Resultaten Brabantpanel-onderzoek Opvoeden mei 2008

Transcriptie

1 Respons In mei 2008 is aan de leden van het PON-Brabantpanel een vragenlijst voorgelegd met als thema Opvoeden. Het Brabants Dagblad heeft in de maand mei herhaaldelijk aandacht besteed aan dit thema. Op dinsdag 3 juni is de serie afgesloten met een opvoeddebat. De helft van de panelleden (830 panelleden) vulde de vragenlijst in. Hieronder leest u de belangrijkste resultaten. De resultaten van het onderzoek zijn representatief voor de Brabantse bevolking wat betreft leeftijd, regio (West-Brabant, Midden-Brabant, Noordoost-Brabant en Zuidoost-Brabant) en geslacht. 1. Verantwoordelijkheid voor de opvoeding De primaire verantwoordelijkheid van de kinderen ligt volgens een ruime meerderheid van de respondenten bij de ouders/verzorgers. Op de tweede plaats komt het basisonderwijs en op de derde plaats het voortgezet onderwijs. 2. Problemen met de opvoeding Bijna de helft van de respondenten (49,5%) geeft aan wel eens problemen gehad te hebben met de opvoeding van de kinderen. Waaruit bestonden deze problemen dan? Veel ouders geven aan dat de puberteit van hun kind voor problemen heeft gezorgd. Het consequent zijn en stellen van grenzen wordt door veel ouders ook als moeilijk ervaren. We hebben de ouders gevraagd wat de opvoeding makkelijker had kunnen maken. De oplossingen die mensen aandragen zijn zeer divers: Informatie of advies over opvoeden ontvangen, betere begeleiding door school, een partner die de lusten en lasten van het opvoeden mee deelt. Een enkeling noemt dat een opvoedcursus of een laagdrempelig informatiepunt, een opvoedwinkel een oplossing had kunnen bieden bij de opvoeding. 3. Hulp bij de opvoeding Aan de mensen met kinderen onder de 18 jaar hebben we gevraagd of zij wel eens hulp gehad hebben bij het opvoeden. 41% geeft aan wel eens hulp gehad te hebben hierbij. Waaruit bestond deze hulp, vroegen we hen. Voor sommigen bestond deze hulp uit adviezen van familie of vrienden: goedbedoelde adviezen van (eigen) ouders, familie en vrienden. Anderen hebben voor hulp aangeklopt bij professionele instanties als de jeugdzorg, thuiszorg, GGD en de GGZ. Aan alle leden van het Brabantpanel hebben we de vraag voorgelegd of zij vinden dat opvoedingsondersteuning verplicht zou moeten zijn. Bijna 60% vindt dat hulp bij het opvoeden voor bepaalde ouders of verzorgers of in bepaalde situaties verplicht zou moeten zijn. Bijvoorbeeld voor ouders waarbij de kinderen het verkeerde pad op gaan of dreigen te ontsporen. Of als de school signaleert dat er problemen bij de opvoeding zijn. Sommigen plaatsen wel vraagtekens bij het verplichten van hulp en vragen zich af of gedwongen hulp wel zinvol is. Ruim eenderde (34,5%) vindt verplichte opvoedingsondersteuning geen goed idee. Of het moet echt heel hard nodig zijn. Bovendien, zo merkt iemand op, moeten ouders zelf in zien dat ze hulp nodig hebben. Als het verplicht wordt heeft dat waarschijnlijk geen zin. (7% vindt dat alle ouders verplicht hulp moeten krijgen bij het opvoeden) 1

2 4. Centra voor Jeugd en Gezin Bijna de helft van de respondenten (48%) heeft nog nooit van de Centra voor Jeugd en Gezin gehoord. Dit zijn zowel mensen met als zonder kinderen. 42% van de mensen is wel enigszins op de hoogte van de Centra voor Jeugd en Gezin. Slechts een klein deel (10%) is goed op de hoogte, dit zijn voornamelijk ouders met kinderen. Na het geven van een korte toelichting vroegen we of mensen het belangrijk vinden dat dergelijke centra er komen. Bijna driekwart (74%) van de mensen vindt dat (heel) belangrijk. Er is geen verschil in opvatting hierover tussen mensen met en mensen zonder kinderen. Waarom vinden mensen zo n centrum wel belangrijk? Een greep uit de reacties: 'Het is belangrijk dat er laagdrempelige hulp komt, want voor veel ouders is het een grote stap om hulp te zoeken bij de opvoeding 'Het lijkt mij belangrijk omdat ik hoop dat verschillende organisaties dan beter met elkaar gaan samenwerken. en iedereen goed op de hoogte is van elkaars werk. 'We hebben allemaal idealen als we onze kinderen krijgen, maar in praktijk komt daar weinig van terecht. We hebben geen van allen geleerd voor het ouderschap en daardoor kan je weleens voor dingen komen te staan waar je geen oplossing voor weet. Waarom vinden sommigen de komst van deze centra niet belangrijk? Een aantal reacties: 'Ik denk dat er weinig mensen naar toe gaan. Ze vragen, als er iets is, wel advies bij de huisarts of op school. 'Als de ouders primair en vervolgens het onderwijs hun verantwoordelijkheid nemen is de noodzaak van deze centra niet zo belangrijk. 'Ik vind het in principe wel belangrijk, maar verwacht er niet zo veel van. Ik denk dat er slechts een enkeling naartoe gaat en zeker degenen die er eigenlijk juist gebruik van zouden moeten maken, komen er denk ik niet. Bijdrage centra aan opvoeding Dat de centra niet voor niets zullen zijn, daarover is iedereen het wel eens: vrijwel iedereen (zowel mensen met als mensen zonder kinderen) denkt dat deze centra wel een bijdrage kunnen leveren in het gemakkelijker maken van de opvoeding. Maar zullen mensen daar ook gebruik van gaan maken? Het merendeel van de mensen met kinderen jonger dan 18 jaar (54%) geeft aan waarschijnlijk geen gebruik te gaan maken van de diensten van een dergelijk centrum. 2% maakt er al gebruik van en 10% denkt in de toekomst wel gebruik te maken van de diensten van een centrum voor jeugd en gezin. Eenderde weet nog niet of ze bij zo n 2

3 centrum zullen binnenlopen. 5. Stellingen over opvoeden We hebben de panelleden een aantal stellingen voorgelegd. Het is een taboe om te zeggen dat je het moeilijk vindt om je kinderen goed op te voeden Bijna de helft van de mensen (49%) is het (geheel) oneens met deze stelling. Eendere is het ermee eens. Het is goed dat er nu een minister is voor Jeugd en Gezin 52% van de respondenten is het hier mee eens. Dit zijn zowel mensen met als mensen zonder kinderen. Eenderde geeft aan dat eigenlijk nog niet te weten. Als beide ouders fulltime werken, is het risico groot dat dat ten koste gaat van de opvoeding van de kinderen Een ruime meerderheid (61%) is deze mening toegedaan. Ouders besteden tegenwoordig te weinig tijd aan hun kinderen Meer dan de helft (54%) is het met deze stelling eens. 20% antwoordt neutraal en eveneens 20% is het (geheel) oneens met de stelling. Ik praat veel met vrienden en familie over de opvoeding van de kinderen Van de mensen met kinderen praat de meerderheid vaak met vrienden en familie over de opvoeding (53%). Alle ouders zouden een verplichte opvoedcursus moeten volgen Een verplichte opvoedcursus is volgens tweederde van de respondenten niet zo n goed plan volgens velen. Slechts 14% vindt zo n verplichte cursus wel een goed idee. In sommige gevallen is een opvoedkundige tik geoorloofd Daar is de meerderheid (68%) het mee eens. Eenvijfde vindt een opvoedkundige tik geen goede actie. Kinderen jonger dan 12 jaar mogen niet na uur op straat spelen Ook met deze stelling is ruim eenderde (69%) het eens. 17% is het oneens met de stelling. Ouders zouden het aantal uren TV kijken door hun kinderen aan een maximum moeten verbinden Driekwart van de mensen (77%) is van mening dat TV kijken door kinderen aan een maximum verbonden moet worden. Ouders zouden het aantal uren computeren/gamen/msn'en door hun kinderen aan een maximum moeten verbinden 3

4 Ook hierbij geldt dat een ruime meerderheid (80%) het eens is met de stelling. De opvoeding zelf (vragen voorgelegd alleen aan mensen met kinderen jonger dan 18 jaar) Onderstaande vier stellingen hebben we alleen voorgelegd aan mensen met kinderen jonger dan 18 jaar. Ik geef mijn kind(eren) soms een opvoedkundige tik Zo n 40% van de ouders met kinderen jonger dan 18 jaar geeft soms een opvoedkundige tik, 56% doet dat niet. Dit is opvallend omdat binnen deze groep de meerderheid (63%) een opvoedkundige tik wel geoorloofd vindt. In de praktijk is dat kennelijk nog niet nodig geweest. Mijn kind(eren) mag/mogen onbeperkt TV kijken, ik heb geen maximum aantal uur vastgesteld Een ruime meerderheid (82%) antwoord Nee op deze vraag. In de meeste gezinnen is het dus geen kwestie van onbeperkt TV kijken door de kinderen. In 20% van de gevallen mag dat wel. Mijn kind(eren) mag/mogen onbeperkt computeren/gamen/ msn en, ik heb geen maximum aantal uur vastgesteld In 83% van de gezinnen is het computeren (computergebruik, gamen, msn en) aan een maximum vastgelegd. 17% van de ouders stelt verbindt hier geen maximum aan. Een respondent merkt op dat het wel een verschil is of de kinderen computeren, gamen of op msn zitten: computeren kan natuurlijk ook constructief zijn in de opvoeding van een kind, vooral als ze met een bepaald werkstuk op school bezig zijn; gamen behoort een beloning te zijn voor goed gedrag en kan dus in die zin aan een maximum worden gekoppeld, dit in tegenstelling tot computeren; MSN en heeft in veel gevallen een sociaal karakter, Het is misschien wel prettig dat kinderen contact houden met oud klasgenootjes die verhuisd zijn of iets van die aard. Mijn kind(eren) ontbijt(en) meestal wel Dat is in vrijwel alle gezinnen het geval: 99% antwoord net Ja. Mijn kind(eren) van jonger dan 12 mag/mogen na niet meer s avonds op straat spelen Ruim tweederde (70%) van de ouders laat hun kind van jonger dan 12 jaar niet meer s avonds naar 20 uur straat spelen. Een kwart van de ouders doet dat wel. Het antwoord op deze vraag wordt door sommige panelleden genuanceerd: In vakantie en weekend mogen de kinderen wel na uur op straat spelen. En bij mooi weer, als er nog veel ander kinderen buiten zijn. Wat oudere kinderen mogen van mij best na uur op straat spelen, mits de ouders dat weten én er toezicht van ouders/oppas is. Kinderen van jaar gaan 4

5 niet altijd meer om uur naar bed, en bij mooi weer kan het best zo zijn dat ze dan nog buiten spelen. Wilt u ook uw mening geven over actuele sociale en maatschappelijke onderwerpen? Word dan lid van het Brabantpanel via Wanneer u zich (kosteloos) inschrijft als lid van het Brabantpanel ontvangt u 6 tot 12 keer per jaar via een uitnodiging voor het invullen van een vragenlijst. U maakt iedere keer dat u meedoet kans op een cadeaubon ter waarde van 25 euro. Meer informatie? Kijk voor meer informatie over het Brabantpanel op of neem contact op met Karin du Long of Eva Stultjens, beiden werkzaam bij het PON via (013) of info@brabantpanel.nl Het Brabantpanel is een initiatief van het PON, kennis in uitvoering. 5