Diensttijdbegrip Wijziging als gevolg van Governance en WWZ
Inhoud Wijziging begrip diensttijd Aanleiding wijziging begrip diensttijd Toelichting wijziging begrip diensttijd Uitwerking begrip diensttijd per 1-1-2016 interne dienstverbanden uitzend en detacheringsovereenkomsten Overgangssituatie en aanpassing proces Tekstwijziging CAO Voorbeelden: Arbeidsovereenkomsten bij Rabobank Voorbeelden: Uitzend- en Arbeidsovereenkomsten bij Rabobank Aandachtspunten bij bepalen diensttijd Toetsingscriteria bewijslast bij uitzend- en detacheringsovereenkomsten 2
Wijziging begrip diensttijd Per 1/1/2016 vervalt het begrip diensttijd in de Rabobank CAO. Leidend wordt duur dienstverband zoals bepaald in de Ontslagregeling: o Voor het bepalen van de diensttijd worden arbeidsovereenkomsten vanaf 1-7- 2015 bij elkaar opgeteld indien de tussenpose tussen de contracten niet langer is dan 6 maanden. Eventuele tussenposen tellen niet mee. o Voor arbeidsovereenkomsten die vóór 1-7-2015 zijn aangegaan geldt dat alle arbeidsovereenkomsten bij elkaar worden opgeteld indien de tussenpose tussen de contracten niet langer is dan 3 maanden. Eventuele tussenposen tellen niet mee. 3
Aanleiding wijziging begrip diensttijd Als gevolg van de wijziging in de Governance is aanpassing nodig van het begrip diensttijd (i.e. duur dienstverband/datum anciënniteit) omdat lokale banken en de centrale organisatie Rabobank per 1-1-2016 juridisch gezien één werkgever zijn. Daarnaast geldt dat de bepaling omtrent duur dienstverband in de WWZ is aangepast en opgenomen in de Ontslagregeling. 4
Toelichting wijziging begrip diensttijd Diensttijdbegrip in Rabobank CAO 2013-2015 zoals gewijzigd per 30 juni 2015 De periode die is doorgebracht als medewerker bij een werkgever in de zin van de Rabobank CAO. Perioden die de medewerker bij verschillende werkgevers in de zin van de Rabobank CAO heeft doorgebracht, worden samengeteld als de werkgever in de betreffende periode een werkgever was in de zin van de Rabobank CAO én de gewerkte perioden elkaar aaneengesloten opvolgen. Wijzigingen als gevolg van Governance en WWZ: Per 1-1-2016 zijn lokale banken juridisch gezien geen aparte werkgevers meer. In geval van personele bewegingen tussen lokale banken en van een lokale bank naar de centrale organisatie van Rabobank of vice versa is vanaf deze datum sprake van doorstroom in plaats van in- en uitdiensttreding. Dienstjaren lopen bij doorstroom automatisch door. In de Ontslagregeling is opgenomen dat voor de berekening van de duur van het dienstverband een of meer voorafgaande arbeidsovereenkomsten tussen dezelfde partijen, die elkaar met tussenposen van ten hoogste zes maanden hebben opgevolgd, vanaf 1-7-2015 worden samengeteld. De tussenpose zelf telt niet mee. 5
Uitwerking begrip diensttijd per 1-1-2016 interne dienstverbanden en uitzend- en detacheringsovereenkomsten (1) Interne dienstverbanden Voor het bepalen van de diensttijd worden arbeidsovereenkomsten vanaf 1-7-2015 bij elkaar opgeteld indien de tussenpose tussen de contracten niet langer is dan 6 maanden. Eventuele tussenposen tellen niet mee. Voor arbeidsovereenkomsten die vóór 1-7-2015 zijn aangegaan geldt dat alle arbeidsovereenkomsten bij elkaar worden opgeteld indien de tussenpose tussen de contracten niet langer is dan 3 maanden. Eventuele tussenposen tellen niet mee. De datum van 1 juli 2015 geldt omdat op die datum de Ontslagregeling van kracht is. 6
Uitwerking begrip diensttijd per 1-1-2016 interne dienstverbanden en uitzend- en detacheringsovereenkomsten (2) Uitzend- en detacheringsovereenkomsten Huidig beleid: Als een medewerker voorafgaand aan het contract voor (on)bepaalde tijd bij de Rabobank via een uitzend- of detacheringsbureau heeft gewerkt, telt deze periode mee als de medewerker dezelfde werkzaamheden heeft verricht én de medewerker aansluitend bij dezelfde bank in dienst is getreden. Vanaf 1-1-2016: Het is niet meer noodzakelijk dat de medewerker aansluitend bij dezelfde bank in dienst treedt. Niet langer geldt dat uitzend- en detacheringsovereenkomsten direct aansluitend moeten zijn. De volledige tekst luidt als volgt: Uitzend- en detacheringsovereenkomsten die voorafgaand aan het contract voor (on)bepaalde tijd zijn aangegaan, tellen vanaf 1 juli 2015 mee voor de lengte van het dienstverband als het dezelfde of soortgelijke werkzaamheden betreft. Het totaal van de gewerkte uitzend- of detacheringsperiodes die elkaar binnen 6 maanden opvolgen, worden bij elkaar opgeteld. Ze tellen als één periode mee bij de contractperiode. Tussenposen tellen niet mee. Uitzend- en detacheringsovereenkomst die voorafgaand aan het contract voor (on)bepaalde tijd zijn aangegaan, tellen tot 1 juli 2015 mee voor de lengte van het dienstverband als het dezelfde of soortgelijke werkzaamheden betreft. Het totaal van de gewerkte uitzend- of detacheringsperiodes die elkaar binnen 3 maanden zijn opgevolgd, worden bij elkaar opgeteld. Ze tellen als één periode mee bij de contractperiode. Tussenposen tellen niet mee. 7
Overgangssituatie en aanpassing proces Overgangssituatie Voor adviesaanvragen die vóór 1 januari 2016 zijn ingediend, geldt de bepaling m.b.t. diensttijd uit de Rabobank CAO 2013-2015 zoals gewijzigd per 30 juni 2015 Voor adviesaanvragen die vanaf 1 januari 2016 worden ingediend gelden de bepalingen zoals opgenomen in de Ontslagregeling (sheet 6 en 7). Proces in HR Zelfbediening/SAPHR Datum in dienst anciënniteit zoals opgevoerd in HR Zelfbediening is door de wijziging per 1/1/2016 (mogelijk) niet meer correct.(*) Per 1/1/2016 is het tijdelijk niet mogelijk om de datum in dienst anciënniteit op te voeren in HRZ. Benodigde aanpassingen in HRZ en het proces voor bepalen duur dienstverband (nieuwe datum in dienst anciënniteit) worden in Q1 2016 voorbereid In geval van reorganisatie zal per medewerker (opnieuw) de duur van het dienstverband bepaald moeten worden conform overgangssituatie (*) afhankelijk van de tussenpose tussen arbeidsovereenkomsten en uitzend-/detacheringsovereenkomsten 8
Tekstwijziging cao 9
Voorbeelden: Arbeidsovereenkomsten bij Rabobank Situatie1: 3 mnd aaneengesloten 3 mnd 1/1/2012-31/12/2012 1/4/2013-30/6/2014 1/7/2014-31/12/2014 1/4/2015 - heden A) Datum in dienst anciënniteit op grond van CAO 2013-2015 zoals gewijzigd per 30 juni 2015 = 1/4/2015. Daarvoor was namelijk sprake van een onderbroken dienstverband B) Datum in dienst anciënniteit per 1/1/2016: Arbeidsovereenkomsten die voor 1 juli 2015 zijn aangegaan worden samengeteld als zij elkaar hebben opgevolgd met tussenpozen van max 3 maanden. Er wordt dus gerekend vanaf 1/1/2012, maar er is sprake van 2 tussenposen van 2x3 maanden die niet meetellen. Datum in dienst anciënniteit vanaf 1/1/2016 is dus 1/7 2012. Situatie 2: 4 mnd aaneengesloten 3 mnd 1/1/2012-31/12/2012 1/5/2013-30/5/2014 1/6/2014-31/12/2014 1/4/2015 - heden A) Datum in dienst anciënniteit op grond van CAO 2013-2015 zoals gewijzigd per 30 juni 2015= 1/4/2015. Daarvoor was namelijk sprake van een onderbroken dienstverband B) Datum in dienst vanaf 1-1-2016: Arbeidsovereenkomsten die voor 1 juli 2015 zijn aangegaan worden samengeteld als zij elkaar hebben opgevolgd met tussenpozen van max 3 maanden. Er wordt dus gerekend vanaf 1/5/2013 (vóór 1/5/2013 was de onderbreking meer dan 3 maanden). Er is echter nog een tussenpose van 3 maanden die niet meetelt. Datum in dienst anciënniteit vanaf 1/1/2016 is dus 1/8/2013. 10
Voorbeelden: Uitzend- en Arbeidsovereenkomsten bij Rabobank Scenario 3: 1 mnd aaneengesloten 1 mnd uitzendwerk Tijdelijk contract Vast contract Vast contract 1/1/2012-30/6/2012 1/8/2012-31/7/2013 1/8/2013-31/12/2015 1/2/2016 verder Secretaresse, bank A Communicatie mw. Bank A Communicatie mw. Bank B HR Adviseur Bank B A. Datum in dienst anciënniteit op grond van CAO 2013-2015 zoals gewijzigd per 30 juni 2015: 1/2/2016. Daarvoor was namelijk sprake van een onderbroken dienstverband B. Datum in dienst anciënniteit per 1/1/2016: Uitzendovereenkomsten die voor 1 juli 2015 zijn aangegaan worden samengeteld als zij elkaar hebben opgevolgd met tussenpozen van max 3 maanden en er sprake is van dezelfde functie /soortgelijk werk. Er wordt dus gerekend vanaf 1/8/2012 (er is bij indiensttreding geen sprake van dezelfde functie). De tussenpose van 1 maand telt echter niet mee. Datum in dienst anciënniteit vanaf 1/1/2016 is dus 1/9/2012. Scenario 4: 4 mnd 3 mnd 1 mnd uitzendwerk uitzendwerk Tijdelijk contract Vast contract 1/1/2012-30/3/2012 1/8/2012-31/7/2013 1/11/2013-31/10/2015 1/12/2015 verder Secretaresse, bank A Secretaresse Bank A Secretaresse Bank B Secretaresse Bank B A. Datum in dienst anciënniteit op grond van CAO 2013-2015 zoals gewijzigd per 30 juni 2015: 1/12/2015. Daarvoor was namelijk sprake van een onderbroken dienstverband. B. Datum in dienst anciënniteit per 1/1/2016: Uitzendovereenkomsten die voor 1 juli 2015 zijn aangegaan worden samengeteld als zij elkaar hebben opgevolgd met tussenpozen van max 3 maanden en er sprake is van dezelfde functie /soortgelijk werk. Er wordt dus gerekend vanaf 1/8/2012 (vóór 1/8/2012 was de onderbreking meer dan 3 maanden). De tussenposen van 3 maanden +1 maand tellen echter niet mee. Datum in dienst anciënniteit vanaf 1/1/2016 is dus 1/12/2012. 11
Aandachtspunten bij bepalen diensttijd Als een medewerker stage heeft gelopen, telt de stageperiode niet mee bij de berekening van het aantal dienstjaren. Houd rekening met afspraken die gemaakt zijn voor (een groep) medewerkers als gevolg van Overgang van Onderneming (WOO), of andere harmonisatie-afspraken, zoals bijvoorbeeld het overnemen van de dienstjaren van medewerkers van de Friesland Bank. Houd rekening met eventuele Rabobank dienstjaren die zijn afgekocht. Hiervan is sprake als met de medewerker een beëindigingsregeling is getroffen, hetgeen is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst (vso) waarin is opgenomen dat met de beëindigingsvergoeding die de medewerker heeft ontvangen, de anciënniteit volledig is afgekocht. Let op: als er in de vso tevens een terugbetalingsclausule is opgenomen (zoals standaard geldt in de model vso afzien van begeleiding / remplaçantenregeling in het kader van het Sociaal Plan) en de vergoeding is als gevolg hiervan terugbetaald, is afkoop anciënniteit niet aan de orde en gelden de reguliere afspraken t.a.v. bepaling dienstjaren 1701062 12
Toetsingscriteria bewijslast Toetsingscriteria bewijslast in geval van uitzend- of detacheringsarbeid De medewerker moet bewijsstukken aanleveren waaruit blijkt dat de uitzend- en/of detacheringsperiode(s) meegeteld moet(en) worden. 1. In de aangeleverde bewijsstukken moet de volgende informatie per contractsoort zijn opgenomen: De begin- en einddatum van de werkzaamheden; De functie / werkzaamheden die de medewerker heeft verricht De lokale bank/ eenheid van de centrale organisatie waar de medewerker uitzendwerk heeft verricht / gedetacheerd is geweest Naam van het detacherings- / uitzendbureau 2. Bepaal per contract aan de hand van de bovengenoemde criteria (terugrekenend vanaf het huidig/lopende contract) wat de startdatum is (en dus welke periode wel/niet meetelt. 3. Indien aan alle criteria is voldaan en dit uit de bewijslast blijkt, kan sprake zijn van aanpassing duur dienstverband. De werkgever bepaalt of er sprake is van sluitend bewijs. LET OP: Voor het berekenen van een eventuele beëindigingsvergoeding op grond van het Sociaal Plan tellen ook de eventuele uitzend- en detacheringsperiodes mee. 1701062 13
Bewijslast bij afkoop dienstjaren Bewijslast als dienstjaren zijn afgekocht in een beëindigingsvergoeding 1. Bevestig aan medewerker in mail of brief dat hij/zij kenbaar heeft gemaakt dat hij/zij een beëindigingsvergoeding heeft ontvangen, waarmee de dienstjaren conform gemaakte afspraak in de vaststellingsovereenkomst zijn afgekocht. De datum in dienst anciënniteit wordt als gevolg hiervan <datum ddmmjjjj.> 2. Upload deze verstuurde mail of getekende brief bij het indiensttredingsformulier. 1701062 14