arbeidsmobiliteit Arbeidsmobiliteit: Geeft de bewegelijkheid van de factor arbeid aan. Geografische mobiliteit Verhuiskostenregelingen Prijsbeleid (kosten vervoer) Bereikbaarheid (afstand wonen werken) Beroepsmobiliteit om, her en bijscholing beloningsverschillen Mobiliteit tussen niet werken en werken De kwetsbare positie van allochtonen Langdurig werklozen Schoolverlaters Herintreders 22 www.lyceo.nl

Werkloosheid Oorzaken Conjunctureel Structureel Tekortschieten bestedingen/ Probleem aan aanbod / effectieve vraag (EV) productiezijde economie Seizoenswerkloosheid als gevolg van een niet regelmatige vraag of productie. In de winter is er minder vraag naar ijs: de seizoenswerkloosheid heeft een conjuncturele oorzaak. Buiten het seizoen kunnen er geen asperges verbouwd en dus geproduceerd worden: de seizoenswerkloosheid heeft een structurele oorzaak. 23 www.lyceo.nl

Werkloosheid Vorm: Conjuncturele werkloosheid Kwantitatieve (structurele) werkloosheid Kwalitatieve (structurele) werkloosheid Frictiewerkloosheid Seizoenswerkloosheid Oplossingen: Stimuleren of vergroten bestedingen/ev: Belasting en premieverlaging g Vergroten geldhoeveelheid Vergroten overheidsbestedingen Stimuleren innovatie Arbeidstijdverkorting (ATV) Bedrijfstijdaanpassing Vervroegd uittreden (VUT) Beheersing/verlaging (arbeids)kosten Scholing Quotering Loonsubsidies Verhuis en reiskostenvergoeding Voorlichting Individuele bemiddeling Diversificatie Klimaatinvesteringen (seizoensverlenging) 24 www.lyceo.nl

Loonvorming 1. Inkomen Inkomensvorming Inkomensverdeling Arbeidsmarkt Inflatie Inhoud: Collectieve en individuele arbeidsovereenkomst Sociaal economisch overleg Loonstijging 25 www.lyceo.nl

Arbeidsovereenkomst Collectieve arbeidsovereenkomst (CAO): contract tussen werkgeversbond (of grote werkgever) en werknemersbond over de arbeidsvoorwaarden van de betrokken werknemers. Een cao geldt voor een groep werknemers, werkzaam in een (groot bedrijf) of in een bepaalde bedrijfstak. Individuele arbeidsovereenkomst: overeenkomst tussen één werkgever en één werknemer. Verband: bij het sluiten van een individueel arbeidscontract moet in ieder geval de cao (als die er is) worden toegepast. Een arbeidsovereenkomst bevat: Primaire arbeidsvoorwaarden: op geld waardeerbare voorwaarden Secundaire arbeidsvoorwaarden: niet geldelijke voorzieningen 26 www.lyceo.nl

Sociaal economisch overleg Loonruimte Centraal overleg in Stichting van de Arbeid Centraal Akkoord Werkgeversorganisaties Werknemers organisaties Prijscompensatie als looneis Overheid Overheid als werkgever Overheid die cao s wel of niet algemeen verbindend kan verklaren Beïnvloeding door middel van bl belastingen, sociale il premies en subsidies 27 www.lyceo.nl

Loonstijging Prijscompensatie: het brutoloon stijgt met hetzelfde percentage als de gemiddelde prijzen. Initiële ii loonstijging: i verhoging van het reële loon die geldt voor een groep werknemers. Het is een loonsverhoging bovenop prijscompensatie. Incidentele loonstijging: verhoging van het reële loon die voor een individu geldt. Beïnvloed door: Inflatie Arbeidsproductiviteitstijging (loonruimte) Werkloosheid Overheidsbeleid Minimumloon Hoogte van belastingen, premies en subsidies Macro economische verkenning (MEV) 28 www.lyceo.nl

Inflatie 1. Inkomen Inkomensvorming Inkomensverdeling Arbeidsmarkt Inflatie Nominaal inkomen: in geld uitgedrukt Reëel inkomen: in koopkracht uitgedrukt; nominaal gecorrigeerd voor prijsstijgingen. nominaal inkomen reëel inkomen = 100 prijsindexcijfer j Nominale rente: rentepercentage dat men krijgt of betaalt Reële rente: nominale rente corrigeert met voor prijsverandering nominale rente reële rente = 100 prijsindexcijfer 29 www.lyceo.nl

Inflatie Oorzaken Bestedingsoverschot Kostenstijging g Bestedingsinflatie Kosteninflatie Winstinflatie Importinflatie Hoe wordt inflatie gemeten? Budgetonderzoek CBS Bepaling wegingsfactoren Consumentenprijsindexcijfer (CPI) 30 www.lyceo.nl

Inflatie Mogelijke gevolgen? Daling koopkracht Verandering rente Nominale rente Reële rente: hogere inflatie reële rente daalt Meer bestedingen en minder sparen Verandering inkomens en vermogensverhoudingen Verslechtering concurrentiepositie Hogere lonen: prijscompensatie, loon prijsspiraal Inflatiebestrijding Verhoging officiële rente Afremmen bestedingen 31 www.lyceo.nl

Tips & Tricks Maak onderscheid tussen conjuncturele en structurele oorzaken. Weet goed het verschil tussen nominaal en reëel. Inflatie: werk altijd met indexcijfers. 32 www.lyceo.nl