15670/14 rts/nes/hw 1 DG D 1 C

Vergelijkbare documenten
9798/15 nes/hh 1 DGD 1C

12650/17 ons/dep/sp 1 DGD 1C

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117

10159/17 mak/gra/fb 1 DG D 1C

PUBLIC 14277/10 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 oktober 2010 (11.10) (OR. en) LIMITE GENVAL 12 ENFOPOL 270 NOTA

14929/14 as 1 DG D 1C

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 januari 2006 (28.02) (OR. en) 5467/06 LIMITE ENFOCUSTOM 8 ENFOPOL 8 CRIMORG 9 CORDROGUE 4

15184/16 mak/van/fb 1 DG D 1C

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 april 2010 (20.04) (OR. en) 8570/10 ENFOPOL 99

9454/17 nuf/gar/dp 1 DG D 1C

7935/17 rts/van/fb 1 DG E - 1C

8654/17 ons/mak/cg 1 DG D 1C

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie BESTRIJDING VAN DE GEORGANI SEERDE EN ZWARE INTERNATIO NALE CRIMINALITEIT DOOR MIDDEL VAN DE EU-BELEIDSCYCLUS

1. Punt 43: Samenwerking in het kader van een gezamenlijk team waarbij functionarissen van Europol betrokken zijn

7704/17 ver/ass/hh 1 DGD 1C

12892/15 van/sl 1 DGD1C

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 mei 2009 (19.05) (OR. en) 9976/09 PROCIV 77 JAI 302 COCON 15 RELEX 473 SAN 126 TELECOM 112 COHAFA 28

13645/1/16 REV 1 ev 1 DG E 1C

9635/17 mou/gys/ln 1 DG E 1C

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 oktober 2004 (07.10) 12561/04 LIMITE EUROJUST 78

EU-BELEIDSCYCLUS TER BESTRIJDING VAN DE GEORGANISEERDE EN ZWARE INTERNATIONALE CRIMINALITEIT

VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHT: HOE ZIET DE TOEKOMST ERUIT? OPENBARE RAADPLEGING WAAR STAAN WE NU?

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

NL In verscheidenheid verenigd NL B7-0377/2. Amendement. Judith Sargentini namens de Verts/ALE-Fractie

De Raad wordt verzocht in zijn zitting van 7 maart 2016 de in de bijlage opgenomen ontwerpconclusies aan te nemen.

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 mei 2017 (OR. en) het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2008 (04.06) (OR. en) 9935/08 SOC 316 COMPET 194

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2016 (OR. en) het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad

9916/17 cle/van/oms/sv 1 DG D 2B

3. Ontwerp-kaderbesluit over bepaalde procedurele rechten in strafprocedures in de gehele Europese Unie 1 doc. 7527/06 DROIPEN 21 CATS 41 + COR 1

Benelux Verdrag 27 juni 1962 aangaande de uitlevering en de rechtshulp in strafzaken tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 juni 2009 (08.06) (OR. en) 10523/2/09 REV 2

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2006 (17.10) (OR. en) 13651/06 SOC 447 NOTA

15349/16 ASS/mt 1 DG D 2A

Inhoudstafel. Europese Unie Verdrag van 25 maart 1957 betreffende de Werking van de Europese Unie 153

Deze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004.

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

voor politiefunctionarissen.

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 juni 2016 (OR. en) het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel)

10111/16 GAR/cg 1 DG G 3 B

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen.

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 september 2003 (15.09) (OR. en) 11374/1/03 REV 1 LIMITE CRIMORG 53 MIGR 66 ENFOPOL 69

9116/19 JVB/jvc/srl JAI.2

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Interne veiligheid in de EU

Het Comité van permanente vertegenwoordigers heeft op 27 mei 2009 overeenstemming bereikt over de tekst die in de bijlage gaat.

8273/1/18 REV 1 dui/ass/sv 1 DG E 1C

9935/16 roe/hh 1 DG D 2B

doc. 5620/11. Het programma van Stockholm Een open en veilig Europa ten dienste en ter bescherming van de burger (PB C 115 van , blz. 1).

4. Het voorzitterschap verzoekt de Raad de ontwerp-conclusies in de bijlage aan te nemen

13032/18 ADD 1 1 JAI LIMITE NL

7079/17 gys/van/sv 1 DG D 1C

Alle delegaties gaan thans akkoord met de tekst van bovengenoemde conclusies van de Raad.

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 4 oktober 2012 (09.10) (OR. en) 14232/12 E FOPOL 292 CULT 116 E FOCUSTOM 93

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

7749/19 voo/pau/sp 1 TREE 1.B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 februari 2003 (10.03) (OR. en) 6927/03 CRIMORG 16

10279/17 PAU/ev 1 DG C 1

8792/1/16 REV 1 dui/cle/as 1 DG G 2B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2009 (OR. en) 15137/09 CRIMORG 164 ENFOPOL 271

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 oktober 2003 (08.10) (OR. it) 11051/2/03 REV 2 CORDROGUE 66

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 september 2009 (03.09) (OR. en) 11456/2/09 REV 2 LIMITE CRIMORG 106 EF 98 NOTA

A8-0316/13

BESLUIT VAN DE RAAD van 24 juni 2014 inzake de regeling voor de toepassing van de solidariteitsclausule door de Unie (2014/415/EU)

Raad van de Europese Unie Brussel, 27 mei 2019 (OR. en)

13525/14 van/yen/sv 1 DG D1C

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2015/2110(INI)

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 februari 2016 (OR. en)

Nationaal Benelux Prüm Europese Unie

PUBLIC. Brussel, 11 november 1999 (15.12) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 11662/99 LIMITE OJ/CONS 52 JAI 84

8975/15 dau/ons/as 1 DG G 3 C

Voor de delegaties gaan in bijlage dezes de ontwerp-conclusies van de Raad, waarover een akkoord is bereikt in de Groep sociale vraagstukken.

Zittingsdocument B8-0221/2015 ONTWERPRESOLUTIE

Conclusies van de Raad betreffende de bestrijding van het tabaksgebruik

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 oktober 2003 (03.11) (OR. it) 11051/4/03 REV 4 CORDROGUE 66

Zittingsdocument B8-0220/2015 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van een verklaring van de Commissie

PUBLIC 8480/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0183 (NLE)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

8461/17 nes/ons/sl 1 DGG 2B

EUROPEES PARLEMENT Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ONTWERPVERSLAG

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 16 juni 2009 (24.06) (OR. en) 10964/09 JAI 391 E FOPOL 170

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 november 2003 (OR. en) 13915/03 ENFOPOL 92 COMIX 642

9337/16 rts/pau/as 1 DG D 2A

2. Het CATS heeft op 22 november 2010 deze ontwerp-conclusies van de Raad goedgekeurd.

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 december 2016 (OR. en) het Comité van permanente vertegenwoordigers (2e deel)

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

9895/19 mak/van/hh 1 ECOMP.2B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

10512/16 van/zr/as 1 DG E 1A

13543/17 gys/gar/sp 1 DG G 3 B

Transcriptie:

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 november 2014 (OR. en) 15670/14 JAI 895 NOTA I/A-PUNT van: aan: nr. vorig doc.: 14186/6/14 REV 6 Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad Ontwerpconclusies van de Raad over de ontwikkeling van een vernieuwde interneveiligheidsstrategie voor de Europese Unie 1. De interneveiligheidsstrategie voor de Europese Unie: "Naar een Europees veiligheidsmodel" (interneveiligheidsstrategie) 1 werd door de Raad op 25-26 februari 2010 aangenomen en door de Europese Raad op 25-26 maart 2010 bekrachtigd. In die strategie werd de Commissie verzocht om in aansluiting op het actieplan ter uitvoering van het programma van Stockholm een mededeling over de interneveiligheidsstrategie met actiegerichte voorstellen goed te keuren. 1 Doc. 7120/10 CO EUR-PREP 8 JAI 182 15670/14 rts/nes/hw 1 DG D 1 C NL

2. Op basis daarvan diende de Commissie een mededeling in over de "interneveiligheidsstrategie in actie", met vijf strategische doelstellingen 2. De Commissie bracht in 2011 en 2013 verslag uit over de uitvoering van haar interneveiligheidsstrategie in actie, en presenteerde op 20 juni 2014 een "Laatste verslag over de tenuitvoerlegging van de EUinterneveiligheidsstrategie 2010-2014" (doc. 11260/14). 3. Tijdens zijn bijeenkomst van 26 en 27 juni 2014 stelde de Europese Raad de strategische richtsnoeren vast voor wetgevende en operationele programmering voor de komende jaren binnen de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, en vroeg hij om toetsing en actualisering van de interneveiligheidsstrategie uiterlijk medio 2015. 4. Naar aanleiding van het verzoek van de Europese Raad is de Raad, met sterke betrokkenheid van de Commissie, gestart met de werkzaamheden ter voorbereiding van een vernieuwde interneveiligheidsstrategie. Op 29 september 2014 werd gezamenlijk door het voorzitterschap en de Commissie een conferentie op hoog niveau over de vernieuwde interneveiligheidsstrategie georganiseerd waaraan ook vertegenwoordigers van de lidstaten, het Europees Parlement, de particuliere sector, het maatschappelijk middenveld en de academische wereld deelnamen. 5. Op basis van de resultaten van de conferentie op hoog niveau en van de besprekingen binnen het Permanent Comité operationele samenwerking op het gebied van de binnenlandse veiligheid (COSI) heeft het voorzitterschap besloten ontwerpconclusies van de Raad op te stellen over de ontwikkeling van de vernieuwde interneveiligheidsstrategie voor de Europese Unie, die de input van de Raad zullen vormen voor de mededeling over de vernieuwde interneveiligheidsstrategie die de Commissie volgens de planning in het voorjaar van 2015 zal uitbrengen. 6. In zijn vergadering van 10 november 2014 bereikte het COSI overeenstemming over de ontwerpconclusies van de Raad over de ontwikkeling van een vernieuwde interneveiligheidsstrategie voor de Europese Unie, onder voorbehoud van intrekking van de studievoorbehouden van Denemarken en het Verenigd Koninkrijk (doc. 14186/6/14 REV 6). 7. Op basis hiervan wordt het Coreper verzocht de Raad te verzoeken zijn goedkeuring te hechten aan de bijgaande ontwerpconclusies van de Raad over de ontwikkeling van een vernieuwde interneveiligheidsstrategie voor de Europese Unie. 2 Die vijf strategische doelstellingen van de interneveiligheidsstrategie 2010-2014 zijn: 1) het ontwrichten van internationale criminele netwerken, 2) het voorkomen van terrorisme en het aanpakken van radicalisering en werving voor terrorisme, 3) het verhogen van de veiligheidsniveaus voor burgers en ondernemingen in de cyberruimte, 4) het versterken van veiligheid door middel van grensbeheer en 5) het vergroten van Europa's veerkracht bij crises en rampen. 15670/14 rts/nes/hw 2 DG D 1 C NL

BIJLAGE ONTWERP conclusies van de Raad over de ontwikkeling van een vernieuwde interneveiligheidsstrategie voor de Europese Unie De Raad van de Europese Unie, ERKENNEND dat de Europese Unie en haar lidstaten de plicht hebben om bescherming te bieden aan alle personen die in de Unie wonen, verblijven of op bezoek zijn, alsmede dat veiligheid van fundamenteel belang is voor de bevordering van economische groei en sociale vooruitgang, HERINNEREND aan de interneveiligheidsstrategie voor de Europese Unie: "Naar een Europees veiligheidsmodel" (interneveiligheidsstrategie) 3 - die door de Raad op 25 en 26 februari 2010 is aangenomen en door de Europese Raad op 25 en 26 maart 2010 is bekrachtigd - met daarin de gemeenschappelijke dreigingen en uitdagingen voor de Europeanen alsmede het interneveiligheidsbeleid van de EU en de onderliggende beginselen daarvan; een Europees veiligheidsmodel bestaande uit gemeenschappelijke instrumenten en een streven naar verdere samenwerking en solidariteit tussen de lidstaten en nauwe betrokkenheid van de instellingen, de bureaus en agentschappen alsmede de organen van de EU, alsmede - binnen het kader van de implementatie van het programma van Stockholm - aan het verzoek aan de Commissie een mededeling met actiegerichte voorstellen voor de interneveiligheidsstrategie goed te keuren, NOTA NEMEND van de mededeling van de Commissie over de "EU-interneveiligheidsstrategie in actie: vijf stappen voor een veiliger Europa" 4, waarin vijf strategische doelstellingen voor de interne veiligheid zijn geformuleerd 5, 3 4 5 Doc. 7120/10 CO EUR-PREP 8 JAI 182. Doc. 16797/10 JAI 990. Die vijf strategische doelstellingen zijn: het ontwrichten van internationale criminele netwerken, het voorkomen van terrorisme en het aanpakken van radicalisering en werving voor terrorisme, het verhogen van de veiligheidsniveaus voor burgers en ondernemingen in de cyberruimte, het versterken van veiligheid door middel van grensbeheer en het vergroten van Europa's veerkracht bij crises en rampen. 15670/14 rts/nes/hw 3

het laatste verslag van de Commissie over de tenuitvoerlegging van de EUinterneveiligheidsstrategie 2010-2014 IN AANMERKING NEMEND, waarin de in het kader van de vijf strategische doelstellingen uitgevoerde acties worden beoordeeld en een overzicht wordt gegeven van een aantal toekomstige uitdagingen, sectoroverschrijdende doelstellingen en nieuwe dreigingen 6, met het oog op een vernieuwde interneveiligheidsstrategie, VOORTBOUWEND op de strategische richtsnoeren die de Europese Raad van 26 en 27 juni 2014 heeft vastgesteld 7, waarin wordt gevraagd de interneveiligheidsstrategie uiterlijk medio 2015 te toetsen en te actualiseren, INGENOMEN MET de aanzienlijke vooruitgang die met de EU-maatregelen op het gebied van interne veiligheid is geboekt blijkens de Commissieverslagen van 2011, 2013 en 2014 over de tenuitvoerlegging van de interneveiligheidsstrategie in actie; de conclusie van die verslagen is dat de vijf strategische doelstellingen geldig blijven, maar dat er ook rekening moet worden gehouden met nieuwe en opkomende dreigingen, ERKENNENDE dat de lidstaten, geheel onder eigen verantwoordelijkheid, aanzienlijk werk hebben geleverd op het gebied van de nationale veiligheid overeenkomstig artikel 4, lid 2, VEU, BESEFFENDE dat de EU en haar lidstaten geconfronteerd blijven met de in de interneveiligheidsstrategie voor de Europese Unie bepaalde uitdagingen en met de evoluerende gemeenschappelijke veiligheidsdreigingen die in toenemende mate gebruik maken van nieuwe technologieën (onder meer ICT) in een gemondialiseerde wereld,, die in omvang toenemen en steeds meer gekoppeld zijn aan sociale, economische en externe factoren zoals de financiële crisis en begrotingsverplichtingen en aan de gevolgen van regionale conflicten en sociale en politieke veranderingen in derde landen, ONDERSTREPEND DAT het noodzakelijk is om voor opkomende en evoluerende dreigingen en uitdagingen voor de interne veiligheid de toevlucht te nemen tot een vlotte, flexibele en operationele aanpak, die is afgestemd op alle risico's voor de veiligheid van de Europese burgers en tevens de oorzaken van de onveiligheid en niet alleen de gevolgen ervan aanpakt, 6 7 Doc. 11260/14 JAI 559. Doc. EUCO 79/14 CO EUR 4 CONCL 2. 15670/14 rts/nes/hw 4

INDACHTIG de centrale rol die het Permanent Comité operationele samenwerking op het gebied van de binnenlandse veiligheid (COSI), als opgericht bij artikel 71 TFEU, speelt bij het verzekeren dat de operationele samenwerking binnen de Europese Unie wordt bevorderd en versterkt en bij het ontwikkelen en uitvoeren van, en het toezicht op, de interneveiligheidsstrategie, INDACHTIG de regelingen voor de toepassing van de solidariteitsclausule door de Unie uit hoofde van artikel 222 VWEU, die een breed scala van beleidsgebieden en -instrumenten bestrijkt, waaronder de interneveiligheidsstrategie voor de Unie, het mechanisme voor civiele bescherming van de Unie, het initiatief inzake gezondheidsbeveiliging tegen ernstige grensoverschrijdende gezondheidsdreigingen, alsmede crisisaanpak en analysestructuren in de EDEO, en de ondersteunende geïntegreerde EU-regeling politieke crisisrespons, de meerwaarde en het succes ONDERKENNEND van de EU-beleidscyclus als efficiënt model in de strijd tegen georganiseerde en zware internationale criminaliteit, INGENOMEN met de resultaten en geleerde lessen van de Empact-projecten, en VOORTBOUWEND op de grondige evaluatie van de verdiensten/meerwaarde van de grootschalige rechtshandhavingsoperatie Archimedes (15-23 september 2014) met het oog op de opvolger daarvan en/of andere toekomstige operationele vormen van samenwerking, AANMOEDIGEND dat gezamenlijke binnen EU-verband gecoördineerde inlichtingengestuurde operaties, gebaseerd op een gedeelde analyse, worden georganiseerd op het gebied van georganiseerde en zware internationale criminaliteit en dat er vergelijkbare benaderingen inzake andere aspecten van criminaliteit en veiligheid worden gevolgd, ONDERSTREPEND dat er op EU-niveau behoefte is aan een weloverwogen kader voor informatiebeheer en dat het belangrijk is dat de bevoegde instanties beschikken over de passende instrumenten, zoals een solide richtlijn betreffende persoonsgegevens van EU-passagiers (PNR), die zij nodig hebben om hun taken te vervullen en de huidige dreigingen, waaronder terrorisme, aan te pakken, ERKENNEND dat geïntegreerd grensbeheer een zeer belangrijk instrument is voor het garanderen van de interne veiligheid van de EU, 15670/14 rts/nes/hw 5

WIJZEND op het belang van passende financiering en van het strategisch gebruik van EUfondsen zoals het fonds voor interne veiligheid (2014-2020) en het programma voor onderzoek en ontwikkeling Horizon 2020, dat partnerschap tussen de publieke en de particuliere sector in veiligheidsgerelateerd onderzoek bevordert, of de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF), die ten doel hebben het institutionele vermogen van overheidsinstanties te verbeteren, INDACHTIG de rol van permanente opleiding op diverse niveaus met het oog op een gedeeld inzicht in de Europese rechtshandhaving alsmede op het bevorderen van de fundamentele doelstellingen van de interneveiligheidsstrategie en de basisbeginselen in het kader van de nationale opleidingsprogramma's, waarbij de expertise, de rol en de middelen van Cepol, alsmede de opleidingsmogelijkheden die in andere JBZ-agentschappen worden ontwikkeld, zo goed mogelijk worden benut, de belangrijke steun ONDERKENNEND die Europol en Eurojust aan de lidstaten en hun bevoegde instanties verlenen bij het stimuleren van samenwerking, informatie-uitwisseling en ondersteuning bij operaties, onderzoek en vervolging, WIJZEND op de noodzaak van consolidering van bestaande wetgevingsinstrumenten alsmede van consistente, samenhangende en doeltreffende tenuitvoerlegging van de bestaande wetgeving en versterking van de operationele samenwerking, ONDERSTREPEND dat de in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie vastgelegde rechten, vrijheden en beginselen moeten worden nageleefd binnen de EU en in het kader van alle werkzaamheden voor de schepping en de instandhouding van een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, BENADRUKKEND dat het noodzakelijk is alle personen te beschermen, vooral de meest kwetsbaren en binnen die groep vooral de slachtoffers van criminaliteit en meer bepaald van terrorisme, ONDERKENNEND dat het noodzakelijk is hierbij het Europees Parlement en de nationale parlementen te betrekken, 15670/14 rts/nes/hw 6

REKENING HOUDEND met de bijdragen die zijn ontvangen tijdens de informele bijeenkomst van de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken van 8 juli 2014, tijdens de informele vergadering van het Permanent Comité operationele samenwerking op het gebied van de binnenlandse veiligheid en van het CATS van 22 juli 2014 te Rome, alsmede tijdens de gezamenlijk door de Commissie en het voorzitterschap georganiseerde conferentie op hoog niveau over een vernieuwde interneveiligheidsstrategie van 29 september 2014, waar het maatschappelijk middenveld, de particuliere sector en andere belanghebbenden aan het debat hebben bijgedragen, IS VAN OORDEEL dat de volgende structuur en beginselen hun neerslag moeten krijgen in de vernieuwde interneveiligheidsstrategie voor de EU en VERZOEKT de Commissie alle onderstaande beginselen in aanmerking te nemen in haar mededeling voor een vernieuwde interneveiligheidsstrategie, die zij uiterlijk in het voorjaar van 2015 aan het Europees Parlement en de Raad zal presenteren: 1. IDENTIFICATIE van de BELANGRIJKSTE GEMEENSCHAPPELIJKE DREIGINGEN en UITDAGINGEN voor de interne veiligheid in de komende jaren: a) Zware en georganiseerde criminaliteit in al haar vormen en meer bepaald: facilitering van illegale immigratie en diverse vormen en gevolgen van mensenhandel, drugshandel, valsemunterij, intracommunautaire ploffraude en accijnsfraude, georganiseerde misdrijven tegen eigendom, cybercriminaliteit, illegale handel in vuurwapens en corruptie. Speciale aandacht dient uit te gaan naar alle activiteiten in verband met het witwassen en opnieuw investeren van de opbrengst van misdrijven, meer bepaald de activiteiten die gericht zijn op het infiltreren van de reguliere economie, 15670/14 rts/nes/hw 7

b) Terrorisme, radicalisering, werving en financiering in verband met terrorisme: terrorisme in al zijn vormen blijft een grote en steeds evoluerende dreiging voor de interne veiligheid van de EU. Speciale aandacht dient met name uit te gaan naar buitenlandse strijders, teruggekeerde strijders en "lone wolves", die een zeer ernstige, rechtstreekse en ongekende dreiging voor de veiligheid van de EU vormen, alsmede naar het opsporen van diverse kanalen voor financiering van terrorisme. Daarvoor is intensieve samenwerking met derde landen en met strategische partners als Interpol nodig, alsmede hernieuwde aandacht voor preventie en bestrijding van radicalisering tot gewelddadig extremisme, met onder meer als doel om mensen te ontmoedigen zich met terrorisme in te laten, en samenwerking bij het terugdringen van de beschikbaarheid en de invloed van onlinemateriaal dat radicalisering tot terrorisme bevordert, c) Bij de aanpak van cybercriminaliteit en de vereiste cyberbeveiliging,voor burgers, bedrijven en overheidsinstellingen, dient in aanmerking te worden genomen dat het internet een essentieel instrument voor groei van de EU vormt, en dient tevens te worden gezorgd voor een open en vrij internet op basis van het multistakeholdermodel en moet illegale exploitatie worden voorkomen. Speciale aandacht moet uitgaan naar seksuele uitbuiting van kinderen op internet, cyberaanvallen en onlinefraude met betaalkaarten, d) Dreigingen en uitdagingen die voortvloeien uit het gebruik van nieuwe technologieën: bij defecten met grote informatie- en communicatietechnologieën kunnen problemen op het gebied van veiligheid en beveiliging ontstaan. De beschikbaarheid van verbeterde communicatie- en technologische middelen biedt georganiseerde criminele groepen ook mogelijkheden om hun activiteiten te richten op personen of bedrijven, e) Door middel van een inlichtingengestuurde aanpak dienen nieuwe en opkomende dreigingen te worden geïdentificeerd en op de voet te worden gevolgd, f) Crises, alsmede natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen kunnen grote implicaties voor de interne veiligheid van de EU hebben. De EU moet veerkrachtig kunnen optreden wanneer zich dergelijke crises of rampen voordoen, rekening houdend met de verantwoordelijkheden van de lidstaten, en zij moet worden gesterkt in haar bekwaamheid en vermogen om bij crises en rampen te reageren en op te treden, en om de gevolgen ervan te temperen. 15670/14 rts/nes/hw 8

2. VERSTERKING VAN EEN INTEGRALE EN SAMENHANGENDE AANPAK, zowel horizontaal (rechtshandhaving, geïntegreerd grensbeheer, justitiële autoriteiten, douane, agentschappen voor civiele bescherming, administratieve en andere betrokken autoriteiten, de academische wereld, niet-gouvernementele organisaties, de particuliere sector) als verticaal (samenwerking op internationaal en op EU-niveau, op regionaal gebied en in de lidstaten op nationaal, regionaal en plaatselijk niveau) door middel van: a) het uitwerken van het Europees veiligheidsmodel dat mede actief vorm zal geven aan positieve veiligheidsvoorwaarden binnen de Unie en haar lidstaten, b) een integrale, multidisciplinaire en geïntegreerde aanpak van acties op het gebied van rechtshandhaving, justitiële samenwerking, migratie, grensbeheer, douane en civiele bescherming, alsmede het uitwerken van de rol en de acties van de overheidsinstanties binnen die aanpak, c) een inlichtingengestuurde aanpak waarbij nieuwe en opkomende dreigingen worden geïdentificeerd en gemonitord op basis van dreigingsanalyses en volgens de in de beleidscyclus vastgelegde methode, d) toegang tot, beschikbaarheid en uitwisseling van gegevens ten behoeve van de preventie en de bestrijding van transnationale criminaliteit en terrorisme. Een Europees PNR vormt op dit gebied een van de belangrijke instrumenten, net als de volledige implementatie van het Prümbesluit. Er dient te worden gezorgd voor interoperabiliteit tussen afzonderlijke systemen, verbetering en vereenvoudiging van bestaande instrumenten ter wille van een meer doeltreffende en evenredige uitwisseling van informatie en, vervolgens, ten behoeve van gezamenlijke operaties en van de bewijsgaring met het oog op vervolging. Er zou kunnen worden onderzocht of er een Europees Indexsysteem van politiegegevens (Epris) kan worden ingevoerd. Met het oog op vlotte samenwerking over de grenzen van de rechtsgebieden heen tussen de onderzoeksinstanties en de vervolgende instanties op het vlak van toegang tot elektronisch bewijsmateriaal dat in handen is van de spelers in de sector, is het noodzakelijk dat een kader wordt ingesteld dat in overeenstemming is met de grondrechten, 15670/14 rts/nes/hw 9

e) preventie van en anticipatie op criminele handelingen en terroristische aanslagen, waarvoor een proactieve en inlichtingengestuurde aanpak vereist is, het tijdig delen van informatie en criminele inlichtingen, en het verwerven van bewijsmateriaal ten behoeve van vervolging, onder meer uit financieel onderzoek. Naast de politiële en justitiële autoriteiten spelen ook de nationale en plaatselijke overheidsinstanties een rol bij de preventie van criminaliteit. Een proactieve, omvattende en geïntegreerde aanpak, met een grotere betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld, ngo's en onderwijsinstellingen, zou bijvoorbeeld helpen bij het voorkomen en bestrijden van radicalisering en werving voor terrorisme, f) het doelmatig toepassen van nieuwe technologieën, meer bepaald informatie- en communicatietechnologieën en technologieën op forensisch gebied, bij het voorkomen en bestrijden van dreigingen voor de interne veiligheid van de EU en bij het beschermen van de grondrechten. Dat impliceert samenwerking tussen de rechtshandhavings- en de particuliere sector en meer bepaald de sector onderzoek en ontwikkeling, met name met het oog op grotere technologische autonomie. De EU dient een beleid voor industriële veiligheid uit te werken dat nauw gekoppeld is aan de interneveiligheidsstrategie, g) het stimuleren en verbeteren van de coördinatie van onderzoek en vervolging in de lidstaten, onder meer op het stuk van financieel onderzoek met het oog op confiscatie van criminele vermogensbestanddelen, alsmede efficiënt gebruik van gezamenlijke onderzoeksteams, wederzijdse rechtshulp en erkenningsprocedures. Eurojust en Europol dienen op dit gebied een grote ondersteunende rol voor de EU te blijven spelen. Hun inspanningen dienen te worden aangevuld met de maatregelen van andere agentschappen, met name Cepol en Frontex, h) het intensiveren van de operationele samenwerking, onder andere door middel van inlichtingengestuurde gezamenlijke operaties op EU- en regionaal niveau, met een grotere betrokkenheid van de lidstaten, alsmede het bevorderen van gezamenlijke onderzoeksteams en gezamenlijke patrouilles, 15670/14 rts/nes/hw 10

i) het zorgen voor samenhang tussen de interneveiligheidsstrategie en de diverse strategieën in verband met interne veiligheid van de EU zoals de strategie van de Europese Unie voor maritieme veiligheid, de strategie voor informatiebeheer, de strategie voor cyberbeveiliging, de EU-drugsstrategie, de EU-strategie ter bestrijding van radicalisering en rekrutering van terroristen, en de strategie voor douanerisicobeheer, j) het evolueren naar een sterker grensbeheer als component van de EU-interneveiligheidsstrategie, overeenkomstig de prioriteiten in het EU-grensbeheerbeleid, eveneens steunend op de allernieuwste technologie. Bij het updaten van het EUconcept van geïntegreerd grensbeheer dient rekening te worden gehouden met de recente ontwikkeling van het EU-grensbeheerbeleid en de desbetreffende vastgestelde wetgeving, en dient het recht op vrij verkeer van personen in het bestaande rechtskader volledig te worden nageleefd. Dat zal een aanmerkelijke bijdrage leveren voor vele EUbeleidsdomeinen en -belangen zoals interne veiligheid, migratiebeheer, en internationale betrekkingen, k) het gebruik van de instrumenten en vermogens op het gebied van rampenbeheer die in het kader van de vorige interneveiligheidsstrategie zijn ontwikkeld om Europa beter bestand te blijven maken tegen crises en rampen, l) het consolideren en het uitvoeren van het bestaande rechtskader en beleidskader van de EU tot bestrijding van mensenhandel. 3. KOPPELING INTERNE - EXTERNE VEILIGHEID De interneveiligheidsstrategie voor de EU is een gedeelde agenda voor actie, waarin een hechtere koppeling tussen de interne en de externe veiligheid dient te worden ontwikkeld en samenwerking met derde landen en partners zoals Interpol dient te worden gestimuleerd. De onderlinge afhankelijkheid tussen de interne en de externe veiligheid neemt almaar toe en in de vernieuwde EU-interneveiligheidsstrategie dient de dimensie externe veiligheid in aanmerking te worden genomen; omgekeerd dient in het externe beleid en het ontwikkelingsbeleid van de Unie rekening te worden gehouden met de desbetreffende beginselen van de EUinterneveiligheidsstrategie. 15670/14 rts/nes/hw 11

a) Interne veiligheid dient meer systematisch te worden gezien als onderdeel van het EU-beleid inzake externe betrekkingen, en in het buitenlands beleid moet stelselmatig worden gezorgd voor intensieve samenhang wat betreft de veiligheidsgerelateerde kwesties. Migratie- en vluchtelingenbeleid en samenwerking met derde landen bij de bestrijding van criminele verschijnselen, waaronder faciliteren van illegale immigratie en mensenhandel, dienen te worden gezien als een onlosmakelijk bestanddeel van het externe beleid en het ontwikkelingsbeleid van de Unie. Bijzondere aandacht dient uit te gaan naar het tot stand brengen van een doeltreffend gemeenschappelijk terugkeerbeleid en het doen naleven van overnameverplichtingen in overeenkomsten met derde landen. b) De betrekkingen met derde landen dienen te leiden tot intensievere samenwerking, onder meer op operationeel gebied, inzake de huidige en de toekomstige prioriteiten van de EUbeleidscyclus alsmede inzake de aanpak van radicalisering en werving voor terrorisme, en de verschijnselen buitenlandse strijders en teruggekeerde strijders. Op de betrekkingen met derde landen dient stelselmatiger de "meer voor meer"-aanpak te worden toegepast. Met het oog op een betere aanpak van de perceptie van marginalisering en discriminatie, die zouden kunnen bijdragen tot radicalisering, dienen inspanningen te worden geleverd om de boodschap van het beleid, de strategieën, en de doelstellingen van de EU duidelijker over te brengen op derde landen, onder meer wat betreft ontwikkelingshulp en humanitaire hulp. De Europese Dienst voor extern optreden wordt verzocht zich intensief in te spannen om te verzekeren dat de raakvlakken tussen de interne en de externe veiligheid van de EU worden onderkend en in acht genomen. c) Bij het ontwikkelen van de strategieën inzake externe betrekkingen dient voldoende aandacht te worden geschonken aan de beginselen van de EUinterneveiligheidsstrategie. 15670/14 rts/nes/hw 12

d) Met het oog op de samenwerking tussen alle actoren van de interne en de externe veiligheid die betrokken zijn bij het aangaan van de genoemde uitdagingen is intensievere coördinatie inzake veiligheidskwesties noodzakelijk, meer bepaald tussen de EU-delegaties en de ambassades van de lidstaten. Er moet bijzondere nadruk worden gelegd op een beter gebruik van en de onderlinge verbondenheid tussen EU-bureaus en -agentschappen, en op de rol die zij spelen in externe betrekkingen. Er zijn specifieke inspanningen vereist om meer samenhang te bewerkstelligen tussen het optreden van civiele missies met een veiligheidsgerelateerd mandaat, de toepassing van EGinstrumenten en de bilaterale initiatieven van de lidstaten. De beginselen van de routekaart GVDB/RVVR over het aanhalen van de banden tussen het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB) en de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht (RVVR) moeten worden geïmplementeerd en ten volle benut. 4. GRONDRECHTEN De EU-interneveiligheidsstrategie dient bij te dragen tot een Unie die haar burgers beschermt en blijk geeft van volledig respect voor de rechten en vrijheden van de EU-burgers en van de personen die in de EU wonen, verblijven of op bezoek zijn. De strategie zal faciliterend werken voor de bevordering van sociale insluiting en sociale cohesie - dat wil zeggen in vrijheid en veiligheid samenleven op basis van de grondrechten en de fundamentele waarden van de EU, met het doel criminele verschijnselen te voorkomen. Eerbiediging van de grondrechten bij het uitstippelen en uitvoeren van het interne veiligheidsbeleid en de bijbehorende acties moet worden gezien als middel om evenredigheid te waarborgen, en als instrument om het vertrouwen van de burgers te winnen en hen tot participatie aan te zetten. Het stimuleren van integratie en sociale insluiting door betere kennis en acceptatie van de grondrechten en de fundamentele waarden van de EU dient te worden aangemoedigd. Daartoe dient de EU te overwegen om meer werk te maken van gerichte acties voor het bewustmaken en het bevorderen van de eerbiediging van de grondrechten en de fundamentele waarden, onder meer door te evalueren of er een EU-communicatiestrategie moet worden ontwikkeld. In dit verband worden de instellingen en de lidstaten van de EU aangemoedigd om met elkaar samen te werken en zich daarbij te laten assisteren door het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA), voorzover zijn bevoegdheden dat toelaten, teneinde ervoor te blijven zorgen dat waarborgen inzake de grondrechten geïntegreerd zijn in de wetgeving en de operationele werkzaamheden van de EU op het gebied van interne veiligheid. 15670/14 rts/nes/hw 13

5. UITVOERING De vernieuwde EU-interneveiligheidsstrategie dient zich toe te spitsen op consistente, samenhangende en doeltreffende implementatie, toepassing en consolidering van de bestaande instrumenten, wetgeving en beleidsmaatregelen. Meer nadruk moet worden gelegd op het intensiveren van de operationele samenwerking. Het COSI zal bij de uitvoering en monitoring van de EU-interneveiligheidsstrategie een belangrijke rol vervullen door zijn optreden toe te spitsen op het faciliteren van de operationele samenwerking tussen de lidstaten. De Commissie wordt verzocht aan het Europees Parlement en de Raad jaarlijks verslag uit te brengen over wat er in het kader van de EU-interneveiligheidsstrategie ondernomen is. In dat verslag moeten de resultaten worden gemonitord en geëvalueerd, en moet er regelmatig geactualiseerde informatie worden verstrekt over de maatregelen die zijn getroffen om de interne veiligheid binnen de Unie te versterken. De Raad zal op basis van die verslagen passende maatregelen ter verwezenlijking van de doelstellingen van de EU-interneveiligheidsstrategie in overweging nemen. 15670/14 rts/nes/hw 14