10159/17 mak/gra/fb 1 DG D 1C

Transcriptie

1 Raad van de Europese Unie Brussel, 12 juni 2017 (OR. en) 10159/17 ENFOPOL 301 PROCIV 54 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 8 juni 2017 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 9477/17 Betreft: Conclusies van de Raad over de oprichting van een informeel netwerk van deskundigen op het gebied van de identificatie van slachtoffers van rampen - Conclusies van de Raad (8 juni 2017) Voor de delegaties gaan hierbij de conclusies van de Raad over de oprichting van een informeel netwerk van deskundigen op het gebied van de identificatie van slachtoffers van rampen, die door de Raad tijdens zijn 3546e zitting op 8 juni 2017 zijn aangenomen /17 mak/gra/fb 1 DG D 1C NL

2 BIJLAGE CONCLUSIES VAN DE RAAD over de oprichting van een informeel netwerk van deskundigen op het gebied van de identificatie van slachtoffers van rampen DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, ZICH ERVAN BEWUST dat ernstige incidenten, al dan niet veroorzaakt door menselijk toedoen, vaak leiden tot een groot aantal slachtoffers en doden; en dat het grote gemak waarmee kan worden gereisd de grootschalige verplaatsing van mensen bevordert, en daardoor de kans bijzonder groot is dat bij een ernstig incident, zowel binnen als buiten de EU, de slachtoffers verschillende nationaliteiten hebben, REKENING HOUDEND MET het feit dat na zulke incidenten de identificatie van slachtoffers als onderdeel van effectbeheersing zo snel en vlot mogelijk moet verlopen om het lijden van nabestaande familieleden te verlichten en de repatriëring van het stoffelijk overschot van het slachtoffer mogelijk te maken, REKENING HOUDEND MET het Handvest van de grondrechten en het recht van eenieder om waardig te worden behandeld, GELET OP Titel V van het VWEU betreffende de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, en met name artikel 87, dat handelt over politiële samenwerking waarbij alle bevoegde autoriteiten van de lidstaten betrokken zijn, met inbegrip van de politie, de douane en andere gespecialiseerde wetshandhavingsdiensten die belast zijn met het voorkomen, opsporen en onderzoeken van strafbare feiten; waarbij het proces van identificatie van slachtoffers kan helpen bij onderzoeken naar zware en georganiseerde criminaliteit en terrorisme, 10159/17 mak/gra/fb 2

3 VOOR OGEN HOUDEND de werkzaamheden op EU-niveau op het gebied van effectbeheersing na terroristische aanslagen, met name de vergadering van de directeurs-generaal voor civiele bescherming die was gericht op de versterking van paraatheid en reactie en op de verbetering van de samenwerking in overeenstemming met de specifieke uitdagingen voor medische nooddiensten, de identificatie van slachtoffers van rampen (DVI) en de bewustmaking van de bevolking; de besprekingen van de ministers tijdens de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 9 december 2016 over de beheersing van de gevolgen na terroristische aanslagen; dat de omvang van een ramp de reactiecapaciteiten van een land te boven kan gaan, waardoor externe steun nodig is; dat een gecoördineerde inspanning van de lidstaten om samen te werken het herstel van slachtoffers en het identificatieproces aanzienlijk kan versnellen; de lopende inspanningen ter uitvoering van de conclusies van de Raad over de totstandbrenging van een Europese Ruimte voor forensische wetenschap tegen 2020 en het daarmee samenhangende actieplan tot verdere ontwikkeling van de infrastructuur van de forensische wetenschap in Europa 1. ONDERKENNENDE de individuele inspanningen en maatregelen van de lidstaten op het gebied van DVI; de internationale inspanningen van Interpol op het gebied van DVI; de ruimte voor verdere inspanningen om praktijken te stroomlijnen, met name in de EU, en; de behoefte aan gezamenlijke oefeningen, opleidingsprogramma s, en de uitwisseling van beste praktijken en richtsnoeren tussen de lidstaten voor de doeltreffende uitvoering van het proces van DVI / /17 mak/gra/fb 3

4 CONCLUDEERT dat het aanbeveling verdient verdere maatregelen te nemen die de doeltreffendheid en snelheid van het DVI-proces verhogen en tegelijk Europese deskundigen op dit vlak samen te brengen, om de uitwisseling van informatie en ervaringen mogelijk te maken, het contact te vergemakkelijken en te zorgen voor meer gezamenlijke oefeningen en opleidingsmogelijkheden op dit gebied, in nauwe samenwerking met bestaande netwerken als Interpol; en IS derhalve INGENOMEN met de oprichting van een informeel netwerk van DVI-deskundigen, met het oog op de versterking van de coördinatie tussen DVI-teams van de lidstaten. ONDERSTREEPT dat het netwerk nauw moet samenwerken met Interpol en met de bevoegde nationale en EU-organen op het gebied van DVI, en dat het de lopende activiteiten op het gebied van effectbeheersing na terroristische aanslagen moet aanvullen. Het netwerk mag het werk van bestaande groepen niet dupliceren en moet gericht zijn op het ondersteunen van reeds bestaande processen, MERKT OP dat de samenwerking tussen rechtshandhavings-, justitiële en andere organen van de lidstaten wordt geregeld door de bestaande toepasselijke instrumenten en dat de oprichting van een informeel netwerk het daarin bepaalde onverlet laat. STELT VOOR dat het netwerk de volgende doelstellingen verwezenlijkt: 1) ervoor zorgen dat de belanghebbenden, met inbegrip van, maar niet uitsluitend ordehandhaving, civiele bescherming, rechterlijke wereld, gezondheidsinstanties en ngo s, binnen de lidstaten bewust worden gemaakt van het DVI-proces op strategisch niveau, 2) een lijst samenstellen van nationale contactpunten uit elke lidstaat en deelnemend met Schengen geassocieerd land, en een inventarisatie verrichten van bestaande DVI-middelen en capaciteiten, waar nodig, 3) samenwerken met bevoegde entiteiten, waaronder Interpol, op het vlak van het inzetten van DVI-teams van de lidstaten bij internationale rampen, indien nodig, 10159/17 mak/gra/fb 4

5 4) evalueren van bestaande opleidingsmogelijkheden wat betreft DVI en mogelijkheden onderzoeken voor toekomstige opleiding op het vlak van DVI, 5) organiseren en beheren van vrijwillige oefeningen voor DVI-beoefenaars met het oog op de handhaving van een uniform en hoog niveau van bekwaamheid en deskundigheid op het gebied van DVI in de lidstaten, 6) aanmoedigen van het gebruik van bestaande beveiligde kanalen voor informatie-uitwisseling, zoals het i24/7 van Interpol, als uniforme en beveiligde methode voor het uitwisselen van informatie over het DVI-proces (bijv. het delen van antemortem- en postmortemgegevens), 7) verkennen van betrekkingen en nauw samenwerken met internationale forensische instellingen van de Commissie zoals het Europees netwerk van forensische instituten (Enfsi), DVI-netwerken zoals de Noordse DVI-groep en Interpol, en gerechtelijke autoriteiten zoals het Europees netwerk voor justitiële opleiding (ENJO), 8) zoeken naar samenwerkingsmogelijkheden met andere netwerken die verband houden met de Groep rechtshandhaving, zoals Empen en Kynopol, 9) aanmoedigen van de invoering van nationale DVI-eenheden in de lidstaten en de samenwerking tussen deze eenheden versterken, 10) benadrukken van het belang van het gebruik van de richtsnoeren die zijn vastgesteld door Interpol voor het uitvoeren van het DVI-proces, 11) bevorderen van het gebruik door nationale DVI-eenheden van de Interpol-gids voor de identificatie van slachtoffers van rampen. STELT VOOR de activiteiten van het netwerk als volgt te organiseren: 1) alle lidstaten en met Schengen geassocieerde landen, evenals de Commissie, Europol en Interpol, worden verzocht deel te nemen aan het netwerk, 2) samenwerking kan worden nagestreefd met andere bevoegde organisaties en entiteiten, zoals de Internationale Commissie voor Vermiste Personen (ICMP), Eurojust, Cepol, Enfsi, ENJO en het Bureau van de Verenigde Naties voor Rampenhulp, 10159/17 mak/gra/fb 5

6 3) de mogelijkheid tot samenwerking met derde landen inzake het DVI-proces, waar relevant, wordt overwogen in overleg met Interpol, 4) het netwerk dient een multidisciplinaire aanpak te bevorderen om de samenstelling van het DVI-team te weerspiegelen en gebruik te kunnen maken van specialisaties op specifieke gebieden van expertise inzake het DVI-proces, 5) zoals aanbevolen in de richtsnoeren over de relatie tussen de Groep rechtshandhaving en daarmee verband houdende deskundigengroepen en netwerken 2, wordt een secretariaat van het netwerk opgericht om administratieve ondersteuning te bieden op het vlak van het plannen en monitoren van activiteiten en het zoeken van financieringsmogelijkheden, 6) overeenkomstig de richtsnoeren moeten de bijeenkomsten van het netwerk op de behoeften afgestemd zijn, het netwerk moet de bevoegde structuren binnen de Raad op gezette tijden informeren over zijn activiteiten, 7) na twee jaar activiteit en uiterlijk eind 2019 moeten de bevoegde instanties van de Raad oordelen of een dergelijk netwerk nog steeds nodig is. VERZOEKT DE COMMISSIE te overwegen of moet worden voorzien in financiële steun voor specifieke activiteiten, zoals het organiseren en aanbieden van specifieke tabletop- en veldoefeningen voor DVI-beoefenaars, VERZOEKT EUROPOL praktische ondersteuning te verlenen aan het netwerk door bijvoorbeeld gebruik te maken van het Europol-platform voor experts (EPE), VERZOEKT CEPOL samen te werken met het EU-netwerk voor DVI om opleidingsactiviteiten te blijven organiseren en de ontwikkeling van andere scholingsinstrumenten op het gebied van DVI te overwegen, met name wat betreft multiculturele uitwisselingsprogramma s, gemeenschappelijke curricula, e-learningmodules en online seminars, rekening houdend met het multidisciplinaire karakter van het DVI-proces, VERZOEKT ENJO samen te werken met het netwerk bij het opzetten en aanbieden van opleidingsprogramma s aan de rechterlijke wereld om haar meer bewust te maken van het DVI-proces, waarbij de nodige deskundigen worden ingezet om het DVI-team te assisteren bij zijn onderzoeksmethoden en de interpretatie van bewijsmateriaal /2/15 REV /17 mak/gra/fb 6