Les 4 lengtematen m, dm en cm

Vergelijkbare documenten
METEN EN METEND REKENEN EERSTE LEERJAAR

Beginsituatie: De leerlingen zijn vertrouwd met het maken van constructies zoals keitjes.

METEN EN METEND REKENEN TWEEDE LEERJAAR

LEERPLANDOELEN METEN EN METEND REKENEN 3E LEERJAAR

LEERPLANDOELEN METEN EN METEND REKENEN 6 E LEERJAAR

DOELEN METEN EN METEND REKENEN 4 E LEERJAAR

Les 7 de meter: een groeimeter maken en meten met de meter.

MEETSTANDEN VIJFDE LEERJAAR. 1) Vergelijk de lengte van de reuzenworst met de elektrische verlengkabel. Eerst schatten, dan meten en dan noteren.

Schatten en meten (spel)

gewicht, tijdsduur en hoekgrootte nagegaan wordt hoeveel keer de maateenheid in de te meten grootheid gaat

Les 1: Lengte Vergelijken en meten met natuurlijke en met standaardmaateenheden (m, cm)

Doelenlijst 9: METEN onderdeel LENGTE, INHOUD, GEWICHT en OPPERVLAKTE

LENGTE. 1. DOORSTREEP DE BEGRIPPEN WAARVAN JE DE LENGTE NIET KUNT METEN. hoogte inhoud diepte breedte omtrek afstand temperatuur oppervlakte

Vervolgcursus Rekenen Tweede bijeenkomst 26 februari 2014 vincent jonker & monica wijers

Meetschrift METEN METEND REKENEN

klas "Eenheden"

handleiding pagina s 430 tot Handleiding 1.2 Huistaken nihil 2 Werkboek 5A: bladzijden 60, 61, 69, 75 en 76 5B: bladzijden 6, 15, 21, 22 en 23

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

Cursus voor Rekenondersteuners rekenen de 3 e slag. Bijeenkomst 3 28 februari 2012 Ceciel Borghouts & Monica Wijers Freudenthal Instituut

Op stap naar 1 B Minimumdoelen wiskunde

Een heleboel voorwerpen Groep / niveau Groep 4/ 5 Leerstofaspecten Gebruik van meetinstrumenten, meten met standaardmaten Benodigdheden

aantal evaluatielessen

Meten in de methode Rekenrijk

Meten: referentiematen

Kennis van de telrij De kinderen kunnen tellen en terugtellen tot 10 met sprongen van 1 en van 2.

Steekkaart: nummer 3Wi

Referentiematen. lerarengedeelte bij meetschrift. Lerarengedeelte meetschrift pagina 1

groep 7 en 8 als je langer bent, ben je dan ook...

Vervolgcursus Rekenen Tweede bijeenkomst 4 februari 2015 vincent jonker & monica wijers

maken de kinderen een lijst om hun schilderij. De focus ligt daarbij op het passen en meten.

2016 W. Danhof / P. Bandstra Bandstra Speciaal Rekenadvies

5 5d o e l e n k a t e r n

Blok 1 GB les 2 K1: cijfers 2 en 3 overtrekken en zelf schrijven

Workshop. Timmeren. - de oppervlakte van de plank berekenen, en de oppervlakte van het binnenwerk berekenen: basis x hoogte

doelenkatern leerjaar Blok Pagina Blok 1 2 tot 11 Blok 2 12 tot 20 Blok 3 21 tot 29 Blok 4 30 tot 37 Blok 5 38 tot 44 Blok 6 45 tot 53

handleiding pagina s 956 tot Handleiding

handleiding pagina s 678 tot Handleiding 1.2 Huistaken huistaak 20: bladzijde Werkboek 3 Posters 4 Scheurblokken

EDUCATIE PROGRAMMA. Geschikt voor leerlingen van groep 8. Weegschaalmuseum. Turfpoortstraat ED Naarden. Tel

(Eerlijk) verdelen, breuken (taal), meetkunde, meten

Optellen IT1 Antwoord M3 IT6 Antwoord M

handleiding pagina s 198 tot Handleiding

LOPUC. Een manier om problemen aan te pakken

Vervolgcursus Proeftuin Rekenen Tweede bijeenkomst 3 februari 2016 vincent jonker & monica wijers

PERIODE METEND REKENEN 3e KLAS 1

METEN REKENEN TEKENEN

Workshop. Vogels in je tuin

Onthoudboekje rekenen

handleiding pagina s 994 tot Handleiding 1.2 Huistaken huistaak 26: bladzijde 841 huistaak 29: bladzijde Werkboek 3 Posters

1 Hallo, dit ben ik! 1ste leerjaar. 2de leerjaar. 4de leerjaar 3de leerjaar. 6de leerjaar 5de leerjaar

Om herleidingen uit te voeren, bv. 211 cm = m, kun je de tabel van de lengtematen of de verhoudingstabel gebruiken. : 100

Scoreblad bewis 01. naam cursist: naam afnemer: werkpunt. niet goed. tellen. getalbegrip. algemeen bewerking en. optellen en.

M.R Overzicht scenario s leerlingengedeelte met schermafdruk

Opdrachten Oppervlakte

Lengte, omtrek en oppervlakte

A. Cooreman. 4 HR Euro Decimalen tot tienden

BLAD 6: KARWEITJES EN KOZIJNEN

De lengtematen. Naam:...

Diagnostiek van het handelend

WERKBOEK 2. WB_WK_LJ2_BL1_Lessen_ indb 1

Deze les bestaat uit twee delen. Het eerste deel kunnen de leerlingen zelfstandig in groepjes uitvoeren en het tweede gedeelte doe je klassikaal.

Op weg naar een leerlijn rekenen.

Het metriek stelsel. Grootheden en eenheden.

10. Knutselen voor de verteltafel

Toetswijzer examen Cool 2.1

Onthoudboekje rekenen

Genoeg ruimte? In de methodes

Tussendoelen rekenen-wiskunde voor eind groep 5

Thema 1 Activiteit 4. Een leesworm in de boekenhoek (2A) Ra ra ra, wat ben ik?

Tafelkaart: tafel 1, 2, 3, 4, 5

METEN. MR0 Doelstellingen

Spiegelen en symmetrie

Naam:... Nr... 5,20 5,21 5,24 5,27 5,28 5,30 5,270 5,271 5,274 5,278 5,280 1,555 1,505 6,250 6,025 0,07 0,007

Proefwerken juni 2017

handleiding pagina s 964 tot Handleiding 1.1 Kopieerbladen pagina 915: km Huistaken huistaak 27: bladzijde Werkboek 3 Posters

handleiding pagina s 707 tot Handleiding 1.1 Kopieerbladen pagina 640: soortelijk gewicht 1.2 Huistaken huistaak 21: bladzijde Werkboek

Onthoudboekje rekenen

centimeter decimeter meter decameter

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT: ZEG HET MET EEN T- SHIRT

27/11/2012 SCHATTEN....en niet alleen op zolder

REKENEN. Kerndoel 1: De leerlingen herkennen hoeveelheden en kunnen deze vergelijken Ordeningsbegrippen kennen 1.2. Ordenen van hoeveelheden

aantal evaluatielessen

REKENMODULE LENGTE/SCHAAL

Homogene groepen, de balk

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk 13 OMTREK EN OPPERVLAKTE

werkblad differentiatie onderwerp tijd cd-rom les 1 Getallenkennis werkbladen 21 en 22 2 x 25 minuten les 3 Bewerkingen werkblad minuten

Tijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren

TOELICHTING METRIEK STELSEL

Leerlijnen rekenen: De wereld in getallen

A 1 RS+ 1. Rekensprong Plus 1 (c) Van In, lesnr domein lesonderwerp lesnr domein lesonderwerp lesnr domein lesonderwerp

Groep 7, blok 1, week 1 Passende Perspectieven, leerroute 3

Kloklezen voor GO! bij Rekensprong Plus 1

verder aan de slag met meten te lijf

LEERPLAN WISKUNDE - Basisonderwijs

= 1 10 x 1. Om herleidingen uit te voeren, bv. 211 cm = m, kun je de tabel van de lengtematen of de verhoudingstabel gebruiken.

Tussendoelen ontwikkeling van het logisch denken

M V. Inleiding opdrachten. Opgave 1. Meetinstrumenten en grootheden. Vul het schema in. stopwatch. liniaal. thermometer. spanning.

Samenhang tussen kilogram en gram (spel)

Leerstofoverzicht groep 3

Schoolbrede start (15 min) Zie hoofdstuk Schoolbrede start.

Aandachtspunten. blok 7, les 1 blok 7, les 3 blok 7, les 6 blok 7, les 8 blok 7, les 11 blok 9, les 1

Transcriptie:

Les 4 lengtematen m, dm en cm Beginsituatie De leerlingen: - kunnen lengten vergelijken; - hebben ervaring opgedaan met het meten met de meter, met de decimeter en met de centimeter; - hebben ervaring opgedaan met verschillende meetinstrumenten; - kunnen een lengte schatten door gebruik te maken van een referentiemaat; Lesdoelen: De leerlingen kunnen: - lengten schatten en de schatting verwoorden in meter, decimeter en centimeter; - schattingen controleren; - gebruikmaken van ijzeren maten voor de meter, de decimeter en de centimeter; - objecten naar lengte vergelijken en deze lengten telkens toetsen aan de meter, de decimeter en de centimeter; - lengten meten tot op 1 cm nauwkeurig; - de juiste maateenheid en het gepaste meetinstrument kiezen. Leerplandoelen MR1-MR16 (volgens de handleiding geen leerstof 4e leerjaar) MR17 -------- a) De standaardmaateenheden kennen en gebruiken (zie doel MR29, MR30, MR36, MR37, MR50, MR51, MR53, MR54, MR61, MR62, MR68, MR71, MR73, MR74, MR75) -------- b) en de termen 'maatgetal', 'maateenheid' en 'maat' kennen en gebruiken -------- MR18 Referentiematen (bijv. 1 kg is het gewicht van een doos klontjessuiker, 1 l is de inhoud van een melkbrik, een deur is ongeveer 2 m hoog, 100 m is de afstand van... tot...; een brood kost ongeveer... fr.) kennen en gebruiken MR19 Resultaten van metingen en berekeningen lezen en noteren (zie doel MR30, MR37, MR51, MR54, MR62, MR68, MR71, MR74, MR75): a) met één maateenheid (bijv. bijna 1 m, ongeveer 1 kg, precies 1 l) -------- b) met meer dan één maateenheid (bijv. 4 m 23 cm, 3 l 15 cl, 1 kg 125 g) -------- c) als kommagetal met één maateenheid Zorgdoel -> kommagetallen moeilijk plaatsbaar in de tabel (bijv. 4,23 m, 3,15 l, 1,125 kg) -------- MR20 Een grootte schatten bij meetopdrachten met standaardmaateenheden en de schatting vergelijken met het meetresultaat.

-------- MR23 Gebruikelijke meetinstrumenten correct gebruiken bij metingen van lengte (bijv. meetlat, duimstok, meetlint), inhoud (bijv. een maatbeker), gewicht (bijv. een digitale weegschaal), tijdsduur (bijv. uurwerk, chronometer) en hoekgrootte (bijv. gradenboog, geodriehoek) -------- MR24 Een passend meetinstrument kiezen bij een meting met standaardmaateenheden -------- MR26 Een passende standaardmaateenheid kiezen (bijv. De lengte van de klas kan het best uitgedrukt worden in m en niet in mm.) Toelichtingen bij meten en metend rekenen: 3.2.3.1 Meten van lengte p 33 42 Materiaal: Verschillende meetinstrumenten: - duimstokken (meter) - Lintmeters (centimeter) - Vouwmeter (meter) - Meetlatten - Werkbladen - Poster met referentiematen

Inleiding 1.1 Vergelijken van voorwerpen uit de klas op het vlak van lengte Partnerwerk Zie werkblad : doe-opdracht 1 + kort klassikaal overlopen 1.2 Vergelijken van voorwerpen met de meter, decimeter, centimeter Zie werkblad : doe-opdracht 2 + klassikaal overlopen Kern 2.1 Leergesprek schatten van afmetingen. Zie werkblad : doe-opdracht 4 Werk per twee. Schat de lengte, hoogte of breedte van de voorwerpen. Overleg per twee. Noteer met potlood jullie schatting. (Begrijpt iedereen wat een schatting maken is?) 2.2 Vastleggen van referentiematen voor de meter, decimeter en centimeter. Leergesprek - Hoe breed schat je de klas? bv. 5m - Waarom gebruik je meter als maateenheid en niet centimeter? - Hoe kom je tot deze schatting? - Wie kan uitleggen hoe je een schatting moet maken? Als je schat moet je in je hoofd een idee hebben van de grootte van de maateenheid. Als je aan een maateenheid denkt, is het goed dat je een voorwerp in je hoofd heb dat ongeveer zo lang is. Hierdoor kan je gemakkelijker schatten. - Welk voorwerp in de klas is ongeveer 1 m lang? (ong. breedte van een zijbord) - Welke lengte is ongeveer 1 dm? (ong. een handspan de afstand tussen je gestrekte duim en wijsvinger) - Wat is ongeveer 1 cm lang? (ongeveer de breedte van de vingernagel van je duim) (We noteren dit op het werkblad, punt 3) - Waarom is het belangrijk dat we goed kunnen schatten? 2.3 Schat- en meetoefeningen Zie werkblad Doe-opdracht 4 We maken nu de volledige opdracht af. Je mag je eerder gemaakte schatting nog aanpassen. 2.4 Lichaamsmaten partnerwerk Extra opdracht: kopieerblad 1/5 De leerlingen meten bij elkaar een aantal lichaamsmaten op 1cm nauwkeurig. (Het is ook mogelijk om achteraf de meetresultaten in een grafiek samen te brengen)

Naam: Naam partner:. Datum:../../.. Doe-opdracht 1 Werk per twee. Vul de zinnen aan met een gepast voorwerp. Doorstreep wat niet past. Bv. Mijn pen is dikker/dunner dan een naald Meten en metend rekenen - lengtematen meter decimeter - centimeter Mijn lessenaar is hoger / lager dan... Mijn boekentas is groter / kleiner dan... Mijn potlood is langer / korter dan... De klas is breder / smaller dan... De deur is breder / smaller dan... Mijn stoel is hoger / lager dan... Mijn been is dikker /dunner dan... Doe-opdracht 2 Werk alleen. Kies voor elk voorwerp de gepaste maateenheid. Je moet je keuze kunnen uitleggen! Bv. schaar zet ik bij de decimeter omdat de schaar ruim 1 decimeter lang is. Voorwerpen: lessenaar, boekentas, potlood, klas, deur, stoel, been meter decimeter centimeter Onthoud! 1 km 100 m 10 m 1 m 1 dm 1 cm 1 mm Als je wil schatten, moet je weten dat 1 meter. 1 decimeter. 1 centimeter.

Doe-opdracht 4 Werk per twee. A. Schat de lengte, hoogte of breedte van de voorwerpen. B. Meet de lengte, hoogte of breedte van de voorwerpen. - Kies het juiste meetinstrument - Noteer het resultaat. Vergeet de juiste maateenheid niet. C. Vergelijk de schatting met het resultaat van je meting. Ik meet Mijn lessenaar lengte Ik schat - is meer dan - is minder dan - juist - bijna Meetinstrument - meetlat - stokmeter - vouwmeter - Resultaat van de meting: Mijn schatting is: Mijn stoel hoogte De deur breedte Boekentas hoogte De klas breedte

Zelfevaluatie GOK Evaluatie concrete actie Activiteit Datum Doel Lengtematen m, dm, cm 22 september 4A 25 september 4B 25 september - 4C 24 september 4D Zie uitgeschreven les 1. Product / proces (aankruisen wat van toepassing is) 1.1 Wordt het doel van de actie bereikt? Helemaal wel Eerder wel Eerder niet Helemaal niet 1.2 Kon de actie binnen de voorziene tijd worden uitgevoerd? 1.3 Levert deze actie een bijdrage tot de gelijke kansen van de leerlingen? Helemaal wel Helemaal wel Eerder wel Eerder niet Helemaal niet Eerder wel Eerder niet Helemaal niet 2. Welk is het zichtbaar effect van deze actie? (Toetsen, eindproducten, evaluatiegesprekken, LVS, vorderingen, Diocesane toetsen, foutenanalyses, gesprekken met leerlingen, gesprekken met ouders, vragenlijsten, verslagen MDO, leerlingenwerk, foto s, klasdagboek, observaties, reacties lln, ) Taalvaardigheid De leerlingen hebben de begrippen herhaaldelijk moeten gebruiken bij de uitvoering van de opdrachten. Dit opzet was geslaagd. Diversiteit (interactief werken) Volgend jaar laten we de kinderen antwoorden op twee vragen: - leg uit hoe jullie hebben samengewerkt? - Wat heb ik bijgeleerd? De klasleerkracht kijkt deze antwoorden na en vraagt door waar nodig 3. Opvolging van de activiteit? Houden (wat loopt er goed? Waaraan merk is dat? Waaraan wijt ik dat?) Lossen (wat loopt er fout? Waaraan merk is dat? Waaraan wijt ik dat) Houden en bijsturen (Hoe wil ik het? Welk resultaat wil ik? Hoe ga ik het aanpakken?) - Meetinstrumenten die de leerlingen meebrengen achteraan in de klas verzamelen voor de les aanvangt. Zo wordt prullen voorkomen. - Handige referentiematen: naast de referentiematen op poster ook nog andere referentiematen aanbrengen. bv. meter -> een voetstap ver, armen spreiden, - Werkblad aanpassen: tekening van de stoel toevoegen en aanduiden wat met de hoogte bedoeld wordt. - Samenwerken: verloopt niet bij alle leerlingen even vlot. Samenwerken wil zeggen dat ze samen moeten overleggen en dan pas iets noteren. Ze moeten dus beide hetzelfde op hun werkblad hebben staan! - Juist gebruik van meetinstrumenten: vooraf de meetinstrumenten overlopen. Sommige kinderen kennen de meetinstrumenten niet (vouwmeter is niet 1 meter lang, maar zelfs 2 m of 1,5 meter). - Begrip ruim blijft abstract voor de lln. -> Mijn jas zit niet krap maar ruim. Ruim wil zeg iets groter dan. - Totale lesduur (met kopieerblad): 2 lesuren.

Hoe hebben jullie samengewerkt? Leg uit! (Wat ging er goed? Minder goed? Waar ga je een volgende keer anders doen? Wat was er moeilijk? Waar hebben jullie elkaar in geholpen? ) Wat heb ik bijgeleerd? Hoe hebben jullie samengewerkt? Leg uit! (Wat ging er goed? Minder goed? Waar ga je een volgende keer anders doen? Wat was er moeilijk? Waar hebben jullie elkaar in geholpen? ) Wat heb ik bijgeleerd? Hoe hebben jullie samengewerkt? Leg uit! (Wat ging er goed? Minder goed? Waar ga je een volgende keer anders doen? Wat was er moeilijk? Waar hebben jullie elkaar in geholpen? ) Wat heb ik bijgeleerd?