Korte Inleiding Excel, het verwerken van meetresultaten 1 Korte inleiding Excel ten behoeve van het verwerken van meetresultaten. In deze korte cursus zullen we leren hoe we het spreadsheet-(rekenvel-)programma Excel kunnen gebruiken om onze meetgegevens te verwerken in tabellen en grafieken. Het is een slechts zeer beperkte kennismaking met Excel. In een latere cursus zul je uitgebreider de mogelijkheden van het programma leren kennen. In deze korte inleiding leren we: Het maken van eenvoudige tabellen. Het uitbreiden van deze tabellen met berekende waarden. Het weergeven van de tabelwaarden in een grafiek. De opmaak van de grafiek aanpassen. Het tekenen van de beste rechte, polynoom, macht enz. Het bepalen van de functie en regressie-coëfficient hierbij. Het overnemen van de tabellen en grafieken in een tekstdocument. Het maken van een tabel Start Excel op. Je ziet nu een scherm met van boven naar beneden achtereenvolgens de titelbalk, de menubalk, twee knoppenbalken (de standaard-werkbalk en de opmaak-werkbalk) en daaronder een bijna lege balk, de formulebalk. Het grootste deel van het scherm wordt ingenomen door het werkblad. Langs de rand hiervan zie je knoppen waarop de kolom-letters en de rij-nummers staan weergegeven.met deze knoppen kun je hele kolommen of hele rijen ineens selecteren. Op het werkblad zie je alle afzonderlijke cellen met een raster aangegeven. Zie je geen rasterlijnen, zet deze dan onder Extra>Opties>Weergave aan. Het witte kruis op het werkblad is de muiscursor. De muiscursor kan verschillende vormen aannemen, al naar gelang de plek op het scherm. Rondom de cel A1 zien we een kader. Het blokje in de rechter onderhoek heet de vulgreep. Dit kader geeft de actieve cel aan. De naam van de actieve cel staat in het naamvakje links boven het werkblad (in de formulebalk). Het kader kan ook meerdere cellen omvatten (als we meerdere cellen geselecteerd hebben).
Korte Inleiding Excel, het verwerken van meetresultaten 2 Verplaats met de cursortoetsen het kader naar b.v. D7. Maak nu met behulp van de muiscursor een andere cel actief door op deze cel te klikken. Maak tenslotte cel A1 weer actief. Zet nu de muiscursor op cel A1. Sleep nu (linker muisknop ingedrukt houden) de cursor naar b.v. cel D10. Laat tenslotte de muisknop los. Het hele blok A1-D10 moet nu geselecteerd staan. Oefen in het selecteren van verschillende groepen cellen. Ga na dat dit ook kan door de Shift-toets ingedrukt te houden en met de cursortoetsen te verplaatsen. We gaan nu de cellen vullen. De cel die we willen vullen moet actief zijn. We kunnen in een cel tekst zetten, maar ook getallen of formules. Voorlopig beperken we ons tot tekst en getallen. De tekst of het getal typen we in de actieve cel. We sluiten af met <Enter> of door met de cursortoetsen of muis naar een andere cel te gaan. Stel we hebben de volgende meetwaarden bij een proef over de eenparig versnelde beweging: t in sec s in m 0 0 1 0,2 2 0,75 3 1,65 4 3,22 5 4,78 6 7,04 7 9,49 8 12,4 9 16,6 10 18,2 Vul t in sec in cel A1 in en s in m in B1. Zet nu 1 resp. 2 in A2 en A3. Kolom niet verder invullen!! Selecteer A2 en A3. Zet nu de muiscursor precies boven de vulgreep. Deze verandert dan in een plusteken. Sleep nu (linker muisknop ingedrukt houden) de vulgreep naar beneden zodat A2 t/m A11 geselecteerd worden. Laat tenslotte de muisknop los. Resultaat?!! Vul de rest van de tabel in. Het maken van een grafiek Het maken van een grafiek gaat het makkelijkst met behulp van de knop Wizard Grafieken in de standaard-werkbalk. Selecteer de cellen A1-B12. Druk vervolgens op de knop Wizard Grafieken. De muiscursor op het werkblad is nu veranderd in nevenstaand symbool. Bovendien zien we een bewegende stippellijn om het geselecteerde gebied. Met behulp van deze grafiek-cursor kunnen we, door te slepen, een gebied aangeven waarbinnen de grafiek moet komen.
Korte Inleiding Excel, het verwerken van meetresultaten 3 Markeer naast de tabel een ruim gebied voor de grafiek. Er verschijnt nu een dialoogvenster Wizard Grafieken - Stap 1 van 5. Hierin kunnen we het bereik van de tabelgegevens eventueel nog wijzigen. Merk op dat we de tabelkopjes mee geselecteerd hebben. Deze worden straks als labels in de grafiek gebruikt!! Klik op de knop Volgende >. In het nu verschijnende venster kunnen we een keuze maken uit verschillende grafieksoorten. In ons geval moeten de waarden uit de eerste kolom horizontaal worden uitgezet en de waarden uit de volgende kolom(men) vertikaal. Dit gaat alleen met het type Spreiding. Onthoud dit goed!!! Alle andere grafiektypen zetten beide kolomwaarden uit tegen het rijnummer. Klik op spreiding en dan op Volgende >. We komem nu bij stap 3. Voor een lineaire schaalverdeling met raster en alleen meetpunten weergeven kiezen we nu type 3. Type 4 en 5 leveren een of twee logaritmisch verdeelde assen. Klik weer op Volgende >. In het nu verschijnende venster van stap 4 zien we een voorbeeldgrafiek. Als alles goed is moeten daarnaast nu de volgende instellingen staan (zo niet, dan pas het aan): Let op: De waarden die je langs de x-as wilt uitzetten moeten altijd in de meest linkse kolom staan!! Heb je een tabel met meerdere kolommen, waarvan je er maar enkele in een grafiek wilt weergeven, dan selecteer je alleen die kolommen. De meest linkse van de geselecteerde kolommen wordt dan langs de x-as uitgezet. Klik op Volgende >. We komem nu bij stap5. Bij Legenda toevoegen? kiezen we Nee. De legenda is wél zinvol als we meerdere meetreeksen in één grafiek uitzetten. Iedere meetreeks (kolom) wordt met een ander symbool weergegeven en in de legenda kun je aangeven welk symbool waarbij hoort. Vul de Grafiektitel en de Astitels in. Door met de muiswijzer op een vakje te klikken kun je het invullen starten. Als je een vak hebt ingevuld moet je niet op <Enter> drukken, want dan wordt de definitieve grafiek opgemaakt. Steeds met de muiswijzer naar het volgende vak gaan!! Klik tenslotte op Gereed.
Korte Inleiding Excel, het verwerken van meetresultaten 4 De grafiek staat nu op het werkblad in een objectkader. Dit is herkenbaar aan de acht blokjes (handgrepen) langs de rand. Deze verdwijnen zo gauw als je een actie uitvoert buiten het grafiekgebied. Klik je eenmaal binnen het gebied, dan verschijnen ze weer. Je kunt dan door slepen het hele object verplaatsen en het met behulp van de handgrepen vergroten of verkleinen. Door met een handgreep in een hoek het formaat te wijzigen blijft de lengte/breedte-verhouding gelijk. Willen we onderdelen van het object bewerken (grafiektitel, astitels, grafiek zelf, enz.), dan moeten we eerst dubbelklikken op het objectgebied. De rand wordt dan blauw-gestreept. We gaan nu een tweedegraads-kromme tekenen die zo goed mogelijk bij de meetwaarden past. Excel gebruikt voor een dergelijke kromme of rechte de naam trendlijn. Dubbelklik op het grafiekgebied. De rand moet nu dus blauwgestreept zijn!! Wijs een van de meetpunten aan en klik met de rechter muisknop. Daarmee roep je een contextgevoelig menu op. Tegelijk zie je dat alle meetpunten geselecteerd worden. (Alleen selecteren van de punten kun je met de linker muisknop.) Kies in het menu voor Trendlijn invoegen.... In het nu verschijnende dialoogvenster Trendlijn kies je op het tabblad Type voor Polynoom en Graad: 2. Ga nu naar het tabblad Opties. Onze trendlijn behoeft geen speciale naam, daarom kiezen we voor Aangepast en laten het invulvak leeg. Omdat de grafiek zeker door het punt (0,0) moet gaan (we gaan er van uit dat op t = 0 de plaats s met zekerheid 0 was), zetten we Snijpunt met Y-as instellen op 0 aan. Zet ook Vergelijking in grafiek weergeven en Kleinste kwadraat in grafiek weergeven aan. Zijn alle instellingen goed, klik dan op OK.
Korte Inleiding Excel, het verwerken van meetresultaten 5 Je ziet nu de grafiek met de trendlijn. Deze trendlijn staat geselecteerd, wat je ziet aan de extra blokjes op de lijn. deze verdwijnen zodra je ergens anders klikt. De trendlijn is wat aan de dikke kant. Dit gaan we nu veranderen. Bovendien gaan we de vergelijking en de zogenaamde regressie-coëfficient (R 2 ) op een betere plaats zetten. Wijs de trendlijn aan (niet op een meetpunt!!) en klik met de rechter muisknop. In het nu verschijnende menu kies je voor Trendlijn opmaken.... Dan kun je op het tabblad Patronen de dikte kleiner kiezen. (Op de andere twee tabbladen kunnen we de eerder gemaakte instellingen eventueel nog wijzigen.) Klik op OK. Klik nu (in het grafiekgebied) op de vergelijking. Daar komt nu een kadertje omheen te staan. Sleep dit nu naar een geschikte plaats. Het totaal moet er nu als volgt uitzien: