RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 april 2010 (20.04) (OR. en) 8570/10 ENFOPOL 99

Transcriptie

1 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 16 april 2010 (20.04) (OR. en) 8570/10 ENFOPOL 99 NOTA I/A-PUNT van: het secretariaat-generaal aan: het Coreper/de Raad nr. vorig doc.: 7984/10 ENFOPOL 78 + COR 1 + ADD /1/10 REV 1 ENFOPOL 24 + ADD 1 REV 1 Betreft: Ontwerp-conclusies van de Raad over het gebruik van een gestandaardiseerd, multidimensionaal, semigestructureerd instrument voor het verzamelen van gegevens en informatie over de radicaliseringsprocessen in de EU 1. Naar aanleiding van de heropleving van terroristische activiteiten in de hele wereld in de afgelopen jaren heeft de Europese Unie in 2005 een mondiale terrorismebestrijdingsstrategie ontwikkeld waarvan preventie één van de vier onderdelen van de strategische doelstelling vormt. Doel van dat onderdeel is te voorkomen dat terrorisme mensen aantrekt, door de factoren en de basisoorzaken die tot radicalisering en rekrutering kunnen leiden in Europa en daarbuiten aan te pakken. In 2005 is de Europese Unie een strategie en een algemeen actieplan ter bestrijding van radicalisering en rekrutering voor terrorisme overeengekomen als aanvulling op de bovengenoemde mondiale terrorismebestrijdingsstrategie, die de lidstaten ertoe hebben aangezet verscheidene initiatieven voor te leggen. 8570/10 cle/pau/sd 1 DG H 3A NL

2 In het geactualiseerd EU-actieplan inzake radicalisering en rekrutering - uitvoeringsplan (doc. 9915/09 ADD 1JAI 298 ENFOPOL 131 COTER 48 RESTREINT UE), wordt aanbevolen dat de lidstaten maatregelen nemen om informatie over radicalisering uit te wisselen en mechanismen instellen om de mate van radicalisering systematisch te analyseren en te evalueren op basis van een multidisciplinaire aanpak (zie onder meer de punten 20, 22, 43, 44, 45, 46, 47, 48, 49, 50, 51 en 52). 2. Tegen deze achtergrond wordt een instrument voorgesteld als elementair mechanisme voor de verzameling van gegevens en informatie over gewelddadige radicaliseringsprocessen, dat in het stadium van de informatieverzameling bijzonder nuttig zou kunnen blijken. Het is een uiterst flexibel instrument dat eenvoudig kan worden aangepast aan het te onderzoeken verschijnsel. Indien deskundigen in de lidstaten en bij de Europese instellingen een gemeenschappelijk, semigestructureerd instrument gebruiken, zou dit eenzelfde aanpak van gewelddadige radicaliseringsprocessen kunnen vergemakkelijken en bevorderen, hetgeen tot een betere informatie-uitwisseling zou leiden. Het voorgestelde instrument moet als de eerste stap worden beschouwd. Omdat het louter operationeel van aard is, zijn wijzigingen en aanpassingen een zaak voor de gebruikers in hun streven optimale resultaten te behalen. 3. De Groep terrorisme heeft het voorstel van het voorzitterschap voor ontwerp-conclusies van de Raad over het gebruik van een gestandaardiseerd, multidimensionaal, semigestructureerd instrument voor het verzamelen van gegevens en informatie over de radicaliseringsprocessen in de EU, zoals vervat in doc. 5692/10 ENFOPOL 24 en doc. 5692/1/10 REV 1 ENFOPOL 24, alsmede een voorstel voor een instrument voor het compileren van gegevens en informatie over gewelddadige radicaliseringsprocessen, als omschreven in 5692/10 ADD 1 ENFOPOL 24 en doc. 5692/1/10 REV 1 ENFOPOL 24 ADD 1 REV 1, op januari en 17 maart 2010 besproken. 8570/10 cle/pau/sd 2 DG H 3A NL

3 4. Naar aanleiding van de besprekingen in de groep heeft het voorzitterschap een herziene tekst voor de ontwerp-conclusies van de Raad en het instrument voor het compileren van gegevens voorgesteld, zoals vervat in de doc. 7984/10 ENFOPOL 78 + COR 1 en ADD 1. In de vergadering van het CATS van april 2010 is overeenstemming bereikt over de herziene documenten. 5. Het Coreper wordt verzocht de overeenstemming over de tekst van de ontwerp-conclusies en het instrument over het compileren van gegevens, zoals deze in de bijlage en het addendum staan, te bevestigen en deze ter goedkeuring aan de Raad voor te leggen. 8570/10 cle/pau/sd 3 DG H 3A NL

4 BIJLAGE ONTWERP-CONCLUSIES VAN DE RAAD OVER HET GEBRUIK VAN EEN GESTANDAARDISEERD, MULTIDIMENSIONAAL, SEMIGESTRUCTUREERD INSTRUMENT VOOR HET VERZAMELEN VAN GEGEVENS EN INFORMATIE OVER DE RADICALISERINGSPROCESSEN IN DE EU DE RAAD, INDACHTIG HET FEIT dat één van de vier onderdelen van het strategische engagement in de in 2005 aangenomen mondiale terrorismebestrijdingsstrategie van de EU preventie is, d.w.z. voorkomen dat terrorisme mensen aantrekt, door de factoren en de basisoorzaken die tot radicalisering en rekrutering kunnen leiden in Europa en internationaal aan te pakken; dat de Europese Unie, als sleutelelement voor de verwezenlijking van genoemde doelstelling, in 2005 een strategie en een algemeen actieplan ter bestrijding van radicalisering en rekrutering is overeengekomen, en in 2009 een geactualiseerd EU-actieplan inzake radicalisering en rekrutering - uitvoeringsplan 1, waarin het volgende wordt aanbevolen: de lidstaten moeten de mate van radicalisering en rekrutering regelmatig beoordelen op basis van een multidisciplinaire aanpak en moeten de resultaten met andere lidstaten delen. Zij moeten mechanismen in het leven roepen om de belangrijkste factoren in radicaliseringsprocessen systematisch te analyseren. Zij moeten toezien op de informatie betreffende de radicaliseringsprocessen, ook in verband met andere regio's in de wereld waar radicalisering zich kan voordoen, en deze delen. Zij moeten de diverse milieus waarbinnen radicalisering en rekrutering kunnen voorkomen, in kaart brengen en systematisch analyseren. 1 doc. 9915/09 ADD 1 JAI 298 ENFOPOL 131 COTER 48 RESTREINT UE. 8570/10 cle/pau/sd 4 BIJLAGE DG H 3A NL

5 De lidstaten dienen bijzondere aandacht te besteden aan de toelating en het verblijf van personen die radicaliserings- en rekruteringsprocessen bevorderen. Zij moeten hun ervaringen betreffende de activiteiten van extremistische religieuze leiders uitwisselen. De bevoegde nationale autoriteiten van de lidstaten moeten informatie-uitwisseling over personen die mogelijk bij radicalisering betrokken zijn geweest, nastreven en bevorderen. Zij dienen te zoeken naar systematische manieren om informatie uit te wisselen over personen en groepen waartegen zij actie ondernemen wegens het prediken van haat en het aanzetten tot terrorisme. Zij moeten mechanismen in het leven roepen voor het verzamelen en uitwisselen van informatie betreffende radicale leiders die terrorisme bevorderen en daartoe aanzetten en hun gangen binnen de Europese Unie. De lidstaten moeten, via Europol/Eurojust en het Sitcen, waar van toepassing, de analyses van gegevens over milieus die tot radicalisering leiden en over rekruteringsactiviteiten en recente gevallen van personen die wegens terrorisme zijn veroordeeld, delen. De bedoeling zou zijn strategische analyses te verrichten van de reden waarom en de manier waarop personen geradicaliseerd en bij terrorisme betrokken raken, teneinde een beleid en strategieën uit te werken betreffende de wijze waarop deze verschijnselen moeten worden aangepakt. dat de eerste verantwoordelijkheid voor de bestrijding van terrorisme bij de lidstaten ligt en dat de Europese Unie, onder meer, kan bijdragen, door de nationale vermogens te versterken; IN DE ERKENNING van de inspanningen van de lidstaten en de instellingen van de Europese Unie die talrijke initiatieven coördineren en ontwikkelen waarmee enkele of alle doelstellingen van het algemeen actieplan ter bestrijding van radicalisering en rekrutering worden bestreken; OVERWEGENDE HETGEEN VOLGT: radicaliseringsprocessen zijn in het algemeen zeer specifieke verschijnselen die complex van aard zijn en vele facetten hebben, en derhalve moeilijk te vatten zijn; radicaliseringsprocessen zijn uiterst dynamische verschijnselen, zodat het verband tussen de verschillende betrokken factoren en de ontwikkelingen in de loop van de tijd van essentieel belang zijn; 8570/10 cle/pau/sd 5 BIJLAGE DG H 3A NL

6 VERZOEKT DE LIDSTATEN om het bedoelde instrument voor gegevensverzameling 1 optimaal te gebruiken, en de diverse kenmerken te benutten die het zowel zeer flexibel als zeer gemakkelijk aanpasbaar maken, in aanmerking nemend dat het instrument op een aantal gebieden toegevoegde waarde heeft, onder meer: verbetering van de capaciteit om gegevens en informatie te integreren en te interpreteren teneinde de analyse door de lidstaten te optimaliseren, met gebruikmaking van het multifunctionele karakter van het voorgestelde instrument voor gegevensverzameling; optimalisering van de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten; beoordeling van de mate, de kenmerken en de omvang van radicaliseringsprocessen; het vergroten van de kennis van het verschijnsel en het vinden van meer manieren om degenen die bij de bevordering ervan betrokken zijn, te identificeren; door dat kenmerk kan het instrument de passende maatregelen helpen nemen en aanpassen, of deze nu zijn opgezet om aan de gang zijnde radicaliseringsprocessen te verstoren dan wel om waarschuwingen in verband hiermee te doen uitgaan; VERZOEKT EUROPOL binnen het kader van zijn bevoegdheden: de collectieve vermogens van de Europese Unie te vergroten door informatie over de processen waardoor bepaalde personen geradicaliseerd raken, toe te voegen, waardoor het mogelijk wordt lijsten op te stellen van degenen die betrokken zijn bij radicalisering/ rekrutering of het overbrengen van radicaliserende boodschappen en passende maatregelen te nemen, overeenkomstig het huidige rechtskader van Europol op het gebied van de bescherming van persoonsgegevens. VERZOEKT HET SITCEN binnen het kader van zijn bevoegdheden: het voorgestelde instrument, of een meer specifieke versie ervan, te gebruiken om het verschijnsel binnen de Europese Unie te analyseren. 1 doc. 7984/10 ADD 1 ENFOPOL /10 cle/pau/sd 6 BIJLAGE DG H 3A NL