11 e Interpolis Pensioenlezing Naar een nieuw fiscaal pensioenkader! Competence Centre for Pension research Tilburg University
Programma Tijd: Titel: 14:10 uur Naar een arbeidsvormneutraal pensioenkader: een stip op de horizon Gerry Dietvorst 14:45 uur Discussie Peter Harts 15:15 uur Pauze 15:30 uur Witteveen 2.0 is broodnodig Bastiaan Starink 16:15 uur Discussie Peter Harts 16:45 uur Afsluitende borrel 2
Naar een arbeidsvormneutraal pensioenkader: een stip op de horizon Working Paper door werkgroep ANP
Startpunt Constatering dat: pensioen en lijfrente hetzelfde doel beogen sedert 1992 het fiscale kader langzaam naar elkaar toe is gegroeid er toch nog veel verschillen zijn burgers die verschillen niet begrijpen de arbeidsmarkt dynamischer wordt ondernemers minder fiscale ruimte krijgen de technische mogelijkheden zijn toegenomen 4
Doelstellingen werkgroep ANP Eenvoud Gelijke behandeling werknemers- en ondernemerspensioen Toegankelijkheid Transparantie Maatschappelijk en economisch belang 5
Enkele verschillen in de opbouwfase Ondernemers Werknemers geen part-time factor AOWfranchise part-time factor AOW-franchise 17% lijfrentepremieaftrek (for 12%), beschikbare premieregeling 5-45% demotie: nadelig demotie: niet nadelig onbetaald verlof telt niet pensioen onbetaald verlof kan meetellen bank en overnemende ondernemer toegestane uitvoerder bank geen toegestane uitvoerder 6
Enkele verschillen in uitkeringsfase Ondernemers Werknemers Levenslang is 20 jaar AOW-overbrugging niet toegestaan Levenslang is levenslang AOW-overbrugging wel toegestaan Hoog-laag 100:75 Tijd. oud.lijfr. 20 953 PP max. 70 % OP Nabest. Lijfr. Max 100% Ruim partner begrip Knip wettelijk geregeld Beperkt partner begrip Knip in besluit geregeld 7
Gedachtenlijn Oudedagsvoorzieningen zijn maatschappelijk gezien voor iedereen van belang ongeacht op welke wijze men aan het arbeidsproces deelneemt Positie van ondernemers brengt mee dat de fiscale regels anders kunnen zijn dan voor werknemers De verschillen in fiscale regels voor pensioen en lijfrenten bevorderen toegankelijkheid en begrijpelijkheid niet Maatschappelijk belang van toekomstig inkomen is groot, maar de levensstandaardbeveiliging is de grens Wenselijk om regels gelijk te maken in snel veranderende arbeidsmarkt 8
Een paar conclusies 1. Sturende rol overheid met een brede visie i.p.v. volgende rol past beter bij deze tijd 2. Rode draad wetgeving: alles is gericht op pensioenbestemming afgezonderde gelden 3. Verschil in fiscale ruimte werknemers- en ondernemerspensioen niet te rechtvaardigen 4. Verschillen pensioen en lijfrente maakt fiscale kader niet tot een coherent geheel 9
Conclusies 5. Digitalisering wordt belangrijker en biedt meer mogelijkheden 6. Overheid en burgers hebben baat bij eenvoud en transparantie beide vormen oudedagsvoorziening 7. ANP is logische stap op weg naar een geïntegreerde benadering die 20 jaar geleden is gestart en past beter bij huidige arbeidsmarkt 8. FOR en eigen beheer vervangen door meer reële pensioenopbouw 10
Stappen naar een ANP 1. Eén opbouwruimte: pensioenparaplu Pensioenkader maatgevend Verschillende regels pensioen, lijfrente en FOR 2. Gelijktrekken regels pensioen en lijfrente in opbouwfase 3. Gelijktrekken regels pensioen en lijfrente in uitkeringsfase 11
Box 1 inkomen Schets van één opbouwruimte ZZP lijfrenten Dienstbetrekking 2% ML doorsneepremie Dienstbetrekking 2,15% ML B-polis Winst lijfrente BV Eigen beheer 2,15% ML Leeftijd Pensioendatum 12
Discussie Gaat U mee naar de stip op de horizon of wilt U liever alles bij het oude houden? 13
Stelling Omdat pensioen en lijfrente een ander karakter hebben ligt een gelijk fiscaal kader niet voor de hand 14
Pauze Koffie en thee in de Foyer Na de pauze: Witteveen 2.0 is broodnodig Bastiaan Starink 15
Witteveen 2.0 is broodnodig Bastiaan Starink
Agenda 1. Aanleiding 2. Ontwikkelingen wet- en regelgeving pensioen 3. Wet Verhoging AOW- en pensioenleeftijd ( Wet VAP ) 4. Regeerakkoord 5. Nieuwe pensioencontract en fiscaal kader 6. Witteveen 2.0 17
Aanleiding De pensioenwereld is veranderd Oude wereld Pensioen 70% van laatst verdiende loon op 65 Jaarlijkse indexatie Pensioen gegarandeerd Werkgever draagt de kosten Sterke rentedaling Stijgende levensverwachting Meer focus op risico en besturing Kosten stijging en volatiliteit Nieuwe wereld? Hogere pensioenleeftijd Pensioenniveau onzeker Meer beleggingsrisico s in pensioenfondsen Gefixeerde kosten voor de werkgever Bezuinigingen overheid Financiële crisis Geen indexatie, korting dreigt 18
Ontwikkelingen wet- en regelgeving pensioen Wetsvoorstel verhoging pensioenleeftijd naar 66 jaar Voorontwerp Wet verhoging pensioen leeftijd, extra verhoging AOW en flexibilisering ingangsdatum AOW Belastingplan 2013 Regeerakkoord VVD & PvdA 2010 2011 2012 2013 Pensioenakkoord voorjaar 2010 Vervolgafspraken februari 2011 FNV en TK stemmen in met Pensioenakkoord Uitwerkingsmemorandum Pensioenakkoord 2011 Wet VAP Septemberpakket 2012 19
Wet Verhoging AOW- en Pensioenleeftijd Sturen op langer doorwerken De fiscale pensioenrichtleeftijd wordt verhoogd naar 67 jaar per 2014. De opbouwpercentages worden verlaagd. Dat betekent: - Maximale opbouw van 2,15% en 1,9% op leeftijd 67 bij respectievelijk ML en EL. - DC-staffels worden verlaagd en moeten per 2014 tevens netto zijn. - Lagere pensioenleeftijd is mogelijk (let op AOW gat): Pensioenleeftijd Maximaal opbouw% ML Maximaal opbouw% EL 67 2,15 1,90 66 1,99 1,76 65 1,84 1,63 64 1,72 1,52 63 1,60 1,41 62 1,49 1,32 61 1,39 1,23 60 1,30 1,15 20
Regeerakkoord Mes gaat diep in pensioenopbouw Verdere aanpassing van de opbouwpercentages Nieuw kabinet: extra verlaging van de opbouwpercentages met 0,4 procentpunt. o 1,75% voor middelloon o 1,5% voor eindloonregelingen Per 2014 of 2015? Aftopping pensioenopbouw Vanaf 100.000 geen omkeerregel; zowel in de tweede als de derde pijler. 21
Rekenvoorbeeld Werknemers kunnen in de toekomst aanzienlijk minder pensioen opbouwen Soort regeling Eindloon (opbouw va. 25) Salaris 150.000 Franchise 13.062 Opbouwpercentage (huidige regelgeving) 2,0% Opbouwpercentage (Wet VAP) 1,9% Opbouwpercentage (Regeerakkoord) 1,5% Aftopping (Regeerakkoord) 100.000 Nu Wet VAP Regeerakkoord Totale opbouw op leeftijd 65 109.550 (100%) 87.421 (80%) 43.817 (40%) Totale opbouw op leeftijd 67 109.277 54.771 22
Kenmerken nieuw pensioencontract Expliciete risico toedeling Premiestabilisatie en minder volatiliteit Reëel contract Tweetal aanpassingsmechanismes: 1. Aanpassingsmechanisme levensverwachting 2. Aanpassingsmechanisme voor het opvangen van financiële schokken Aanpassingsmechanismes vinden weerslag niet in hogere of lagere pensioenpremie maar in hogere of lagere pensioenopbouw en/of indexatie Nieuwe pensioencontract for better and for worse 23
Fiscale pensioenkader biedt onvoldoende ruimte voor nieuw pensioencontract Uitgangspunten: We accepteren het nieuwe contract / FTK zoals die er ligt Fiscaal maximale middelloonregeling met opbouwpercentage van 2,15 (nieuwe contract is uitkeringsovereenkomst, zowel juridisch als fiscaal) Minimale franchise Maximale pensioengrondslag Voorwaardelijke indexatie, in verleden altijd volledige verhoging met het hoogste van de loon- of prijsinflatie. Fiscaal dus geen ruimte voor inhaalindexatie Premie blijft stabiel, pensioenopbouw variabel Kostenverhoging of verlaging als gevolg van LAM wordt direct en volledig in het penisoenresultaat verwerkt via een (negatieve) indexatie en aanpassing opbouwpercentages Geen egalisatiereserve, RAM wordt verwerkt in pensioenresultaat Pensioenpremie reeds gebaseerd op meest recente overlevingstafels van het AG 24
Fiscaal maximale opbouw Voorbeeld Middelloonregeling 2,15% (=fiscaal maximaal) Stel: overlevingskansen nemen af kostenverlaging van 5% (stel) Fiscale richtleeftijd is 67 en daalt niet omdat 18a, lid 11, Wet LB (tekst 2014) geen verlaging richtleeftijd toestaat Premieneutraliteit Verhoging pensioenopbouw 2,15 * 1,05 = 2,26% Fiscaal bovenmatig pensioen onzuiver belastingheffing 25
Indexatie Voorbeeld Pensioencontract: rendement wordt direct en volledig in pensioenresultaat verwerkt, geen egalisatiereserve Rendement pensioenfonds 10%-punt hoger dan verwacht Loon- en prijsinflatie 2,5% (= fiscaal maximaal) Premieneutraliteit Verhoging indexatie Fiscaal bovenmatig pensioen onzuiver belastingheffing 26
Aanpassingen Witteveenkader op korte termijn Het huidige Witteveenkader belemmert het nieuwe pensioencontract Op korte termijn zouden de volgende zaken aangepast moeten worden: o o Opbouwpercentages als uitgangspunt / base line handhaven maar tijdelijke verhoging toestaan Maximering indexatie op loon- / prijsindex loslaten en volledig overrendement moeten kunnen uitkeren Bovenstaande is geen bedreiging voor overheidsdoelstellingen: o o Leidt niet tot eerder stoppen met werken omdat naast de plussen ook de minnen voor rekening van de deelnemer komen Budgettaire beheersbaarheid niet in het gedrang vanwege stabiele premie en uitgangspositie conform huidige opbouwpercentages 27
Aanpassingen Witteveenkader op lange termijn Pensioenhuis staat in brand Marktinnovatie is broodnodig Fiscaliteit mag innovatie niet afremmen en moet dit juist bevorderen maar langer doorwerken en budgettaire beheersbaarheid niet frustreren Voorstel: fiscale regulering pensioenuitkomst op deelnemersniveau loslaten en vervangen door maximale premieaftrek op werkgeversniveau 28
Aanpassingen Witteveenkader op lange termijn Werkgever mag jaarlijks (bijv.) 15% van de loonsom onder de omkeerregel aan pensioenpremie besteden Maakt niet uit voor wie Maakt niet uit waarvoor (opbouw, indexatie, herstelpremie) Maakt niet uit welk systeem Maakt niet uit in welke arbeidsvorm Maakt niet uit hoeveel de individuele pensioenhoogte is (evt. slechts 100% grens) 29
Aanpassingen Witteveenkader op lange termijn Budgettair beheersbaar Makkelijk in de uitvoering en controle Parallel met werkkostenregeling en loonsomheffing en biedt markt de ruimte om te doen wat nodig is, juist voor het behoud van ons mooie pensioenstelsel 30
Stelling 1 Nieuwe pensioencontract is for better and for worse dus moet het fiscale pensioenkader dit ook zijn. Het Witteveenkader zou moeten toestaan dat het opbouwpercentage (tijdelijk) boven de huidige grenzen uitkomt en dat indexatie hoger is dan loon- of prijsontwikkeling. 31
Stelling 2 Fiscale regulering van pensioenen moet zich richten op de totale kostprijs op bestandsniveau en niet op deelnemersniveau 32
Bedankt voor uw komst Wilt u de presentaties of lezing downloaden? Zie onze website: http://www.tilburguniversity.edu/ccp 33