Inhoudstafel Voorwoord 21 Inleiding 23 Hoofdstuk 1. De btw als belasting

Vergelijkbare documenten
Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde / 19

Praktische gids btw-plicht notaris

INHOUDSTAFEL III VOORWOORD LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN EN BEGRIPPEN HOOFDSTUK 1. HISTORIEK 1 HOOFDSTUK 2. INLEIDENDE BEPALINGEN 5

INHOUDSOPGAVE. VOORWOORD... v

Inhoud Hoofdstuk 1 BTW-belastingplicht Hoofdstuk 2 Maatstaf van heffing, belastbaar feit en tijdstip van opeisbaarheid

Betekenis vakken BTW-aangifte KADER II : UITGAANDE HANDELINGEN

BTW-Wetboek. Koninklijke Besluiten Belasting over de Toegevoegde Waarde

Inhoudstafel. Woord vooraf 13. Hoofdstuk 1 Recht op aftrek, herziening van de aftrek en gemengde btw-belastingplicht 15

Inhoud. 1 De intracommunautaire levering van goederen Begrip Onderscheid tussen levering van goederen en diensten 18

Koninklijke Besluiten Belasting over de Toegevoegde Waarde

HOOFDSTUK 1 Een systematiek voor het oplossen van btw-problemen

BTW-Wetboek. Koninklijke Besluiten Belasting over de Toegevoegde Waarde. Wetboek van de belasting over de toegevoegde

3.6 Aangifte, rubriek 5: Voorbelasting, kleineondernemersregeling en totaal 22

INHOUD HOOFDSTUK 1. ALGEMENE INLEIDING

BTW. Academiejaar samenvatting - Jeroen De Mets 1

BTW-Wetboek. Koninklijke Besluiten Belasting over de Toegevoegde Waarde. Hoofdstuk XIX. Aan alle belastingen gemene bepalingen...

Koninklijke besluiten Belasting over de Toegevoegde Waarde. BTW-Wetboek

Nieuwsbrief Nieuwe BTW-regels vanaf 01/01/2010 : wijziging inzake de plaats van diensten

BTW-Wetboek. Koninklijke Besluiten Belasting over de Toegevoegde Waarde

Koninklijke Besluiten Belasting over de Toegevoegde Waarde. BTW-Wetboek

Nieuwe btw-regels op het gebied van Plaats van diensten per 1 januari 2010

Inhoud. Inleiding belastingrecht 19. Deel 1 Inkomstenbelasting 26. Lijst van afkortingen 15. Studiewijzer 17

Overzicht. 1. Wat is BTW?

Inhoudstafel. Woord vooraf 3. Opbouw van het boek 5. Begrippenlijst 7. Inleiding De belastbare handelingen 21

Nationale Administrateursdag Carola van Vilsteren

HRo - Omzetbelasting -- Deel 1

HRo - Omzetbelasting -- Deel 1

Algemene inhoud. Belgische wetgeving. Wetboek van de Belasting over de Toegevoegde Waarde. Koninklijke besluiten

Levering van goederen naar andere EU-lidstaten / 13

INHOUD. Hoofdstuk 1. Algemene inleiding... 1

De bijzondere btw-aangifte : omschrijving van de roosters

Inhoud. Lijst van afkortingen 13. Studiewijzer 15. Inleiding belastingrecht 17. Deel 1 Inkomstenbelasting 24

HANDBOEK BTW

INHOUD. Hoofdstuk 1. Algemene inleiding... 1

BIJLAGE BIJLAGE VIII

Special wijziging BTW- factureringsregels Per 1 januari 2013

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

Hoe een btw- vraagstuk oplossen?

INHOUDSOPGAVE. Lijst van afkortingen / XIII. Inleiding / XV

Overzicht. 1. Wat is BTW?

Informatie voor ondernemers

INHOUD. Hoofdstuk 1. Algemene inleiding... 1

Vanaf 1 januari 2010 worden de basisregels inzake het bepalen van de plaats van een dienst grondig veranderd in het Btw-Wetboek 1.

Voorwoord 9. I. Omschrijving van het begrip investering of bedrijfsmiddel 11

12848/1/18 REV 1 CS/srl/sht ECOMP.2.B

: 295 per persoon exclusief BTW, inclusief lesmateriaal en broodjes Locatie : Heelsum

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

Datum van inontvangstneming : 22/06/2017

Inhoudstafel. Voorwoord... Hoofdstuk I. Btw: De Europese achtergrond van de btw Hoofdstuk II. De advocaat als belastingplichtige...

Administratieve verplichtingen. Marja van den Oetelaar

Vanaf 1 januari 2010 worden de basisregels inzake het bepalen van de plaats van een dienst grondig veranderd in het Btw-Wetboek 1.

Beslissing ET van 19 december 2012 Nieuwe regels inzake opeisbaarheid van btw Overgangsbepalingen

Inhoud. Voorwoord. 1 Loonbelasting Inleiding Dienstbetrekking Inhoudingsplichtige Loon 13

Zesde BTW-richtlijn: uniforme grondslag

Inhoud. Woord vooraf 15. Deel I 17

Wijziging van de declaratieve btw-verplichtingen met ingang van 1 januari 2010

Niet-binnenlandse handelingen

Wanneer dien je een factuur uit te reiken?

Inhoudsopgave. Maklu 7

Cliëntenbrief Nieuwe factureringsregels vanaf 1 januari 2013: alle wijzigingen op een rij

Niet-binnenlandse handelingen

1ste wijziging : BTW aangifte Uitbreiding van vak 00 : Verkopen + vak 44 + vak 88

Wijziging regels plaats van dienst/ procedure teruggaafverzoeken per Onderwerp: EU BTW pakket per 1 januari Bestemd voor: alle ondernemers

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 december 2009 (OR. en) 13812/09 Interinstitutioneel dossier: 2007/0238 (CNS) FISC 120

Deel II. Grondlijnen van het Belgisch belastingstelsel met betrekking tot de onroerende goederen... 7

2 Levering van goederen

WORKSHOP BTW EN FACTUURVEREISTEN

Inhoudsopgave BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE. BTW-Wetboek. Uitvoeringsbesluiten. Inhoudsopgave

Hoe bereid ik mij voor op een fiscale controle?

RICHTLIJN 2006/112/EG VAN DE RAAD. van 28 november betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

NIEUWE BTW FACTURATIERICHTLIJN

Update BTW. 11 november 2011 Carola van Vilsteren

BTW-wijzigingen vanaf 1 januari 2010 VAT-PACKAGE

Wij gaan gewoon door!

Plaats van dienst en nieuwe teruggaafprocedure buitenlandse Omzetbelasting per 1 januari 2010

PUBLIC. Brussel, 2 juni 2003 (11.06) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. 9919/03 Interinstitutioneel dossier: 2002/0286 (CNS) LIMITE FISC 87 ENER 164

Datum van inontvangstneming : 20/05/2019

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Gewijzigd voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Principiële niet-belastingplicht van de openbare besturen...

Leveringen en diensten

Vanaf 1 januari 2010 worden de basisregels inzake het bepalen van de plaats van een dienst grondig veranderd in het Btw-Wetboek 1.

INHOUD AUTEURS... VOORWOORD... DEEL 1. DE PERIODIEKE BTW-AANGIFTE... 1

Belastingwijzer btw. Ragheno Business Park

PUBLIC 10927/03 Interinstitutioneeldosier: 2002/0286(CNS)

(Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN

Belangrijke wijzigingen in de btwfactureringsregels

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

DEFINITIEVE REGELING VOORSCHOTFACTUREN

Masterclass 5 Administratie & verzekeringen: een goede basis voor ondernemen in Duitsland

Voorstel van decreet. van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij. 367 ( ) Nr. 1 9 februari 2010 ( )

Wetboek van de met inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen 23 november 1965

Btw-richtlijn. Btw-richtlijn

BTW-wijzigingen vanaf 1 januari 2010 VAT-PACKAGE

DEFINITIEVE REGELING VOORSCHOTFACTUREN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Raad van de Europese Unie Brussel, 23 oktober 2014 (OR. en)

Inhoud 1 Begrippenkader 2 Basisprobleem: de kwalificering van de hoofdhandeling

Datum van inontvangstneming : 11/08/2015

Toepassing van de BTW op verrichte handelingen inzake klinische proeven

Transcriptie:

Inhoudstafel Voorwoord 21 Inleiding 23 Hoofdstuk 1. De btw als belasting 27 1. De btw is een indirecte algemene verbruiksbelasting die gefractioneerd wordt geïnd 27 1.1. De btw is een algemene verbruiksbelasting 28 1.1.1. De btw is een verbruiksbelasting 28 1.1.2. De verbruiksbelasting is algemeen 31 1.1.3. De algemene verbruiksbelasting treft het economisch verkeer van goederen en diensten 32 1.2. De btw wordt gefractioneerd geïnd 33 1.3. Van waar het begrip: Belasting over de Toegevoegde Waarde (btw)? 37 1.4. De btw is een indirecte belasting 38 2. De btw als belasting van de Europese Unie 39 2.1. De bronnen van de Europese btw-wetgeving 39 2.1.1. De nood tot harmonisatie 39 2.1.2. De nood tot eigen middelen 42 2.2. De directe werking en interpretatie van de Europese btw-wetgeving 42 2.2.1. De Europese btw-wetgeving heeft directe werking en voorrang op de nationale rechtsregels 42 2.2.1.1. Btw-richtlijnen 42 2.2.1.2. Btw-verordeningen 46 2.2.2. De Europese btw-wetgeving heeft een autonoom begrippenkader en wordt teleologisch geïnterpreteerd 46 2.2.2.1. Een autonoom begrippenkader 46 2.2.2.2. Een letterlijke interpretatie aangevuld met een teleologische interpretatie 48 2.2.2.3. Een uitdrukkelijke verwijzing naar het recht van de lidstaten 48 2.2.2.4. Geen enkele taalversie heeft voorrang 49 2.2.2.5. De exegetische interpretatie 49 2.2.2.6. Afwijkingen op de standaardregeling moeten strikt worden uitgelegd 50 2.3. Europese rechtsbeginselen relevant voor de btw 50 2.3.1. Het beginsel van fiscale neutraliteit en het gelijkheidsbeginsel 52 2.3.1.1. Gelijke behandeling van belastingplichtigen die met elkaar concurreren 52 2.3.1.2. Ontlasting van de belastingplichtige en verbod op dubbele belasting 56 Maklu 5

europees btw-recht 2.3.1.3. Het beginsel van fiscale neutraliteit kan niet dienen als correctie op de onvoltooide harmonisatie 58 2.3.1.4. Externe neutraliteit als rechtsbeginsel? 59 2.3.2. Het evenredigheidsbeginsel 60 2.3.3. Het rechtszekerheidsbeginsel 61 2.3.3.1. Het rechtszekerheidsbeginsel en de belastingdienst 62 2.3.3.2. Het rechtszekerheidsbeginsel en de nationale wetgever 62 2.3.4. Het doeltreffendheidsbeginsel 64 2.3.5. Het gelijkwaardigheidsbeginsel 65 2.3.6. Het beginsel van economische realiteit 65 2.4. Het vermijden van fraude, rechtsmisbruik en belastingontwijking 67 2.4.1. Inleiding 67 2.4.2. Afwijkende nationale btw-wetgeving ter bestrijding van fraude en belastingontwijking 68 2.4.3. Het leerstuk van het rechtsmisbruik 70 2.4.3.1. Kan een btw-stelsel misbruikt worden? 70 2.4.3.2. Rechtsmisbruik gedefinieerd 71 2.4.3.3. Het onderscheid tussen rechtsmisbruik en belastingontduiking/fraude 74 2.4.3.4. Het onderscheid tussen rechtsmisbruik en belastingontwijking 74 2.4.3.5. Het onderscheid tussen rechtsmisbruik en onvoltooide harmonisatie 77 2.4.3.6. Het onderscheid tussen rechtsmisbruik en onjuiste wetsinterpretatie 78 2.4.3.7. Gevolgen van het rechtsmisbruik 79 2.4.4. Verbonden personen facultatieve bepalingen ter bestrijding van belastingfraude en belastingontwijking 80 2.5. De onvoltooide harmonisatie 81 2.5.1. Inleiding 81 2.5.2. Onvoltooide harmonisatie kan leiden tot dubbele of geen belasting 82 2.5.3. Verschillen in interpretatie van de Europese wetgeving 83 2.5.4. Gebrekkige implementatie van de btw-richtlijn 85 2.5.5. Overgangsbepalingen 85 2.5.6. Afwijkingen toegestaan door de Raad van de Europese Unie 87 2.5.6.1. Principe 87 2.5.6.2. Procedure 89 2.5.7. Facultatieve bepalingen 90 6 Maklu

Inhoudstafel 2.5.8. Het overgangsregime van intracommunautaire handelingen 91 2.5.9. Het verschil in btw-tarief 94 2.6. De exclusiviteit van de Europese btw-wetgeving 94 2.7. De territorialiteit van de Europese btw 97 2.8. Het Hof van Justitie 99 2.8.1. De bevoegdheid inzake prejudiciële vragen 99 2.8.1.1. Inleiding 99 2.8.1.2. Het Hof van Justitie velt geen oordeel over de grond van het geschil of over de noodzaak van een prejudiciële beslissing 100 2.8.1.3. Beslissingen van het Hof hebben gezag van gewijsde 103 2.8.2. De bevoegdheid inzake niet-nakoming vastgesteld door de Europese Commissie 104 2.9. Het btw-comité 105 2.10. De Europese uitvoerende macht? De Europese Commissie. 106 2.10.1. Uitvoerende maatregelen 106 2.10.2. Toezicht op de lidstaten 108 2.11. De Raad van de Europese Unie 110 3. De btw en de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) 111 3.1. International VAT/GST guidelines 111 3.2. International VAT/GST guidelines on International Trade in Services and Intangibles 112 3.3. International VAT/GST guidelines on Neutrality 114 4. Hoe moet een handeling voor btw worden geanalyseerd? de 5 vragen 115 Hoofdstuk 2. De belastbare handelingen 119 1. Inleiding 119 2. Wettelijke bepalingen 121 3. Leveringen van goederen 122 3.1. Het begrip goederen 122 3.1.1. Algemeen 122 3.1.2. De bijzondere positie van betaalmiddelen 123 3.1.3. Andere specifieke gevallen 125 3.2. Het begrip levering 125 3.3. Uitbreiding van het begrip levering 129 3.3.1. Het commissionairsprincipe 129 3.3.2. Ruime toepassing van het commissionairsprincipe? 130 3.3.3. Onderscheid tussen commissionair en werkelijke aanen verkooptransacties 132 3.3.4. Onttrekkingen en overbrengingen 132 Maklu 7

europees btw-recht 3.4. Beperking van het begrip levering : overdrachten van een algemeenheid van goederen of een bedrijfsafdeling 132 3.4.1. Inleiding 132 3.4.2. Het begrip algemeenheid van goederen en bedrijfsafdeling 134 3.4.3. De hoedanigheid van de overnemer 134 4. Diensten 136 4.1. Onderscheid tussen leveringen van goederen en diensten 137 4.2. Uitbreiding van het begrip dienst 138 4.2.1. Het commissionairsprincipe 138 4.2.2. Handelingen gelijkgesteld met diensten 139 4.3. Beperking van het begrip dienst 139 5. Handelingen onder bezwarende titel 139 5.1. De verbruiksvoorwaarde 139 5.2. De tegenprestatievoorwaarde 140 5.2.1. De tegenprestatie moet waardeerbaar zijn in geld tegenprestatie in natura 140 5.2.2. De tegenprestatie moet rechtstreeks verband houden met de levering van de goederen of de dienst 141 5.2.3. Het is niet noodzakelijk dat de tegenprestatie voor iedere individuele handeling kan worden aangewezen 145 5.3. Prestaties tussen de hoofdzetel en een vaste inrichting 145 5.4. Prestaties voortvloeiend uit een eerdere of latere belastbare handeling 146 5.4.1. Prestaties voortvloeiend uit een eerdere belastbare handeling 146 5.4.1.1. Schadevergoedingen 146 5.4.1.2. Waarborgverplichtingen 148 5.4.2. Prestaties voorafgaand aan een latere belastbare handeling 149 5.4.2.1. Subsidies 149 5.4.2.2. Aanmoedigingspremies 151 5.5. Aanbrengen van klanten 152 5.6. Illegale handelingen 152 5.7. Holdingactiviteiten en handelingen inzake aandelen 154 5.7.1. De aankoop van aandelen louter om ze aan te houden als participatie passieve holdings 154 5.7.2. De aankoop van aandelen voor een economische activiteit actieve holdings 155 5.7.3. Het geregeld aankopen en verkopen van aandelen als economische activiteit op zich 159 5.7.4. Interesten 159 5.8. Handelingen uitsluitend gesteld om een belastingvoordeel te krijgen 159 6. Samengestelde handelingen 160 8 Maklu

Inhoudstafel 6.1. Inleiding 160 6.2. Principe: iedere handeling moet afzonderlijk worden behandeld 161 6.3. Uitzondering: de handelingen vormen samen één levering vanuit economisch oogpunt 163 6.3.1. Hoofdhandeling met samenhangende handelingen (accessorium sequitur principale) 163 6.3.2. Handelingen die samen een nieuwe handeling vormen 166 6.4. Beperkende interpretatie van de vrijstellingen die geen recht op aftrek verlenen? 168 7. Intracommunautaire verwervingen 169 7.1. Begrip 169 7.1.1. Inleiding 169 7.1.2. Het begrip verwerving 169 7.1.3. Het begrip intracommunautair 170 7.1.4. Het onderscheid met leveringen van goederen onder bezwarende titel 171 7.1.5. Het onderscheid met invoer 172 7.2. Voorwaarden met betrekking tot ontvanger en leverancier? 174 7.2.1. Voorwaarden met betrekking tot de ontvanger 174 7.2.2. Voorwaarden met betrekking tot de leverancier 175 7.3. Niet-onderworpenheid van intracommunautaire verwervingen voor bepaalde personen 175 7.3.1. Welke personen komen in aanmerking? 175 7.3.2. Onder welke voorwaarden kunnen zij genieten van de niet-onderworpenheid? 175 7.4. Met intracommunautaire verwervingen gelijkgestelde handelingen 176 7.4.1. Inleiding 176 7.4.2. Het stelsel van de overbrengingen 178 7.4.2.1. Principe 178 7.4.2.2. Uitzonderingen van categorie 1: de overbrenging is onderdeel van een belastbare levering 179 7.4.2.3. Uitzonderingen van categorie 2: de overbrenging is tijdelijk 183 7.4.2. Navo strijdkrachten 184 8. Invoer 184 Hoofdstuk 3. De belastingplichtige 185 1. Inleiding 185 2. Wie is belastingplichtige? 185 2.1. Eénieder kan belastingplichtige zijn 186 2.1.1. Rechtspersoonlijkheid is niet vereist 186 Maklu 9

europees btw-recht 2.1.2. Meerdere rechtspersonen kunnen één belastingplichtige zijn 187 2.1.3. Overheidslichamen kunnen als belastingplichtige worden aangemerkt 189 2.1.3.1. De handelingen moeten worden verricht door een publiekrechtelijk lichaam 190 2.1.3.2. Het publiekrechtelijk lichaam dient de handelingen te stellen als overheid 191 2.1.3.3. Concurrentieverstoring van enige betekenis 193 2.1.3.4. Recht op aftrek van een overheidslichaam 194 2.1.4. Samenwerkingsverbanden zonder rechtspersoonlijkheid, maatschappen, partnerships en consortiums 195 2.2. Een belastingplichtige heeft een economische activiteit 196 2.2.1. Begrip 196 2.2.2. Met of zonder winstoogmerk 200 2.2.2. Hoofdzakelijk of aanvullend 202 2.3. De economische activiteit moet zelfstandig worden verricht 202 2.4. Ongeacht op welke plaats 203 2.4.1. Inleiding 203 2.4.2. Het begrip vestiging, vaste inrichting en zetel van bedrijfsuitoefening 204 3. Wanneer begint de belastingplicht? 213 4. Wanneer eindigt de belastingplicht? 215 5. Incidentele belastingplichtigen 215 5.1. Incidentele belastingplichtigen in de onroerende sector 216 5.2. Leveringen van nieuwe vervoermiddelen 216 Hoofdstuk 4. Waar zijn de belastbare handelingen belastbaar? 219 1. Inleiding 219 2. Leveringen van goederen 219 2.1. Hoofdregel: plaats waar het goed ter beschikking van de verkrijger of over nemer wordt gesteld 219 2.2. Uitzondering: de goederen worden vervoerd 220 2.3. Uitzondering: levering van roerende goederen met installatie of montage 221 2.4. Uitzondering: levering aan boord van een schip, een vliegtuig of een trein 222 2.5. Uitzondering: levering van gas en elektriciteit 223 2.6. Uitzondering: levering door de invoerder 225 2.7. Uitzondering: verkopen op afstand 225 3. Diensten 228 3.1. Inleiding 228 3.2. Hoofdregel 231 3.2.1. Oude regeling van vóór 1 januari 2010 231 10 Maklu

Inhoudstafel 3.2.2. Nieuwe regeling vanaf 1 januari 2010 233 3.2.2.1. Uitgangspunt van de nieuwe hoofdregel 233 3.2.2.2. Diensten verricht aan belastingplichtigen 234 3.2.2.3. Diensten verricht aan niet-belastingplichtigen 240 3.2.3. Vestigingsprincipe en bestemmingsprincipe 241 3.3. Uitzondering: Diensten die verband houden met onroerende goederen 243 3.3.1. Oude regeling van vóór 1 januari 2010 243 3.3.2. Nieuwe regeling vanaf 1 januari 2010 244 3.3.3. Overzicht 245 3.4. Uitzondering: Materieel werk of expertise op roerende goederen 246 3.4.1. Oude regeling van vóór 1 januari 2010 246 3.4.2. Nieuwe regeling vanaf 1 januari 2010 246 3.4.3. Overzicht 247 3.5. Uitzondering: Vervoerdiensten en diensten die daarmee samenhangen 248 3.5.1. Oude regeling van vóór 1 januari 2010 248 3.5.1.1. Principe 248 3.5.1.2. Uitzondering: intracommunautaire goederenvervoerdiensten 249 3.5.2. Nieuwe regeling vanaf 1 januari 2010 251 3.5.3. Overzicht 254 3.6. Uitzondering: Evenementen, vertoningen, opleidingen, enz. en het verschaffen van spijs en drank 255 3.6.1. Oude regeling van vóór 1 januari 2010 255 3.6.2. Nieuwe regeling vanaf 1 januari 2010 257 3.6.3. Nieuwe regeling vanaf 1 januari 2011 259 3.6.4. Overzicht 260 3.7. Uitzondering: Verhuur van vervoermiddelen 261 3.7.1. Oude regeling van vóór 1 januari 2010 261 3.7.2. Nieuwe regeling vanaf 1 januari 2010 261 3.7.3. Nieuwe regeling vanaf 1 januari 2013 263 3.7.4. Overzicht 264 3.8. Uitzondering: diensten verleend aan niet-belastingplichtige ontvangers gevestigd buiten de Gemeenschap 265 3.8.1. Inleiding 265 3.8.2. Voorwaarden met betrekking tot de ontvanger 266 3.8.2.1. De ontvanger moest buiten de Gemeenschap zijn gevestigd 266 3.8.2.2. De ontvanger moest de dienst effectief ontvangen 266 3.8.3. Bedoelde diensten 268 3.8.4. Overzicht 272 3.9. Uitzondering: langs elektronische weg verrichte diensten 273 Maklu 11

europees btw-recht 3.9.1. Begrip 273 3.9.2. Plaats 276 3.9.3. Overzicht 279 3.10. Uitzondering: diensten van tussenpersonen 279 3.10.1. Oude regeling van vóór 1 januari 2010 279 3.10.2. Nieuwe regeling vanaf 1 januari 2010 280 3.10.3. Overzicht 283 3.11. Uitzondering: het werkelijk gebruik 283 3.11.1. Oude regeling van vóór 1 januari 2010 283 3.11.2. Nieuwe regeling vanaf 1 januari 2010 284 4. Plaats van een intracommunautaire verwerving van goederen 285 4.1. Hoofdregel 285 4.2. Veiligheidsbepaling 286 5. Plaats van invoer van goederen 287 5.1. Hoofdregel 287 5.2. Uitzondering 287 Hoofdstuk 5. Belastbaar feit en verschuldigdheid van de btw 289 1. Inleiding 289 2. Hoofdregel 291 3. Uitzonderingen 292 3.1. Vooruitbetalingen 293 3.2. Vroegtijdige facturering of incassering 293 3.3. Intracommunautaire leveringen 294 4. Tijdstip van opeisbaarheid bij intracommunautaire verwervingen 294 5. Tijdstip van opeisbaarheid bij invoer van goederen 294 Hoofdstuk 6. De vrijstellingen zonder recht op aftrek 297 1. Inleiding 297 1.1. Ontstaan en werking van de vrijstellingen zonder recht op aftrek 297 1.2. Het probleem van de vrijstellingen zonder recht op aftrek 300 1.2.1. Insourcen is fiscaal voordeliger dan outsourcen 300 1.2.2. Een vrijstelling zonder recht op aftrek heeft de neiging zich uit te breiden 300 1.2.3. Concurrenten die dezelfde diensten aanbieden worden ongelijk behandeld 301 1.2.4. Vrijstellingen zonder recht op aftrek werken belastingontwijking in de hand 301 1.2.5. Vrijstellingen zonder recht op aftrek leiden tot ingewikkelde btw-verplichtingen 302 1.2.6. Conclusie 302 1.3. De vrijstellingen zijn autonome begrippen van communautair recht die strikt moeten worden uitgelegd 302 12 Maklu

Inhoudstafel 1.4. Nationale maatregelen voor een eenvoudige toepassing van de vrijstellingen en tegen fraude en ontwijking 307 2. Vrijstellingen in de onroerende sector 308 2.1. Levering van onroerende goederen 308 2.1.1. Inleiding 308 2.1.2. De levering van bebouwde onroerende goederen 310 2.1.3. De levering van onbebouwde onroerende goederen 311 2.1.4. Overgangsmaatregelen 312 2.1.5. Het vestigen van zakelijke rechten 312 2.2. Terbeschikkingstelling van onroerende goederen 313 2.2.1. Passieve terbeschikkingstelling van onroerende goederen: onroerende verhuur. 313 2.2.2. Actieve terbeschikkingstelling van onroerende goederen 319 3. Vrijstellingen in de financiële sector en inzake verzekeringen 319 3.1. Inleiding 319 3.1.1. Het ontstaan van de vrijstellingen in de financiële sector 319 3.1.2. De aard van de handeling bepaalt of zij wordt vrijgesteld 320 3.1.3. Er dient rekening te worden gehouden met de reden waarom de vrijstelling werd ingevoerd 322 3.1.4. De ontwerpwetgeving van de Europese Commissie 322 3.2. Verzekeringen 324 3.2.1. Huidige regeling 324 3.2.2. Handelingen ter zake van verzekering en herverzekering 324 3.2.3. Samenhangende diensten verricht door assurantiemakelaars en verzekeringstussenpersonen 326 3.2.4. Voorstel tot wijziging van de btw-richtlijn kladversie 328 3.2.5. Voorstel tot een verordening ter uitvoering van de btw-richtlijn kladversie 328 3.3. Kredieten 329 3.3.1. Huidige regeling 329 3.3.2. Voorstel tot wijziging van de btw-richtlijn kladversie 330 3.3.3. Voorstel tot een verordening ter uitvoering van de btw-richtlijn kladversie 331 3.4. Zekerheids- en garantieverbintenissen 332 3.4.1. Huidige regeling 332 3.4.2. Voorstel tot wijziging van de btw-richtlijn kladversie 332 3.4.3. Voorstel tot een verordening ter uitvoering van de btw-richtlijn kladversie 332 3.5. Betalingsverkeer en factoring 333 3.5.1. Betalingsverkeer 333 3.5.2. Factoring 335 3.5.3. Voorstel tot wijziging van de btw-richtlijn kladversie 337 3.5.4. Voorstel tot een verordening ter uitvoering van de btw-richtlijn kladversie 338 Maklu 13

europees btw-recht 3.6. Handelingen inzake chartaal geld 340 3.6.1. Huidige regeling 340 3.6.2. Voorstel tot wijziging van de btw-richtlijn kladversie 340 3.6.3. Voorstel tot een verordening ter uitvoering van de btw-richtlijn kladversie 341 3.7. Handel in effecten 342 3.7.1. Huidige regeling 342 3.7.2. Voorstel tot wijziging van de btw-richtlijn kladversie 343 3.7.3. Voorstel tot een verordening ter uitvoering van de btw-richtlijn kladversie 344 3.8. Beheer van gemeenschappelijke beleggingsfondsen 346 3.8.1. Huidige regeling 346 3.8.2. Voorstel tot wijziging van de btw-richtlijn kladversie 348 3.8.3. Voorstel tot een verordening ter uitvoering van de btw-richtlijn kladversie 349 3.9. Bemiddeling bij verzekeringshandelingen en financiële handelingen 350 3.9.1. Huidige regeling 350 3.9.2. Voorstel tot wijziging van de btw-richtlijn kladversie 351 3.9.3. Voorstel tot een verordening ter uitvoering van de btw-richtlijn kladversie 351 3.10. Outsourcing van vezekerings- en financiële handelingen 352 3.10.1. Huidige regeling 352 3.10.2. Voorstel tot wijziging van de btw-richtlijn kladversie 352 3.10.3. Voorstel tot een verordening ter uitvoering van de btw-richtlijn kladversie 353 4. Keuze voor btw-heffing 355 5. Vrijstelling voor spelen en weddenschappen 358 6. Vrijstellingen voor bepaalde activiteiten van algemeen belang 359 6.1. Inleiding 359 6.2. Vrijstelling voor postdiensten 361 6.3. Medische vrijstellingen 361 6.3.1. Ziekenhuisverpleging 363 6.3.1.1. Ratione materiae 363 6.3.1.2. Ratione personae 364 6.3.2. Medische en paramedische beroepen 365 6.3.2.1. Ratione materiae 365 6.3.2.2. Ratione personae 365 6.3.3. Andere medische vrijstellingen 366 6.4. Sociale vrijstellingen 366 6.5. Vrijstellingen voor onderwijs 368 6.5.1. Het begrip onderwijs 368 6.5.1.1. Onderwijs binnen instellingen 368 6.5.1.2. Onderwijs door particuliere docenten 369 14 Maklu

Inhoudstafel 6.5.2. De vereiste erkend te zijn 369 6.6. Religieuze vrijstellingen 370 6.7. Vrijstelling voor belangengroeperingen 370 6.8. Vrijstelling voor sport en lichamelijke opvoeding 371 6.9. Culturele vrijstellingen 371 6.10. Fondswerving 372 6.11. Openbare radio- en televisieorganisaties 372 6.12. Vrijgestelde activiteiten van private instellingen 372 6.13. Uitgesloten goederenleveringen en diensten 373 6.14. Het begrip nauw samenhangen 374 7. Vrijstellingen die de lidstaten mogen handhaven tot er een definitieve regeling komt 374 8. Kostendelende verenigingen 378 9. Leveringen van goederen waarop geen recht op aftrek werd genoten 380 9.1. Leveringen van vrijgestelde belastingplichtigen 380 9.2. Leveringen van goederen en diensten waarop een nationale uitsluiting van het recht op aftrek rust 380 Hoofdstuk 7. Vrijstellingen met recht op aftrek 383 1. Inleiding 383 2. Vrijstellingen voor intracommunautaire leveringen van goederen 383 2.1. Begrip 384 2.2. De bewijsproblematiek inzake intracommunautaire leveringen 385 3. Vrijstellingen voor intracommunautaire verwervingen van goederen 389 3.1. Diverse vrijstellingen 389 3.1. De vrijstelling inzake driehoeksverkeer 390 4. Vrijstellingen bij invoer 391 5. Vrijstellingen bij uitvoer 395 5.1. Inleiding 395 5.2. Uitvoer door de verkoper 396 5.3. Uitvoer door de afnemer 397 5.4. Uitvoer door erkende organisaties 399 5.5. Actieve veredeling 400 5.6. Diensten samenhangend met uitvoer of invoer 400 6. Vrijstellingen voor bepaalde vervoerdiensten 400 6.1. Vrijstellingen voor intracommunautair vervoer 400 6.2. Vrijstellingen voor internationaal vervoer 401 7. Vrijstellingen voor bepaalde met uitvoer gelijkgestelde handelingen 403 8. Vrijstellingen voor door tussenpersonen verrichte diensten 404 9. Vrijstellingen voor handelingen met betrekking tot het inter nationale goederenverkeer 405 10. Vrijstellingen die de lidstaten mogen handhaven tot er een definitieve regeling komt 406 Maklu 15

europees btw-recht Hoofdstuk 8. De maatstaf van heffing 407 1. De maatstaf van heffing van goederenleveringen en diensten 407 1.1. Wat behoort tot de maatstaf van heffing? 407 1.1.1. De maatstaf van heffing is het offer dat de afnemer of een derde moet brengen 407 1.1.2. Wat als de tegenprestatie niet at arms length is? 410 1.1.3. Sommen betaald door derden 411 1.1.4. Overheidssubsidies 413 1.1.5. Belastingen 416 1.1.6. Doorrekenen van kosten 417 1.2. Wat behoort niet tot de maatstaf van heffing? 417 1.2.1. Prijsverminderingen 417 1.2.1.1. De prijsvermindering moet worden overeengekomen vóór of nadat het belastbaar feit plaatsvindt. 418 1.2.1.2. De prijsvermindering moet worden toegekend door de leverancier 419 1.2.1.3. De prijsvermindering mag niet de volledige maatstaf van heffing bedragen 419 1.2.1.4. De prijsvermindering moet rechtstreeks verband houden met de levering van het goed of de dienst 419 1.2.2. Interesten wegens laattijdige betaling 423 1.2.3. Voorschotten 423 1.2.4. De btw zelf 424 1.3. De maatstaf van heffing bij onttrekkingen 424 2. De maatstaf van heffing bij intracommunautaire verwervingen 425 3. De maatstaf van heffing bij invoer 425 4. Correcties aan de maatstaf van heffing na de levering 426 Hoofdstuk 9. Het tarief 429 1. Het normaal tarief 429 2. Verlaagde tarieven 429 3. Tariefwijzigingen 436 4. Afronding van btw-bedragen 437 Hoofdstuk 10. De voldoening van de btw 439 1. Inleiding 439 2. Hoofdregel: de leverancier registreert en voldoet de btw 440 3. Uitzonderingen waarbij de afnemer de btw moet voldoen 441 3.1. Facultatieve algemene verlegging van heffing bij buitenlandse belastingplichtigen 441 3.2. Verlegging van heffing bij leveringen van elektriciteit en aardgas via het aardgasdistributiesysteem 442 16 Maklu

Inhoudstafel 3.3. Verlegging van heffing bij diensten die plaatsvinden waar de belastingplichtige ontvanger is gevestigd 443 3.3.1. Verlegging van heffing waar de belastingplichtige ontvanger is gevestigd 443 3.3.2. Het attractiebeginsel 444 3.3.2.1. De oude regeling tot 2010 444 3.3.2.2. Afschaffing van het attractiebeginsel vanaf 2010 445 3.4. Verlegging van heffing bij driehoeksverkeer 448 3.5. Verlegging van heffing bij leveringen van beleggingsgoud 448 3.6. Verlegging van heffing bij werk in onroerende staat 449 4. Voldoeningsplicht door loutere vermelding van de btw op een factuur 450 5. Voldoening van de btw bij invoer 452 6. Voldoening van btw bij intracommunautaire verwervingen 452 7. Voldoening van de btw door een aansprakelijk vertegenwoordiger 452 8. Hoofdelijke aansprakelijkheid tussen leverancier en afnemer 453 9. Verlegging van heffing naar de afnemer als wapen in de strijd tegen btw-fraude 454 9.1. Algemeen 454 9.2. Het Duits-Oostenrijkse verzoek 454 Hoofdstuk 11. Het recht of aftrek 457 1. Het recht op aftrek als hoeksteen van het btw-stelsel 457 2. Het ontstaan en de duur van het recht op aftrek 460 2.1. Het ontstaan van het recht op aftrek 460 2.2. De duur van het recht op aftrek 462 3. De omvang van het recht op aftrek 462 3.1. Het bestemmingsbeginsel 462 3.1.1. Inleiding 462 3.1.2. De handelingen moeten worden ontvangen door een belastingplichtige 462 3.1.3. De belastingplichtige dient de ontvangen handelingen te gebruiken voor het stellen van belaste handelingen 463 3.1.4. Btw op kosten voor een handeling die door een fictie van de btw-wetgeving niet wordt beschouwd als belaste handeling 466 3.1.4.1. Btw op kosten voor de overdracht van een algemeenheid van goederen of een bedrijfstak 466 3.1.4.2. Btw op kosten vóór de opname in een btw-eenheid 468 3.1.5. Btw op kosten voor een activiteit die uiteindelijk niet wordt opgestart 469 3.1.6. Ten onrechte gefactureerde btw 469 3.2. Het verband tussen inkomende en belaste uitgaande handelingen 471 3.3. Vermogensetikettering 473 Maklu 17

europees btw-recht 3.3.1. Oude regeling 473 3.3.2. Nieuwe regeling 475 4. Gemengde en gedeeltelijke belastingplicht 476 4.1. Inleiding 476 4.2. Gedeeltelijke belastingplicht 478 4.3. Gemengde belastingplicht 480 4.3.1. Inleiding 480 4.3.2. Het algemeen verhoudingsgetal 481 4.3.2.1. Berekeningswijze en op te nemen elementen 481 4.3.2.2. Uit te sluiten elementen 483 4.3.2.3. Het voorlopig en definitief verhoudingsgetal 485 4.3.2.4. Herziening van de aftrek van de btw geheven op bedrijfsmiddelen voor gemengde belastingplichtigen die het algemeen verhoudingsgetal toepassen 486 4.3.3. Het werkelijk gebruik 486 5. Beperkingen en uitsluitingen op het recht op aftrek 488 5.1. Artikel 176 van de btw-richtlijn: de standstill clause 488 5.2. De aftrekbeperkingen moeten strikt worden geïnterpreteerd 490 5.3. Uitgaven met publicitair karakter 491 6. Latere correcties op de eerdere uitoefening van het recht op aftrek 492 6.1. Wanneer is een correctie noodzakelijk? 492 6.2. Onttrekkingen en herzieningen 494 6.3. Gebruik buiten de economische activiteit 496 6.3.1. Inleiding 496 6.3.2. Geheel of gedeeltelijk recht op aftrek dient te zijn genoten 496 6.3.3. Gebruik voor privédoeleinden van de belastingplichtige of zijn personeel 497 6.3.4. Het om niet verstrekken van een goed of een dienst 499 6.3.4.1. Principe 499 6.3.4.2. Uitzondering: handelsmonsters 500 6.3.4.3. Uitzondering: samengestelde handeling 501 6.3.4.4. Uitzondering: handelsgeschenken van geringe waarde 502 6.3.4.5. Uitzondering: gratis leveringen en diensten in het kader van de economische activiteit 503 6.4. Wijziging in bedrijfsgebruik bij gemengde belastingplichtigen 504 6.4.1. Inleiding 504 6.4.2. De herziening voor investeringsgoederen 505 6.4.2.1. Wijziging in bedrijfsgebruik 505 6.4.2.2. Herzieningsperiode 506 6.4.2.3. Het begrip investeringsgoederen 507 6.4.2.4. Methode 507 18 Maklu

Inhoudstafel 6.5. Stopzetting van activiteit 510 6.5.1. Inleiding 510 6.5.2. Overgang van het geheel of een gedeelte van een algemeenheid van goederen. 511 6.6. Wijziging van de maatstaf van heffing na levering 512 7. Modaliteiten van de uitoefening van het recht op aftrek 513 7.1. Btw-aangifte 513 7.2. De factuurvereiste en de problematiek van foute facturen 513 7.3. Grensoverschrijdende uitoefening van het recht op aftrek 517 8. Aftrek en fraude 517 Hoofdstuk 12. De teruggaaf van btw 521 1. Teruggaaf van voorbelasting aan in het binnenland gevestigde belastingplichtigen 521 1.1. De belastingdienst heeft teveel btw geïnd bij de belastingplichtige 521 1.2. Overschot aan voorbelasting dat voortkomt uit de periodieke aangifte 521 2. Teruggaaf van voorbelasting aan in een andere EU-lidstaat gevestigde belastingplichtigen 523 2.1. Inleiding: Richtlijn 2008/9/EG 523 2.2. Welke belastingplichtigen komen in aanmerking? 524 2.3. Welke voorbelasting komt in aanmerking? 525 2.3.1. De voorbelasting moet correct gefactureerd zijn 525 2.3.2. De voorbelasting moet zowel in de lidstaat van teruggaaf als in de lidstaat van vestiging aftrekbaar zijn 525 2.3.2.1. De voorbelasting moet worden gebruikt voor handelingen die de wetgeving van de lidstaat van teruggaaf aanmerkt als belast 525 2.3.2.2. De voorbelasting moet worden gebruikt voor handelingen die de wetgeving van de lidstaat van vestiging aanmerkt als belast 527 2.3.3. Er mag geen nationale aftrekbeperking van toepassing zijn in de lidstaat van teruggaaf 528 2.3.4. Wat als de btw-richtlijn verschillend wordt geïnterpreteerd? 528 2.3.5. Is er een betere oplossing? 529 2.4. Welke procedure dient te worden gevolgd? 529 3. Teruggaaf van voorbelasting aan buiten de EU gevestigde belastingplichtigen 529 Hoofdstuk 13. Bijzondere regelingen 531 1. Bijzondere regeling voor reisbureaus 531 1.1. Wie valt onder de bijzondere regeling? 531 1.2. Aard en plaats van de dienst 532 Maklu 19

europees btw-recht 1.3. Maatstaf van heffing 533 2. Kleine ondernemingen 533 3. Bijzondere regelingen voor gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten: de winstmargeregeling 534 4. De forfaitaire landbouwregeling 536 5. De bijzondere regeling voor beleggingsgoud 537 6. De bijzondere regeling voor niet in de gemeenschap gevestigde belastingplichtigen die langs elektronische weg diensten verrichten voor niet-belastingplichtigen. 537 Bibliografie 539 Rechtspraak 539 Rechtsleer 560 Boeken 560 Artikels en andere publicaties 561 Lijst van gebruikte afkortingen 607 Artikelenregister btw-richtlijn 609 Trefwoordenregister 615 Dankwoord 624 20 Maklu