Toolkit VZVB Spelvormen rond fairplay

Vergelijkbare documenten
ICES vzw. Toolkit. Fair Play. voor spel- en werkvormen rond. Opgemaakt door het Internationaal Centrum voor Ethiek in de Sport - ICES vzw

Spelregels. Het spelen van levend ganzenbord

Gymlessen (onderbouw) Zomerspelen

TAFELTASJE. Tafeltasje is een rugzak met daarin allemaal leuke spelletjes om de maal- en deeltafels in te oefenen. juf Tessa

Inleiding. Kern A B A B A B A B A B A B A B. Groep 7 en 8 Les 1 Klassikale les. Kerndoel

Maak de afstand kleiner. Maak de afstand groter. Te makkelijk? afstand in een rechte lijn zo snel

Les 6 - Gymlessen (middenbouw) Zomerspelen

Inhoudsopgave. Inleiding. Legenda. Les 1 Gezonde voeding Les 2 Schijf van Vijf Les 3 Kcal en Bewegen. Onderdeel van FetFit 2

Lesbrief: Sporten met een doelgroep Thema: Waar ga ik heen?

Uitwerking vrije lessen

Trainingsprogramma C-junioren

Lach je rijk. Dag: 10 - gezelschapsspelletjes Groep: Vendels

THEMA: Aftrappen: opstelling en speel/opbouw mogelijkheden

Spelregels. Het spelen van levend ganzenbord

Spel Floorball Individuele stick en balbehandeling 2. Doelgroep Voortgezet Onderwijs Domein Onderdeel Thema Aantal 24. Les. Beginopstelling veld

Trainingsprogramma B-junioren

Oranje slingers. Stofzuigen bij Maxima & Willem-Alexander. Speluitleg: Speluitleg:

Table groep 7/8

LES 41. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, Springen, Doelspelen

1 Intro: Jezelf voorstellen en uitleggen wat SSD is

Trainingsprogramma 2 e jaars D-pupillen

Schoolzwemmen. Leerlijnoefeningen Ondiep Diep Benodigdheden Aandachtspunten. Klimmen op een drijvende mat en vervolgens gaan staan.

Lichaams- en balbeheersing bij supermicroben en microben. Kaderweekend VBL 21 mei 11

SPELREGELS. Benodigdheden: Het speelbord, de dobbelsteen, de zandloper, pionnen, vragenkaarten, kwartetkaarten en Match-it! kaarten.

SPEL 1. Kangoeroe buidel-dief. Doel: Uitleg: Te moeilijk? Te makkelijk?

Richt je op 1 groep bij de finish, de plekken die overblijven zijn van de andere groep. Elke groep/leerling sprint twee keer.

Het Zenuwslopende Zenuwstelsel

Uitgeverij Schoolsupport

Trainingsprogramma 1 e jaars F-pupillen

Gymlessen (kleuterbouw/onderbouw) Winterspelen

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 Trefbal, de basis.

- De leerling gooit de bal op het moment dat er een grote kans is om een loper te raken.

CMV 6-7. Inhoudsopgave

Prinsen en prinsessen les 7. Doelen:

Algemene basis voor het geven van handbalinitiatie op scholen/speelplein

Joy of moving Beweegparcours. 13 september Sportieve opening van het Schooljaar

Standaard jaarplanning E pupillen en D jeugd (8-11 jaar)

LES 39 GROEP: 3 t/m 8 Springen, Hardlopen, Doelspelen DOELSTELLINGEN:

Spel en oefenvormen voor hockey op school

Inleiding. Kern. Groep 3 en 4 Les 1 Klassikale les. Kerndoel

TOP-SAMENWERKINGSSPELEN

Evenwicht in het bos. 2 x 50' Doelen ET GO! OVSG ZILL. Fysieke vaardigheden - Fit in het bos Activiteit 3

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 KORFBAL DOELSTELLINGEN:

Lessen 1 ste middelbaar

Trainingsprogramma 2 e jaars F-pupillen

Schaken op de basisschool Werkboek 1, les P1: Loop van de stukken en de beginstelling

DONOR IN HART EN NIEREN

spelregels Paul de Leeuw

Over lege winkelrekken en andere weerberichten

Studiedag Goed bewegen aan de basis Estafette vormen

11-15 maart. Lekker samen bewegen & spelen!

Doel: Opzet: Spelregels: De speler met de groene pion begint.

Docentenhandleiding Wiskonopoly

Trainingsprogramma 2 e jaars E-pupillen

Tik me dan als je kan!

Trainingsprogramma 1 e jaars D-pupillen

Voorbeeld van een inhoudelijke brug 3ko-1lo : Taal Organisatie

Activiteitenblad Piratenstrijd

Aankleding: speelgoed zwaarden, kroontjes, prinsen- en prinsessenkleding

Methodieken en werkvormen Module 9: Presenteren en uitleggen van activiteiten - Spelleiding

Studiedag Goed bewegen aan de basis Estafette vormen

Lesbrief 5 VEILIG LEREN VALLEN VOOR LEERLINGEN IN HET BASISONDERWIJS

LES 15. GROEP: 3 t/m 8 Over de kop gaan, Stoeispelen, Tikspelen.

Speel het spel op je ploegvergadering, gouwoverleg of districtsraad. Plannen en meningen uitwisselen, leidt vaak tot nieuwe ideeën.

LES 2 GROEP: 3 t/m 8 ATLETIEK DOELSTELLINGEN:

Diploma Squashen. Squashvereniging Amsterdam

weet, wed, waag & win!

LES 21. GROEP: 3 t/m 8 Springen, Tikspelen, Mikken. DOELSTELLINGEN: Groep 3/4. Freerunning:

Het spellenboek. De plaatjes laten zien wat je bij elk spelletje nodig hebt. Hieronder zie je wat elk plaatje betekent:

Rob Bervoets - 3 Balo a 0. Het verhaal achter het spel

woensdag 10 juli

32 stadskaarten 9 karakterkaarten 5 politiekaarten. 60 gangsterblokjes (42 professionals - 18 gelegenheidsgangsters)

Clinic - Van statisch naar dynamisch

SKILL GAMES JO8 & JO9

Trainingsinhoud Coachaanwijzingen Tekening

CMV Inhoudsopgave

Praktijk NUMMER 7 Jaargang 105 oktober 2017

Algemene doelen en de link met de vakoverschrijdende eindtermen vind je in de handleiding bij dit lespakket.

14.5. Impressie / Plattegrond

Op vakantie les 8. Doelen: punt. vindt.

Schaken op de basisschool Werkboek 1, les 1: de beginstelling, de Toren en de Loper

KLOK MONOPOLY. Iedere speler heeft 1 pion en de 32 huisjes in dezelfde kleur nodig. Je neemt dus maar de helft van de paarse kaartjes uit de doos!

LES 24. GROEP: 3 t/m 8 Reis rond de wereld. Groep 3/4 - De leerlingen werken tijdens de reis met elkaar samen. Ze krijgen een groot groepsgevoel en

Recht op identiteit, recht op gelijke behandeling, Recht op zorg, recht op gezondheid, recht op spel en vrije tijd

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 HOCKEY.

Draaiboek. Koningsspelen. Brede school

1. CLINIC met SNAG clubs en doelen. 15 min - Estafette slalom (Spelenderwijs Leren 1: les 01) met Rollerama

Verdeling van de groepjes

Spinners. Veel plezier! Juf Els en juf Anke

01. Smashen op voorwerp

Oefening 1 Bewegingsvaardigheden Door de plassen springen. Doel: de speler beweegt snel met de voeten en houdt balans bij de ladder oefeningen

Balance Me. Arschoot Elien. Herhaling boekhouden. 3 de jaar ASO. D hauwers Fien. Leerlingenhandleiding. (Afbeelding: persoon met vergrootglas, sd)

CMV Inhoudsopgave

HBSS Schoolvoetbalcompetitie

PRIME CLIMB. Speeltijd Ongeveer 10 minuten per speler.

DONOR IN HART EN NIEREN

FUN WEDSTRIJD EN TUSSEN VORMEN. Initiator Voetbal (Getuigschrift C)

Per ploeg voer je 6 opdrachten tegelijkertijd uit. Een spannende strijd met een mix van rustige en hevige, individuele en groepsactiviteiten.

Leskaarten muurkaatsen

MICROTEACHING AANGEPASTE BEWEGINGSACTIVITEITEN Master LO

Transcriptie:

Toolkit VZVB Spelvormen rond fairplay

1. Loop- en zoekspel 10-20 min. Het loop- en zoekspel kan worden gebruikt als opwarmingsoefening waarbij kinderen op zoek gaan naar trefwoorden. De lesgever verstopt in de sporthal de letters van fairplaykernwoorden. Alle kinderen gaan lopend op zoek naar de letters. Wanneer een letter gevonden is, legt het kind eerst een kort parcours met opwarmingsoefeningen af. Op het einde van het parcours worden de letters verzameld, waarna het kind op zoek gaat naar nieuwe letters. Elk kernwoord heeft zijn eigen kleur, waardoor de papieren letters per woord eenvoudig met elkaar in verband kunnen worden gebracht. Als alle letters verzameld zijn, laat de lesgever de kinderen zelf de woorden zoeken. Belangrijk bij dit spel is dat de kinderen in hoog tempo letters zoeken en de nadruk ligt eerder op spelplezier en bewegen dan op de technische uitvoering. Voorbeelden van fairplaykernwoorden: Respect, aanmoedigen, samen spelen, eerlijkheid, spelregels, rekening houden met elkaar, contact, winnen, verliezen. Hang op het einde van het parcours een wasdraad met wasspelden waar de letters opgespeld kunnen worden. Splits het spel duidelijk op in 2 delen waarbij 2 instructies aangegeven worden. Instructie 1: iedereen is letterzoeker Doel 1: zo veel mogelijk letters verzamelen. Instructie 2: iedereen is woordenzoeker Doel 2: zo veel mogelijk woorden zoeken. Zorg voor meerdere en verschillende parcours, zodat niemand stil hoeft te staan. In plaats van 4 keer hetzelfde parcours op te stellen, kan je 2 keer 2 parcours opstellen of zelfs 4 verschillende. Als de kinderen te lang moeten zoeken, kan worden overgegaan naar een nieuw bewegingsspel en kan tijdens de rustpauzes verder gezocht worden. Streef naar een goede verhouding van beweging en rust (70% vs. 30%). De woorden moeten pas op het einde van de les samengesteld zijn.

Benodigdheden: Verknipte letters van fairplaykernwoorden, Wasdraad met wasspelden, Materiaal parcours Voorbeeld parcours: 1) Loopladder (springen met 2vtn afwisselen met 1 voet, knieën heffen, huppelen,.) + door huppels kruipen. 2) Met bal, Slalom tussen kegels, bij potjes kap beweging + drijven naar kant. 3) Op bank oef (springen met 1 been afwisselend, springen met benen open en toe, op en af met 2 benen, ) + sprint oefening kegels (sprinten naar kegel 3, achteruit naar kegel 2, sprinten naar kegel 3, achteruit naar kegel 1, sprinten voorbij kegel 3) 1 2 3 1 2 3 2. Mindmap of uitvindersblad De mindmap of het uitvindersblad is een combinatie van een opwarming- en brainstormoefening. Voorafgaand aan de brainstormoefening wordt een loopspel gespeeld waarbij de kinderen in 5 groepen worden verdeeld en per groep achter 1 kegel plaatsnemen. De 5 kegels staan in een cirkel zoals aangegeven in onderstaande figuur. Centraal zijn post-its op de grond gekleefd. Bij het startsein begint de eerste spelronde en loopt 1 kind per groep in de aangetoonde looprichting 2 kegels verder,

waarna het de cirkel kruist en een post-it meeneemt richting eigen kegel. De volgende leerling wordt aangetikt zoals in estafettevorm, waarna hetzelfde looppatroon wordt herhaald. Wanneer alle postits verdwenen zijn, moeten de kinderen de post-its die bij hun kegel liggen terug centraal brengen, en wordt de loopbeweging aangepast in springen met 2 voeten samen. In de derde ronde moeten de kinderen zo veel mogelijk post-its bij hun eigen kegel zien te krijgen (idem eerste ronde) maar mogen ze enkel op 1 been springen. Het team dat de meeste post-its verzameld heeft, wint. Eens de postits verdeeld zijn over de 5 groepen krijgen de kinderen een balpen per groep en wordt overgegaan naar het brainstormen. Aan de hand van een brainstormblad wordt een thema aangebracht en moeten de kinderen zelf ideeën bedenken rond dit thema. De kinderen schrijven hun ideeën op de post-its en komen ze op het uitvinderblad plakken. De bedoeling is dat de kinderen ook verder nadenken over woorden die al door andere teams werden aan- In opdracht van het Internationaal Centrum voor Ethiek in de Sport (ICES) gebracht en hier ideeën aan koppelen (= verder liften op ideeën). De mindmaps kunnen verschillende lessen na elkaar gebruikt worden. Plaats de kegels 3-4 meter uit elkaar. Hierdoor wordt de afstand kleiner waardoor kinderen veel korte sprintjes doen maar continu actief blijven. Maak een krachtige, scherpe, uitdagende en concrete vraag rond een onbehaaglijke situatie om vele reacties bij de kinderen uit te lokken. Hierbij kunnen actuele voorbeelden worden gebruikt, of een incident dat zich binnen de groep afspeelde. Vb1: Hoe kunnen we 2 ploegen opdelen zodat het spel gelijk opgaat? Vb2: Hoe kunnen we personen met ruzie terug goed laten samen spelen,.. Stel een streefdoel op van 12 tot 20 ideeën per groepje, met alle groepjes samen 60 tot 100 ideeën. Benodigdheden: 5 kegels, post-its (aantal = 5 keer aantal kinderen), brainstormblad

3. Fairplaybordspel 20-60 min. Het bordspel biedt de kinderen de mogelijkheid om afwisselend samen en tegen elkaar te leren spelen en hieruit te leren. De groep kinderen wordt in duo s verdeeld en per duo wordt een spelbord, dobbelsteen en pion gegeven. De duo s spelen elk afzonderlijk hun spel en na de speluitleg verspreiden de duo s zich in de zaal. Per duo wordt de dobbelsteen geworpen en de pion vooruit geplaatst op het spelbord. Naar gelang de kleur van het vakje, wordt de volgende actie bepaald: Rood: nadenken over fair play (stellingen over fair play waar kinderen hun mening over kwijt kunnen; vb. Heeft de scheidsrechter altijd gelijk?) Paars: spel tegen elkaar (vb. blijf zo lang mogelijk staan op de bank, terwijl de lesgever opdrachten geeft.) Blauw: spel samen met elkaar (vb. doe over de lengte van een mat acrobatische koprollen met 2, waarbij je met jouw handen de voeten van je partner vasthoudt.) De kaartjes met opdrachten en stellingen liggen per categorie bij de spelverdeler; wanneer de kinderen hun pion verplaatst hebben, komen ze dus bij de spelverdeler een kaartje van hun categorie ophalen. Indien het om een spel tegen of met elkaar gaat (paars, blauw) voeren de kinderen dit zelfstandig uit. Wanneer de kinderen op het rode vakje terechtkomen (nadenken over fair play), komen ze bij de spelverdeler en lezen de stelling voor die op het kaartje staat. Vervolgens proberen ze per duo hier hun mening rond te vormen en speelt de spelverdeler de moderator. Eens de opdracht (spel of stelling) uitgevoerd is, wordt het kaartje teruggebracht en keren de kinderen terug naar hun spelbord om opnieuw te gooien. De nadruk van het spel ligt niet op de finish halen, maar op samen of tegen elkaar spelen. Plaats al het materiaal op voorhand al in de sportzaal. Druk de opdrachten af in de kleur van de categorie. Verknip deze tot kaartjes en plaats op de achterzijde van de opdrachten een duidelijk symbool zodat de categorieën makkelijk herkenbaar zijn.

Leg de kaartjes van 1 categorie in 1 hoepel leg de 3 hoepels op 2 m uit elkaar. Op deze manier wordt chaos beperkt en kunnen verschillende duo s tegelijkertijd aan het werk. Als spelverdeler moet duidelijk aangegeven worden dat de opdrachtenkaartjes na elke opdracht teruggebracht worden. Indien iemand niet kan deelnemen aan de sportles, kan deze persoon de rol van de spelverdeler aannemen en de discussiemomenten begeleiden. Een extra moeilijkheid om het spel wat te verlengen: de kinderen zijn pas uitgespeeld wanneer ze precies op de finishvlag uitkomen. Laat de kinderen zelf nadenken over spelen tegen of met elkaar. Hierdoor kan de lesgever zelf observeren en ideeën opdoen. Wanneer in de opdrachten gewerkt wordt met een parcours, neem je hetzelfde materiaal dat al in de opwarming opgesteld werd. Benodigdheden: Verknipte speelkaartjes (samen, tegen, discussiemomenten) van Cd-rom, A4- spelborden (aantal = aantal kinderen/2), Dobbelstenen en pionnen (aantal = aantal kinderen/2), Materiaal voor de opdrachten samen en tegen elkaar (vb. lage balk, springtouwen, matten, kegels, ballen, enz.). Rood = Fair play stellingen Paars = Tegen elkaar Blauw = Met elkaar -Als je iemand ziet vals spelen moet je jouw medemaat hierop wijzen? -Als je verliest, mag je dit afreageren op de tegenstander? -Mogen de supporters het veld betreden? -Als de scheidsrechter volgens jou een foute beslissing neemt wat doe je dan? - Vind je positieve feedback van de trainer belangrijk? - Om ter eerst 5x scoren (goede of slechte voet) - Parcours (zie spel 1) om ter snelst - Om ter snelst 10 correcte passen geven - Schaar steen papier -Sprintafstand afleggen -Om ter langst muur zitten - 5keer draaien om een kegel + afstand lopen - Om ter snelst 10x pompen - Om ter langs jongleren met bal - Samen 1 min jongleren, er moet altijd iemand bezig zijn. -Zorg dat elke muur van de zaal getikt wordt met een bal. - Maak een piramide - 1persoon wordt geblinddoekt, begeleid elkaar - Haasje over rond het veld -Aan elkaar vastgebonden een parcours doen - Door elkaars benen kruipen en zo een rondje rond de zaal

4. Arenaspel 5 min, spel wordt elke 20 of 30 minuten ingelast. Didactisch is het zeer interessant om geregeld van werkvorm te veranderen, zodat de lessen voor de kinderen nog aangenamer worden. Tijdens het arenaspel leren de kinderen spelen en supporteren. Dit spel kan ingelast worden als onderbreking van de sportles, waarbij met alle kinderen een groot spel wordt gespeeld. Na bijvoorbeeld 20 minuten vindt dit spel plaats, en komen een aantal groepen tegen elkaar in de arena staan. De groepen die niet deelnemen moeten de leerlingen aanmoedigen, omdat dit ook een deel is van de fairplay gedachte. Voorts kunnen ook grote groepsopdrachten worden gegeven, die samen worden uitgevoerd. Voorbeelden van arenaspelen SAMEN: maak een zo hoog mogelijke piramide, haasje over met zijn allen rond de zaal, verzamel zo veel mogelijk ballen, vind samen een originele wedstrijdvorm of oefenvorm uit, maak een woord met een mensenketting, maak een gedicht over voetbal en fairplay TEGEN: touwtrekken, zo lang mogelijk stoelzitten, ballenoorlog ( 2 ploegen, elke ploeg heeft x aantal ballen, gedurende enkele minuten moeten de ploegen proberen zoveel mogelijk ballen naar het terrein van tegenstanders te shotten, na x aantal minuten wordt in elk gedeelte het aantal ballen geteld), kegeloorlog (zelfde maar dan met kegels omver shotten in terrein tegenstander) Laat de aspecten samen en tegen afwisselend in 1 les voorkomen. Het beste effect wordt verkregen wanneer op het einde van de les 1 grote groepsopdracht uitgevoerd wordt. Neem geregeld foto s en plaats deze op de website, dit verhoogt de betrokkenheid van de kinderen met de sportles. Benodigdheden: Materiaal afhankelijk van gekozen spel: touw, matten, fototoestel.