Steekproef Voor de uitvoering van het onderzoek is een aselecte, naar de vier Brabantse regio s gestratificeerde steekproef uit het PTT afgiftepunten bestand particuliere huishoudens via Cendris aangeschaft. Voor ieder van de vier Brabantse regio s zijn 2.500 adressen aselect getrokken, waarvan ook een naam van een van de bewoners bekend was. Daarnaast is het PON-Brabantpanel 1 ingezet. De leeftijd van de respondenten is, net als in de BCM 2007, vastgezet op 15 jaar en ouder. Werkwijze Naar de Brabantse huishoudens zijn brieven verstuurd met het verzoek deel te nemen aan het onderzoek via een digitale vragenlijst. Hiervoor zijn briefpapier en enveloppen van de Provincie Noord-Brabant gebruikt. De brief is ondertekend door gedeputeerde Brigite van Haaften van de provincie Noord-Brabant. Door deel te nemen aan het onderzoek maakt men kans op één van de vijf waardebonnen van 250,--. In de brief is gevraagd om de vragenlijst bij voorkeur in te laten vullen door de geadresseerde. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan kon een ander persoon uit het huishouden zijn/haar plaats innemen. Deelname aan het onderzoek was op twee manier mogelijk: door de vragenlijst via internet in te vullen (met behulp van een toegangscode) of schriftelijk (de schriftelijke vragenlijst kon bij het PON worden opgevraagd). Respondenten hadden twee weken de tijd om de vragenlijst in te vullen. Hierna is nog tweemaal aan de respondenten die de vragenlijst op dat moment nog niet ingevuld hadden een herinneringskaart verstuurd. Het veldwerk liep van 20 mei tot en met 27 juni 2010. Aan het eind van de veldwerkperiode waren er in totaal 1436 voor het onderzoek bruikbare vragenlijst ingevuld. Door een tegenvallende respons is besloten ook het PON-Brabantpanel in te schakelen. De veldwerkperiode hiervan liep van 8 juli tot en met 22 juli. Aan het eind van deze veldwerkperiode waren er 2258 voor het onderzoek bruikbare vragenlijsten ingevuld. Dit komt neer op een responspercentage van 19,1%. Deze respons was naar verwachting en vandaag de dag gebruikelijk voor dit type onderzoek. 1 Het PON-Brabantpanel is een groep van circa 1800 Brabanders van 16 jaar en ouder die enkele keren per jaar via internet een vragenlijst krijgt voorgelegd over belangrijke actuele sociale en maatschappelijke onderwerpen in Brabant. 1
Weging en representativiteit Om voldoende betrouwbare uitspraken te kunnen doen op regioniveau is er voor gekozen om voor ieder van de vier Brabantse regio te streven naar een gelijk aantal waarnemingen (400 tot 500). 2 Hierdoor is er een kunstmatige scheefheid aangebracht in het netto analysebestand, want in werkelijkheid wonen er niet in elke regio een kwart van de totale Brabantse bevolking. Om toch representatieve provinciale resultaten te kunnen presenteren is het noodzakelijk om kleine regio s minder, en grote regio s meer mee te laten tellen in de analyses. De kunstmatig aangebrachte scheefheid naar regio is achteraf met een weging van de data gecorrigeerd. Cultuurgedrag bleek in 2007 samenhang te vertonen met leeftijd, geslacht en opleiding. De netto steekproef is daarom opnieuw (net zoals in 2007) gewogen naar deze achtergrondkenmerken. Daarmee is ook het netto analysebestand 2010 voor deze kenmerken representatief voor de Brabantse bevolking. 1. Beleving van het aanbod Brabanders zijn erg tevreden over het culturele aanbod in de provincie Noord-Brabant. Men vindt het aanbod divers en er is een ruime keuze in musea, theater- en muziekvoorstellingen. Het overgrote deel van de Brabanders is ook positief over het culturele leven in Brabant. Oudere Brabanders typeren het culturele leven vaker als traditioneel, Brabanders met een lagere opleiding typeren het vaker als vernieuwend en vooruitstrevend. Brabanders zijn ook erg tevreden over het aanbod aan karakteristieke dorpen, steden, monumenten en historische gebouwen in Brabant. 2. Cultuurconsumptie Bijna alle Brabanders bezoeken tenminste een keer per jaar een culturele en/of historische activiteit. De meeste Brabanders gaan naar de film of bezoeken een braderie of volksfeest. Veel Brabanders gaan ook naar festivals, maar hierbij we signaleren we wel een duidelijke afname ten opzichte van het festivalbezoek in 2007. Literaire bijeenkomsten en opera s worden (net zoals in 2007) het minst bezocht. Het overgrote deel van het culturele bezoek door Brabanders vindt plaats in de eigen provincie (net als in 2007). Het bezoek aan musicals en concerten van pop- en wereldmuziek gebeurt wel steeds vaker buiten de grenzen van Brabant. Een klein gedeelte van het bezoek gebeurt in het buitenland. Ten opzichte van 2007 is het cultuurbereik onder Brabanders vergroot: meer Brabanders hebben een culturele en/of historische activiteiten bezocht. De intensiteit (de mate waarin de Brabander culturele activiteiten bezoekt) is echter wel afgenomen. Met andere 2 Een gangbare maat van betrouwbaarheid in onderzoek hebben we als een percentage dat we in een steekproef vinden in 95% van de gevallen niet meer dan 5% afwijkt van het werkelijke percentage dat we gevonden zouden hebben in de totale populatie. Een voorbeeld: wanneer 50% van de respondenten tevreden is met het culturele aanbod in Brabant en we hebben een betrouwbare steekproef, dan kunnen we met 95% zekerheid zeggen dat het percentage in werkelijkheid ergens tussen de 45% en 55% ligt. De betrouwbaarheid van resultaten is sterk afhankelijk van het absolute aantal respondenten, Er geldt: hoe lager het aantal respondenten, hoe minder betrouwbaar de resultaten. Om bovenstaande betrouwbaarheid te krijgen zijn ongeveer 400 waarnemingen nodig per deelgebied waarover men uitspraken doet (bijvoorbeeld regio, geslacht, leeftijdsgroepen, et cetera). 2
woorden; meer Brabanders gaan weleens naar een culturele activiteit, maar ze gaan wel minder vaak. 3. Cultuurbezoek Het bezoek van Brabanders aan culturele instellingen of plekken is groot. Het vaakst gaan Brabanders naar bezienswaardige gebouwen, zoals een kasteel, kerk of monument. Weinig Brabanders gaan naar een archief (al is het archiefbezoek wel toegenomen ten opzichte van 2007). Circa de helft van de Brabanders gaat weleens naar de bibliotheek. Driekwart van het totale bezoek vindt plaats binnen de grenzen van Brabant, net zoals in 2007. Buiten Brabant gaat men vooral naar musea, bezienswaardige gebouwen en historische dorpen/steden. Het bezoek hiervan gebeurt overigens ook grotendeels in het buitenland (bijvoorbeeld als men er op vakantie is). Veel Brabanders staan weleens stil als zij langs cultuur in de openbare ruimte lopen. Ruim driekwart van de Brabanders stopt weleens voor een historisch gebouw, beeld, muziekoptreden of straattheater. Het merendeel van de Brabanders stopt nooit om naar graffiti of een archeologische opgraving te kijken. Ook voor het bezoek aan culturele instellingen en plekken geldt dat, ten opzichte van 2007, het cultuurbereik is toegenomen (meer Brabanders hebben een bezoek gebracht aan een culturele instelling of plek), maar de cultuurintensiteit afgenomen (men is er minder vaak naar toe gegaan). 4. Motivatie Brabanders bezoeken vooral cultuur omdat het ontspannend is en een prettige vorm van vrijetijdsbesteding. Het leggen van nieuwe contacten en het praten over cultuur/historie vormen geen hoofdreden voor bezoek. De belangrijkste reden om cultuur niet te bezoeken is dat men er geen interesse of geen tijd voor heeft. Als men een culturele activiteit of instelling niet in Brabant bezoekt, is dat vooral omdat men elders op vakantie is en er dan de tijd voor heeft. Een aantal Brabanders geeft aan dat het aanbod dat zij leuk vindt niet in Brabant aanwezig is. 5. Actieve participatie Ruim de helft van de Brabanders beoefent zelf weleens een culturele activiteit in de vrije tijd. Brabanders blijken vaker op incidentele basis aan actieve cultuurparticipatie te doen, dan op structurele basis. Op incidentele basis wordt veel gezongen, getekend en gedanst. Op structurele basis (minimaal een keer in de week) wordt vooral muziek gemaakt, getekend en gezongen. In het algemeen zijn Brabanders het meeste bezig met tekenen, schilderen of grafisch werk. Zij doen dit zowel veel op incidentele basis, als op structurele basis. Ook besteden zij hier relatief de meeste tijd aan (gemiddeld 7 uur per week) in vergelijking met de andere activiteiten. 3
Brabanders doen ook nog op een andere manier aan actieve cultuurparticipatie: een tiende van alle Brabanders is lid van een heemkundekring, ook verricht eenzelfde aantal Brabanders vrijwilligerswerk voor een culturele instelling of festival. 6. Educatie Cultuureducatie kan ook op incidentele en structurele basis plaatsvinden. Een klein gedeelte van de Brabanders (10%) is cursist van een instelling voor kunstzinnige vorming. Een groter gedeelte (circa de helft) doet aan cultuureducatie op incidentele basis en volgt bijvoorbeeld weleens een rondleiding in een museum, of neemt deel aan een stadswandeling of workshop. Sommige Brabanders hebben als kind deelgenomen aan cultuureducatieve activiteiten en blijken ook als volwassene daadwerkelijk vaker naar culturele activiteiten te gaan. Dat is vooral zo in het geval van Brabanders die als kind boeken lazen, op de basisschool les kregen in handvaardigheid en tekenen of waarbij op de basisschool aandacht is gegeven aan de regionale geschiedenis. Voor wat betreft het zelf actief beoefenen van culturele activiteiten in de vrije tijd is het vooral van belang dat men op de basisschool les heeft gekregen in muziek, tekenen en handvaardigheid. Ook blijken Brabanders die als kind door hun ouders zijn meegenomen naar dans-, muziek en/of toneelvoorstellingen vaker culturele activiteiten in de vrije tijd te beoefenen. 7. Cultuur en media Ook in 2010 maken Brabanders het meeste gebruik van de televisie om naar culturele programma s te kijken (films, concerten, programma s over cultuur et cetera). Internet is nog steeds in opkomst en wordt ook door Brabanders steeds vaker gebruikt om culturele programma s te bekijken. Driekwart van de Brabanders geeft aan weleens naar korte filmpjes te kijken via het internet, bijvoorbeeld op websites zoals Youtube. Circa de helft van de Brabanders is daarnaast druk met het downloaden van muziek en het bewerken van foto s en filmpjes op de computer. 8. Brabants gevoel Brabanders voelen zich sterk verbonden met Brabant. Viervijfde van alle Brabanders voelt zich een echte Brabander en driekwart van de Brabanders is daarnaast trots op de eigen woonplaats. De Brabantse geschiedenis en de museale collecties over Brabant vinden de meeste Brabanders van belang voor het Brabantse leven. 4
Wilt u ook uw mening geven over actuele sociale en maatschappelijke onderwerpen? Word dan lid van het Brabantpanel via www.brabantpanel.nl. Wanneer u zich (kosteloos) inschrijft als lid van het Brabantpanel ontvangt u 6 tot 12 keer per jaar via e-mail een uitnodiging voor het invullen van een vragenlijst. U maakt iedere keer dat u meedoet kans op een cadeaubon ter waarde van 25 euro. Meer informatie? Kijk voor meer informatie over het Brabantpanel op www.brabantpanel.nl of neem contact op met Karin du Long of Eva Stultjens, beiden werkzaam bij het PON via (013) 535 15 35 of info@brabantpanel.nl Het Brabantpanel is een initiatief van het PON, kennis in uitvoering. 5