Evaluatie gratis openbaar vervoer voor 65-plussers

Vergelijkbare documenten
Aan de gemeenteraad van Nijmegen. Geachte leden van de raad,

Evaluatie gratis openbaar vervoer 65+-ers Rotterdam

Onderzoek naar vervoersarmoede: BEVINDINGEN - VROUWEN VAN 60 JAAR EN OUDER

Managementsamenvatting

53% 47% 51% 54% 54% 53% 49% 0% 25% 50% 75% 100% zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Buurt- en dorpsenquête Openbaar vervoer

Tussentijdse evaluatie. gratis openbaar vervoer 65-plussers. Afdeling Ruimtelijke en Economische Ontwikkelingen Sector Beleid en Projecten

Evaluatie gratis openbaar vervoer voor 65-plussers Eindrapportage

Sportparticipatie Kinderen en jongeren

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

Wat zie jij er uitgeslapen uit... Monitoringsrapport 2.0

Hoofdstuk 24 Financiële situatie

LANDELIJKE FACTSHEET. 1. Hoofdpunten en kansen voor beleid. Beter Benutten. Gedragsmeting 2016

Onderzoek Metropoolregio

Hoofdstuk 10 Parkeren

Vervoer in het dagelijks leven

Bekendheid Norm Gezond Bewegen

Eén Zuidoost: verbondenheid oost- en westkant spoor. Nulmeting. Onderzoek, Informatie en Statistiek

RAPPORT EVALUATIE 2 KAARTJE HEUVELLANDLIJN 2014

Onderzoek gebruik fietsenstallingen rondom station Zwolle

Bijlage D Aanvullende tabellen 2. Bijlage bij hoofdstuk 2 2. Bijlage bij hoofdstuk 3 4. Bijlage bij hoofdstuk 4 9. Bijlage bij hoofdstuk 5 18

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Verkeer en vervoer. Omnibus 2011

Bijlage 8. Enquête. Analyse- en Oplossingsrichtingenfase MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam Den Haag

Fietsrecreatiemonitor Cijfers Fietsdagtochten

Hoofdstuk 8 Binnenstad van Leiden

centrum voor onderzoek en statistiek

Klanttevredenheid WMO vervoer Haren 2013

Fietsen in Groningen 2017

Resultaten fietsenquête

Onderzoek naar vervoersarmoede: BEVINDINGEN STUDENTEN VAN HET MBO

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING

OORDEEL EN BELEVING OV-CHIPKAART NA UITFASERING NVB

TV IN NEDERLAND 2003

Verkeer en vervoer. Omnibus 2015

Verdieping Fietsdagtochten

Je bent jong en je wilt wat... minder auto?

Rapportage. Evaluatie onderzoek Het succes van de stimuleringsregeling E-bike

gemeente Eindhoven Onderwerp: Gratis openbaar vervoer Eindhovense minima.

Samenvatting WijkWijzer 2017

Resultaten enquête Uithoornlijn

Klanttevredenheidsonderzoek. Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe

Grafiek 12.1a Soorten vervoermiddelen waar Leidenaren over beschikken, in procenten van alle Leidenaren 0% 25% 50% 75% 100%

Monitoring tevredenheid en gebruik Nulmeting onder bewoners. Zomer 2014

VAB-Mobiliteitsbarometer: 50-plussers

Scootmobielhouders in s-hertogenbosch

Sportparticipatie Volwassenen

TV IN NEDERLAND 2002

Enquête vrij reizen. Wat levert gratis OV de gebruikers op? Kenniscentrum MVS juli 2017 concept

Sportparticipatie 2016 Volwassenen

Fiets in de metro. Martijn Epskamp. Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) maart In opdracht van de Stadsregio

Fietsen in Groningen 2016

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h

De belangrijkste conclusies die op basis van de tellingen in 2018 (in vergelijking met 2016) kunnen worden getrokken zijn:

Kwaliteitsonderzoek doelgroepenvervoer Zuidoost-Drenthe 2012 Eindrapport

Hoofdstuk 21 Mantelzorg

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

OV-plangedrag Breng-reizigers

PEILING 65-PLUSSERS. Gemeente Enkhuizen januari

Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs

Onderzoek Trappers. rapportage. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Nationale Fiets Projecten Postbus AN Heerenveen

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland 2011

Nieuwsbrief burgerpanel Overschie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

RESULTATEN HENGELOPANEL BINNENSTADSPEILING 2018

Bijlagen hoofdstuk 12 Maatschappelijke participatie Jeroen Devilee en Joep de Hart

Hoofdstuk 43. Financiële situatie

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Evaluatie proef gratis busvervoer Helmond

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012

Hondenbeleid Deventer Eindmeting

Marktonderzoeken gratis openbaar vervoer voor ouderen 2010 Eindrapport

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 44 t/m Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

LANDELIJKE FACTSHEET. 1. Context voor reisgedrag. Beter Benutten. Gedragsmeting 2015

Evaluatie leerlingenvervoer 2013

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 66%.

Gratis OV 65-plussers

Eindrapportage Tariefactie Amersfoort Connexxion Openbaar Vervoer

Onderzoek gratis OV voor 55-plussers

Verkeer en vervoer in Helmond

Peiling stadspas. Hoe denken inwoners over de stadspas?

Cliëntervaringsonderzoek Wmo gemeente Simpelveld

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland

Rapportage LeidenPanel Binding met Leiden

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL 11G / m. wennink BP Br. Voortzetten gratis openbaar vervoer Gebruiker openbare ruimte

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2015

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

ContinuVrijeTijdsonderzoek (CVTO) 2015 Tussentijdse rapportage jaarmeting

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.

Hoofdstuk 15. RijnGouwelijn

Internetpanel over de proef met de gratis bus

Resultaten KTO Regiotaxi Utrecht najaar 2009

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Bijlage E: Aparte Overals analyses voor enkele sociale groepen

Toeristisch bezoek aan Leiden in 2010

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek

Samenvatting onderzoek cultuurparticipatie

Transcriptie:

Evaluatie gratis openbaar vervoer voor 65-plussers Resultaten tussen In opdracht van Gemeente Den Haag

Evaluatie gratis openbaar vervoer voor 65-plussers Resultaten tussen In opdracht van: In opdracht van: Gemeente Den Haag Datum: 1 september 2009 Versie: Definitief Opgesteld door: TransTec adviseurs BV Projectleider: Rudy Schoonveld Auteurs: Dominic de Vreeze Projectnummer: 28044 Adres: Postbus 14788, 1001 LG Amsterdam Telefoon: 020 669 3034 Fax: 020 669 3586 E-mail: info@transtecadviseurs.nl Website: www.transtecadviseurs.nl Auteursrecht: 2009 TransTec adviseurs BV Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatisch gegevensbestand en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van TransTec adviseurs BV.

Inhoudsopgave Managementsamenvatting 4 1 Inleiding... 6 2 Onderzoeksmethodiek... 8 2.1 Gratis openbaar vervoer 8 2.2 Overzicht methoden 8 3 Samenstelling respondentengroep tussen... 12 4 Verplaatsingsgedrag... 14 4.1 Openbaar vervoer 14 4.2 Gebruik van bus, tram en Randstadrail 15 4.3 Autogebruik 16 4.4 Fietsgebruik 18 4.5 Taxi en andere vervoerwijzen 19 4.6 Conclusies wat betreft het verplaatsingsgedrag 20 5 Activiteitenpatroon... 21 5.1 Inleiding 21 5.2 Resultaten 21 5.3 Conclusies wat betreft het activiteitenpatroon 23 6 Ooievaarspasbezit en gebruik... 24 6.1 Ooievaarspasbezit 24 6.2 Ooievaarspasgebruik 25 6.3 Conclusie wat betreft de Ooievaarspas en het gebruik daarvan 25 7 Mening over Ooievaarspas en waardering OV... 27 7.1 Waardering openbaar vervoer 27 7.2 Waardering Ooievaarspas 30 7.3 Conclusies wat betreft de mening over het Openbaar vervoer en het gratis reizen met de Ooievaarpas 30 8 Groepsgesprek... 31 8.1 Inleiding 31 8.2 Het sociale leven 31 8.3 Het reisgedrag 31 8.4 De Ooievaarspas 32 8.5 De proef 33 Bijlage: tabellen met verdeling in leeftijdscohorten... 34 Evaluatie gratis openbaar vervoer voor 65-plussers / 3

Managementsamenvatting De gemeente Den Haag voert vanaf 1 januari 2009 een proef uit met gratis openbaar vervoer voor 65-plussers met een Ooievaarpas. Met de proef wil de gemeente weten of - ouderen met een laag inkomen vaker gaan deelnemen aan maatschappelijke activiteiten als zij gratis openbaar vervoer hebben; - mensen vaker gebruik gaan maken van het openbaar vervoer en of dat nieuwe reizen zijn of dat het overstappen zijn vanuit auto of vanaf de fiets; - of meer mensen een Ooievaarpas nemen omdat gratis openbaar vervoer daar deel van uit maakt. Om antwoord te krijgen op deze vragen laat de gemeente een aantal onderzoeken doen: - driemaal een telefonische enquête onder 250 Ooievaarpashouders, eenmaal voorafgaande aan de proef (in januari gevraagd over het gedrag in december), eenmaal in juni en eenmaal in december. - twee groepsgesprekken in mei en november met elke keer circa 8 mensen waarin dieper wordt ingegaan op de achtergronden van de activiteiten van de mensen en hun vervoergedrag. In deze rapportage wordt verslag gedaan van de resultaten uit de eerste tussen en het groepsgesprek van mei 2009. Het onderzoek dient antwoord te geven op vier vragen: 1. Zijn er meer 65-plussers met een Ooievaarpas gaan reizen met het openbaar vervoer? 2. Is er sprak van een overstap vanuit andere modaliteiten (auto, fiets, taxi, lopen) of gaat het om nieuwe reizen? 3. Zijn de 65-plussers met een Ooievaarpas meer activiteiten gaan ondernemen? 4. Hebben meer 65-plussers een Ooievaarpas aangevraagd vanwege het gratis openbaar vervoer? Zijn er meer 65-plussers met een Ooievaarpas gaan reizen met het openbaar vervoer? De proef met het gratis openbaar vervoer met de Ooievaarspas leidt tot significant meer openbaar vervoergebruik onder 65-plussers. Het aandeel gebruikers van het openbaar vervoer onder de doelgroep neemt toe van 68% naar 75%. Het aandeel 65-plussers dat vaker dan 1 maal per week met het openbaar vervoer reist neemt toe van 41% naar 55%. Er is dus zowel sprake van nieuwe reizigers als van bestaande reizigers die vaker zijn gaan reizen. Is er sprak van een overstap vanuit andere modaliteiten (auto, fiets, taxi, lopen) of gaat het om nieuwe reizen? De 65 plussers zijn in beperkte mate minder gaan lopen. Verder is er vooral sprake van nieuwe reizen. Het autogebruik van de 65 plussers is nagenoeg gelijk gebleven. Onder de controlegroep is het autogebruik afgenomen, maar het frequente gebruik juist toegenomen. Ook het gebruik van de fiets neemt toe. Dit heeft vermoedelijk te maken met het seizoen (in mei wordt meer gefietst dan in december). Het gebruik van de taxi is zeer beperkt en nagenoeg onveranderd. Het gebruik van andere vervoerwijzen, waaronder Evaluatie gratis openbaar vervoer voor 65-plussers / 4

lopen is wel afgenomen onder de 65-plussers terwijl dit onder de controlegroep nagenoeg onveranderd is. Zijn de 65-plussers met een Ooievaarpas meer activiteiten gaan ondernemen? De 65-plussers zijn meer activiteiten gaan verrichten als gevolg van het gratis openbaar vervoer. Vooral onder de vrijetijds activiteiten is een toename te zien: Winkelen van 70% naar 87% van de 65 plussers die deze activiteiten ondernemen Wandelen en fietsen van 45% naar 545 Bezoek aan familie en vrienden van 75 naar 81% Uitgaan, bezoek aan restaurant en/of bioscoop van van 30% naar 37% Overige activiteiten buitenshuis van 13% naar 19% De toename is in alle gevallen veel sterker dan onder de controlegroep, dit met uitzondering van de overige activiteiten buitenshuis die in beide groepen even sterk is toegenomen. Deelname aan verenigingsactiviteiten en vrijwilligerswerk zijn juist afgenomen. Mogelijk is hier sprake van een seizoenseffect. Hebben meer 65-plussers een Ooievaarpas aangevraagd vanwege het gratis openbaar vervoer? Het aantal uitgegeven Ooievaarspassen onder 65 plussers is met 11,6% toegenomen. 90% van de nieuwe pashouders geeft aan dat ze de pas hebben aangevraagd vanwege het gratis openbaar vervoer. Ongeveer drie kwart van de ouderen gebruikt de Ooievaarspas als vervoerbewijs, verder wordt vooral de roze strippenkaart gebruikt. Een kwart van de Ooievaarspashouders maakt dus geen gebruik van het gratis reizen met de Ooievaarspas. Onbekendheid is hiervoor mogelijk de belangrijkste oorzaak. De waardering onder 65-plussers voor het openbaar vervoer in Den Haag was ook voor het experiment al hoog. Zowel bus, tram en Randstadrail scoren erg hoog in de beoordeling door ouderen. Het gratis reizen met het openbaar vervoer heeft het percentage respondenten dat een goede of zeer goede beoordeling geeft met drie procentpunten doen stijgen. De prijs wordt door 14 procent van de 65-plussers als reden genoemd voor het gebruiken van het openbaar vervoer. Voor de rest zijn gemak en het ontbreken van alternatieven de belangrijkste redenen gebleven. Evaluatie gratis openbaar vervoer voor 65-plussers / 5

1 Inleiding De gemeente Den Haag voert vanaf 1 januari 2009 tot 1 januari 2010 een proef uit met gratis openbaar vervoer voor 65-plussers. De proef houdt in dat inwoners van de gemeente Den Haag die 65 jaar of ouder zijn en een Ooievaarspas hebben, op vertoon van die pas op werkdagen gedurende de daluren en in het weekend gratis gebruik kunnen maken van de HTM lijnen in Haaglanden. De Ooievaarspas is een pas die korting geeft op allerlei voorzieningen in de regio Den Haag, zoals bibliotheken, musea, cursussen, boodschappenbegeleidingsdiensten etc. De pas is beschikbaar voor inwoners van de gemeenten Den Haag, Voorburg en Rijswijk die maximaal 130% van het minimum inkomen hebben. Voor mensen met een inkomen lager dan 110% van het minimuminkomen is de pas gratis, studenten of mensen met een inkomen tussen 110% en 130% van het minimumloon kunnen de pas aanschaffen voor 11,34 euro per persoon. Ouderen van 65 jaar en ouder krijgen de pas gratis. Als ze het voorgaande jaar een pas hadden, wordt ieder jaar de nieuwe pas automatisch opgestuurd. De gemeente Den Haag wil op basis van de proef inzicht verkrijgen in een aantal effecten 1 : Het effect op de deelname door ouderen aan het maatschappelijk verkeer cq. de sociale omgeving. De gemeente wil daarbij met name weten of de mogelijkheden van de 65-plusser worden vergroot doordat zij gebruik kunnen maken van gratis openbaar vervoer Het effect op gebruik van het openbaar vervoer door de doelgroep, waarbij tevens inzicht moet worden verkregen in de vraag of er sprake is van bestaande reizigers of van nieuwe reizigers, die voorheen met een ander vervoermiddel reisden Het effect op het gebruik/bezit van de Ooievaarspas. De gemeente wil weten of er een toename is van het aantal Ooievaarspasbezitters door het aanbieden van gratis openbaar vervoer In deze rapportage wordt de tussen van juni 2009 besproken, waarbij de resultaten worden vergeleken met de uitkomsten van de voor van december 2008. Er wordt ingegaan op de volgende aspecten: De samenstelling, kerneigenschappen en representativiteit van de respondentengroep van de tussen (juni 2009), ten opzichte van de respondentengroep van de voor (december 2008) Het verplaatsingsgedrag van de respondenten Het activiteitenpatroon van de respondenten Het Ooievaarspasbezit Mening over de Ooievaarspas en de proef met gratis openbaar vervoer Het verplaatsingsgedrag en activiteitenpatroon kan in juni anders zijn dan in december, bijvoorbeeld doordat bepaalde activiteiten tijdens de zomer een zomerstop kennen. Dit fenomeen van afwijkingen in het reisgedrag en het activiteitenpatroon deed zich bij eerdere evaluaties van gratis openbaar vervoer voor ouderen voor. Desalniettemin maakt de tussen het 1 Raadsvoorstel Gemeente Den Haag d.d., Dienst Stedelijke Ontwikkeling 2008.3407, RIS 158103_29 oktober 2008 Evaluatie gratis openbaar vervoer voor 65-plussers / 6

mogelijk om de eerste effecten van gratis openbaar vervoer voor ouderen in kaart te brengen. Naast de telefonische enquête wordt er in deze rapportage ook gebruik gemaakt van de resultaten uit het groepsgesprek, dat op 20 mei gehouden werd. De uitkomsten van dit gesprek dienen ter aanvulling en verrijking van de informatie die verkregen is uit de telefonische enquête. Evaluatie gratis openbaar vervoer voor 65-plussers / 7

2 Onderzoeksmethodiek 2.1 Gratis openbaar vervoer Openbaar vervoer vervult een belangrijke functie voor het bereikbaar houden van de stedelijke centra en voorzieningen en om een vervoermogelijkheid te bieden aan mensen die niet over andere wijze van vervoer beschikken. Het succes van het is afhankelijk van de aantrekkelijkheid van het vervoer voor de potentiële gebruikers. Hiervoor zijn de kwaliteit van het aanbod (frequentie, reistijd), promotie en informatie, comfort, serviceverlening en de prijs van belang. Na successen in België zijn er ook in Nederland steeds meer gemeenten en provincies die experimenten uitvoeren met gratis openbaar vervoer. Ook elders in de wereld wordt gratis openbaar vervoer aangeboden op bepaalde relaties of voor bepaalde doelgroepen. Verschillende regelingen in Engeland lijken op de proef in de gemeente Den Haag. Gratis openbaar vervoer betekent in de praktijk dat de reiziger tegen een nultarief wordt vervoerd en dat een ander, gemeente, provincie of vervoerder, de prijs voor het vervoer betaalt. Om de onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden moet de situatie met gratis openbaar vervoer voor de oudere Ooievaarpashouders worden vergeleken met de situatie zonder gratis openbaar vervoer voor de Ooievaarpashouders. Dit betekent dat het verplaatsingsgedrag, de deelname aan activiteiten en het bezit en gebruik van de Ooievaarpas worden onderzocht voorafgaand aan de proefperiode en tijdens de proefperiode. Omdat deelname aan activiteiten en verplaatsingsgedrag wisselt met de verschillende seizoenen, verdient het de voorkeur om de voor in hetzelfde seizoen uit te voeren als de effect. Het meest zuivere antwoord op de onderzoeksvragen wordt verkregen door het gratis openbaar vervoer aan een deel van de doelgroep beschikbaar te stellen en niet beschikbaar te stellen aan een overigens vergelijkbare controlegroep. Er is daartoe een controlegroep, bestaande uit 63- en 64-jarige houders van een Ooievaarpas. 2.2 Overzicht methoden In principe staan er twee methoden open om antwoord te krijgen op deze vragen: tellen of vragen. De doelgroep heeft een beperkte omvang in relatie tot de totale populatie van reizigers, fietsers, automobilisten en deelnemers aan maatschappelijke activiteiten. Het tellen is daarom niet goed mogelijk en zou tot relatief hoge kosten leiden. Het enquêteren van een representatief aantal potentiële deelnemers is dan de aangewezen methode. Het bezit van de Ooievaarpas kan wel worden geteld om vast te stellen of er sprake is van een toename. Deze moet dan worden afgezet tegen de totale omvang van de groep 65-plussers met een inkomen van maximaal 130% van het minimuminkomen. Afhankelijk van de registratie, is het wellicht ook mogelijk om inzicht te krijgen in het gebruik van de Ooievaarpas. Indien dit niet het geval is, zal deze vraag onderdeel van de enquête zijn. In de enquête kunnen nieuwe pashouders worden gevraagd naar de motieven om de pas te nemen. Evaluatie gratis openbaar vervoer voor 65-plussers / 8

Er wordt voor en tijdens het experiment gemeten: Nul: uitgangssituatie vaststellen (voor). De nul heeft plaatsgevonden in januari, waarbij is gevraagd naar het verplaatstingsgedrag en activiteitenpatroon in december.; Effecten: veranderingen ten opzichte van de uitgangssituatie vaststellen (tijdens). Voor de een goede vergelijking vindt de effect plaats in december 2009, omdat dan de seizoensverschillen zo veel mogelijk zijn geëlimineerd. Om al eerder inzicht te kunnen krijgen, is een eerste effect gehouden in juni 2009. Er zijn vier aspecten die onderzocht moeten worden: 1. Effect op openbaar vervoergebruik Onderzocht moet worden of er tijdens de proefperiode meer gebruik gemaakt wordt van het openbaar vervoer voor verplaatsingen in Haaglanden. 2. Effect op gebruik van andere vervoerwijzen Naast een volume-effect moet gekeken worden naar de wijze waarop de busen tramverplaatsingen voorheen gemaakt werden. Oftewel, is er een verschuiving vanuit andere modaliteiten naar de bus en tram te zien? Zo ja, hoe groot is die verschuiving? 3. Effect op maatschappelijke participatie Daarnaast is het van belang om te bezien of het nultarief leidt tot het ontplooien van meer maatschappelijke activiteiten. De vraag moet beantwoord worden of 65-plussers door het nultarief er vaker op uit trekken en meer deelnemen aan maatschappelijke activiteiten. 4. Effect op het bezit en gebruik van de Ooievaarpas Hierbij moet worden onderzocht hoeveel mensen van de doelgroep een Ooievaarpas hebben en in hoeverre er sprake is van een toename van het aantal bezitters van een Ooievaarpas, gerelateerd aan de omvang van de doelgroep. Hierbij is van belang dat de er vanuit de gemeente Den Haag informatie kan worden verstrekt over de omvang van de doelgroep (aantal 65- plussers met maximaal 130% van het minimum inkomen) en over het aantal Ooievaarpashouders. Enquête In het onderzoek zijn telefonische enquêtes gehouden. De enquêtes worden gehouden onder 250 Ooievaarpashouders van 65 jaar en ouder die in de gemeente Den Haag wonen. Om een representatieve steekproef te hebben, is het noodzakelijk minimaal 250 personen te enquêteren (circa 0,2% van de totale doelgroep). Onderzoeksbureau IntomartGfk uit Hilversum heeft onder verantwoordelijkheid van en begeleiding door TransTec, de enquêtes uitgevoerd. Onderzoeksperioden Er zijn drie onderzoeksperioden voor; een voorafgaande aan de start van de proef in december en een tweetal tijdens de proef. De enquêtes worden allen in dezelfde week afgenomen. In de enquêtes worden vragen gesteld over het verplaatsingsgedrag en de deelname aan activiteiten in de voorafgaande maand. De en vinden op de volgende momenten plaats: Evaluatie gratis openbaar vervoer voor 65-plussers / 9

Voor, week 4 januari 2009 met vragen over reisgedrag en activiteiten in december 2008 Effect 1, week van 7 juni 2009 Effect 2, week van 14 december 2009. Respons Voor de enquêtes geldt dat de steekproefgrootte per minimaal 250 respondenten (netto) is. Omdat in de analyse uitspraken gedaan moeten worden over verschuivingen in vervoerwijze, is het van belang om voldoende respondenten te hebben bij de verschillende activiteitencategorieën en modaliteiten. Voor de controlegroep is een omvang van 125 respondenten gehanteerd. Vraagstelling De enquêtes bevatten een beperkt aantal vragen (met zoveel mogelijk gesloten antwoordcategorieën) verdeeld over vijf blokken: Blok 1 Achtergrondgegevens Leeftijd Woonwijk / postcode Woonsituatie: zelfstandig/verzorgingshuis Huishouden: alleenstaand of meerpersoonshouden Autobezit Blok 2 verplaatsingsgedrag in de afgelopen maand Gebruik en frequentie van diverse modaliteiten voor verplaatsingen in Haaglanden (bus, auto, fietsen, lopen) Gebruikte kaartsoort voor ov gebruik Blok 3 deelname aan activiteiten in de afgelopen maand Deelname en frequentie deelname aan diverse typen activiteiten o Cultuur o Ontspanning o Ideële activiteiten o Sport Blok 4 Ooievaarpas Duur van bezit Ooievaarpas Bij nieuwe bezitters de reden van het aanvragen van de pas Oordeel over gratis openbaar vervoer Blok 5 Oordeel over proef en openbaar vervoer oordeel over de kwaliteit van het openbaar vervoer in Haaglanden oordeel over de proef met gratis openbaar vervoer Tellingen deelnemers Ooievaarpas Om vast te kunnen stellen of het bezit van de Ooievaarpas is toegenomen onder de doelgroep zal op basis van de administratie van de pas worden gekeken of er sprake is van een toename, zowel in absolute zin (er zijn meer bezitters van 65 jaar en ouder uit Den Haag) als in relatieve zin (een groter aandeel van de mensen die voor de pas in aanmerking komt, heeft de pas ook daadwerkelijk aangevraagd). Evaluatie gratis openbaar vervoer voor 65-plussers / 10

Controlegroep Teneinde de effecten van andere factoren te beperken, worden de enquêtes ook afgenomen onder een controlegroep van mensen die zo veel mogelijk in dezelfde omstandigheden verkeren als de doelgroep maar niet de beschikking krijgen over gratis openbaar vervoer. Dit zijn de Ooievaarpashouders van 63 en 64 jaar. Groepsdiscussie De bovenstaande methoden leveren veel kwantitatieve data op. Om meer (diepgaand) inzicht te krijgen bij deze verzamelde data worden ook een tweetal groepsdiscussies gehouden met deelnemers aan de proef. Een in juni 2009 als de proef enige maanden aan de gang is en één in het najaar als de proef bijna een jaar loopt. De groepsgrootte per sessie is 6 personen. Iedere sessie heeft een duur van 2,5 uur. Doel van groepsdiscussies is het verdiepen van kwalitatief inzicht in (veranderingen in) verplaatsingsgedrag en in maatschappelijke participatie (gaan 65-plussers nu ook meer doen?). Het verslag van het eerste groepsgesprek staat in hoofdstuk 9. De groepsdiscussie is opgezet en uitgevoerd door marktonderzoeksbureau Arachnea. Evaluatie gratis openbaar vervoer voor 65-plussers / 11

3 Samenstelling respondentengroep tussen In de telefonische enquête in juni 2009 zijn in totaal 254 respondenten van 65 jaar en ouder bevraagd. Daarnaast is er een controlegroep van 125 respondenten van 63 en 64 jaar samengesteld. Onderstaande tabel 1 laat de verdeling van de respondenten over de verschillende leeftijdscohorten zien. Tabel 1. Samenstelling respondentengroep 65-70 jarigen 71-75 jarigen 76-80 jarigen 80+ jarigen Voor december 2008 73 57 60 60 250 Tussen juni 2009 92 53 49 60 254 [bron: enquête 65-plussers, tussen] totaal 65 jaar en ouder In de tussen zijn naar verhouding meer jonge ouderen geënquêteerd en minder oudere ouderen. Dit heeft invloed op de resultaten van de enquête, omdat jonge ouderen veelal een ander reis- en activiteitenpatroon laten zien dan de oudere ouderen. Tabel 2. Woonsituatie 65-plussers controlegroep voor Tussen verandering (procentpunt) Voor Tussen Aantal (n) 250 254 127 125 Alleen 65% 65% 0 78% 62% -16 verandering (procentpunt) Samenwonend met partner Samenwonend in verpleeghuis 30% 31% 1 17% 31% 14 2% 0% -2 1% 0% -1 Overig 3% 5% 2 5% 6% 1 [bron: enquête 65-plussers, voor- en tussen] Zowel het percentage alleenstaanden als het percentage samenwonenden met partner in de groep 65 plussers wijkt nauwelijks af van de voor. Bij de controlegroep zijn wel minder alleenstaanden en meer samenwonende. Als per leeftijdsgroep gekeken wordt naar de woonsituatie van ouderen, is een wat grillig patroon te zien. In alle leeftijdscohorten zijn percentages alleenstaanden en samenwonenden met partner in de tussen afwijkend van de voor. Deze verschuivingen kunnen een (deel)verklaring vormen voor eventuele verschuivingen in activiteitenpatroon en reisgedrag. Bij de controlegroep van 63 en 64-jarigen zijn meer samenwonenden met partner dan in de voor: 31 procent in de tussen tegen 17 procent in de voor. Bovendien zijn er in deze groep minder alleenstaanden dan in de controlegroep uit de voor: 62 procent tegen 78 procent. Dit kan gevolgen hebben voor het verplaatsingsgedrag en activiteitenpatroon van de respondenten uit de (controle)groep. Evaluatie gratis openbaar vervoer voor 65-plussers / 12

Tabel 3. Autobezit Percentage personen met auto voor 65-plussers Tussen verandering (procentpunt) Voor controlegroep Tussen 33% 34% 1 30% 37% 7 [bron: enquête 65-plussers, voor- en tussen] verandering (procentpunt) Het percentage respondenten met een auto in de voor- en tussen is ongeveer gelijk. In de controlegroep ligt het autobezit in de tussen hoger: 7 procentpunten meer dan in de voor. Zowel de 65-plussers als de controlegroep geldt dat ongeveer een derde in het bezit is van een auto. Bij de 65 tot 70 jarigen is 40 procent in het bezit van een auto. Bij de 70 tot 75 jarigen is het percentage autobezitters 45 procent. Bij de 75 tot 80 jarigen is dat 35 procent. Onder de 80-plussers heeft 15 procent van de geënquêteerden een auto. In de tussen kennen met name ouderen in de leeftijd van 70 tot 80 jaar een aanzienlijk hoger autobezit dan in de voor. Het percentage 80-plussers met een auto is ongeveer gelijk. In vergelijkbare onderzoeken naar de effecten van gratis openbaar vervoer voor ouderen was het autobezit onder 65-plussers hoger (Nijmegen 59%, Rotterdam 53%, Parkstad Limburg 59% en Noord Holland Noord = 61%). In Den Haag geldt een inkomensdrempel van 130 procent van het minimumloon om in aanmerking te komen voor gratis openbaar vervoer. Dit kan een verklaring zijn voor het lagere autobezit. Tabel 4. Fysieke beperking 65-plussers controlegroep Percentage respondenten met fysieke beperking voor (n=250) tussen (n=254) verandering (procentpunt) voor (n=127) tussen (n=125) verandering (procentpunt) 40% 36% -4 31% 27% -4 [bron: enquête 65-plussers, voor- en tussen] Uit bovenstaande tabel 4 blijkt dat zowel bij de controlegroep als bij de 65- plussers een lager percentage respondenten met een fysieke beperking te zien is in de tussen: beide 4 procentpunten minder ten opzichte van de voor. Bij een uitsplitsing naar leeftijdscohorten is te zien dat er aanzienlijke verschuivingen optreden bij met name de leeftijdscohorten 65 tot 70 jaar en 75 tot 80 jaar. Bij de 65 tot 70 jarigen is het percentage met een fysieke beperking fors lager: 27 procent, een afname van 13 procentpunten. Ook bij de 70 tot 75-jarigen is het percentage met een fysieke beperking lager: 34 procent, een afname van 5 procentpunten. Bij de 76 tot 80-jarigen is daarentegen een hoger percentage respondenten met een fysieke beperking te zien: 35 procent, een toename van 8 procentpunten. Bij de 80-plussers is het percentage mensen met een fysieke gevallen ongeveer even groot gebleven: 53 procent in de tussen, een kleine afname van 2 procentpunten. Evaluatie gratis openbaar vervoer voor 65-plussers / 13

4 Verplaatsingsgedrag Een van de verwachte effecten van het gratis openbaar vervoer met de Ooievaarspas is dat de 65-plussers hun reisgedrag aanpassen en meer met het openbaar vervoer zullen reizen. Hierbij wordt beoogd dat ouderen meer gaan reizen, om zodoende meer activiteiten te kunnen ontplooien. Door te kijken in hoeverre ook het gedrag van de controlegroep van 63 en 64-jarigen veranderd, kan gekeken worden naar het effect van de proef met het gratis openbaar vervoer. 4.1 Openbaar vervoer Tabel 5. Openbaar vervoergebruik 65-plussers controlegroep voor (n=250) tussen (n=254) verschil in ppt. voor (n=127) tussen (n=125) verschil in ppt. 4 keer of meer per week 19% 28% 9 24% 25% 1 2 tot 3 keer per week 22% 27% 5 32% 26% -6 ongeveer 1 keer per week 16% 10% -6 15% 12% -3 ongeveer 1 keer per 2 weken 5% 4% -1 4% 8% 4 minder dan 1 keer per 2 weken 5% 7% 2 6% 8% 2 niet 32% 25% -7 21% 22% 1 Totaal 100% 100% 100% 100% [bron: enquête 65-plussers, voor- en tussen] Allereerst wordt de ontwikkeling van het openbaar vervoergebruik in beeld gebracht. Als de 65-plussers als geheel worden beschouwd, dan valt op dat het percentage mensen dat zeer regelmatig het openbaar vervoer gebruikt veel hoger ligt. Het percentage mensen dat 4 keer of meer per week het openbaar vervoer gebruikt is 9 procentpunten hoger dan in de voor. Het percentage respondenten dat 2 tot 3 keer per week het openbaar vervoer gebruikt kent een toename van 5 procentpunten. Het percentage mensen dat wekelijks tot tweewekelijks het openbaar vervoer gebruikt is lager. Het percentage respondenten dat niet met het openbaar vervoer is lager: in de voor gebruikte een derde (83 respondenten, 32 procent) van de ouderen nooit het openbaar vervoer. In de tussen is dat een kwart (63 respondenten, 25 procent). Met uitzondering van de 71 tot 75 jarigen is het percentage niet-openbaar vervoergebruikers in alle leeftijdscohorten lager. Het percentage frequente gebruikers is in alle cohorten hoger, ook bij de oudere ouderen. Vrijwel overal is het percentage gebruikers dat het openbaar vervoer wekelijks of tweewekelijks gebruikt lager dan bij de voor. Waarschijnlijk zijn deze respondenten vaker gaan reizen. Het aantal zeer incidentele reizigers (minder dan 1 keer per 2 weken) is hoger. Bestaande gebruikers zijn vaker gaan reizen en mensen die het openbaar vervoer nog niet gebruikten gaan reizen. Een kwart van de 65-plussers maakt geen gebruik van het openbaar vervoer. In de controlegroep van 63 en 64-jarigen is in het percentage respondenten dat regelmatig (meer dan twee keer per week) het openbaar vervoer gebruikt lager dan in de voor. Dit kan te maken hebben met de zomerperiode. Evaluatie gratis openbaar vervoer voor 65-plussers / 14

Het percentage respondenten dat het openbaar vervoer wekelijks of minder dan 1 keer per week gebruikt is iets hoger. Het aantal niet gebruikers is ongeveer gelijk gebleven. Tabel 6. Openbaar vervoergebruik onder fysiek beperkten 65-plussers controlegroep voor tussen verschil voor Tussen verschil (n=100) (n=92) (n=40) (n=34) Totaal 100% 100% 0 100% 100% 0 4 keer of meer per 15% 15% 0 15% 12% -3 week 2 tot 3 keer per week 14% 22% 8 28% 26% -2 ongeveer 1 keer per 11% 11% 0 8% 9% 1 week ongeveer 1 keer per 2 4% 3% -1 8% 9% 1 weken minder dan 1 keer per 6% 7% 1 3% 12% 9 2 weken niet 50% 42% -8 40% 32% -8 [bron: enquête 65-plussers, voor- en tussen] Het openbaar vervoergebruik onder fysiek beperkten is zowel bij de 65- plussers als bij de controlegroep toename van 8 procent openbaar vervoerreizigers te zien. Bij de controlegroep zijn dit vooral incidentele reizigers, bij de 65-plussers zijn dit regelmatige reizigers. 4.2 Gebruik van bus, tram en Randstadrail Gemiddeld 3 van de 10 reizen van de 65-plussers wordt per bus gemaakt. Bij de controlegroep is dit slechts 2,5 van de 10 reizen. Dit bevestigt het beeld dat de bus onder ouderen geliefd is, zoals dat ook in het groepsgesprek naar voren kwam. De tram wordt het meeste gebruikt, bijna vier van de 10 reizen wordt per tram gemaakt. RandstadRail is vooral bij de 71 tot 75-jarigen populair. Hierbij moet aangetekend worden dat RandstadRail op een beperkt aantal routes in Den Haag rijdt. De plaats waar men woont bepaalt voor een groot deel met welk vervoermiddel men reist, vooral bij RandstadRail (die binnen Den Haag voornamelijk de oost-west verbinding met de binnenstad biedt) doet zich dit voor. Daarnaast kan voor ouderen onduidelijk zijn of het traject binnen Den Haag een tram of RandstadRail is. Tabel 7. Gemiddeld aantal reizen (van de tien) per vervoermiddel 65-70 jarigen 71-75 jarigen 76-80 jarigen 80+ jarigen Totaal 65- plussers controlegroep RandstadRail 2,76 3,07 2,88 2,69 2,83 2,11 Tram 3,97 3,94 3,66 3,84 3,89 5,40 Bus 3,27 2,99 3,45 3,47 3,28 2,48 [bron: enquête 65-plussers, tussen] Evaluatie gratis openbaar vervoer voor 65-plussers / 15

4.3 Autogebruik Tabel 8. Autogebruik. 65-plussers controlegroep voor (n=250) tussen (n=254) verschil in ppt. voor (n=127) tussen (n=125) verschil in ppt. 4 keer of meer per week 14% 11% -3 12% 17% 5 2 tot 3 keer per week 11% 16% 5 14% 14% 0 ongeveer 1 keer per week 14% 10% -4 12% 10% -2 ongeveer 1 keer per 2 weken 2% 3% 1 8% 2% -6 minder dan 1 keer per 2 weken 6% 5% -1 9% 6% -3 Niet 53% 54% 1 45% 51% 6 Totaal 100% 100% 100% 100% [bron: enquête 65-plussers, tussen] Bij het autogebruik is geen grote verschuiving te zien, wel lijken de 65 plussers iets minder vaak met de auto te zijn gaan reizen. Het aantal autogebruikers is nagenoeg onveranderd, terwijl dit bij de controlegroep enigszins is afgenomen. Als alleen wordt gekeken naar de 65 plussers die een auto bezitten, is het gebruik gelijk gebleven en het frequente gebruik (vaker dan twee keer per week) iets toegenomen: van 66% naar 70%. Bij de 65 tot 70-jarigen is het autogebruik significant lager dan in de voor. In de groep 71 tot 75-jarigen, waar het regelmatige openbaar vervoergebruik lager is, is een meer autogebruik te zien dan in de voor. Dit kan verklaard worden door de fors hoger percentage autobezitters in dit leeftijdscohort: 45 procent van de ouderen in dit leeftijdscohort bezit een auto, 12 procentpunten meer dan in de voor. De groep ouderen in de leeftijd van 76 tot 80 jaar laat een hoger regelmatig autogebruik zien (10 procentpunten meer dan in de voor). In dit leeftijdscohort gebruikt 51 procent nooit de auto, een afname van 9 procentpunten ten opzichte van de voor. Daarnaast is er bij deze groep een hoger openbaar vervoergebruik te zien. Evaluatie gratis openbaar vervoer voor 65-plussers / 16

Tabel 9. Openbaar vervoergebruik van 65-plussers, uitgesplitst naar autobezit Auto Geen auto Openbaar vervoergebruik voor (n=38) na (n=46) verandering in procentpunt voor (n=89) voor (n=79) 4 keer of meer per week 20% 30% 10 18% 29% 11 2 tot 3 keer per week 20% 30% 10 23% 28% 5 ongeveer 1 keer per week 20% 10% -10 14% 8% -6 ongeveer 1 keer per 2 weken 6% 8% 2 4% 4% 0 minder dan 1 keer per 2 weken 4% 6% 2 6% 5% -1 Niet 29% 15% -14 34% 25% -9 [bron: enquête 65-plussers, voor- en tussen] Tabel 10. Openbaar vervoergebruik van de controlegroep, uitgesplitst naar autobezit Auto Geen auto Openbaar vervoergebruik voor (n=38) na (n=46) verandering in procentpunt voor (n=89) voor (n=79) 4 keer of meer per week 13% 15% 2 28% 30% 2 2 tot 3 keer per week 21% 17% -4 36% 30% -6 ongeveer 1 keer per week 21% 15% -6 12% 10% -2 ongeveer 1 keer per 2 weken 3% 9% 6 4% 8% 4 minder dan 1 keer per 2 weken 8% 11% 3 4% 6% 2 Niet 34% 33% -1 15% 15% 0 [bron: enquête 65-plussers, voor- en tussen] In tabellen 8 en 9 wordt de relatie tussen autobezit en openbaar vervoergebruik in kaart gebracht. verandering in procentpunt verandering in procentpunt Bij de 65-plussers is zowel onder de autobezitters als onder de niet autobezitters het gebruik van het OV toegenomen, van 71 naar 85% respectievelijk van 66 naar 75%. Opvallend is dat het OV gebruik juist onder autobezitters hoger is en ook sterker is gegroeid dan onder niet autobezitters. In de controlegroep is het openbaar vervoergebruik zowel onder autobezitters als niet-autobezitters redelijk gelijk gebleven. Voor een deel neemt het openbaar vervoer reizen over die voorheen per auto gemaakt worden over. Naast het hoger openbaar vervoergebruik is er een frequenter autogebruik te zien. Evaluatie gratis openbaar vervoer voor 65-plussers / 17

4.4 Fietsgebruik Tabel 11. Fietsgebruik 65-plussers controlegroep voor (n=250) tussen (n=254) verschil in ppt. voor (n=127) tussen (n=125) verschil in ppt. 4 keer of meer per week 10% 17% 7 28% 35% 7 2 tot 3 keer per week 8% 7% -1 7% 9% 2 ongeveer 1 keer per week 3% 4% 1 4% 2% -2 ongeveer 1 keer per 2 weken 2% 0% -2 1% 2% 1 minder dan 1 keer per 2 weken 1% 2% 1 2% 1% -1 niet 78% 69% -9 58% 50% -8 Totaal 100% 100% 100% 100% [bron: enquête 65-plussers, voor- en tussen] Het fietsgebruik bij 65 plussers is toegenomen van 22 naar 31%. Het frequente fietsgebruik is toegenomen van 10 naar 17%. Eeen vergelijkbare ontwikkeling is te zien in de controlegroep. Dit kan zijn veroorzaakt door het hogere percentage jongere ouderen en het lagere percentage respondenten met een fysieke beperking in de tussen. Het seizoen speelt daar ook in mee. In juni fietsen meer mensen dan in december. Er zijn vooral meer 65 tot 70-jarigen die fietsen in de tussen, 29 procent van deze respondenten gebruikt vier keer of meer per week de fiets, in de voor was dat 18 procent. Bij de 71 tot 75-jarigen vinden er slechts kleine verschuivingen plaats in het fietsgebruik. Het fietsgebruik onder 80- plussers is weliswaar iets hoger, maar het blijft beperkt. Evaluatie gratis openbaar vervoer voor 65-plussers / 18

4.5 Taxi en andere vervoerwijzen Tabel 12. Taxigebruik 65-plussers controlegroep voor (n=250) tussen (n=254) verschil in ppt. voor (n=127) tussen (n=125) verschil in ppt. 4 keer of meer per week 2% 2% 0 2% 1% -1 2 tot 3 keer per week 6% 2% -4 2% 1% -1 ongeveer 1 keer per week 5% 5% 0 4% 2% -2 ongeveer 1 keer per 2 weken 3% 1% -2 2% 2% 0 minder dan 1 keer per 2 weken 5% 6% 1 4% 4% 0 niet 79% 83% 4 86% 90% 4 Totaal 100% 100% 100% 100% [bron: enquête 65-plussers, voor- en tussen] Het taxigebruik blijft laag. Ten opzichte van de voor zijn de verschillen minimaal: 17 procent gebruikt wel eens de taxi, 4 procent twee of meer keer per week. In de voor was dit respectievelijk 21 en 8 procent. Bij alle leeftijdscohorten zijn de veranderingen in het taxigebruik minimaal. Bij de 63 en 64-jarigen is het taxigebruik ook lager dan in de voor. Slechts 10 procent gebruikt wel eens een taxi, 2 procent twee of meer keer per week. In de voor gebruikte 14 procent wel eens een taxi, 4 procent twee keer of meer per week. Tabel 13. Andere vervoerwijzen 65-plussers controlegroep voor (n=250) tussen (n=254) verschil in ppt. voor (n=127) tussen (n=125) verschil in ppt. 4 keer of meer per week 2% 0% -2 1% 2% 1 2 tot 3 keer per week 6% 2% -4 2% 2% 0 ongeveer 1 keer per week 5% 4% -1 3% 4% 1 ongeveer 1 keer per 2 weken 3% 2% -1 2% 3% 1 minder dan 1 keer per 2 weken 6% 5% -1 2% 1% -1 niet 79% 87% 8 90% 89% -1 Totaal 100% 100% 100% 100% [bron: enquête 65-plussers, voor- en tussen] Opvallend is dat het gebruik van andere vervoerwijzen (lopen, brommer, scooter, brommobiel) onder 65-plussers lager is dan de voor. Van de 65-plussers maakt 13 procent wel eens gebruik van andere vervoerwijzen, 2 procent meer twee keer per week of vaker. In de voor gebruikte 21 procent wel eens andere vervoerwijzen, 8 procent twee keer per week of vaker. Onder de 63 en 64-jarigen is het gebruik van andere vervoerwijzen min of meer gelijk gebleven. In de tussen gebruikt 11 procent wel eens andere Evaluatie gratis openbaar vervoer voor 65-plussers / 19

vervoerwijzen dan de eerder genoemde, 4 procent twee keer per week of vaker. In de voor is dit respectievelijk 10 en 3 procent, een minimaal verschil. 4.6 Conclusies wat betreft het verplaatsingsgedrag De proef met het gratis openbaar vervoer met de Ooievaarspas leidt tot significant meer openbaar vervoergebruik onder 65-plussers. Voor een groot deel zijn dit nieuwe verplaatsingen. Ouderen die nog niet met het openbaar vervoer reisden zijn gaan reizen met het openbaar vervoer. Daarnaast zijn incidentele reizigers vaker gaan reizen. Er doet zich in geringe mate substitutie voor tussen auto en openbaar vervoer en andere vervoerwijzen en openbaar vervoer. Zowel voor het openbaar vervoer, als voor de fiets is een hoger gebruik te zien. Het autogebruik is iets afgenomen. Het gebruik van de taxi onder 65-plussers is min of meer gelijk gebleven. Wel is het gebruik van andere vervoermiddelen lager, naar verwachting speelt het gratis openbaar vervoer hier een rol bij en nemen mensen voor korte afstanden eerder het openbaar vervoer waar ze vroeger liepen. Onder de controlegroep van 63 en 64-jarigen is het frequente openbaar vervoergebruik juist iets lager, wat er op duidt dat de verschuiving bij de 65- plussers wordt veroorzaakt door het gratis vervoer. Evaluatie gratis openbaar vervoer voor 65-plussers / 20

5 Activiteitenpatroon 5.1 Inleiding De proef met het gratis openbaar vervoer met de Ooievaarspas beoogt naast een toename in het openbaar vervoergebruik onder 65-plussers- een toename van de deelname van 65-plussers in het maatschappelijke verkeer. Gratis openbaar vervoer is één van de factoren die dit kan stimuleren, zeker in samenhang met de korting die de Ooievaarspas verder biedt op allerhande sociaal-culturele en sportieve activiteiten. De respondenten is gevraagd naar hun activiteitenpatroon, verspreid over 12 activiteiten. In tabel 30 van de bijlage zijn alle activiteiten en de ontwikkeling in het gebruik te zien. 5.2 Resultaten Tabel 14. Activiteitenpatroon 65-plussers controlegroep voor tussen verschil voor tussen verschil moskee, kerkbezoek 22% 20% -2 29% 20% -9 sporten in verenigingsverband 20% 17% -3 20% 21% 1 deelname andere verenigingen 26% 17% -9 18% 14% -4 deelname andere organisaties 4% 5% 1 4% 8% 4 vrijwilligerswerk 23% 21% -2 24% 20% -4 restaurant, bioscoop 30% 37% 7 39% 42% 3 museumbezoek 22% 23% 1 20% 15% -5 concert-/theaterbezoek 18% 12% -6 20% 21% 1 wandelen/fietsen 46% 54% 8 50% 50% 0 familiebezoek 75% 81% 6 87% 84% -3 winkelen 70% 87% 17 80% 87% 7 andere buiten activiteiten 13% 19% 6 13% 25% 12 [bron: enquête 65-plussers, voor- en tussen] De 65-plussers zijn voornamelijk meer ontspanningsactiviteiten gaan verrichten. Het percentage winkelen is 17 procentpunten hoger. Ook wandelen en fietsen, andere buitenactiviteiten en restaurant en bioscoopbezoek worden meer gedaan. Winkelen, familiebezoek en wandelen en fietsen blijven de belangrijkste activiteiten. In de uitgebreide tabbellen in de bijlage (34 en 35) is te zien dat er een verschuiving heeft plaatsgevonden naar een zeer regelmatig frequentiepatroon voor met name de ontspanningsactiviteiten. De 65-plussers zijn dus veel meer activiteiten gaan ondernemen. De afname in verenigingsverband bij 65-plussers wijkt af van de controlegroep, daar is de afname kleiner. Daarnaast is er bij de 63 en 64-jarigen een fors hoger percentage buitenactiviteiten te zien. In de volgende tabellen zijn deze cijfers gecomprimeerd tot een activiteitenindex, die een indicatie geeft over het gebruik. Evaluatie gratis openbaar vervoer voor 65-plussers / 21

In het onderzoek is ook gevraagd naar de frequentie van deelname aan activiteiten. Hierbij kon als volgt worden gescoord: 1. niet gedaan 2. minder dan 1 keer per twee weken 3. ongeveer 1 keer per twee weken 4. ongeveer 1 keer per week 5. 2 tot 3 keer per week 6. 4 of meer keer per week De twaalf typen activiteiten zijn geclusterd tot vier clusters van activiteiten: culturele activiteiten, ideële activiteiten, ontspanning en sport en recreatie. Onder culturele activiteiten worden begrepen bezoek restaurant of bioscoop, bezoek museum en bezoek concert of theater. Ideële activiteiten bestaan uit bezoek kerk, moskee of synagoge, deelname aan andere organisaties (bijvoorbeeld vakbond, ouderenbond) en vrijwilligerswerk. Ontspanningsactiviteiten zijn wandeling of fietstocht, bezoek vrienden en familie en bezoek winkelcentrum. Sport en recreatie bestaat uit sporten in verenigingsverband, deelname aan andere verenigingen (bijvoorbeeld zang-, muziek-, toneel- of hobbyverenigingen) en overige vrijetijdsactiviteiten buitenshuis. De vier factoren zijn berekend door per factor de score op de betreffende drie onderdelen op te tellen en te delen door drie. Tabel 15. Activiteitenindex van de 65-plussers voor (n=250) Tussen (n=254) Verschil culturele activiteiten 1,34 1,35 0,01 ideële activiteiten 1,49 1,43-0,06 ontspanning 3,26 3,62 0,36 sport en recreatie 1,66 1,55-0,11 1,94 1,99 0,05 [bron: enquête 65-plussers, voor- en tussen] Tabel 16. Activiteitenindex van de controlegroep voor (n=127) Tussen (n=125) verschil culturele activiteiten 1,49 1,44-0,05 ideële activiteiten 1,52 1,47-0,05 ontspanning 3,52 3,65 0,13 sport en recreatie 1,55 1,71 0,16 2,02 2,07 0,05 [bron: enquête 65-plussers, voor- en tussen] Uit de activiteitenindex blijkt eveneens dat de 65-plussers meer ontspanningsactiviteiten verrichten. In de controlegroep is dit ook hoger dan in de voor, maar minder sterk dan onder de 65 jarigen. Er wordt door de 65 plusser minder aan sport en recreatie gedaan, terwijl dit in de controlegroep juist hoger ligt. De reden hier voor is niet duidelijk. Dit kan niet alleen het gevolg zijn van seizoenseffecten. Ook eventuele fysieke beperking Evaluatie gratis openbaar vervoer voor 65-plussers / 22

biedt hier geen verklaring voor. De proef met het gratis openbaar vervoer zorgt bij 65-plussers vooral voor meer ontspanningsactiviteiten. De eind in december (waarbij het seizoenseffect minder meespeelt) zal hier meer duidelijkheid over kunnen verschaffen. De toename in maatschappelijke activiteiten is vooral voor belang voor ouderen die in een sociaal isolement dreigen te raken. In tabel 12 wordt weergegeven in hoeverre de leefstijl meespeelt in de ontwikkelingen in het activiteitenpatroon van 65-plussers. Tabel 17. Activiteitenindex van de 65-plussers naar woonvorm totaal alleenstaand samenwonend voor tussen verschil voor tussen verschil voor tussen verschil Aantal (n) 250 254 162 164 75 78 culturele activiteiten 1,34 1,35 0,01 1,39 1,35-0,04 1,28 1,36-0,08 ideële activiteiten 1,49 1,43-0,06 1,48 1,45-0,03 1,52 1,39-0,13 ontspanning 3,26 3,62 0,36 3,30 3,61 0,31 3,30 3,69 0,39 sport en recreatie 1,66 1,55-0,11 1,78 1,53-0,25 1,49 1,65 0,16 1,94 1,99 0,05 1,99 1,99 0 1,90 2,02 0,12 [bron: enquête 65-plussers, voor- en tussen] De alleenstaanden uit de doen in juni evenveel als de alleenstaanden in december. Ze verrichten meer ontspanningsactiviteiten en minder culturele activiteiten, ideële activiteiten en sportieve en recreatieve activiteiten. De samenwonenden uit de in de tussen gaan ook meer sporten en recreëren en verrichten ook meer ontspanningsactiviteiten. Daarnaast gaan ze meer naar culturele activiteiten. Het percentage dat ideële activiteiten verricht, ligt lager dan in de voor. De samenwonenden verrichten in de tussen meer activiteiten dan in de voor. 5.3 Conclusies wat betreft het activiteitenpatroon Gratis openbaar vervoer draagt bij aan een toename van deelname aan activiteiten door de groep 65-plussers. De toename is het sterkst bij de ontspanningsactiviteiten. De toename is in alle gevallen veel sterker dan onder de controlegroep, dit met uitzondering van de overige activiteiten buitenshuis die in beide groepen even sterk is toegenomen. De ideële activiteiten worden in de tussen minder verricht dan in de voor. Het is mogelijk dat veel van dit soort activiteiten niet plaatsvinden in het zomerseizoen Evaluatie gratis openbaar vervoer voor 65-plussers / 23

6 Ooievaarspasbezit en gebruik 6.1 Ooievaarspasbezit Het derde doel van de evaluatie is het analyseren van de effecten van het experiment met gratis openbaar vervoer op het Ooievaarspasbezit. Tabel 18. Aantal Ooievaarspasbezitters 65-plussers controlegroep hoofdpas partnerpas totaal hoofdpas partnerpas totaal december 2008 12.935 1.402 14.337 1.111 298 1.409 juni 2009 13.962 2.042 16.004 864 266 1.130 7,9% 45,6% 11,6% -22,2% -10,7% -19,8% [bron: gemeente Den Haag] Het aantal pashouders onder 65-plussers is fors gestegen, 11,6% meer passen dan in december 2008. Alhoewel er geen gegevens beschikbaar zijn van de toename van het totaal aantal ouderen met een inkomen tot 130 procent in de gemeente Den Haag, kan worden aangenomen dat dit lager is dan 11 procent. Het percentage ouderen met een inkomen tot 130 procent dat in het bezit is van een Ooievaarpas is daarom naar alle waarschijnlijkheid gestegen. Het percentage 65 plussers dat een jaar of minder een Ooievaarspas heeft is gestegen. Vooral het aantal respondenten dat korter dan een maand een Ooievaarspas heeft valt op. Het aantal respondenten dat de Ooievaarspas langer dan 2 jaar heeft loopt is de grootste groep. Tabel 19. Lengte Ooievaarspasbezit totaal 65 jaar en ouder voor (n=127) tussen (n=125) verschil Korter dan 1 maand 0% 12% 12 ppt 1 maand tot 1 jaar 4% 4% 0 ppt 2-5 jaar 43% 42% -1 ppt Langer dan 5 jaar 53% 41% -12 ppt Totaal 100% 100% [bron: enquête 65-plussers, voor- en tussen] In de tussen is de respondenten die de pas korter dan een half jaar hadden (de tijd dat het experiment met het gratis openbaar vervoer inmiddels loopt) gevraagd naar de reden dat ze de Ooievaarspas hebben aangevraagd. Evaluatie gratis openbaar vervoer voor 65-plussers / 24

Tabel 20. Reden Ooievaarspasbezit voor respondenten die de pas korter dan een half jaar in bezit hebben 65-70 jarigen 71-75 jarigen 76-80- jarigen 80+ jarigen Totaal 65 jaar en ouder Controlegroep Aantal (n) 13 6 6 6 31 14 Vanwege het gratis openbaar vervoer 77% 100% 100% 100% 90% 14% Vanwege (verschillende) andere korting(en) 15% 0% 0% 0% 6% 57% Andere reden:... 8% 0% 0% 0% 3% 29% Weet niet 0% 0% 0% 0% 0% 0% [bron: enquête 65-plussers, tussen] Uit deze gegevens blijkt dat 90% van de 65-plussers die de pas sinds januari hebben aangevraagd dit deden vanwege het gratis openbaar vervoer. Alleen bij de 65 tot 70 jarigen speelden ook andere redenen mee. Opvallend is dat 14 procent van de 63 en 64-jarigen de pas vanwege het gratis openbaar vervoer heeft aangevraagd, mogelijk omdat ze binnenkort 65 jaar werden. 6.2 Ooievaarspasgebruik Tabel 21. Meest gebruikt vervoerbewijs 65-70 jarigen 71-75 jarigen 76-80- jarigen 80+ jarigen Totaal 65 jaar en ouder Controlegroep Aantal (n) 78 36 39 38 191 98 Gratis met de Ooievaarspas 76% 75% 72% 82% 76% 5% Roze strippenkaart 21% 19% 26% 16% 20% 3% Blauwe strippenkaart 3% 0% 0% 0% 1% 79% Kaartje van de bestuurder (bijv. grijze strippenkaart of dag 0% 0% 0% 0% 0% 0% Abonnement 1% 6% 0% 3% 2% 9% Andere nl: 0% 0% 3% 0% 1% 3% [bron: enquête 65-plussers, tussen] De 65-plussers met een Ooievaarspas die gebruik maken van het openbaar vervoer maken logischerwijs veelal gebruik van de Ooievaarspas: 76 procent doet dit. Toch zijn er ook ouderen die ondanks het experiment met de gratis Ooievaarspas gebruik maken van andere vervoerbewijzen, met name de roze strippenkaart. Opvallend bij de 63 en 64-jarigen is dat 5 procent van de openbaar vervoergebruikers (clandestien) met de Ooievaarspas reist. Verder reizen de meeste 63 en 64-jarigen met de strippenkaart. 6.3 Conclusie wat betreft de Ooievaarspas en het gebruik daarvan Het aantal uitgegeven Ooievaarspassen is flink toegenomen, 2.000 meer passen dan in december 2008. De respondenten uit de telefonische enquête hebben de Ooievaarspas voor het grootste deel al geruime tijd (langer dan 2 jaar) in bezit, al is het percentage pashouders dat de Ooievaarspas minder dan een jaar geleden heeft aangevraagd hoger dan in de voor. Verreweg de meeste ouderen hebben de pas voor het openbaar vervoer aangevraagd. Evaluatie gratis openbaar vervoer voor 65-plussers / 25

Ongeveer drie kwart van de ouderen gebruikt de Ooievaarspas als vervoerbewijs, verder wordt vooral de roze strippenkaart gebruikt. Een kwart van de Ooievaarspashouders maakt dus geen gebruik van het gratis reizen met de Ooievaarspas. Onwetendheid is hiervoor de belangrijkste oorzaak. Evaluatie gratis openbaar vervoer voor 65-plussers / 26

7 Mening over Ooievaarspas en waardering OV 7.1 Waardering openbaar vervoer Naast de gegevens over de ontwikkeling in het gebruik van de Ooievaarspas voor openbaar vervoergebruik en het deelnemen aan maatschappelijke activiteiten, is het ook van belang om te kijken hoe het openbaar vervoer, de Ooievaarspas en het experiment met gratis openbaar vervoer gewaardeerd wordt. Uit grafiek 1 blijkt dat de mening van zowel de 65-plussers als de 63 en 64- jarigen nauwelijks anders is dan in de voor. Bij de 63 en 64-jarigen zijn is het aantal mensen dat een goede beoordeling geeft iets lager, en het aantal mensen dat een matige beoordeling geeft iets groter. Bij de 65-plussers is het aantal mensen dat een goede beoordeling geeft juist iets groter dan in de voor en het aantal mensen dat een matige beoordeling geeft iets lager. Bij beide groepen geeft verreweg de grootste groep respondenten een goede beoordeling. Als per leeftijdscohort gekeken wordt naar de opinie over het openbaar vervoer, dan zijn er geen grote onderlinge verschillen te zien. Alleen het grote aantal respondenten zonder mening onder 80-plussers valt op, wat te verklaren valt door het grote percentage respondenten dat op deze leeftijd weinig gebruik meer maakt van het openbaar vervoer. Grafiek 1. Mening over het openbaar vervoer 70% 60% 50% 40% 30% 20% 65-plussers voor (n=250) 65-plussers tussen (n=254) controlegroep voor (n=127) controlegroep tussen (n=125) 10% 0% Zeer goed Goed Niet goed, niet slecht Slecht Zeer slecht Geen mening [bron: enquête 65-plussers, tussen] Evaluatie gratis openbaar vervoer voor 65-plussers / 27

Tabel 22. Rapportcijfers bus, tram en RandstadRail algemeen bus tram RandstadRail Zeer goed 28% 12% 11% 29% Goed 65% 80% 83% 60% Niet goed, niet slecht 6% 5% 4% 7% Slecht 1% 3% 1% 3% Zeer slecht 0% 0% 0% 0% [bron: enquête 65-plussers, tussen] In de tussen is eveneens gevraagd naar een oordeel over bus, RandstadRail en tram. Hieruit blijkt dat men over het algemeen zeer tevreden is met het openbaar vervoer in Den Haag, zowel bus, tram en RandstadRail scoren hoog. Uit de uitsplitsing naar leeftijdsgroepen komt naar voren dat bus en tram in alle leeftijdscohorten even goed scoren (bijlage, tabellen 38-41). RandstadRail scoort met name bij de 71-80 jarigen erg goed. Bij de 80- plussers is dat iets lager, maar nog altijd een zeer goede waardering. Uit de groepsgesprekken bleek dat de bus ook erg populair is onder ouderen, dat is te zien in de waardering. In de tabellen 23 en 24 is weergegeven wat de belangrijkste reden is om met het openbaar vervoer te reizen. Bij de 65-plussers is er tussen de voor en de tussen een verschuiving te zien. Vooral prijs, gemak en parkeerproblemen worden vaker genoemd als belangrijkste reden om met het openbaar vervoer te reizen. Het niet bezitten van een ander vervoermiddel wordt minder vaak genoemd dan in de voor, maar staat nog altijd op de tweede plek. De Ooievaarspas zorgt dus voornamelijk voor extra gemak en vanzelfsprekend financiële prikkels om met het openbaar vervoer te reizen onder 65-plussers. Het in vergelijking met de voor hoge autobezit onder 65-plussers kan het lagere percentage respondenten dat geen ander vervoermiddel als reden voor openbaar vervoergebruik geeft verklaren. Ook het seizoenseffect, waarbij vaker de fiets gebruikt wordt, draagt daaraan bij. In de controlegroep zijn alleen kleine verschuivingen te zien in de belangrijkste reden die men noemt voor openbaar vervoergebruik. De meest genoemde redenen voor openbaar vervoergebruik zijn gelijk gebleven: het ontbreken van een ander vervoermiddel, het gemak en het voorkomen van parkeerproblemen. Evaluatie gratis openbaar vervoer voor 65-plussers / 28