Kloklezen voor GO! bij Rekensprong Plus 1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kloklezen voor GO! bij Rekensprong Plus 1"

Transcriptie

1 Kloklezen voor GO! bij Rekensprong Plus 1 Met deze bundel kunnen GO!-scholen Rekensprong Plus 1 in overeenstemming brengen met de vernieuwde leerlijn kloklezen van het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. Leerjaar 1 tijdsbeleving: een minuut, een uur (les 1, 1) conventies: - de analoge en de digitale klok (les 1,, 0, 1) - functie van de kleine en de grote wijzer (les 1,, 0, 1) - de analoge klok verdeeld in 1 (les 1) - de draaibeweging van de wijzers (les 1, 0) decoderen: - analoog: het hele uur en het uur dertig (les 1,, 0, 1) - digitaal: het hele uur en het uur dertig (1-urenindeling) (les 1,, 0, 1) handleiding b les 1 vervangt blz. en les vervangt blz. en les 0 vervangt blz. en les 1 vervangt blz. 1 en 1 verlengde instructie bij kloklezen summatieve toets einde tweede trimester kloklezen * vervangt blz. 0 (kopieerblad) summatieve toets einde schooljaar kloklezen * vervangt blz. 1 (kopieerblad) werkschrift c * werkbladen les 1 vervangen blz. werkblad herhaling kloklezen les /0 vervangt blz. oef. en werkbladen les vervangen blz. werkblad herhaling kloklezen les / vervangt blz. 0 oef. en werkschrift d * werkbladen les 0 vervangen blz. 1 werkblad herhaling kloklezen les 1/ vervangt blz. 0 oef. werkblad les 1 vervangt blz. werkblad herhaling kloklezen les / vervangt blz. 0 oef. 1 toetsschrift * toetsbladen sprong vervangen blz. -0 toetsbladen sprong vervangen blz. - toetsbladen sprong vervangen blz. - toetsbladen sprong 1 vervangen blz. - map van Wibbel remediëren en verrijken * kopieerblad MMR sprong vervangt blz. kopieerblad MMR sprong vervangt blz. kopieerblad MMR sprong vervangt blz. kopieerblad MMR1 sprong 1 vervangen blz. 1 * Van deze werkbladen werd achteraan een correctiesleutel toegevoegd.

2 LES 1 METEN EN METEND REKENEN VAN N DE KLOK: HET UUR A. Situering van de les leerlijn afstand en tijd duur x minuten (kan als geheel of in afzonderlijke lessen gegeven worden) doelenverwijzing lesdoelen eindterm N I A 1 Ervaren en beseffen dat uurwerken en kalenders middelen zijn om tijd te meten en aan te duiden Tijdsbeleving: - de begrippen uur en minuut ervaren en gebruiken - een referentiemaat kennen voor uur en minuut Conventies: onderscheid maken tussen de analoge klok (wijzerklok) en de digitale klok (cijferklok) Conventies: weten dat de klok in 1 verdeeld wordt. Conventies:.1 - kennismaken met de draaibeweging van de wijzers van de analoge klok - de functie van de kleine en de grote wijzer van een analoge klok kennen - de functie van de getallen voor en na de dubbele punt op een digitale klok kennen Decoderen: de tijd aflezen, aanduiden en noteren Tijdsaanduidingen lezen en instellen op de cijferklok en de wijzerklok: het uur Samen een opdracht uitvoeren en voldoende openstaan om van anderen te leren.1..1 leren leren SV 1. verschillende klokken: een polshorloge, een chronometer, een digitale klok, een zand- loper, een keukenwekker een kalender een meetstok van 1 m per leerlingen een wijzerklokje (en een cijferklokje indien aanwezig) een cijferklok en een wijzerklok met secondewijzer in de klas een cimbaal of 1 knikkers en een blikken doos de werkbladen van les 1 in deze bundel (kopieerbladen) didactisch materiaal accenten nieuw In deze les laten we de leerlingen kennismaken met allerlei voorwerpen om de tijd te meten. Ze leren kloklezen tot op het uur nauwkeurig op een wijzerklok en op een cijferklok. inoefenen automatiseren suggesties Om het kloklezen vlot te laten verlopen is dagelijks oefenen essentieel. Doe dat heel geregeld in korte tussenmomenten ook buiten de wiskundelessen - door te verwijzen naar de klok(ken) in de klas. Geef afwisselend aandacht aan het correct lezen en interpreteren van de tijd. Laat de leerlingen ook kennismaken met andere klokken met bv. Romeinse cijfers of zonder cijfers. Ze hoeven die echter niet te leren hanteren of lezen. plaats van de les vorige les les les 1 van in de leerlijn volgende les les les van voorbereiding de individuele getalbeelden, en (zie kopieerblad bij sprong ) volgende les de splitsingskaartjes van (zie kopieerbladen bij deze sprong)

3 LES 1 METEN EN METEND REKENEN DE KLOK: HET UUR B. Lesgang Verkorte lesgang beginsituatie start kern 1 In hun dagelijkse leefwereld en in les hebben de leerlingen al ervaringen opgedaan met klokken en tijdsbeleving. Vooraf heb je allerlei voorwerpen klaargelegd waarmee je de tijd kunt meten, waaronder ook een kalender. Daartussen ligt ook een meetstok van 1 m. Wat hoort hier niet thuis? Waarom niet? instructie 1 De begrippen uur en minuut Wat duurt ongeveer een uur? Wat duurt een minuut? Geef ook aandacht aan de subjectieve tijdsbeleving. Wanneer gaat 1 uur snel voorbij? Wanneer duurt 1 minuut lang? tip Spreek binnen je school referentiematen af. De klok is in twaalf verdeeld. Sla 1 keer op een cimbaal of laat één voor één 1 knikkers in een blikken doos vallen. Tel samen met de kinderen hardop mee. Wijs daarbij op de cijfers op de wijzerklok. verwerking 1 klassikaal De oefeningen 1, en worden onder begeleiding gemaakt en besproken. partnerwerk Oefening maken de leerlingen per twee. verlengde instructie Laat de leerlingen de getallen zachtjes zeggen terwijl ze die invullen. kern Het uur op de analoge en de digitale klok Toon de cijferklok en de wijzerklok die je allebei hebt ingesteld op bv. uur. Wie weet hoe laat het is op deze klokken? Laat verwoorden of verwoord zelf: het is (juist, precies) uur. Wijs de kinderen op de positie van de twee wijzers van de wijzerklok. Demonstreer het draaien van de wijzers. Laat de kinderen de draaibeweging met hun arm mee volgen om de draairichting onder de knie te krijgen. Vergelijk dan met wat te zien is op de cijferklok. Toon nog enkele andere uurinstellingen op beide klokken. Laat de leerlingen bij de analoge klok telkens verwoorden hoe de wijzers staan. Laat bij de cijferklok telkens verwoorden als: Het is X uur en 0 minuten of juist X uur. Wie kan de klokken op uur komen zetten? Maak zo nog enkele oefeningen klassikaal. verwerking werken in groepjes Laat de leerlingen in groepjes van of oefenen met de klokjes. klassikaal Maak de eerste opgave van oefening klassikaal. De andere opgaven worden onder begeleiding gemaakt en besproken. partnerwerk De oefeningen en maken de leerlingen per twee. verlengde instructie Herhaal de functie van de wijzers en hun positie bij het volle uur en van de cijfers voor en na de dubbele punt op de digitale klok. Laat zo veel mogelijk simultaan met de twee soorten klokjes werken. Schenk ruim aandacht aan het juist verwoorden. afronding Wat duurt precies 1 uur op school? (zie de referentiemaat) Wat duurt 1 minuut? (zie de referentiemaat) Heb je dit al eens gehoord: De tijd gaat snel, gebruik hem wel? Wat betekent dat? Is dat ook voor jullie zo? Lukte het om met twee te oefenen? Wat vond je er leuk aan? Wat lukte niet zo goed bij het oefenen? Hoe komt dat, denk je?

4 LES 1 METEN EN METEND REKENEN VAN N DE KLOK: HET UUR Uitgebreide lesgang beginsituatie start kern 1 In hun dagelijkse leefwereld hebben de leerlingen al heel wat ervaringen opgedaan met klokken en tijdsbeleving. In les hebben ze tijdsduur ervaren en de duur van bekende activiteiten vergeleken (lang, kort, langer dan, korter dan, even lang als ), zonder die echter te benoemen. Vooraf heb je allerlei voorwerpen klaargelegd waarmee je de tijd kunt meten: een polshorloge, een chronometer, een digitale klok, een zandloper, een keukenwekker, de klasklok, een klok met secondewijzer, een kalender en daartussen een meetstok van 1 m. Wat hoort hier niet thuis? Waarom niet? (met de stok kun je de tijd niet meten) De kalender hoort er wel bij, omdat het ook een manier is om iets te zeggen over de tijd, bv. welke dag het is. instructie 1 De begrippen uur en minuut Wat duurt ongeveer een uur? Geef zelf aan dat de turn- of zwemles, de middagpauze 1 uur duurt. Laat de leerlingen nog voorbeelden uit hun eigen ervaringswereld geven. Wat duurt een minuut? Laat de leerlingen gedurende 1 minuut zwijgen. Kijk terwijl samen hoe de secondewijzer één keer helemaal rond gaat op een analoge klok. Laat de leerlingen nog voorbeelden uit hun eigen ervaringswereld geven. Het belangrijkste is hier dat ze een duidelijk onderscheid maken tussen activiteiten die lang en (heel) kort duren. Geef ook aandacht aan de subjectieve tijdsbeleving. Wanneer gaat 1 uur snel voorbij? (Als we iets leuks doen ) Wanneer duurt 1 minuut lang? (Wanneer het saai is of we moeten zwijgen, zoals daarnet ) tip Spreek binnen je school een referentiemaat af voor het uur (bv. de middagpauze, de zwemles ) en de minuut (bv. een koekje eten, rustig tot 0 tellen, de secondewijzer op de klok die helemaal rond gaat ) De klok is in twaalf verdeeld. Sla 1 keer op een cimbaal of laat één voor één 1 knikkers in een blikken doos vallen. Tel samen met de kinderen hardop mee. Wijs daarbij op de cijfers op de wijzerklok. verwerking 1 klassikaal De oefeningen 1, en worden onder begeleiding gemaakt en besproken. Laat bij oefening 1 motiveren waarom wel of niet. partnerwerk Oefening maken de leerlingen per twee. verlengde instructie Laat de leerlingen de getallen zachtjes zeggen terwijl ze die invullen. Als ze moeite hebben met doortellen, kunnen ze telkens opnieuw vanaf 1 beginnen.

5 LES 1 METEN EN METEND REKENEN DE KLOK: HET UUR kern Het uur op de analoge en de digitale klok Je toont de cijferklok en de wijzerklok die je allebei hebt ingesteld op bv. uur en vraagt: Wie weet hoe laat het is op deze klokken? Laat verwoorden of verwoord zelf: het is (juist, precies) uur. Wijs de kinderen op de positie van de twee wijzers van de wijzerklok. Bij het volle uur staat de lange (grote) wijzer op de 1 en de korte (kleine) wijzer wijst het uur aan. De lange wijzer is groot en heeft lange benen. De korte wijzer is klein en heeft korte beentjes. Ze lopen heel de tijd rondjes tegen elkaar. De korte wijzer kan niet zo snel lopen als de lange wijzer. De lange wijzer gaat veel sneller vooruit dan de korte wijzer en loopt dus meer rondjes. Demonstreer dat door de lange wijzer enkele keren rond te draaien. Laat de kinderen de draaibeweging van de grote wijzer met hun arm mee volgen om de draairichting onder de knie te krijgen. De kleine of korte wijzer wijst de uren aan. De lange wijzer wijst de minuten aan. Vergelijk dan met wat te zien is op de cijferklok. Je kunt daarbij aangeven dat de kleine wijzer overeenkomt met wat voor de dubbele punt staat. Op de cijferklok staat het uur voor de dubbele punt. Na de dubbele punt staan de minuten. Bij het volle uur staat er 00 minuten na de dubbele punt. Op deze klok is het juist uur, het is uur en 0 minuten. Toon dan bv. uur op beide klokken. Laat de kinderen zeggen hoe laat het is. Herhaal de functie en de positie van de wijzers op de analoge klok en van de cijfers voor en na de dubbele punt op de digitale klok. Laat verwoorden: uur en 0 minuten. Laat dat verkorten tot uur. Toon nog enkele andere uurinstellingen op beide klokken. Laat de leerlingen bij de analoge klok telkens verwoorden hoe de wijzers staan: De lange wijzer staat op de twaalf en de korte wijzer op de Laat bij de cijferklok telkens verwoorden als: Het is X uur en 0 minuten of juist X uur. Wie kan de klokken op uur komen zetten? Let goed op de plaats van de wijzers. Maak zo nog enkele oefeningen klassikaal. verwerking werken in groepjes Verdeel de klas in groepjes van of leerlingen. Elk groepje heeft een wijzerklokje en een cijferklokje (indien aanwezig). Zeg welk uur de kinderen op de klokjes moeten zetten. Geef hen even de tijd om te overleggen. Verbeter onmiddellijk waar nodig of bespreek klassikaal. tip Groepjes die geen problemen hebben, laat je opdrachten voor elkaar verzinnen. Om de beurt stelt een leerling een uur in op het cijferklokje, de anderen lezen het af en stellen hetzelfde uur in op hun wijzerklokje. klassikaal Maak de eerste opgave van oefening klassikaal. De andere opgaven worden onder begeleiding gemaakt en besproken. partnerwerk De oefeningen en maken de leerlingen per twee. verlengde instructie Benadruk bij de wijzerklok dat de leerlingen goed naar de wijzers moeten kijken. Herhaal de functie van de wijzers en hun positie bij het volle uur. Laat die ook door de leerlingen verwoorden. Bij de cijferklok herinner je eraan dat het uur voor de dubbele punt staat en dat er bij het volle uur 00 bij de minuten na de dubbele punt staat. Laat zo veel mogelijk simultaan met de twee soorten klokjes werken. Schenk ruim aandacht aan het juist verwoorden. afronding Wat duurt precies 1 uur op school? (zie de referentiemaat) Wat duurt 1 minuut? (zie de referentiemaat) Heb je dit al eens gehoord: De tijd gaat snel, gebruik hem wel? Wat betekent dat? Is dat ook voor jullie zo? Lukte het om met twee te oefenen? Wat vond je er leuk aan? Wat lukte niet zo goed bij het oefenen? Hoe komt dat, denk je?

6 LES METEN EN METEND REKENEN VAN N DE KLOK: HET UUR - DE DATUM A. Situering van de les leerlijn afstand en tijd duur minuten doelenverwijzing lesdoelen eindterm N I A 1 Decoderen: de tijd aflezen, aanduiden en noteren Tijdsaanduidingen lezen en instellen op de cijferklok en de wijzerklok: het uur De datum lezen en noteren. Geschikte meetinstrumenten kiezen in functie van wat. gemeten moet worden Passend gebruik maken van afbeeldingen leren leren 1. didactisch materiaal een kalender een chronometer, een keukenwekker, een wandklok, een digitale klok, een zandloper, een polshorloge een wijzerklok en een cijferklok in de klas voor ieder kind een individueel wijzerklokje, indien mogelijk ook een cijferklokje de werkbladen van les in deze bundel (kopieerbladen) accenten nieuw In deze les maken de leerlingen kennis met de datum van de dag. Ze leren die lezen en schrijven. Ze leren ook de gepaste meetinstrumenten kiezen om de tijd te meten. inoefenen automatiseren We oefenen het kloklezen (tot op het uur nauwkeurig) verder in. plaats van de les vorige les les 1 les van in de leerlijn volgende les les 0 les van voorbereiding de individuele getalbeelden tot (zie kopieerblad bij sprong ) volgende les de klassikale getalbeelden tot (zie kopieerbladen bij sprong ) de individuele splitsingskaartjes tot (zie kopieerbladen bij sprong en sprong ) voor ieder kind de individuele tienkaart (zie kopieerblad bij sprong ) en 0 blokjes voor ieder kind kleurpotloden een meetstok van 1 m of een bordlat, een maatbeker van 1 l, een balans en een gewicht van 1 kg een kruik, een grote kom, een beker, een drankblikje, een pak suiker, een pak zout, een baksteen, een banaan speelgoedgeld: munten van 1,, en cent en van 1 en euro en biljetten van en euro individuele wijzerklokjes en een klassikale cijferklok en wijzerklok

7 LES METEN EN METEND REKENEN DE KLOK: HET UUR - DE DATUM B. Lesgang beginsituatie start In les 1 hebben de kinderen de klok leren lezen tot op het uur nauwkeurig. Ze hebben tijdsaanduidingen afgelezen van en ingesteld op een cijferklok en een wijzerklok. Welke dag is het vandaag? Ken je ook de datum? Waar kun je die zien? (op de kalender in de klas) Laat de kinderen de datum lezen of zeggen: Vandaag is het dag maart. (Strikt genomen kennen ze de getallen maar tot 0, maar dit werkt uitdagend. Door eerdere ervaringen met kalenders in de klas en thuis kennen de meeste kinderen vrij goed de getallen tot 1.) Noteer de datum bovenaan op het bord (doe dat voortaan elke dag) en laat de kinderen hem overschrijven op hun werkblad, bij oefening 1. Vanaf vandaag proberen we elke dag de datum juist te lezen en te schrijven. kern instructie Kloklezen oefenen Toon enkele uurinstellingen, tegelijk op de klassikale cijfer- en wijzerklok. De leerlingen zeggen hoe laat het is. Laat de positie van de wijzers op de analoge klok verwoorden. Laat ook zeggen welke cijfers er voor en na de dubbele punt staan op de digitale klok als het precies uur is. Een leerling toont een uurinstelling op de cijfer- of wijzerklok. Een tweede zegt hoe laat het is en stelt het uur in op de andere klok. Nu mag hij/zij zeggen welk uur een volgend kind moet instellen. Ga zo door tot iedereen aan de beurt geweest is. Wissel af tussen digitale en analoge klok. partnerwerk De leerlingen oefenen per twee met de individuele klokjes: het ene kind stelt een uur in, het andere zegt hoe laat het is. Daarna wisselen ze van rol. Bied hulp waar nodig. tip Let erop dat de leerlingen op de wijzerklok altijd eerst de lange wijzer plaatsen en dan pas de korte wijzer. instructie Precies, bijna, later dan uur Toon een vol uur op de wijzerklok en verwoord: Het is (juist, precies) uur. Toon dan een wijzerklok waarop het enkele minuten vroeger is dan uur. Is het op deze klok precies uur? (Nee, het is vroeger.) Verwoord: De grote wijzer staat nog niet op de 1. Het is vroeger dan uur. Het is bijna uur. Toon dan een wijzerklok waarop het enkele minuten later is dan uur. Is het op deze klok precies uur? (Nee, het is later.) Verwoord: De grote wijzer staat voorbij de 1. Het is later dan uur. Het is uur voorbij. Noot: Omdat de begripsvorming 1 uur = 0 minuten nog niet gerealiseerd is, beperken we deze lesfase tot de analoge klok, waarop de stand van de grote wijzer voor of voorbij de 1 voor de kinderen duidelijk af te lezen is. instructie Waarmee meet je de tijd? Op de tafel vooraan liggen een chronometer, een keukenwekker, een (digitale) wandklok, een zandloper, een polshorloge Vraag de kinderen de gepaste klok te kiezen om bijvoorbeeld te weten: hoe snel iemand loopt (chronometer); hoe lang je een eitje moet laten koken (keukenwekker); hoe laat het is als je bij je vriendje aan het spelen bent (polshorloge of wandklok); hoe lang je een spel mag spelen voor de ander aan de beurt is (zandloper). Waarmee meet je iets dat ongeveer een minuut duurt? (chronometer, zandloper, keukenwekker ) Waarmee meet je iets dat ongeveer een uur duurt? (wandklok, polshorloge) Herinner aan de referentiematen: Wat duurt een minuut? Wat duurt een uur? verwerking klassikaal Oefening wordt onder begeleiding gemaakt. De leerlingen geven aan wat samen hoort en verwoorden waarom. zelfstandig werk De kinderen maken oefening op het werkblad individueel. Oefening wordt per twee gemaakt; laat hardop lezen en verwoorden. verlengde instructie Herhaal de functie van de wijzers en hun positie bij het volle uur en van de cijfers voor en na de dubbele punt op de digitale klok. afronding Bekijk samen de foto s van oefening. Laat de voorwerpen juist benoemen. Vraag de leerlingen welke meetinstrumenten zij al gebruikt hebben, wanneer en waarvoor. Bespreek dan welke stroom of batterijen nodig hebben en welke niet.

8 LES 0 METEN EN METEND REKENEN VAN N KLOKLEZEN: HET UUR EN HET HALVE UUR A. Situering van de les leerlijn afstand en tijd duur minuten doelenverwijzing lesdoelen eindterm N I A 1 Decoderen: de tijd aflezen, aanduiden en noteren Tijdsaanduidingen aflezen en instellen op een cijferklok en een wijzerklok: het uur Decoderen: de tijd aflezen, aanduiden en noteren Tijdsaanduidingen lezen en instellen op een cijferklok en een wijzerklok: het halve uur De datum lezen en noteren. Korte, eenvoudige opdrachtjes begrijpen leren leren didactisch materiaal een cijferklok en een wijzerklok in de klas individuele wijzerklokjes en indien mogelijk ook cijferklokjes de werkbladen van les 0 in deze bundel (kopieerbladen) accenten nieuw In deze les leren de kinderen het halve uur correct aflezen en instellen op een cijferklok en op een wijzerklok. inoefenen Het lezen en instellen van de volle uren wordt verder ingeoefend. automatiseren suggesties In deze les leren de leerlingen het halve uur verwoorden als X uur dertig. Strikt genomen hebben ze de getallen nog maar tot 0 geleerd, maar zoals we in les al aangaven, kennen de meeste kinderen door hun ervaringen met kalenders in de klas en thuis de getallen tot 1 vrij goed. Laat eventueel het getal 0 aanduiden op de klaskalender. plaats van de les vorige les les les van in de leerlijn volgende les les 0 les van voorbereiding een klassikale getallenas tot 0 volgende les de klassikale getalbeelden,, en (zie kopieerbladen bij sprong ) de symboolkaartjes > en < (zie kopieerblad bij sprong ) voor ieder kind de individuele tienkaart (zie kopieerblad bij sprong ) en losse blokjes de individuele getalkaartjes en getalbeelden tot (zie kopieerbladen bij sprong ) de splitsingskaartjes tot (zie kopieerbladen bij sprong en sprong ) voor ieder kind kleurpotloden voor elke leerling (of per duo) een portemonneetje met speelgoedgeld: munten van 1,, en cent en van 1 en euro, biljetten van en euro een spiegel individuele klokjes

9 LES 0 METEN EN METEND REKENEN KLOKLEZEN: HET UUR EN HET HALVE UUR B. Lesgang beginsituatie start kern De leerlingen kunnen de cijferklok en de wijzerklok lezen en instellen tot op een uur nauwkeurig. In les hebben ze de datum leren lezen en schrijven. Laat de kinderen de datum van vandaag zeggen. Vraag een leerling die op het bord te noteren. tip Laat bij het begin van elke dag een andere leerling de datum zeggen en op het bord noteren. instructie Het uur Geef de leerlingen even de tijd om de tekeningen van oefening 1 te bekijken. Laat hen kort reageren op wat ze zien (de voormiddag van Kobe). Stel eerst vragen over de activiteiten op hele uren: bv. Om hoe laat staat Kobe op? (Om uur.) Laat een leerling de uren eventueel op de wijzer- en de cijferklok instellen. De andere leerlingen kunnen meewerken op hun individuele klokjes. Controleer. Het halfuur Om hoe laat kleedt Kobe zich aan? Stel die tijd in op de analoge klok. Is het uur? (Nee, het is later.) Is het al uur? (Nee, nog niet, het is vroeger.) Het is dus geen uur en ook nog geen uur. Waaraan zie je dat op de wijzerklok? Probeer de leerlingen dat zelf te laten verwoorden. (De korte wijzer staat niet op de of de, maar er precies tussenin. De lange wijzer staat niet op de 1, maar op de.) Herinner de leerlingen aan de draaibeweging van de korte en de lange wijzer (les 1). Als de lange (grote) wijzer op de zes staat, heeft hij nog maar een halve weg afgelegd. We noemen dat een halfuur. De korte wijzer staat tussen de en de, voorbij de maar nog niet bij de. We zeggen dan: Het is halfacht. Vestig dan de aandacht op de cijferklok op de tekening en stel de klassikale cijferklok in: :0. Laat de leerlingen herhalen wat er voor de dubbele punt (het uur) en na de dubbele punt staat (de minuten). Als je naar de cijferklok kijkt, zie je: uur en dertig minuten. We zeggen: Het is uur 0 minuten of korter uur 0. Een halfuur op de wijzerklok is dertig minuten op de cijferklok. Doe hetzelfde met de andere activiteiten met een halfuur op de tekening. Laat na elke bespreking een kind de halve uren op de klassikale klokken instellen en verwoorden. De andere leerlingen kunnen meewerken op hun individuele klokjes. Controleer. Noot: We bieden in deze instructie zowel de verwoording X uur 0 als de verwoording met half aan. Volgens de visietekst hoeven de leerlingen in het 1e leerjaar enkel het uur dertig te kennen. Dat is dan ook de enige verwoording die we actief vragen. Afhankelijk van wat in de streek gebruikelijk is, kun je voor één verwoording kiezen of beide naast elkaar blijven gebruiken. tip Spreek binnen je school een referentiemaat voor een halfuur af, bv. de duur van een populair tv-programma. Vraag dan aan enkele leerlingen om hoe laat zij de activiteiten op de tekeningen doen: Hoe laat sta je s morgens op / kleed je je aan / ontbijt je / vertrek je naar school? Noteer hun antwoorden digitaal in drie kolommen op het bord: kolom 1: de volle uren, kolom : de halve uren (X uur 0), kolom : andere tijdstippen (als die genoemd worden). verwerking klassikaal Stel op de klasklokken volle uren en halve uren die op het bord staan in en laat de leerlingen zeggen hoe laat het is. Wissel analoog en digitaal af. partnerwerk Laat de leerlingen per twee oefenen met de individuele klokjes: om de beurt stelt de ene een uur of een halfuur in en zegt de andere hoe laat het is. Controleer en bied hulp waar nodig. klassikaal De oefeningen en worden onder begeleiding gemaakt. zelfstandig werk Oefening maken de kinderen individueel. verlengde instructie Herhaal de functie van de wijzers en hun positie bij het uur en het halve uur en van de cijfers voor en na de dubbele punt op de digitale klok. afronding Wanneer kijk jij op de klok? Waarom?

10 LES 1 METEN EN METEND REKENEN VAN I SNELHEID, SCHATTEN, HET UUR EN HET HALVE UUR A. Situering van de les leerlijn afstand en tijd duur minuten doelenverwijzing lesdoelen eindterm N I A 1 Tijdsbeleving: het verschil ervaren en verwoorden tussen heel traag en traag, heel snel en snel Levende wezens en mechanische voorwerpen rangschikken op basis van hun snelheid Ervaren en verwoorden dat bewegende elementen een snelheid hebben of ontwikkelen Decoderen: tijd aflezen en aanduiden: het uur en het halve uur.1..1 Een tijdsduur schatten en berekenen. Vraagstukken over één grootheid tijd oplossen. Doorzetten als iets niet onmiddellijk lukt leren leren didactisch materiaal prenten of foto s van een vijver, een rivier, een waterval prenten of foto s van bv. een slak, een schildpad, een duif, een haas prenten of foto s van een een fiets, een auto, een racewagen, een vliegtuig, een ruimtetuig (speelgoedvoertuigen kunnen ook) een wijzerklok en een cijferklok in de klas per twee leerlingen een individueel wijzerklokje en indien mogelijk ook een cijferklokje het werkblad van les 1 in deze bundel (kopieerblad) accenten nieuw In deze les proberen de leerlingen levende wezens en mechanische voorwerpen correct te rangschikken naar snelheid. Ze leren ook tijdsduur schatten in relatie tot hun eigen leefwereld. inoefenen De leerlingen ervaren opnieuw dat tijd en snelheid subjectieve begrippen zijn. Het kloklezen (het uur en het halve uur) wordt verder geoefend. automatiseren suggesties Dit is een ideaal moment om te beginnen met een aftelkalender naar de grote vakantie. plaats van de les vorige les les 0 les van in de leerlijn volgende les 1 voorbereiding volgende les voor risicoleerlingen de individuele tienkaart (zie kopieerblad bij sprong ) en blokjes

11 LES 1 METEN EN METEND REKENEN SNELHEID, SCHATTEN, HET UUR EN HET HALVE UUR B. Lesgang beginsituatie start kern In voorgaande lessen hebben de leerlingen al heel wat subjectieve ervaringen rond tijd opgedaan. Ze kunnen ook de klok lezen (het uur en het halve uur). Het is bijna vakantie. In de vakantie zoeken veel mensen het water op. Hier heb ik drie prenten van water: een vijver, een rivier en een waterval. In welk daarvan beweegt of loopt het water het snelst? Laat verwoorden. instructie 1 Begrippen in verband met snelheid Hang prenten van trage en snelle dieren (bv. een slak, een schildpad, een duif, een haas ) aan het bord. Welk dier is traag (snel)? En welk is heel traag (snel)? Ken je nog andere dieren of dingen die (heel) traag of (heel) snel zijn? Rangschikken naar snelheid Hang prenten van een auto, een fiets, een ruimtetuig, een racewagen en een vliegtuig aan het bord (of zet speelgoedvoertuigen op een tafel vooraan) en laat ze in volgorde van traag naar snel rangschikken. Laat verwoorden. Kun je zelf nog zo n rijtje verzinnen? Tijdsduur schatten Wat duurt het langst: de turnles of een ijsje eten? Huiswerk maken of een liedje zingen? De rekenles of de knutselles? Een tekenfilmpje op tv of een film in de bioscoop? Noem zelf een aantal dingen die kort (lang) duren. Probeer de leerlingen opnieuw te laten ervaren dat tijdsbeleving ook subjectief is: Iets leuks gaat meestal vlug voorbij. Iets vervelends lijkt lang te duren. Laat ze daar voorbeelden van geven en ervaringen uitwisselen. Vraagstukken over tijd Vertel het volgende rekenverhaaltje: Joost en zijn papa gaan fietsen. Ze vertrekken om uur. Drie uur later zijn ze weer thuis. Hoe laat is het dan? Laat enkele kinderen dat navertellen en de tijden aanduiden op de klassikale wijzerklok. Maak zo nog enkele oefeningen, bv. Papa komt om uur thuis van zijn werk. Gisteren was hij 1 uur vroeger thuis. Hoe laat was het toen? Kloklezen Stel enkele volle en halve uren in op de klassikale klokken en laat ze aflezen. Wissel analoog en digitaal af. tip Laat de leerlingen ook per twee oefenen met de individuele klokjes: om de beurt stelt de ene een uur of een halfuur in en zegt de andere hoe laat het is. verwerking klassikaal Maak de oefeningen 1, en onder begeleiding. Laat de oplossing verwoorden. zelfstandig werk De kinderen maken oefening van het werkblad individueel. Deze oefening maak je helemaal alleen. Lees aandachtig wat je moet doen. Denk eerst goed na en los dan op. Als je het niet meteen weet, geef dan de moed niet op en probeer het nog een keer. De laatste kolom van oefening is voor de vlugge leerlingen bedoeld. verlengde instructie Herhaal de functie van de wijzers en hun positie bij het volle uur en het halve uur en van de cijfers voor en na de dubbele punt op de digitale klok. afronding Als afsluiter koppel je het begrip tijd aan de eigen beleving van de kinderen. Wat doe jij om uur 0, 1 uur, 1 uur 0, uur? Wanneer gaat de tijd voor jou snel voorbij? Hoe komt dat, denk je? Hou er rekening mee dat dit tijdsbegrip voor veel leerlingen nog (te) moeilijk kan zijn. 1

12 VERLENGDE INSTRUCTIE BIJ KLOKLEZEN algemeen Zorg dat de wijzerklok en de digitale klok goed zichtbaar zijn in de klas. Hang ze bij elkaar, zodat de kinderen het verband ertussen zien. Verwijs er regelmatig naar en verwoord: Het is precies uur. Het is bijna uur. Het is uur voorbij enz. Het kloklezen oefen je het best elke dag in korte oefenmomentjes, ook buiten de lessen wiskunde. Houd de twee klokken altijd bij je op de demotafel, zodat je ze bij de hand hebt voor zulke tussendoortjes. Laat leerlingen verwoorden wat ze zien op de klok. Correcte verwoording is heel belangrijk. Probeer naast individuele wijzerklokjes ook kleine digitale klokjes in de klas te hebben voor de leerlingen. Maak de leerlingen vertrouwd met verschillende soorten klokken: met cijfers, met enkel,,, 1, zonder cijfers, met Romeinse cijfers de wijzerklok Zeg de kinderen dat ze goed op het verschil tussen de lange en de korte wijzer moeten letten. Laat hen de positie van de wijzers verwoorden. Maak hen gewoon altijd eerst op de lange wijzer te letten, daarna op de korte. Herhaal en laat verwoorden dat de korte wijzer zegt hoeveel uur het is; de lange wijzer zegt iets over de minuten. Begeleid risicoleerlingen tijdens het zelfstandig werk door samen met hen de tijd op een individueel klokje in te stellen en hen de positie van de wijzers te laten verwoorden: De lange (grote) wijzer staat op 1 en de korte (kleine) wijzer staat op. Het is uur. Zet kinderen met dezelfde problemen indien nodig samen in een miniklasje waarin je zeer concreet op hun niveau kunt oefenen. Ook het tutorsysteem (waarbij je een sterke leerling samen met een minder sterke leerling laat oefenen) kan hier perfect toegepast worden. de cijferklok Zorg dat de kinderen de betekenis van de cijfers op de cijferklok juist interpreteren. Leg daarbij ook de link naar de wijzerklok. Herhaal en laat verwoorden dat de cijfers voor de dubbele punt het uur aangeven (net als de kleine wijzer op de wijzerklok); de cijfers na de dubbele punt geven de minuten aan (net als de grote wijzer op de wijzerklok). Je kunt dit ondersteunen door risicoleerlingen altijd eerst voluit te laten verwoorden: Het is uur en 0 minuten en Het is uur en dertig minuten. Pas in een tweede fase laat je dat verkorten tot Het is uur en Het is uur dertig. Zet kinderen met dezelfde problemen indien nodig samen in een miniklasje waarin je zeer concreet op hun niveau kunt oefenen. Oefen altijd eerst op het aflezen (en verwoorden) van de digitale klok. De klok zelf juist zetten of de tijd noteren gaat vlotter als ze de tijd juist kunnen aflezen. Laat risicoleerlingen ook daarbij het antwoord stil verwoorden als uur en minuten. 1 1

13 EINDE TWEEDE TRIMESTER SUMMATIEVE TOETS hoe laat is het? vul in.... / 1 1 het is... uur. het is... uur. 1 1 het is... uur. het is... uur. vul aan.... / 1 1 het is... uur. het is uur. 1 1 het is... uur. 1 1 het is... uur.

14 SUMMATIEVE TOETS EINDE SCHOOLJAAR Naam:... Klas:... Datum:... Nr.... MMR... / 0 MMR 1 Hoe laat is het? Vul in of zet de cijferklok juist.... / 1 1 Het is... Het is... Het is uur 0. Het is uur. Kijk goed naar de thermometers. Schrijf er de temperatuur bij.... / C... C... C... C Kleur de dag van vandaag en vul dan aan.... / maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag Overmorgen is het... Gisteren was het...

15 HET UUR LES 1 1 waarmee kun je de tijd meten? kleur de vakjes. wat duurt langer dan? kleur het vakje. een minuut een uur wat duurt korter dan? kleur het vakje. een uur een minuut vul de cijfers op de klokken aan

16 LES 1 HET UUR hoe laat is het? vul in het is uur. het is. uur. het is uur. het is uur. hoe laat is het? verbind. 1 1 het is uur. 1 1 het is 1 uur. 1 1 het is uur. hoe laat is het? vul in het is uur. het is. uur. het is uur. het is uur.

17 HERHALING KLOKLEZEN: HET UUR LES /0 1 hoe laat is het? vul in het is uur. het is. uur. het is uur. het is uur. hoe laat is het? verbind. 1 1 het is uur. 1 1 het is uur. 1 1 het is uur. hoe laat is het? vul in het is. uur. het is uur.

18 LES HET UUR EN DE DATUM 1 schrijf hier de datum van vandaag. het is dag, maart. wat hoort samen? geef de rondjes dezelfde kleur. hoe laat is het? vul in. het is uur. 1 1 het is uur. 1 1 het is uur. 1 1 het is uur. 1 1 het is uur. 1 1 het is uur. 1 1

19 HET UUR EN DE DATUM LES hoe laat is het? a kleur het juiste bolletje het is precies uur. het is bijna uur. het is later dan uur. het is precies uur. het is bijna uur. het is later dan uur. het is precies uur. het is bijna uur. het is later dan uur. b kleur de juiste klok. het is later dan uur. het is bijna 1 uur kruis aan wat stroom nodig heeft.

20 LES / HERHALING KLOKLEZEN: HET UUR 1 hoe laat is het? vul in. 1 1 het is uur. 1 1 het is uur. 1 1 het is uur. 1 1 het is uur. hoe laat is het? kleur het juiste bolletje het is precies uur. het is bijna uur. het is later dan uur. het is precies uur. het is bijna uur. het is later dan uur. het is precies uur. het is bijna uur. het is later dan uur. hoe laat is het? kleur de juiste klok. het is later dan uur. het is bijna uur

21 KLOKLEZEN: HET UUR EN HET HALVE UUR LES 0 1 De voormiddag van Kobe

22 LES 0 KLOKLEZEN: HET UUR EN HET HALVE UUR Tomas staat op. Vul in. Het is uur. Het is uur 0. Het is uur. Kijk goed en schrijf hoe laat het is Het is uur. Het is uur 0. Het is uur Het is uur Het is Het is Het is Het is Kun je dit ook? Het is uur. Het is uur 0. Het is uur 0. Het is uur.

23 HERHALING KLOKLEZEN: HET UUR EN HET HALVE UUR LES 1/ 1 Kijk goed en noteer Het is uur. Het is uur 0. Het is uur Het is uur Het is Het is Het is Het is Kun je dit ook? Het is uur. Het is uur 0. Het is uur 0. Het is uur

24 LES 1 SNELHEID, SCHATTEN, HET UUR EN HET HALVE UUR 1 Zet in volgorde van traag naar snel. Schrijf het nummer in het rondje. Teken. snel heel snel traag heel traag Zet de cijferklokken juist en vul in. We gaan zwemmen. De zwemles begint om uur. We vertrekken een uur vroeger. Twee uur na het begin van de zwemles zijn we weer op school. We vertrekken. De zwemles begint. We zijn weer op school. 1 1 Het is Het is Het is Hoe laat is het? Vul in. Het is Het is Het is Het is Het is Het is

25 HERHALING KLOKLEZEN: HET UUR EN HET HALVE UUR LES / 1 Hoe laat is het? Vul in. 1 1 Het is Het is Het is 1 1 Het is Het is Het is Kijk goed en vul de juiste tijd in. Het is uur. Het is Het is uur

26

27 TOETS SPRONG Naam:... Klas:... Datum:... Nr.... MMR... / MMR 1 zet een kruisje in de juiste kolom.... / minder dan 1 l juist 1 l meer dan 1 l kloklezen... / a hoe laat is het? verbind wat bij elkaar hoort. 1 1 het is uur het is 1 uur.

28 TOETS SPRONG b hoe laat is het? vul in het is uur. het is. uur. het is uur. het is uur. hoeveel zit er in elke spaarpot?... / euro en cent euro en cent euro en cent euro en cent 0

29 TOETS SPRONG Naam:... Klas:... Datum:... Nr.... MMR... / MMR 1 kies de juiste maateenheid en kleur het juiste rondje.... / 1 kg 1 l 1 m meer dan juist minder dan meer dan juist minder dan meer dan juist minder dan meer dan juist minder dan meer dan juist minder dan meer dan juist minder dan meer dan juist minder dan meer dan juist minder dan meer dan juist minder dan meer dan juist minder dan meer dan juist minder dan meer dan juist minder dan meer dan juist minder dan meer dan juist minder dan meer dan juist minder dan meer dan meer dan meer dan juist juist juist minder dan minder dan minder dan

30 TOETS SPRONG kleur het bedrag.... / euro en cent euro en cent kloklezen... / a hoe laat is het? vul in. 1 1 het is uur. 1 1 het is uur. b hoe laat is het? kleur het juiste bolletje het is precies uur. het is precies uur. het is bijna uur. het is bijna uur. het is later dan uur. het is later dan uur.

31 TOETS SPRONG Naam:... Klas:... Datum:... Nr.... MMR... / MK... / MMR 1 Noteer telkens de bewerking en kleur het bedrag.... / Sien koopt een badmuts en een set tennisballen. Hoeveel moet ze betalen? + = Iris koopt een sportpet. Ze betaalt met. Hoeveel krijgt ze terug? = Ik wil meten. Wat heb ik nodig?... / Zet een kruisje bij het juiste meetinstrument.

32 TOETS SPRONG Noteer de juiste tijd.... / Het is Het is Het is Het is uur 0. Het is 1 uur. Het is uur 0. MK Kleur het hokje als je een spiegelbeeld ziet.... /

33 TOETS SPRONG 1 Naam:... Klas:... Datum:... Nr.... MMR... / MK... / MMR 1 Hoe laat is het? Vul in.... / 1 1 Het is Het is Het is uur 0. Het is uur. Kleur het juiste bedrag.... / Vul in en kleur het juiste bedrag.... / Dit krijgt Stijn terug: = Dit krijgt Kim terug: cent cent = cent

34 TOETS SPRONG 1 Waaraan denk je bij?... / 1 euro 1 m 1 kg 1 l Kijk goed en kleur het juiste rondje.... / 0 kg 0 l 0 m 1 l 1 kg 1 m 0 l 0 kg 0 m euro l uur MK 1 Kleur de figuren met dezelfde vorm.... / Duid op deze figuren de hoeken aan.... /

35 SPRONG Naam:... Nr.... MMR KLOKLEZEN: HET UUR 1 hoe laat is het? 1 1 het is uur. 1 1 het is... uur het is... uur. het is... uur. het is... uur. het is... uur. vul de klokken aan. het is uur. het is uur. het is 1 uur. het is uur. het is uur. het is 1 uur. het is uur. het is uur.

36 SPRONG Naam:... Nr.... MMR KLOKLEZEN: HET UUR 1 hoe laat is het? kleur de klokken die dezelfde tijd aangeven. het is... uur. het is... uur. het is... uur. het is... uur. het is... uur. het is... uur. het is... uur. het is... uur. kijk hoe laat het is op de wijzerklok en vul in. Zet daarna de cijferklok juist het is uur. het is uur. het is uur. het is uur. kleur de klokken juist. bijna uur: geel juist uur: blauw later dan uur: groen

37 SPRONG Naam:... Nr.... MMR KLOKLEZEN: HET UUR EN HET HALVE UUR 1 Kijk goed naar de klokken. Noteer de juiste tijd Het is uur. Het is uur Het is... uur. Het is uur Het is... uur. 1 1 Het is uur Het is uur. Het is uur Het is... Het is... Het is... Zet de cijferklok juist. het is uur. het is uur 0. het is uur.

38 SPRONG 1 Naam:... Nr.... MMR1 DE KLOK: HET UUR EN HET HALVE UUR 1 Hoe laat is het? Het is. uur. Het is uur Het is uur 1 1 Het is Het is Het is Zet de cijferklokken juist. Het is uur. Het is uur 0. Het is uur. Het is uur

39 EINDE TWEEDE TRIMESTER SUMMATIEVE TOETS hoe laat is het? vul in.... / 1 1 het is... uur. het is... uur. 1 1 het is... 1 uur. het is... uur. vul aan / CORRECTIESLEUTELS het is... uur. het is uur. 1 1 het is... uur. het is... uur

40 SUMMATIEVE TOETS EINDE SCHOOLJAAR Naam:... Klas:... Datum:... Nr.... MMR... / 0 MMR 1 Hoe laat is het? Vul in of zet de cijferklok juist.... / Het is... uur 0. Het is... uur. Het is uur 0. Het is uur. Kijk goed naar de thermometers. Schrijf er de temperatuur bij.... / C... C... C... C Kleur de dag van vandaag en vul dan aan.... / maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag Overmorgen is het... Gisteren was het... meerdere oplossingen mogelijk

41 HET UUR LES 1 1 waarmee kun je de tijd meten? kleur de vakjes. wat duurt langer dan? kleur het vakje. een minuut een uur wat duurt korter dan? kleur het vakje. een uur een minuut vul de cijfers op de klokken aan

42 LES 1 HET UUR hoe laat is het? vul in het is uur. het is. uur. het is uur. het is uur. hoe laat is het? verbind. 1 1 het is uur. 1 1 het is 1 uur. 1 1 het is uur. hoe laat is het? vul in het is uur. het is. uur. het is uur. het is uur.

43 HERHALING KLOKLEZEN: HET UUR LES /0 1 hoe laat is het? vul in het is uur. het is. uur. het is 1 uur. het is uur. hoe laat is het? verbind. 1 1 het is uur. 1 1 het is uur. 1 1 het is uur. hoe laat is het? vul in het is. uur. het is 1 uur. 0 0

44 LES HET UUR EN DE DATUM 1 schrijf hier de datum van vandaag. meerdere oplossingen mogelijk het is dag, maart. wat hoort samen? geef de rondjes dezelfde kleur. hoe laat is het? vul in. 1 1 het is uur. het is uur het is uur. het is uur het is uur. het is 1 uur

45 HET UUR EN DE DATUM LES hoe laat is het? a kleur het juiste bolletje het is precies uur. het is bijna uur. het is later dan uur. het is precies uur. het is bijna uur. het is later dan uur. het is precies uur. het is bijna uur. het is later dan uur. b kleur de juiste klok. het is later dan uur. het is bijna 1 uur kruis aan wat stroom nodig heeft. x x x x x

46 LES / HERHALING KLOKLEZEN: HET UUR 1 hoe laat is het? vul in het is uur. het is uur. het is uur. het is 1 uur hoe laat is het? kleur het juiste bolletje het is precies uur. het is bijna uur. het is later dan uur. het is precies uur. het is bijna uur. het is later dan uur. het is precies uur. het is bijna uur. het is later dan uur. hoe laat is het? kleur de juiste klok. het is later dan uur. het is bijna uur

47 KLOKLEZEN: HET UUR EN HET HALVE UUR LES 0 1 De voormiddag van Kobe

48 LES 0 KLOKLEZEN: HET UUR EN HET HALVE UUR Tomas staat op. Vul in. Het is uur. Het is uur 0. Het is uur. Kijk goed en schrijf hoe laat het is Het is uur. Het is uur 0. Het is uur 0 Het is uur Het is uur. Het is uur 0. Het is uur 0. Het is uur 0. Kun je dit ook? Het is uur. Het is uur 0. Het is uur 0. Het is uur.

49 HERHALING KLOKLEZEN: HET UUR EN HET HALVE UUR LES 1/ 1 Kijk goed en noteer Het is uur. Het is uur 0. Het is uur 0 Het is uur Het is uur. Het is uur 0. Het is uur 0. Het is uur 0. Kun je dit ook? Het is uur. Het is uur 0. Het is uur 0. Het is uur

50 LES 1 SNELHEID, SCHATTEN, HET UUR EN HET HALVE UUR 1 Zet in volgorde van traag naar snel. Schrijf het nummer in het rondje. 1 Teken. meerdere oplossingen mogelijk snel heel snel traag heel traag Zet de cijferklokken juist en vul in. We gaan zwemmen. De zwemles begint om uur. We vertrekken een uur vroeger. Twee uur na het begin van de zwemles zijn we weer op school. We vertrekken. De zwemles begint. We zijn weer op school Het is uur. Het is uur. Het is 1 uur. Hoe laat is het? Vul in. Het is 1 uur. Het is uur. Het is uur 0. Het is uur 0. Het is uur 0. Het is uur.

51 HERHALING KLOKLEZEN: HET UUR EN HET HALVE UUR LES / 1 Hoe laat is het? Vul in. 1 1 Het is uur. Het is uur. Het is uur. 1 1 Het is uur 0. Het is 1 uur 0. Het is uur 0. Kijk goed en vul de juiste tijd in Het is uur. Het is uur 0. Het is uur

52

53 TOETS SPRONG Naam:... Klas:... Datum:... Nr.... MMR... / MMR 1 zet een kruisje in de juiste kolom.... / minder dan 1 l juist 1 l meer dan 1 l X X (meerdere oplossingen mogelijk) X X X kloklezen... / a hoe laat is het? verbind wat bij elkaar hoort. 1 1 het is uur het is 1 uur.

54 TOETS SPRONG b hoe laat is het? vul in het is uur. het is. uur. het is uur. het is uur. hoeveel zit er in elke spaarpot?... / 1 euro en cent euro en cent euro en cent euro en cent 0

55 TOETS SPRONG Naam:... Klas:... Datum:... Nr.... MMR... / MMR 1 kies de juiste maateenheid en kleur het juiste rondje.... / 1 kg 1 l 1 m meer dan juist minder dan meer dan juist minder dan meer dan juist minder dan meer dan juist minder dan meer dan juist minder dan meer dan juist minder dan meer dan juist minder dan meer dan juist minder dan meer dan juist minder dan meer dan juist minder dan meer dan juist minder dan meer dan juist minder dan meer dan juist minder dan meer dan juist minder dan meer dan juist minder dan meer dan meer dan meer dan juist juist juist minder dan minder dan minder dan

56 TOETS SPRONG kleur het bedrag.... / meerdere oplossingen mogelijk euro en cent euro en cent kloklezen... / a hoe laat is het? vul in het is uur. het is uur b hoe laat is het? kleur het juiste bolletje het is precies uur. het is precies uur. het is bijna uur. het is bijna uur. het is later dan uur. het is later dan uur.

57 TOETS SPRONG Naam:... Klas:... Datum:... Nr.... MMR... / MK... / MMR 1 Noteer telkens de bewerking en kleur het bedrag.... / Sien koopt een badmuts en een set tennisballen. Hoeveel moet ze betalen? meerdere oplossingen mogelijk + = Iris koopt een sportpet. Ze betaalt met. Hoeveel krijgt ze terug? = Ik wil meten. Wat heb ik nodig?... / Zet een kruisje bij het juiste meetinstrument. X X X

58 TOETS SPRONG Noteer de juiste tijd.... / Het is uur. Het is uur 0. Het is uur Het is uur 0. Het is 1 uur. Het is uur 0. MK Kleur het hokje als je een spiegelbeeld ziet.... /

59 TOETS SPRONG 1 Naam:... Klas:... Datum:... Nr.... MMR... / MK... / MMR 1 Hoe laat is het? Vul in.... / Het is uur 0. Het is uur. Het is uur 0. Het is uur. Kleur het juiste bedrag.... / meerdere oplossingen mogelijk Vul in en kleur het juiste bedrag.... / Dit krijgt Stijn terug: 0 1 = Dit krijgt Kim terug: 0 cent cent = cent meerdere oplossingen mogelijk

60 TOETS SPRONG 1 Waaraan denk je bij?... / 1 euro 1 m 1 kg 1 l meerdere oplossingen mogelijk Kijk goed en kleur het juiste rondje.... / 0 kg 0 l 0 m 1 l 1 kg 1 m 0 l 0 kg 0 m euro l uur MK 1 Kleur de figuren met dezelfde vorm.... / Duid op deze figuren de hoeken aan.... /

61 SPRONG Naam:... Nr.... MMR KLOKLEZEN: HET UUR 1 hoe laat is het? 1 1 het is uur. 1 1 het is... uur het is... uur. het is... uur. het is... 1 uur. het is... uur. vul de klokken aan het is uur. het is uur. het is 1 uur. het is uur het is uur. het is 1 uur. het is uur. het is uur.

62 SPRONG Naam:... Nr.... MMR KLOKLEZEN: HET UUR 1 hoe laat is het? kleur de klokken die dezelfde tijd aangeven. het is... uur. het is... uur. het is... uur. het is... uur. het is... uur. het is... 1 uur. het is... uur. het is... uur. kijk hoe laat het is op de wijzerklok en vul in. Zet daarna de cijferklok juist het is uur. het is uur. het is uur. het is 1 uur kleur de klokken juist. bijna uur: geel juist uur: blauw later dan uur: groen GR GE BL

63 SPRONG Naam:... Nr.... MMR KLOKLEZEN: HET UUR EN HET HALVE UUR 1 Kijk goed naar de klokken. Noteer de juiste tijd Het is uur. Het is uur Het is... uur. Het is uur 0 Het is... uur. 1 1 Het is uur 0 Het is uur. Het is uur Het is... uur. Het is... 1 uur 0. Het is... uur 0. Zet de cijferklok juist het is uur. het is uur 0. het is uur.

64 SPRONG 1 Naam:... Nr.... MMR1 DE KLOK: HET UUR EN HET HALVE UUR 1 Hoe laat is het? Het is. uur. Het is uur 0 Het is uur Het is uur. Het is uur 0. Het is uur 0. Zet de cijferklokken juist Het is uur. Het is uur 0. Het is uur. Het is uur

oefenbundel voor het derde leerjaar bij de Help Wibbel-wedstrijd

oefenbundel voor het derde leerjaar bij de Help Wibbel-wedstrijd oefenbundel voor het derde leerjaar bij de Help Wibbel-wedstrijd leerhoud aard bron een stambreuk nemen oefenen Rekensprong Plus Map van Wibbel, oefenen, automatiseren en toepassgen cijferen: aftrekken

Nadere informatie

oefenbundel voor het tweede leerjaar bij de Help Wibbel-wedstrijd

oefenbundel voor het tweede leerjaar bij de Help Wibbel-wedstrijd oefenbundel voor het tweede leerjaar bij de Help Wibbel-wedstrijd leerinhoud aard bron de helft en het dubbel hoofdrekenen: aftrekken TE-E de tafels van 2, 3,, 5, 10 de tafels van 2, 3,, 5, 10 dagen, maanden,

Nadere informatie

Kloklezen voor GO! bij Rekensprong Plus 4 WERKSCHRIFT BASISLESSEN EN HERHALINGSLESSEN CORRECTIESLEUTEL

Kloklezen voor GO! bij Rekensprong Plus 4 WERKSCHRIFT BASISLESSEN EN HERHALINGSLESSEN CORRECTIESLEUTEL Kloklezen voor GO! bij Rekensprong Plus WERKSCHRIFT BASISLESSEN EN HERHALINGSLESSEN CORRECTIESLEUTEL ANALOOG EN DIGITAAL TOT OP MINUTEN NAUWKEURIG LES Even opfrissen! Welke cijfers geven de uren aan?

Nadere informatie

Kloklezen voor GO! bij Rekensprong Plus 3 HANDLEIDING

Kloklezen voor GO! bij Rekensprong Plus 3 HANDLEIDING Kloklezen voor GO! bij Rekensprong Plus HANDLEIDING Uitgeverij VAN IN heeft voor het eerste tot en met het vierde leerjaar van Rekensprong Plus bundels samengesteld waarmee GO!-scholen de vernieuwde leerlijn

Nadere informatie

aantal evaluatielessen

aantal evaluatielessen Jaarplanning Rekensprong Plus Rekensprong Plus heeft voor elk leerjaar een eenduidig jaarwerkplan. Elk werkschriftje van Rekensprong Plus overspant een periode tussen twee schoolvakanties werkschrift a

Nadere informatie

Kloklezen voor GO! bij Rekensprong Plus 4 HANDLEIDING

Kloklezen voor GO! bij Rekensprong Plus 4 HANDLEIDING Kloklezen voor GO! bij Rekensprong Plus 4 HANDLEIDING Dit blad hoort bij de bundel Kloklezen voor GO! bij Rekensprong Plus 4 VAN IN. Uitgeverij VAN IN heeft voor het eerste tot en met het vierde leerjaar

Nadere informatie

oefenbundel voor het tweede leerjaar

oefenbundel voor het tweede leerjaar oefenbundel voor het tweede leerjaar leerinhoud aard bron tellen met sprongen inoefenen Rekensprong Plus 2 Map van Wibbel, inoefenen, automatiseren en toepassingen de maaltafels van 2, 3, 4, 5, 10 de maal-

Nadere informatie

oefenbundeltje voor het derde leerjaar

oefenbundeltje voor het derde leerjaar oefenbundeltje voor het derde leerjaar bevat: werkbladen uit de map van Wibbel bij Rekensprong Plus, aansluitend bij de wiskundeopdrachten op de poster; de correctiesleutel bij deze werkbladen. Meer informatie

Nadere informatie

Visietekst de klok voor GO!

Visietekst de klok voor GO! Visietekst de klok voor GO! Het GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap heeft voor haar scholen een eigen, vernieuwde aanpak en leerlijn kloklezen ontwikkeld. Deze zijn afgeleid uit de doelen kloklezen

Nadere informatie

Kleur de clowns met een dikke buik.

Kleur de clowns met een dikke buik. Naam: Datum: deel Kwalitatieve begrippen Kleur de clowns met een dikke buik onderwerp Dik Oefenen doel Het kind kent het begrip dik 2 Boei Plantyn Naam: Luister naar de juf / meester Knip en Datum: deel

Nadere informatie

Blok 1 Herhalingstoets

Blok 1 Herhalingstoets herhalingstoetsen Blok Herhalingstoets Tienen en enen. Tel en schrijf. Wie zitten in de bus? Maak de bloksom. T E Hoeveel bekers? Schrijf. Hoeveel bekers? Maak de som. = = voor tafel voor tafels bekers

Nadere informatie

Wiskunde. Wat en hoe?

Wiskunde. Wat en hoe? Wiskunde Wat en hoe? Inhoud 1 ste leerjaar De getallen correct schrijven Getalbeelden automatiseren Splitsen van getallen Optellen en aftrekken tot 20 2 de leerjaar Getallen omzetten naar MAB De tafels

Nadere informatie

oefenbundel voor het eerste leerjaar

oefenbundel voor het eerste leerjaar oefenbundel voor het eerste leerjaar leerinhoud aard bron getallen tot ordenen optellen en aftrekken tot optellen en aftrekken tot optellen en aftrekken tot optellen en aftrekken tot automatiseren Rekensprong

Nadere informatie

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design Woord voor Woord is een programma mondelinge vaardigheden NT2 voor analfabete beginners. Het omvat 12 lessen. De ontwikkeling van het programma en de daarbij behorende video s is mogelijk gemaakt door

Nadere informatie

Routeboekje. bij Alles telt. Groep 4 Blok 2. Van...

Routeboekje. bij Alles telt. Groep 4 Blok 2. Van... Routeboekje bij Alles telt Groep 4 Blok 2 Van... Groep 4 Blok 2 Les 1 Leerkrachtgebonden LB 4A 30 1 Pak de appels handig in. meedoen LB 4A 30 2 Hoeveel? meedoen LB 4A 30 3 Hoeveel? maken WS 4A 22 1 Maak

Nadere informatie

oefenbundel voor het eerste leerjaar bij de Help Wibbel-wedstrijd

oefenbundel voor het eerste leerjaar bij de Help Wibbel-wedstrijd oefenbundel voor het eerste leerjaar bij de Help Wibbel-wedstrijd leerinhoud aard bron splitsen tot automatiseren Rekensprong Plus Map van Wibbel, inoefenen, automatiseren en toepassingen optellen tot

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inleiding 4. Overzicht klokkijken 6. Hele uren 8. Halve uren 11. Kwartieren en 10 minuten 17. Minuten 20. Klokkijken gemengd 23

Inhoudsopgave. Inleiding 4. Overzicht klokkijken 6. Hele uren 8. Halve uren 11. Kwartieren en 10 minuten 17. Minuten 20. Klokkijken gemengd 23 Inhoudsopgave Inleiding 4 Overzicht klokkijken 6 Hele uren 8 Halve uren 11 Kwartieren 14 5 en 10 minuten 17 Minuten 20 Klokkijken gemengd 23 Antwoorden 36 Klokkijken memory 43 Inleiding Met dit Leer- en

Nadere informatie

Eerst en vooral. heet ik jullie. van harte. Welkom. in het. leerjaar

Eerst en vooral. heet ik jullie. van harte. Welkom. in het. leerjaar Eerst en vooral heet ik jullie van harte Welkom in het leerjaar 1. Welkom Ik ben juf Sarah en ik kijk er enorm naar uit om dit schooljaar samen met jullie kinderen heel wat nieuwe dingen te leren. In de

Nadere informatie

7. Van huis naar school. Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 1: de leerlingen leren hoeveelheidsbegrippen gebruiken en herkennen.

7. Van huis naar school. Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 1: de leerlingen leren hoeveelheidsbegrippen gebruiken en herkennen. 7. Van huis naar school Leeftijdsgroep Kerndoel Ongeveer 12-16 jaar Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 1: de leerlingen leren hoeveelheidsbegrippen gebruiken en herkennen. En aan kerndoel 3: De

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inleiding 4. De digitale klok 6. Hele uren 8. Halve uren 14. Kwartieren en 10 minuten 24. Minuten 29. Klokkijken gemengd 33

Inhoudsopgave. Inleiding 4. De digitale klok 6. Hele uren 8. Halve uren 14. Kwartieren en 10 minuten 24. Minuten 29. Klokkijken gemengd 33 Inhoudsopgave Inleiding 4 De digitale klok 6 Hele uren 8 Halve uren 14 Kwartieren 19 5 en 10 minuten 24 Minuten 29 Klokkijken gemengd 33 Antwoorden 40 Inleiding Met dit Leer- en Oefenboek (deel 2 van een

Nadere informatie

Les 4 lengtematen m, dm en cm

Les 4 lengtematen m, dm en cm Les 4 lengtematen m, dm en cm Beginsituatie De leerlingen: - kunnen lengten vergelijken; - hebben ervaring opgedaan met het meten met de meter, met de decimeter en met de centimeter; - hebben ervaring

Nadere informatie

leerjaar WISo wijsen wiskunde onderwijs leerjaar doelenkatern reken- en wiskundemethode voor het lager onderwijs

leerjaar WISo wijsen wiskunde onderwijs leerjaar doelenkatern reken- en wiskundemethode voor het lager onderwijs leerjaar 1 WISo wijsen wiskunde onderwijs leerjaar 1 doelenkatern reken- en wiskundemethode voor het lager onderwijs Voorafgaande toelichting bij doelenkatern, leerjaar 1 leerjaar 1 Beste leerkracht Voor

Nadere informatie

Kloklezen voor GO! bij Rekensprong Plus 4 TOETSEN MAP VAN WIBBEL: REMEDIËREN EN INOEFENEN

Kloklezen voor GO! bij Rekensprong Plus 4 TOETSEN MAP VAN WIBBEL: REMEDIËREN EN INOEFENEN Kloklezen voor GO! bij Rekensprong Plus TOETSEN MAP VAN WIBBEL: REMEDIËREN EN INOEFENEN TOETS SPRONG Naam:... Klas:... Datum:... Nr.... MMR... / MK... / MMR... / Kloklezen... / a Noteer de juiste tijd.

Nadere informatie

Kloklezen voor GO! bij Rekensprong Plus 4 TOETSEN MAP VAN WIBBEL: REMEDIËREN EN INOEFENEN CORRECTIESLEUTEL

Kloklezen voor GO! bij Rekensprong Plus 4 TOETSEN MAP VAN WIBBEL: REMEDIËREN EN INOEFENEN CORRECTIESLEUTEL Kloklezen voor GO! bij Rekensprong Plus TOETSEN MAP VAN WIBBEL: REMEDIËREN EN INOEFENEN CORRECTIESLEUTEL TOETS SPRONG Naam:... Klas:... Datum:... Nr.... MMR... / MK... / MMR... / Kloklezen... / a Noteer

Nadere informatie

Kinderen kunnen optellingen en aftrekkingen aangeboden in een context maken tot en met 20.

Kinderen kunnen optellingen en aftrekkingen aangeboden in een context maken tot en met 20. Hallo allemaal, Al 5 weken zitten we in groep 4, en wat hebben we al veel geleerd! De eerste tafeltoetsen zijn al gedaan. Heel veel kinderen hadden goed thuis geoefend, super! In de klas besteden we veel

Nadere informatie

METEN EN METEND REKENEN EERSTE LEERJAAR

METEN EN METEND REKENEN EERSTE LEERJAAR Geen zorgdoelen ontvangen LEERPLANDOELEN METEN EN METEND REKENEN EERSTE LEERJAAR Legende: - - - aanzet klemtoon === opbouw herhalen en verdiepen VET GEDRUKTE TEKST... zorgdoelen deze doelen komen niet

Nadere informatie

Lesopbouw: instructie. 2 Instructie. 1 Start. Blok 4 Week 2 Les 1

Lesopbouw: instructie. 2 Instructie. 1 Start. Blok 4 Week 2 Les 1 Blok Week 2 Les 1 0 70 30 0 35 5 20 10 1 36 2 11 12 1 0 739 00 96 325 10 71 02 9 327 330 69 56 1 210 332 700 566 20 212 59 29 3 599 76 551 300 5 1 770 99 0 00 109 3 991 10 02 111 350 70 270 96 596 150

Nadere informatie

11. Hele en halve uren met klokkaartjes. - dagelijkse activiteiten aan de halve uren koppelen

11. Hele en halve uren met klokkaartjes. - dagelijkse activiteiten aan de halve uren koppelen 11. Hele en halve uren met klokkaartjes Leeftijdsgroep 8-12 jaar Kerndoel 3 De leerlingen leren omgaan met tijd in alledaagse situaties Leerstofonderdeel Kerndoel 3.1/3.2, niveau 7 Doel van de les - halve

Nadere informatie

Traditioneel leren kinderen kloklezen door het aantal minuten in relatie te brengen tot een ander tijdstip. Voorbeelden: - het is vijf (minuten) voor

Traditioneel leren kinderen kloklezen door het aantal minuten in relatie te brengen tot een ander tijdstip. Voorbeelden: - het is vijf (minuten) voor Traditioneel leren kinderen kloklezen door het aantal minuten in relatie te brengen tot een ander tijdstip. Voorbeelden: - het is vijf (minuten) voor tien - het is zeven minuten over half zes Dit is vrij

Nadere informatie

optellen 1 Doel: plaats bepalen op de getallenlijn 2 Doel: optellen met de rekentekens + en 3 Doel: optellen van concreet naar abstract Herhalen

optellen 1 Doel: plaats bepalen op de getallenlijn 2 Doel: optellen met de rekentekens + en 3 Doel: optellen van concreet naar abstract Herhalen 1 Basisstof t/m 10 Lesdoelen De kinderen: kunnen hoeveelheden t/m ; kunnen een optelsom met voorwerpen t/m in de abstracte vorm noteren; kunnen werken met de rekentekens en. Materialen Klassikaal: Per

Nadere informatie

Voordoen (modelen, hardop denken)

Voordoen (modelen, hardop denken) week 11-12 maart 2012 - hardop-denktekst schrijven B Voordoen (modelen, hardop denken) Waarom voordoen? Net zoals bij lezen, leren leerlingen heel veel over schrijven als ze zien hoe een expert dit (voor)doet.

Nadere informatie

a a Leg 3 getallen van 2 cijfers en tel ze op. b d Bedenk sommen waar 180 uitkomt. Meer antwoorden. b Uit welke som komt 103?

a a Leg 3 getallen van 2 cijfers en tel ze op. b d Bedenk sommen waar 180 uitkomt. Meer antwoorden. b Uit welke som komt 103? les 4 blok 5 4 Hoeveel kilogram samen? Eerst schatten. a a 64 kg b 164 kg 3 2 k g 232 kg 1 5 k g 115 kg 1 1 1 k g 511 kg c 8 kg 32 kg 125 kg 244 kg b d 16 kg 185 kg 143 kg 495 kg CD2 Maak sommen met deze

Nadere informatie

Schooljaar 2015-2016: Spelletjes in je taal- en rekenles

Schooljaar 2015-2016: Spelletjes in je taal- en rekenles Schooljaar 2015-2016: Spelletjes in je taal- en rekenles Workshop 2: Spelletjes in je rekenles 25 november 2015 14.45 17.00 uur Willeke Beuker Elselien Boekeloo Spelletjes in je taal- en rekenles 7 oktober

Nadere informatie

Naam:... Datum:... 36 + 12 =. 2 x 15 =. 47 + 43 =. 4 x 12 =. 25 + 11 =. 6 x 7 =. 38-16 =. 100 : 4 =. 17-6 =. 36 : 6 =.

Naam:... Datum:... 36 + 12 =. 2 x 15 =. 47 + 43 =. 4 x 12 =. 25 + 11 =. 6 x 7 =. 38-16 =. 100 : 4 =. 17-6 =. 36 : 6 =. Opvraging Wiskunde W1 36 + 12 =. 2 x 15 =. 47 + 43 =. 4 x 12 =. 25 + 11 =. 6 x 7 =. 38-16 =. 100 : 4 =. 17-6 =. 36 : 6 =. 2 Goed lezen en oplossen. Ik koop in de supermarkt een krant (80 cent), een brood

Nadere informatie

werkblad differentiatie onderwerp tijd cd-rom les 1 Getallenkennis werkbladen 21 en 22 2 x 25 minuten les 3 Bewerkingen werkblad minuten

werkblad differentiatie onderwerp tijd cd-rom les 1 Getallenkennis werkbladen 21 en 22 2 x 25 minuten les 3 Bewerkingen werkblad minuten week 10 OVERZICHT onderwerp werkblad differentiatie tijd cd-rom les 1 Getallenkennis werkbladen 21 en 22 2 x 25 minuten Getalbegrip tot 100 40 40 huistaak 10 les 2 Bewerkingen werkbladen 23 en 24 2 x 25

Nadere informatie

Steekkaart: nummer 3Wi

Steekkaart: nummer 3Wi Steekkaart: nummer 3Wi Onderwerp Kloklezen aan de hand van foto s van verschillende soorten klokken (analoog, digitaal) Leeftijd/Doelgroep 3 e leerjaar Leergebied Wiskunde Tijdsduur 50 minuten Beschrijving

Nadere informatie

Meetactiviteit derde leerjaar

Meetactiviteit derde leerjaar Meetactiviteit derde leerjaar - Moeilijke woorden voor de activiteit met de kinderen doornemen. - De meetstands worden in de eetzaal opgesteld. - Elke leerling brengt een fles mee naar school. (Grote of

Nadere informatie

De liefjes van Doe! 2 Geef de liefjes die bij elkaar horen dezelfde kleur. Getallenkennis

De liefjes van Doe! 2 Geef de liefjes die bij elkaar horen dezelfde kleur. Getallenkennis Getallenkennis De liefjes van doel Ik kan de hoeveelheid splitsen. Onze monsters hebben elk een liefje. Ze vormen altijd een paar zodat ze samen vormen. Ook al wisselen de twee monsters van plaats, ze

Nadere informatie

Arrangementen dagbesteding VSO Oriëntatiefase Verdiepingsfase Integratiefase Leerjaar 1 (de

Arrangementen dagbesteding VSO Oriëntatiefase Verdiepingsfase Integratiefase Leerjaar 1 (de ARRANGEMENTKAART REKENEN maart 2013 VSO- AFDELING Standaarden VSO Leeftijd à 13 14 15 16 17 18 19 Gevorderd 25% 10 10 11 11 11 12 12 Voldoende 75% 7 7 8 8 9 9 10 Minimum 90% 3 4 4 4 5 5 5 Arrangementen

Nadere informatie

W E R K B O E K 2 B L O K _Wiskanjers_Ljr2.indb :21

W E R K B O E K 2 B L O K _Wiskanjers_Ljr2.indb :21 WERKBOEK 2 BLOK 3 2-3-13_Wiskanjers_Ljr2.indb 1 15-02-16 14:21 De maal- en deeltafel van 2, 10 en 5 Les 13 Dit kan ik al! Ik kan het keer- of maalteken benoemen en correct gebruiken. Ik kan de maal- en

Nadere informatie

oefenbundel voor het derde leerjaar

oefenbundel voor het derde leerjaar oefenbundel voor het derde leerjaar leerinhoud aard bron getallen tot 1 000 inoefenen Rekensprong Plus 3 Map van Wibbel, inoefenen, automatiseren en toepassingen hoofdrekenen: optellen en aftrekken tot

Nadere informatie

aantal evaluatielessen

aantal evaluatielessen Jaarplanning Rekensprong Plus Rekensprong Plus heeft voor elk leerjaar een eenduidig jaarwerkplan. Elk werkschriftje van Rekensprong Plus overspant een periode tussen twee schoolvakanties werkschrift a

Nadere informatie

Werkblad. LES 9: Ouders. www.gavoorgezond.nl GROEP 1-2. Bijlage 1. Rood actief inspannen/ sporten. Oranje middelmatig inspannen.

Werkblad. LES 9: Ouders. www.gavoorgezond.nl GROEP 1-2. Bijlage 1. Rood actief inspannen/ sporten. Oranje middelmatig inspannen. Werkblad GROEP 1-2 Bijlage 1 Rood actief inspannen/ sporten Oranje middelmatig inspannen Rust Werkblad GROEP 1-2, vervolg Bijlage 2 Dagen van de week Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag

Nadere informatie

werkboek groep 4 blok 7 en 8 naam

werkboek groep 4 blok 7 en 8 naam 1 2 3 4 5 6 werkboek groep 4 7 8 9 11 12 naam 10 blok 7 en 8 blok 8 x les xx 8 1 Hoeveel schroeven liggen hier? Vul in.... 2 34 Het konijnenhok x 4 schroeven is... schroeven. Reken uit. 2 groepjes van

Nadere informatie

w e r k b o e k a n t w o o r d e n blok Hoeveel keer moet ik 15 gooien? 60 punten Matz wil 60 punten halen met blikgooien. Maak sommen.

w e r k b o e k a n t w o o r d e n blok Hoeveel keer moet ik 15 gooien? 60 punten Matz wil 60 punten halen met blikgooien. Maak sommen. jaargroep a n t w o o r d e n Zwijsen reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok 6 punten keer moet ik w e r k b o e k Matz wil 6 punten halen met blikgooien. Maak sommen. Les Overal getallen Maak

Nadere informatie

Diagnostisch rekenonderzoek

Diagnostisch rekenonderzoek Doel: Zicht krijgen op het niveau van tellen, kennis van cijfers en getalbegrip, vergelijken van hoeveelheden en bewerkingen tot 10 en tot 20 (splitsen, aanvullen, koppeling materiaal som en vv, sommen

Nadere informatie

graad GO! leerjaar 3 en leerjaar 4 de klok voor WISo wijsen wiskunde onderwijs reken- en wiskundemethode voor het lager onderwijs

graad GO! leerjaar 3 en leerjaar 4 de klok voor WISo wijsen wiskunde onderwijs reken- en wiskundemethode voor het lager onderwijs graad 2 de klok voor GO! leerjaar 3 en leerjaar 4 wijsen wiskunde onderwijs reken- en wiskundemethode voor het lager onderwijs h a n d l e i d i n g WISo Voorafgaande toelichting bij de klok voor GO!,

Nadere informatie

Overzicht evolutie lln G

Overzicht evolutie lln G Overzicht evolutie lln G Meer uitleg over de aanpak kan je op mijn weebly of in agenda terugvinden. Oktober 2015 In oktober nam ik G nog niet wekelijks een aantal keer uit de klas. Ik bood vooral ondersteuning

Nadere informatie

Analyse van getallen tot (2)

Analyse van getallen tot (2) WERKBOEK 5 Les 7 Analyse van getallen tot 1 000 000 (2) Dit kan ik al! Ik kan getallen tot 1 000 000 lezen en schrijven. Ik kan getallen tot 1 000 000 op een getallenas plaatsen. Ik kan getallen tot 1

Nadere informatie

tussendoelen: Hoeveelheden & getallen: Koppelen van hoeveelheden aan getallen (tot en met 20) Hoeveelheden d.m.v. getallen (tot en met 20) noteren

tussendoelen: Hoeveelheden & getallen: Koppelen van hoeveelheden aan getallen (tot en met 20) Hoeveelheden d.m.v. getallen (tot en met 20) noteren Kerndoel: 1. De leerlingen leren hoeveelheidbegrippen gebruiken en herkennen. 1.1. ze leren begrippen toepassen voor het aangeven van aantallen en het uitvoeren van bewerkingen. 1.2. ze leren hoeveelheden

Nadere informatie

Beginsituatie Dit is een herhalingsles. De leerkracht heeft een korte toets afgenomen om de beginsituatie vast te leggen.

Beginsituatie Dit is een herhalingsles. De leerkracht heeft een korte toets afgenomen om de beginsituatie vast te leggen. Les 23 De kalender Beginsituatie Dit is een herhalingsles. De leerkracht heeft een korte toets afgenomen om de beginsituatie vast te leggen. Lesdoelen De leerlingen kunnen/kennen: - aan de hand van een

Nadere informatie

werkbladen, telefoons en opnametoestel

werkbladen, telefoons en opnametoestel DE BAAN OP! De jongeren organiseren zelf één of meerdere bedrijfsbezoeken. Ze verzamelen informatie over verschillende bedrijven en op basis hiervan kiezen ze met de hele klas het meest interessante bedrijf

Nadere informatie

A 1 RS+ 1. Rekensprong Plus 1 (c) Van In, lesnr domein lesonderwerp lesnr domein lesonderwerp lesnr domein lesonderwerp

A 1 RS+ 1. Rekensprong Plus 1 (c) Van In, lesnr domein lesonderwerp lesnr domein lesonderwerp lesnr domein lesonderwerp RS+ 1 A 1 2 3 1 MK ruimtelijke oriëntatie: personen 27 G voorwerpen vergelijken naar aantal 53 G natuurlijke getallen interpreteren 2 G tellen tot 6 28 B evenveel maken door bijdoen of wegdoen 54 G vaste

Nadere informatie

Tijd en Geld. in de rekenlessen van. groep 3 en 4. 15 september 2010 Marianne Espeldoorn

Tijd en Geld. in de rekenlessen van. groep 3 en 4. 15 september 2010 Marianne Espeldoorn Tijd en Geld in de rekenlessen van groep 3 en 4 15 september 2010 Marianne Espeldoorn Wat is tijd? Bedenk zoveel mogelijk spreekwoorden en gezegden over Geld in 1 minuut!! Tijd en Geld Kerndoel 33: De

Nadere informatie

Leerstofoverzicht groep 3

Leerstofoverzicht groep 3 Leerstofoverzicht groep 3 Getallen en relaties Basisbewerkingen Verhoudingen Leerlijn Groep 3 uitspraak, schrijfwijze, kenmerken begrippen evenveel, minder/meer cijfer 1 t/m 10, groepjes aanvullen tot

Nadere informatie

Eerst en vooral. heet ik jullie. van harte. Welkom. in het. leerjaar

Eerst en vooral. heet ik jullie. van harte. Welkom. in het. leerjaar Eerst en vooral heet ik jullie van harte Welkom in het leerjaar 1. Welkom Ik ben juf Sarah en ik kijk er enorm naar uit om dit schooljaar samen met jullie kinderen heel wat nieuwe dingen te leren. In de

Nadere informatie

Lesbrief Assenstelsels. Versie 1

Lesbrief Assenstelsels. Versie 1 Versie 1 Datum: 11 juni 2011 Cursus: Docent: Taal in alle vakken Radha Gangaram Panday Door: Mario Hummeling, 1597628 Shafi Ilahibaks, 1540943 Cyril Bouwman, 1581806 Herman Hofmeijer, 1058201 Nico van

Nadere informatie

Daarom geef ik vanaf vandaag geen huiswerk meer mee om extra tijd vrij te maken om te oefenen. Wat kan in deze voorbereidingsperiode geoefend worden?

Daarom geef ik vanaf vandaag geen huiswerk meer mee om extra tijd vrij te maken om te oefenen. Wat kan in deze voorbereidingsperiode geoefend worden? Beste, Vanaf vandaag (25/11) tot en met dinsdag 3 december wordt in de klas alle geziene leerstof van taal en wiskunde herhaald en geoefend. Dit als voorbereiding op de kerstproeven. Daarom geef ik vanaf

Nadere informatie

TVE TIEN VRAGEN EXTENSIE LVS - VCLB WISKUNDE Begin 1 ste leerjaar

TVE TIEN VRAGEN EXTENSIE LVS - VCLB WISKUNDE Begin 1 ste leerjaar TVE TIEN VRAGEN EXTENSIE LVS - VCLB WISKUNDE Begin 1 ste leerjaar INSTRUCTIE BIJ VRAGEN Wiskunde Begin 1 ste leerjaar Voor de afname leg je aan iedereen kort de betekenis uit van de tekens =, < en > a.d.h.v.

Nadere informatie

BLOKMENU BLOKLESSEN. halfslagsymmetrie. 2 De wereld in getallen groep 4 Handleiding Malmberg 's-hertogenbosch. toetsboek. werkboek

BLOKMENU BLOKLESSEN. halfslagsymmetrie. 2 De wereld in getallen groep 4 Handleiding Malmberg 's-hertogenbosch. toetsboek. werkboek BLOKMENU BLOKLESSEN werkboek toetsboek les inhoud domein lesdoel 1 x 2 x doel 1 Eureka De kinderen gaan aan de slag met keerkunst. Dit is kunst die je een halve slag kunt draaien zonder dat je het ziet.

Nadere informatie

Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.

Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter. 70 blok 5 les 23 C 1 Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 60 981 540 C 2 Welke maten horen erbij? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.

Nadere informatie

Voordoen (modelen, hardop denken)

Voordoen (modelen, hardop denken) Voordoen (modelen, hardop denken) Waarom voordoen? Net zoals bij lezen, leren leerlingen heel veel over schrijven als ze zien hoe een expert dit (voor)doet. Het voordoen (modelen) van het schrijven van

Nadere informatie

handleiding pagina s 956 tot 964 1 Handleiding

handleiding pagina s 956 tot 964 1 Handleiding week 32 les 1 toets en foutenanalyse handleiding pagina s 956 tot 964 nuttige informatie 1 Handleiding 11 Kopieerbladen pagina s 726 en 727: oppervlakte ruimtefiguren pagina 778: tijdstip en tijdsduur

Nadere informatie

gewicht, tijdsduur en hoekgrootte nagegaan wordt hoeveel keer de maateenheid in de te meten grootheid gaat

gewicht, tijdsduur en hoekgrootte nagegaan wordt hoeveel keer de maateenheid in de te meten grootheid gaat Les 50 : meten met natuurlijke maateenheden meten van inhouden Doelstellingen - - - MR1 Twee dingen kwalitatief vergelijken volgens kleurschakering, geluidssterkte, levensduur, hardheid, lengte, gewicht,

Nadere informatie

VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 4 WISKUNDE

VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 4 WISKUNDE VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR WISKUNDE P. 02-03 Metend Rekenen KLOKKWARTET De leerlingen leren de klok lezen, zowel analoog als digitaal. P. 0-05 Getallenkennis GEHEUGENTRAINING De leerlingen zetten

Nadere informatie

doelenkatern leerjaar Blok Pagina Blok 1 2 tot 11 Blok 2 12 tot 20 Blok 3 21 tot 29 Blok 4 30 tot 37 Blok 5 38 tot 44 Blok 6 45 tot 53

doelenkatern leerjaar Blok Pagina Blok 1 2 tot 11 Blok 2 12 tot 20 Blok 3 21 tot 29 Blok 4 30 tot 37 Blok 5 38 tot 44 Blok 6 45 tot 53 Blok Pagina Blok 1 2 tot 11 Blok 2 12 tot 20 Blok 3 21 tot 29 Blok 4 30 tot 37 Blok 5 38 tot 44 Blok 6 45 tot 53 Blok 7 54 tot 62 leerjaar 3 doelenkatern Voorafgaande toelichting bij doelenkatern, leerjaar

Nadere informatie

Les 1. 1 En jij? O 2 keer per jaar O 3 keer per jaar O 4 keer per jaar. Wat is een rapport? 1. Krijgt jouw kind een rapport?

Les 1. 1 En jij? O 2 keer per jaar O 3 keer per jaar O 4 keer per jaar. Wat is een rapport? 1. Krijgt jouw kind een rapport? Les 1 Wat is een rapport? 1 En jij? 1. Krijgt jouw kind een rapport? O ja O nee 2. Krijgen kleuters ook een rapport? O ja O nee 3. Kreeg jij vroeger in de school ook een rapport? O ja O nee Wanneer? Wat

Nadere informatie

Routeboekje. bij Alles telt. Groep 3 Blok 1. Van...

Routeboekje. bij Alles telt. Groep 3 Blok 1. Van... Routeboekje bij Alles telt Groep 3 Blok 1 Van... Groep 3 Blok 1 Les 1 Leerkrachtgebonden LB 3A 2 1 Weer naar school. meedoen JJ LB 3A 2 2 Kijk en vertel. meedoen JJ GM 3 3.1 GM 3 3.2 LB 3A 3 3 Hoeveel

Nadere informatie

Proefwerken juni 2017

Proefwerken juni 2017 Proefwerken juni 2017 Donderdag 15 juni Bewerkingen & toepassingen Luisteren & taalsystematiek* Vrijdag 16 juni Begrijpend lezen * Getallenkennis & toepassingen Maandag 19 juni Dinsdag 20 juni Spelling

Nadere informatie

Reis door het zonnestelsel

Reis door het zonnestelsel Reis door het zonnestelsel GROEP 7-8 61 70 minuten 1, 23, 32 en 46 De leerling: weet dat de afstanden tussen de planeten heel groot zijn kan zich een voorstelling maken van de afstand van de aarde tot

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 1 bij 1.2 * Doe de opdracht met de groep. Uitleg voor de docent: De cursisten lopen door elkaar door het lokaal. Laat de cursisten elkaar in tweetallen begroeten,

Nadere informatie

Stappenplan: maken van een beloningskaart Je kind stimuleren door aanmoediging

Stappenplan: maken van een beloningskaart Je kind stimuleren door aanmoediging Info@piresearch.nl www.piresearch.nl Stappenplan: maken van een beloningskaart Je kind stimuleren door aanmoediging Een beloningskaart helpt ouders gericht aandacht te besteden aan gewenst gedrag van hun

Nadere informatie

Zuivel is belangrijk. Melk is goed voor... ELK!

Zuivel is belangrijk. Melk is goed voor... ELK! tweede leerjaar 2 Zuivel is belangrijk Melk is goed voor... ELK! Plaats de passende leeftijd bij elke tekening. Kies uit: 6 tot 12 jaar, 1 tot 3 jaar, 0 jaar, meer dan 60 jaar, 12 tot 18 jaar, 6 maanden

Nadere informatie

oefenbundel voor het vierde leerjaar

oefenbundel voor het vierde leerjaar oefenbundel voor het vierde leerjaar leerinhoud aard bron gelijkwaardige breuken breuken gelijkwaardig maken, vergelijken, ordenen cijferen: optellen en aftrekken tijdsduur (digitale klok) vierkant, rechthoek,

Nadere informatie

Aandachtspunten. Aandachtspuntenlijst 3, bij blok 7, 8 en 9. Specifieke aandachtspunten/observaties. Leerinhoud/ Observatie

Aandachtspunten. Aandachtspuntenlijst 3, bij blok 7, 8 en 9. Specifieke aandachtspunten/observaties. Leerinhoud/ Observatie Aandachtspunten 291 Aandachtspuntenlijst 3, bij blok 7, 8 en 9 1 Doortellen en terugtellen onder 100. Het kind vergeet steeds getallen. Het kind hapert bij bepaalde getallen. Het kind heeft moeite met

Nadere informatie

Tellen 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10. 1. Hoeveel blokjes tel je? 1 2 3 4 5 6 Wijs het juiste cijfer aan

Tellen 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10. 1. Hoeveel blokjes tel je? 1 2 3 4 5 6 Wijs het juiste cijfer aan 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10 Tellen 1. Hoeveel blokjes tel je? 1 2 3 4 5 6 Wijs het juiste cijfer aan 2. Tel hardop de blauwe blokjes 3. Welk getal hoort daarbij en wijs dat aan. Meer, minder, evenveel 1. Tel

Nadere informatie

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP Katholieke Hogeschool Leuven Departement Lerarenopleiding Professionele bachelor in onderwijs: lager onderwijs Campus Heverlee Hertogstraat

Nadere informatie

Spinners. Veel plezier! Juf Els en juf Anke

Spinners. Veel plezier! Juf Els en juf Anke Spinners Een nieuwe rage: spinners! Heb jij ze al gespot in jouw klas? Vervelend, al dat speelgoed op school, of handig! spinners in de klas, daar kun je leuke, leerzame activiteiten mee doen! Wij bedachten

Nadere informatie

Vakonderdeel: TAALBESCHOUWING: NADENKEN OVER TEKSTEN

Vakonderdeel: TAALBESCHOUWING: NADENKEN OVER TEKSTEN Vakonderdeel: TAALBESCHOUWING: NADENKEN OVER TEKSTEN Doelen De termen lay-out, cursief en vetjes correct gebruiken De bedoeling van een lay-out inzien De bedoeling van cursieve en vetgedrukte woorden inzien.

Nadere informatie

Arrangementen dagbesteding VSO Oriëntatiefase Verdiepingsfase Integratiefase Leerjaar 1 (de

Arrangementen dagbesteding VSO Oriëntatiefase Verdiepingsfase Integratiefase Leerjaar 1 (de ARRANGEMENTKAART REKENEN maart 2013 VSO- AFDELING Standaarden VSO Leeftijd à 13 14 15 16 17 18 19 Gevorderd 25% 10 10 11 11 11 12 12 Voldoende 75% 7 7 8 8 9 9 10 Minimum 90% 3 4 4 4 5 5 5 Arrangementen

Nadere informatie

Rekenzeker. Weet binnen een context wat bedoeld wordt met bij elkaar doen, erbij doen, eraf halen en dit vertalen naar een handeling

Rekenzeker. Weet binnen een context wat bedoeld wordt met bij elkaar doen, erbij doen, eraf halen en dit vertalen naar een handeling Groepsplan groep Vakgebied Rekenen Rekenzeker Tijdsvak Namen Evaluatie Niveau leerlijn 1 2 3 Functioneringsniveau

Nadere informatie

DODE HOEK.

DODE HOEK. Doen Wat maak je? Nut Waarvoor maak je het? DODE HOEK Hoe werkt het? Hoe Waaruit bestaat het? Wat Nut Мaak een uitvinding die het probleem van de dode hoek oplost DIT HEB JE NODIG Schrijfgerei Kladblaadjes

Nadere informatie

Onthoudboekje rekenen

Onthoudboekje rekenen Onthoudboekje rekenen D_eze _werkbundel _is _van < > 1 Inhoudsopgave Wat moet je wanneer kennen? eindtoets paastoets kersttoets herfsttoets Getallenkennis 1. Soorten getallen (p.4 5) 2. Duizendtal, honderdtal,

Nadere informatie

Aan de ouders van de kinderen van groep 1en 2: Nieuwbrief voor het nieuwe thema.

Aan de ouders van de kinderen van groep 1en 2: Nieuwbrief voor het nieuwe thema. Aan de ouders van de kinderen van groep 1en 2: Nieuwbrief voor het nieuwe thema. Allereerst willen we alle ouders en kinderen een heel goed 2015 wensen. We wensen u veel gezondheid en geluk toe. We hopen

Nadere informatie

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN Dit thema is opgesplitst in drie delen; gevoelens, ruilen en familie. De kinderen gaan eerst aan de slag met gevoelens. Ze leren omgaan met de gevoelens van anderen. Daarna

Nadere informatie

THEMA 9: MIJN OMA EN OPA WONEN IN BRAZILIË. webversie

THEMA 9: MIJN OMA EN OPA WONEN IN BRAZILIË. webversie THEMA 9: MIJN OMA EN OPA WONEN IN BRAZILIË 2 Onze wereld is een wereld van verschil. Geen twee mensen zijn gelijk. Samenleven in diversiteit is de uitdagende maar verrijkende opdracht. Zo groeit, voorbij

Nadere informatie

LEERKRACHTGEDEELTE DOE-ACTIVITEIT: SMS. AMIRA EN ILIAS VAN MAART TOT MEI

LEERKRACHTGEDEELTE DOE-ACTIVITEIT: SMS. AMIRA EN ILIAS VAN MAART TOT MEI LEERKRACHTGEDEELTE DOE-ACTIVITEIT: SMS. AMIRA EN ILIAS VAN MAART TOT MEI Omschrijving van de activiteit De leerlingen lezen sms -jes van een verliefde jongere en bepalen aan de hand van de berichtjes het

Nadere informatie

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP Student: Lize Peeters Studietrajectbegeleider:Katrin Ceulemans Mentor : Ann Rutten Feedback op lesvoorbereiding in orde kleine aanpassingen

Nadere informatie

Handleiding en opgaven niveau A1. Opgave 1: Samen

Handleiding en opgaven niveau A1. Opgave 1: Samen Handleiding en opgaven niveau A1 Benodigd materiaal - Voor alle leerlingen een exemplaar van Opgavenblad A1 (zie pagina 6) - Voor alle leerlingen drie exemplaren van Werkblad Stappenplan (zie pagina 7)

Nadere informatie

In Evacuate the dancefloor van Cascada wordt een langer motief gebruikt. Meteen daarna wordt een variatie gespeeld.

In Evacuate the dancefloor van Cascada wordt een langer motief gebruikt. Meteen daarna wordt een variatie gespeeld. Naam:.... Klas:. Herhalen is iets nog een keer spelen zonder er iets aan te veranderen. Als je in een muziekstuk het motief alleen maar herhaalt, wordt het wel een beetje saai. Daarom maakt een componist

Nadere informatie

Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen

Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen www.edusom.nl Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen Het is belangrijk om veel woorden te leren. In deze extra les vindt u extra woorden bij de Opstartlessen 1 t/m 5. Kijk ook eens naar

Nadere informatie

Sneller, Leuker en Makkelijker : Plannen. Pauline Jonker Maak Mij Wat Wijs!

Sneller, Leuker en Makkelijker : Plannen. Pauline Jonker Maak Mij Wat Wijs! Sneller, Leuker en Makkelijker : Plannen Pauline Jonker Maak Mij Wat Wijs! Welkom! Allereerst bedankt voor het downloaden van deze planner! Deze planner gaat jou helpen om SLiM te plannen. Je gaat leren

Nadere informatie

antwoorden jaargroep 4 reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok werkboek Bedenk zelf maar sommen met poffertjes!

antwoorden jaargroep 4 reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok werkboek Bedenk zelf maar sommen met poffertjes! jaargroep Zwijsen reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok 7 + 6 werkboek Bedenk zelf maar sommen met poffertjes! Les Overal getallen Wie heeft de meeste stenen? Kruis aan. Overal Vul de getallenlijnen

Nadere informatie

Naam:... Nr... SPRONG 6

Naam:... Nr... SPRONG 6 Naam:... Nr.... SPRONG 6 G 1 Percenten a Bereken het percent. Schrijf de tussenuitkomsten op. 5 % van 500 = van 500 = x = 15 % van 200 = van 200 = x = 4 % van 2 000 = van 2 000 = x = 10 % van 700 = van

Nadere informatie

Welke supermens vliegt het verst?

Welke supermens vliegt het verst? Welke supermens vliegt het verst? In deze les laten we de leerlingen ervaringen opdoen met vliegen en windkracht. We maken een supermens (met een knipoog naar superman/superwoman) en onderzoeken hoe hij/zij

Nadere informatie

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en

Nadere informatie

Sta in je recht. Lessen over (kinder)rechten voor PO

Sta in je recht. Lessen over (kinder)rechten voor PO Sta in je recht Lessen over (kinder)rechten voor Speed-date Wij hebben een rechtsysteem waar iedereen zich aan moet houden. Maar welke rechten zijn dat dan? Welke ken je en welke rechten lijken jou vanzelfsprekend?

Nadere informatie

leerjaar WISo wijsen wiskunde onderwijs leerjaar doelenkatern reken- en wiskundemethode voor het lager onderwijs

leerjaar WISo wijsen wiskunde onderwijs leerjaar doelenkatern reken- en wiskundemethode voor het lager onderwijs leerjaar 2 WISo wijsen wiskunde onderwijs leerjaar 2 doelenkatern reken- en wiskundemethode voor het lager onderwijs Blok Pagina Blok 1 2 tot 10 Blok 2 11 tot 17 Blok 3 18 tot 25 Blok 4 26 tot 32 Blok

Nadere informatie

K 1 Symmetrische figuren

K 1 Symmetrische figuren K Symmetrische figuren * Spiegel Plaats de spiegel zó, dat je twee gelijke figuren ziet. Plaats de spiegel nu zó op het plaatje, dat je dezelfde figuur precies éénmaal ziet. Lukt dat bij alle plaatjes?

Nadere informatie