Toolkit Eenzaamheid Doelen Achtergrond



Vergelijkbare documenten
STAPPENPLAN PREVENTIE VAN EENZAAMHEID IN DE EERSTE LIJN

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS

Eenzaamheid onder mantelzorgers Jolanda Elferink, Expertisecentrum Mantelzorg

Eenzaamheid bij ouderen. Marieke van Schie, huisarts.

Signaleren en aanpak van. eenzaamheid.

8 Eenzaamheid bij ouderen in de regio Gelre-IJssel

Samen tegen eenzaamheid

Factsheet. Eenzaamheid. Gelderland-Zuid. Onderzoek onder volwassenen en ouderen

Do s en don ts bij aanpak van eenzaamheid bij thuiswonende senioren. Leen Heylen

Bedankt voor het meedoen aan deze peiling. Het invullen duurt ongeveer 10 minuten. Succes!

Onderwerp: Raadsmededeling over: Aanpak Eenzaamheid in Teylingen - Besluitvormend

Denken en Doen: bridgend de eenzaamheid te lijf

PLAN VAN AANPAK VOORKOMEN EN BESTRIJDEN VAN EENZAAMHEID 1 INLEIDING...2

Eenzaamheid. Aanleiding. Beschrijving. Eenzaamheid

Movisie. Voor een duurzame positieve verandering. Preventie van eenzaamheid realistische plannen Jan Willem van de Maat

Wat is eenzaamheid en waarom is het een probleem? Het project van de UvH 1. Programma. Sociale verbondenheid.

GGD Amsterdam Eenzaamheid in Beeld

Pieternel van Giersbergen & Dieke de Koning EENZAAMHEID / 1

Coalitie Erbij. De gezichten van eenzaamheid Amsterdam, 24 november 2015

Samen tegen eenzaamheid Nationale Coalitie tegen Eenzaamheid Nationale Coalitie tegen Eenzaamheid Contact Kom Erbij Bezoek- en postadres

Eenzaamheid bij ouderen: Ambities en mogelijkheden

OUD EN EENZAAM? KWETSBAARHEID VOOR EENZAAMHEID OP LATERE LEEfTIJD

Tien jaar kijken naar eenzaamheid Prevalentie, oorzaken, gevolgen en aanpak

Het project van de UvH 1

[Checklist] voor activiteiten die zich richten op eenzaamheid

Commissie notitie. Onderwerp: Eenzaamheid.

Gezond ouder worden: gezondheid als een multidimensioneel concept? Prof. Dr. Anja Declercq LUCAS en Centrum voor Sociologisch onderzoek, KU Leuven

Samenvatting Eenzaamheidsonderzoek Coalitie Erbij

Onkundig en onaangepast: eenzaamheid en sociaal isolement

HOOFDSTUK 1: INLEIDING

OVER EENZAAMHEID VAN THEORIE TOT PRAKTIJK. Leen Heylen

Eenzaamheid. Gerben van Voorden

'Voor mekaar, actieprogramma gericht op het bestrijden van eenzaamheid'

Waarom is eenzaamheid een probleem?

Nationale Coalitie tegen Eenzaamheid. Kom Erbij

Eenzaamheid onder ouderen

Zorg na de diagnose. Emete Solmaz, specialist ouderengeneeskunde, Royaal Thuis Brian Sinnema, casemanager dementie, HWW Zorg

FOCUS OP EENZAAMHEID IN MAASTRICHT

Linda Verwaaijen. Sociaal psychiatrisch verpleegkundige. Maatschappelijk werkster. 17 mei 2018

Eenzaamheid bij Ouderen. Dr. Martin G. Kat Psychiater-psychotherapeut MCAlkmaar/Amsterdam

HANDLEIDING TILBURG FRAILTY INDICATOR (TFI) Een instrument om de mate van kwetsbaarheid bij oudere mensen vast te stellen

Lezing, 10 december Relatie tussen sociaal isolement en psychiatrische ziekte

#+ Postbus 15. gemeentebestuur. Afdeling RMO Team: Maatschappelijke Ontwikkeling

De eenzaamheidsschaal (van De Jong-Gierveld) bestaat uit de volgende 11 stellingen:

Netwerk Ouderenzorg Regio Noord

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Workshop. Signaleren eenzaamheid en dan. Zeist, mei 2019

Eenzaam ben je niet alleen

Wat werkt bij aanpak van Eenzaamheid Haarlemse conferentie 2 maart 2017

Leven met kanker; zorg voor verbinding. Dr.Mecheline van der Linden

De Eenzaamheid voorbij..? Conferentie 1 juni 2017 Mieke Mes, specialist eenzaamheid

Onderzoek Eenzaamheid onder jongeren

Sociale samenhang in Groningen

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige, ongespecificeerd

Doorbreek eenzaamheid. De integrale aanpak Jolanda Kroes (HG) en Job van t Veer (NHL)

Praten met familie Hulpverleners: Last of lust. Last / lastig. Lust. Stichting Labyrint-in Perspectief

Eenzaam ben je niet alleen

Inventarisatielijst oorzaken eenzaamheid

Eenzaamheid in Amsterdam

Inleiding. Doelen en uitgangspunten van het gemeentebestuur

Welzijnsbezoek. Voorbeelden van aanpassingen aan het huis die nodig zijn:

Je steunsysteem is overal om je heen.

Oudere migranten in Nederland: Prevalentie en oorzaken van eenzaamheid

Eenzame naasten. Onderwerpen. Contactarm. Eenzaamheid. Sociaal isolement. Sociale netwerken van ouderen

Ontmoetingscentrum Houtstroom Voor mensen met geheugenproblemen en/of dementie en hun mantelzorgers

Algemene informatie Wmo

Zelfstandig wonen: de mening van senioren en mantelzorgers uit de stadsregio Rotterdam

Het effect van deelname aan ouderenactiviteiten van Timpaan Welzijn op gevoelens van eenzaamheid. Onderzoek in de Gemeente Steenwijkerland

Stichting OOPOEH Eindrapportage over de impactmetingen in september 2015 en juni 2016

Mantelzorgers in Delft

EENZAAMHEID Inventarisatie en vooruitblik

Sociale relaties en welzijn

11/03/2019 DEMENTIE & EENZAAMHEID OVERLEGPLATFORM 21 FEBRUARI 2019 OVERZICHT WAT IS EENZAAMHEID? WAT IS EENZAAMHEID? WAT IS EENZAAMHEID?

Onderwerpen. Sociale relaties en welzijn. Sociale kwetsbaarheid. Functies van sociale relaties. Vrouw, 64 jaar EENZAAMHEID BIJ OUDEREN

Zelfredzaamheidsmeter Uniek cliëntnummer

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo Zelfstandig wonen. Gemeente Opmeer Juli 2014

Monitoring Sociale Inclusie via SIT-systeem

Module 4. Levensgebied sociale relaties 2018

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam

Geestelijke Gezondheid (65 94 jaar)

18% 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% jaar jaar jaar 65+ Man Vrouw Ja Nee. Deventer gemiddelde

Kom Erbij Conferentie

Onderwerpen/deelprojecten regionaal uitvoeringsprogramma depressiepreventie 2008 t/m 2011 Gelderse Roos

Hoe sterk is de (eenzame) mantelzorger? Kennisdag 28 november 2017 Mieke Mes, specialist aanpak eenzaamheid en gespreksleider Coalitie Erbij

Workshop ICF een WERK-TAAL? GGZ VAPH - BuSO

Verkenningsfase gestart Aanpak [een]zaamheid Amsterdam

Daarvoor gaat u naar Minters

Burgervriendschappen. wiens zorg is dat? Ellen MJ Witteveen

Wat gaat er in de zorg veranderen en waarom?

De bibliotheek draagt actief bij aan preventie en participatie!

Meedoen en erbij horen

In de bijlage treft u een korte uiteenzetting aan over eenzaamheid in Nederland.

Studiegebied Gezondheidszorg. Opleiding Bachelor in de Ergotherapie. Academiejaar Module Bachelorproef

Eenzaamheid in Nederland Coalitie Erbij

STAPPENPLAN ANGST IN DE EERSTE LIJN

Voorbereiden op het keukentafelgesprek?

77% 16% 7% tevreden neutraal ontevreden. 14% 22% 6% Familie Vrienden Buren

Thema Huisbezoek helpt

Behoefte aan verbondenheid

Week tegen Eenzaamheid Kom de deur uit. Coalitie Erbij. Juli TNS NIPO Natascha Snel Suzanne Plantinga. TNS Nipo

Transcriptie:

Toolkit Eenzaamheid Doelen Het voorkomen, oplossen en/of verwerken van eenzaamheid bij ouderen: 1. Het vaststellen van de mate van eenzaamheid. 2. Het onderscheiden van de soort eenzaamheid. 3. Het zoeken naar oplossing of mogelijkheden tot verwerken of omgaan met eenzaamheid. 4. Het faciliteren van ouderen om zelf mogelijkheden te onderzoeken en maatregelen te treffen ter voorkoming van eenzaamheid of als oplossing voor mogelijk aanwezige eenzaamheid. Achtergrond Definitie Eenzaamheid kan omschreven worden als het subjectief ervaren van een onplezierig of ontoelaatbaar gemis aan (kwaliteit van) bepaalde relaties (De Jong Gierveld & Van Tilburg, 2007). Dit is niet gelijk aan sociaal isolement dat een objectieve maat is voor de grootte van het sociale netwerk (het aantal sociale contacten). Weiss beschreef in 1973 het onderscheid in emotionele en sociale eenzaamheid. 1. Emotionele eenzaamheid ontstaat bij het subjectief ervaren van een sterk gemis rond de afwezigheid van een intieme relatie, een emotioneel hechte band met een partner of een hartsvriendin. In principe kan deze vorm van eenzaamheid alleen opgelost worden door het aangaan van een nieuwe emotioneel hechte band. 2. Sociale eenzaamheid is gekoppeld aan het subjectief ervaren gemis van betekenisvolle relaties met een bredere groep van mensen om je heen, zoals kennissen, buurtgenoten, mensen met dezelfde belangstelling, mensen om samen een hobby uit te voeren. Deze vorm van eenzaamheid kan zich voordoen na bijvoorbeeld een verhuizing. Een intieme partnerrelatie kan deze vorm van eenzaamheid niet opheffen (De Jong Gierveld & Van Tilburg, 2007). Prevalentie Eenzaamheid komt op alle leeftijden voor. Schattingen laten zien dat 30% van de bevolking van Nederland beschouwd kan worden als eenzaam (De Jong Gierveld & Van Tilburg, 2007). Van deze 30% is 10 % sterk eenzaam en 20% matig eenzaam. Uit onderzoek van de GGD blijkt dat in Amsterdam van de 75-plussers 53% eenzaam is, 13% is zelfs ernstig eenzaam (GGD Amsterdam). Bij onderzoeken van de GGD in andere delen van Nederland is tussen de 40 en 50% van de 65-plussers eenzaam en 6-7% ernstig eenzaam (GGD Hollands Midden, GGD Hollands Noorden, GGD Hart voor Brabant, GGD Gelre-IJssel). Sociale contacten en gezondheid zijn de belangrijkste determinanten van de kwaliteit van leven volgens ouderen. Door kwetsbare ouderen, die al ziekten en beperkingen hebben, worden sociale contacten gezien als de meest bepalende factor voor kwaliteit van leven zo bleek uit een onderzoek van Puts et al. (2007). 1

Oorzaken en risicofactoren Eenzaamheid komt in alle lagen van de bevolking voor en is in veel gevallen tijdelijk, maar een grote groep is langdurig eenzaam. Eenzaamheid komt vaak voor onder volwassenen van middelbare leeftijd en ouderen. Het ouder zijn is niet de oorzaak van eenzaamheid, maar naarmate men ouder wordt doen ingrijpende levensgebeurtenissen die het risico van vereenzamen met zich meedragen vaker en soms gelijktijdig voor. Het verlies van de partner, een afnemend sociaal netwerk en een verslechterende gezondheid zijn risicofactoren voor eenzaamheid bij ouderen (Fokkema & De Jong Gierveld, 2003). Sommige eenzamen zijn sociaal eenzaam, en anderen zijn alleen emotioneel eenzaam. Ook een combinatie kan voorkomen. Uit de ouderenenquêtes van de GGD Hart voor Brabant en GGD Gelre-IJssel blijkt 40-44% van de 65-plussers niet sociaal noch emotioneel eenzaam te zijn, 8-10% voelt zich emotioneel eenzaam en 15-23% alleen sociaal eenzaam, 18-24% ervaart zowel emotionele als sociale eenzaamheid. Emotionele eenzaamheid lijkt vaker voor te komen bij de 75-plussers dan bij de ouderen tot 75 jaar (GGD Hollands Noorden, GGD Gelre-IJsel, GGD Amsterdam, GGD Hart voor Brabant). De oorzaken van eenzaamheid kunnen op verschillende niveaus liggen. In het digitale werkboek Eenzaamheid Ouderen van Vilans (2006) worden de volgende oorzaken op drie niveaus onderscheiden: 1. Intra-individuele oorzaken / microniveau Deze oorzaken kunnen worden toegeschreven aan het individu. Verklaringen in de persoonlijke levenssfeer zijn te vinden in bijvoorbeeld persoonlijkheidskenmerken zoals het ontbreken van bepaalde sociale vaardigheden, gezondheidsproblematiek zoals bv slechthorendheid, mobiliteitsproblemen, slechtziendheid, incontinentie. 2. Inter-individuele oorzaken / mesoniveau Met inter-individuele oorzaken, in de literatuur ook wel het meso-niveau genoemd, worden oorzaken bedoeld die liggen in het contact met andere mensen. Bijvoorbeeld: ziekte of overlijden van de partner, goede vrienden en familie, verlies van contacten door emigratie, verhuizing en scheiding, afname van het cognitieve vermogen waardoor vrienden, kennissen en buren sneller geneigd zijn om contact met de oudere te mijden. 3. Maatschappelijke oorzaken / macroniveau Kenmerk van maatschappelijke factoren is dat velen de invloed ondergaan, terwijl individuen er weinig invloed op kunnen uitoefenen. Dergelijke factoren hebben vaak ongemerkt effect op de manier waarop mensen met elkaar contact leggen en die contacten onderhouden. Voor ouderen speelt bijvoorbeeld: Negatieve beeldvorming rond ouderen; Toegenomen welvaart en mobiliteit: hierdoor zijn mensen minder gebonden aan de plaats waar ze wonen en vandaan komen; Individualisering: door de individualisering hebben mensen meer keuzemogelijkheden voor hoe ze hun leven willen inrichten. Traditionele sociale verbanden zoals kerk, buurt, familie en werk hebben bijvoorbeeld sterk aan betekenis ingeboet; Vrije tijd: sinds de jaren negentig is de vrije tijd van mensen afgenomen. Dit is vooral ten koste gegaan van het onderhouden van sociale contacten; 2

Verzakelijking van de zorg: in de zorg - welzijnssector verdwijnt het menselijk contact. De zorg is zakelijker geworden en ook in de dienstverlenende sector zoals in winkels, banken of bij de NS verdwijnen de kleine, informele contacten. Screenen op eenzaamheid in de 1 e en 2 e lijn Achtergrond Het vaststellen van eenzaamheid is niet gemakkelijk daar het om een persoonlijke beleving gaat van de oudere. Het stellen van directe vragen over eenzaamheid aan een persoon wordt sporadisch toegepast vanwege de nadelen daarvan. Mensen geven niet snel graag toe dat ze eenzaam zijn vanwege het taboe dat er rust op het begrip eenzaamheid. De beste aanpak voor het vaststellen van eenzaamheid lijkt momenteel het gebruik van de eenzaamheidsschaal van De Jong Gierveld en Kamphuis (1985). Deze schaal is uitgebreid gevalideerd voor wetenschappelijk onderzoek naar eenzaamheid. De schaal van De Jong Gierveld kan als een valide meetinstrument beschouwd worden die zowel de sociale als emotionele eenzaamheid aangeeft en samenhangt met partnerstatus, netwerkomvang, ontvangen van steun (De Jong Gierveld & Van Tilburg, 2007). De individuele toepasbaarheid ervan is niet voldoende uitgetest. De schaal bestaat uit elf vragen waarin het woord eenzaamheid niet genoemd wordt. Aanpak De eenzaamheidsschaal van De Jong Gierveld en Kamphuis (1985) bestaat uit de volgende vragen: 1. Er is altijd wel iemand in mijn omgeving bij wie ik met mijn dagelijkse problemen terecht kan (s) 2. Ik mis een echt goede vriend of vriendin (e) 3. Ik ervaar een leegte om mij heen (e) 4. Er zijn genoeg mensen op wie ik in geval van narigheid kan terugvallen (s) 5. Ik mis gezelligheid om me heen (s) 6. Ik vind mijn kring van kennissen te beperkt (e) 7. Ik heb veel mensen op wie ik volledig kan vertrouwen (s) 8. Er zijn voldoende mensen met wie ik me nauw verbonden voel (s) 9. Ik mis mensen om me heen (e) 10. Vaak voel ik me in de steek gelaten (e) 11. Wanneer ik daar behoefte aan heb kan ik altijd bij mijn vrienden terecht (s) De antwoordcategorieën lopen uiteen van Ja! Tot nee! (5). Na verwerking van de score volgt een totaalscore van 0 (niet eenzaam) tot 11 (zeer eenzaam). Ook kan er een score berekend worden voor sociale (s) en emotionele (e) eenzaamheid. 3

De score van eenzaamheid wordt als volgt berekend: Stap 1 Tel het aantal neutrale en positieve antwoorden ("min of meer", "ja", of "ja!") op de items 2, 3, 5, 6, 9, 10. Dit is de emotionele eenzaamheidsscore. Tel het aantal keren dat niet geantwoord is op de items 2, 3, 5, 6, 9, 10. Dit is de missende emotionele eenzaamheidsscore. Tel het aantal neutrale en negatieve antwoorden ("min of meer", "nee", of "nee!") op de items 1, 4, 7, 8, 11. Dit is de sociale eenzaamheidsscore. Tel het aantal keren dat niet geantwoord is op de items 1, 4, 7, 8, 11. Dit is de missende sociale eenzaamheidsscore. Stap 2 Berekende de totale eenzaamheidsscore als de optelling van de emotionele eenzaamheidsscore en de sociale eenzaamheidsscore. Stap 3 De totale eenzaamheidsscore is alleen geldig wanneer de optelling van de missende emotionele eenzaamheidsscore en de missende sociale eenzaamheidsscore 0 of 1 is. De sociale eenzaamheidsscore is alleen geldig wanneer de missende sociale eenzaamheidsscore 0 is. De emotionele eenzaamheidsscore is alleen geldig wanneer de missende emotionele eenzaamheidsscore 0 is. Stap 4 Desgewenst kan de totale eenzaamheidsscore nader ingedeeld worden naar vier niveaus: niet eenzaam (score 0, 1 of 2), matige eenzaamheid (score 3 t/m 8), sterke eenzaamheid (score 9 of 10) en zeer sterke eenzaamheid (score 11). Diagnostiek Het in kaart brengen van de eenzaamheid Wanneer het vermoeden bestaat dat een oudere eenzaam is, of uit de De Jong- Gierveldschaal blijkt dat een oudere eenzaam is, zal verdere diagnostiek gedaan moeten worden naar eenzaamheid en de oorzaken ervan. Interventie kan alleen succesvol zijn als de interventie aansluit op het type en de achtergrond van de eenzaamheid. Aanpak Het in kaart te brengen van de achtergrond zal in de regel worden uitgevoerd door de hulpverlener betrokken bij het vinden van een passende interventie en niet door de POH er of wijkverpleegkundige. Echter inzicht in de achtergrond variabelen kan helpen bij de keuze van de juiste persoon voor de uitvoering van de diagnostiek en interventie. 4

Bij het in kaart brengen van de eenzaamheid worden de volgende onderwerpen meegenomen: Kenmerken van de persoon en zijn omgeving (partner, woonsituatie); Huidige sociale netwerk; Wensen van de ouderen wat betreft participatie; Belemmerende factoren voor sociale participatie (fysieke of geestelijke gezondheid, gebrek aan financiële middelen en vervoersmogelijkheden en bepaalde persoonlijkheidskenmerken) zijn belang voor het goed laten aansluiten van een interventie; Zelfmanagement vaardigheden kunnen van belang zijn voor de motivatie van deelname aan activiteiten. Uitvoering Wie eenzaamheid diagnosticeert, is afhankelijk van de soort eenzaamheid waar sprake van is en is per gemeente verschillend. De hulpverleners genoemd in Tabel 1 komen daarvoor in aanmerking. Tabel 1: Hulpverleners bij eenzaamheid Hulpverlener Wanneer Heeft kennis van geïndiceerd? Hulpverlener WMO-loket SE Sociale kaart van de gemeente Ouderenadviseur SE Sociale kaart van de gemeente Maatschappelijk werker SE Sociale kaart van de gemeente Activiteitenbegeleider SE Sociale kaart van de gemeente Welzijnswerker SE Sociale kaart van de gemeente Ouderenorganisaties SE Sociale kaart van de gemeente Eerstelijns psycholoog EE / ZG Omgaan met eenzaamheid GGZ EE / ZG Omgaan met eenzaamheid Ergotherapeut ZG Omgaan met eenzaamheid en beperkingen Huisarts ZG Omgaan met beperkingen Verpleegkundige ZG Omgaan met beperkingen Notitie: SE = sociale eenzaamheid; EE = emotionele eenzaamheid; ZG = eenzaamheid gerelateerd aan ziekte of beperkingen. Interventies Achtergrond Er zijn veel interventies ontwikkeld om ouderen te helpen hun eenzaamheid te verminderen. Een interventie kan alleen effectief zijn als deze aansluit bij de achtergronden en het type van eenzaamheid. Het verdient de voorkeur dat de interventie op maat wordt aangeboden en dat deze aansluit bij de achtergronden en het type eenzaamheid van de oudere. Er zijn meerdere reviews geweest op het gebied van eenzaamheid (Fokkema& Van Tilburg, 2006, 2007; Cattan et al.,2005; Findlay, 2003). Slechts een paar interventies zijn effectief gebleken. Volgens Cattan et al. lijken de interventies met een educatieve component erin of interventies gericht op een specifieke doelgroep beter. 5

Uit Nederlandse studies blijkt dat het succes daarnaast vooral afhankelijk is van een goede organisatie en afstemming van de interventie. Op basis van deze studies zijn conclusies getrokken wat betreft valkuilen en lessen voor de toekomst (Fokkema & Van Tilburg, 2006, 2007). Type interventies Hieronder worden verschillende categorieën van interventies specifiek gericht op de oorzaken van de eenzaamheid besproken Netwerkontwikkeling Het verminderen van het verschil tussen gewenste en gerealiseerde relaties. Dit kan door nieuwe relaties aan te gaan of door bestaande te intensiveren of te verbeteren. Als de oorzaak van de eenzaamheid ligt bij de persoon zelf kan verbetering van persoonlijkheidskenmerken, zoals sociale vaardigheden, zelfvertrouwen en probleemoplossend vermogen, het aangaan aan aanhouden van sociale contacten vergemakkelijken. Ook kan gedacht worden aan activiteiten op het gebied van gezondheid, financiële situatie en zingeving. Persoonlijke activering Is begeleiding van ouderen bij het bewust maken van eenzaamheidsbevorderende houding of gedrag, het begeleiden bij het veranderen van deze situatie. Nadruk ligt op bevorderen van sociale en emotionele steun om sociale zelfredzaamheid te versterken. Ergotherapie Kan begeleiden bij het onderzoeken mogelijkheden ten aanzien van het vinden van een zinvolle dagbesteding, begeleiden bij gedragsverandering, het opheffen van belemmeringen in de omgeving waardoor handelen mogelijk wordt, oplossingen zoeken en leren omgaan met mobiliteitsproblemen, omgaan met slechtziendheid etc. Sociaal-culturele activering Het accent ligt hierbij op de activiteit en gezelligheid en niet direct op eenzaamheid. Via een indirecte wijze wordt er aan eenzaamheid gewerkt. Voorbeelden zijn koffie/ inloopochtend, diverse cursussen voor ouderen, gymnastiek etc. Cursussen, gespreksgroepen en therapie Deze kunnen een bijdrage leveren aan het verminderen van eenzaamheid. Het gaat om interventies die een blijvende verandering proberen aan te brengen in de eenzaamheidsbevorderende factoren die bij het individu zelf liggen. De interventies kunnen liggen binnen de categorieën netwerkontwikkeling, standaardverlaging en het leren omgaan met eenzaamheidsgevoelens. Voorbeelden zijn assertiviteitscursussen, vriendschapscursussen ter verbetering van sociale vaardigheden, cursus: verlies en dan verder, psychotherapie, gespreksgroepen etc. Bevordering van deskundigheid hulpverleners Bevordering van deskundigheid van hulpverleners met betrekking tot bewustwording en signalering is van groot belang. Er worden verschillende cursussen aangeboden geschikt voor bv thuiszorgmedewerkers zoals bijvoorbeeld bij Vilans. 6

Preventie mogelijkheden en ondersteuning gemeente De gemeente heeft via de WMO ook de verantwoordelijkheid om inwoners te ondersteunen in het ontmoeten van medemensen en het leggen van sociale contacten. Het is belangrijk ouderen te wijzen op de rol van het WMO loket. Omdat eenzaamheid niet gemakkelijk is om over te praten en is het van belang dat ouderen de weg weten te vinden naar mogelijke aanspreekpunten. WMO-loket Als een oudere zich eenzaam voelt door een tekort aan sociale contacten kan de hulpverlener van het WMO-loket zorgen voor een (vrijblijvend) contact van de oudere met een van de hulpverleners uit Tabel 1 of direct door verwijzen naar organisaties die activiteiten organiseren die geschikt zijn voor de betreffende oudere. Voorbeelden zijn: zorgorganisaties en wonen met ondersteuning en ontmoetingscentra (buurtcentra, verzorgingshuizen), gilde projecten, vrijwilligers organisaties, alzheimercafe s, alzheimerstichting, welzijnsstichtingen, hobbyclubs, mantelzorgorganisaties. Via deze instanties worden praatgroepen en cursussen voor ouderen georganiseerd. Ook de mogelijkheid om een maatjescontact aan te gaan of te werken als vrijwilliger kan besproken worden. Daarnaast zijn er binnen een wijk ook vaak verschillende instanties (buurtcentra, bejaardenhuis) die dagactiviteiten organiseren, waar ouderen van buitenaf ook bij kunnen aansluiten. Hobbyclubs worden onder de aandacht gebracht. Er kan worden doorverwezen naar mantelzorg. Leren omgaan met eenzaamheidsgevoelens Het verschil tussen gerealiseerde en gewenste relaties blijft bestaan. De interventie richt zich op het terugdringen van het belang van dit verschil door acceptatie, relativering, ontkenning of afleiding. Psycholoog Indien er sprake is van emotionele eenzaamheid of eenzaamheid die samenhangt met fysieke of mentale beperkingen of ziekten kan er worden doorverwezen naar de huisarts of eerstelijnspsycholoog/ggz. Financiering van de zorg WMO-loket: Het WMO-loket kan bezocht worden zonder vergoeding. Het is als het ware gratis advies. Instanties Wijkpost ouderen: geen kosten Ouderenadviesbureaus: geen kosten Stichting ouderenwerk: geen kosten Maatschappelijk werk: aan algemeen maatschappelijk werk zijn geen kosten verbonden Er is ook meer mogelijk bij zorgorganisaties. Huisarts/GGZ/eerstelijns psycholoog Dekking door de basiszorgverzekering 7

Ergotherapeut Ergotherapie wordt vergoed vanuit het basispakket zorgverzekeringen (maximaal 10 uur). Het verplichte eigen risico is wel van toepassing op ergotherapie. 8

Referenties Cattan, M., White, M., Bond, J. & Learmouth, A. (2005). Preventing social isolation and loneliness among older people: A systematic review of health promotion interventions. Ageing & Society, 25: 41-67. De Jong Gierveld, J. & Tilburg, T., van (2007). Zicht op eenzaamheid: achtergronden, oorzaken en aanpak. Assen: Van Gorcum. Findlay, R.A. (2003). Interventions to reduce social isolation amongst older people: Where is the evidence?. Ageing & Society, 23: 647-658. Fokkema, T. & De Jong Gierveld, J. (2003). Praktijk en wetenschap bundelen de krachten. Geron, 5 (3):54-60. Fokkema, C.M. & Tilburg, T.G., van (2007). Zin en onzin van eenzaamheidsinterventies bij ouderen. Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie, 38:185-203. Fokkema, T. & Tilburg, T.G., van (2006). Aanpak van eenzaamheid: helpt het? Een vergelijkend effect- en procesevaluatieonderzoek naar interventies ter voorkoming en vermindering van eenzaamheid onder ouderen. Den Haag: NIDI. Puts, M.T., Shekary, N., Widdershoven, G., Heldens, J., Lips, P. & Deeg, D.J. (2007). What does quality of life mean to older frail and non-frail community-dwelling adults in the Netherlands?. Qual Life Res, 16:263-77. Zouwe, N., van der (2005). Eenzame ouderen over de drempel. Een inventarisatie van knelpunten en oplossingsrichtingen in Zuid-Holland Noord. Leiden: GGD Hollands Midden. GGD Amsterdam, Eindrapport Amsterdamse gezondheidsmonitor 2008, p63-67: http://www.gezond.amsterdam.nl/wetenschappelijk-onderzoek/amsterdamse- Gezondheidsmonitor GGD Hart voor Brabant, Infokaart eenzaamheid, Ouderenenquête 2004: http://www.ggdkennisnet.nl/kennisnet/uploaddb/downl_object.asp?atoom=38510&volgnr =379 GGD Gelre-IJssel, Rapportage Ouderenmonitor 2005, Factsheet Eenzaamheid bij Ouderen: http://www.ggdgelreijssel.nl/client/1/default.asp?websiteid=1&contentid=1653&pagetitle= Monitor_ouderen GGD Hollands Midden, Gezondheidsenquête 65+ 2005, Factsheet 3 Psychische gezondheid: http://www.ggdhm.nl/getdocument.ashx?source=documentoverview&documentid=9756& rnd=634027870923492538 GGD Hollands Noorden, Ouderenenquête Kop van Noord-Holland 2006, p42-43: http://www.ggdhollandsnoorden.nl/getdocument.ashx?source=documentoverview&docu mentid=3589 9

GGD Hollands Noorden, Ouderenenquête West-Friesland 2004, p81-86: http://www.ggdhollandsnoorden.nl/getdocument.ashx?source=documentoverview&docu mentid=3574 Verder lezen? http://www.vilans.nl/smartsite.dws?ch=&id=63941: werkboek eenzaamheid ouderen http://www.movisie.nl/132231/def/home/nieuws/nieuws/verkenning_eenzaamheidsinterv enties_beschikbaar/: verkenning eenzaamheidsinterventies bij ouderen 10