NOTA "A"-PUNT het Comité van permanente vertegenwoordigers

Transcriptie

1 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 6 juni 2002 (07.06) (OR. fr,en,de) 9628/02 PUBLIC LIMITE ELARG 201 NOTA "A"-PUNT van: het Comité van permanente vertegenwoordigers aan: de Raad Betreft: UITBREIDING - Aanneming van de gemeenschappelijke standpunten van de EU met het oog op de toetredingsconferenties die op 10/11 juni 2002 op ministerieel niveau zullen plaatsvinden met Cyprus, Malta, Hongarije, Polen, Roemenië, Slowakije, Letland, Estland, Litouwen, Bulgarije, Tsjechië en Slovenië 1. Het Comité van permanente vertegenwoordigers heeft de gemeenschappelijke standpunten van de Unie met betrekking tot een aantal onderhandelingshoofdstukken (zie punt 2) vastgesteld. 2. Met het oog op de onderhandelingen die op 10/11 juni 2002 op ministerieel niveau zullen plaatsvinden, wordt de Raad verzocht de gemeenschappelijke standpunten van de Unie zoals weergegeven in de volgende documenten, aan te nemen: - Hoofdstuk 1 (Vrij verkeer van goederen) 1 doc /02 CONF-BG 22/02 ; 1 Doc. 8833/02, door het COREPER aangenomen op 22 mei /02 jel/il/dm 1 DG E I NL

2 - Hoofdstuk 6 (Mededingingsbeleid) 2 doc /02 CONF-CY 35/02; - Hoofdstuk 2 (Vrij verkeer van personen) 3 doc /02 CONF-BG 28/02; - Hoofdstuk 7 (Landbouw: gedeelte veterinaire en fytosanitaire wetgeving) 4 doc /02 CONF-H 20/02, 20361/02 CONF-PL 42/02, 20362/02 CONF-SK 35/02, 20363/02 CONF-LV 24/02, 20364/02 CONF-EE 33/02, 20365/02 CONF-LT 31/02, 20366/02 CONF-CZ 29/02; - Hoofdstuk 8 (Visserij) 5 doc /02 CONF-PL 36/02; - Hoofdstuk 9 (Vervoersbeleid) 6 doc /02 CONF-PL 37/02, 20367/02 CONF-RO 36/02, 20369/02 CONF-BG 29/02; - Hoofdstuk 10 (Belastingen) 7 doc /02 CONF-M 40/02, 20373/02 CONF-LV 25/02, 20337/02 CONF-BG 26/02; - Hoofdstuk 21 (Regionaal beleid en coördinatie van structurele instrumenten) 8 doc /02 CONF-LV 21/02; Aangenomen door het COREPER op 5/6 juni 2002 (bijlage bij doc. 9487/02). Doc. 9484/02, door het COREPER aangenomen op 5/6 juni Voor H en EE doc. 9478/02, voor PL doc. 9488/02 + COR 1 (en), voor SK doc. 9480/02 + COR 1, voor LV doc. 9482/02 + COR 1, voor LT doc. 9483/02 + COR 1 en voor CZ doc. 9481/02, door het COREPER aangenomen op 5/6 juni Doc. 9246/02, door het COREPER aangenomen op 29 mei Voor PL doc. 9168/02, door het COREPER aangenomen op 29 mei Voor RO doc. 9485/02, en voor BG doc. 9625/02, door het COREPER aangenomen op 5/6 juni Voor M en LV, bijlagen bij doc. 9489/02, door het COREPER aangenomen op 5/6 juni Voor BG doc. 8837/02, door het COREPER aangenomen op 29 mei Doc. 9167/02, door het COREPER aangenomen op 29 mei /02 jel/il/dm 2 DG E I NL

3 - Hoofdstuk 24 (Samenwerking op het gebied van justitie en binnenlandse zaken) 9 doc /02 CONF-SK 36/02, 20335/02 CONF-LV 20/02; - Hoofdstuk 30 (Instellingen) 10 doc /02 CONF-M 27/ De Raad wordt tevens verzocht de verklaringen in de bijlage op te nemen in zijn notulen Voor SK doc. 9486/02, door het COREPER aangenomen op 5/6 juni Voor LV doc. 8833/02, door het COREPER aangenomen op 29 mei Doc. 8024/02, door het COREPER aangenomen op 8 mei /02 jel/il/dm 3 DG E I NL

4 BIJLAGE VERKLARING VAN DE EU VOOR DE TOETREDINGSCONFERENTIE OVER HOOFDSTUK 2 (VRIJ VERKEER VAN PERSONEN) "De EU benadrukt de sterke elementen van differentiatie en flexibiliteit in de regeling voor het vrije verkeer van werknemers. Overeenkomstig het standpunt van de EU zullen de lidstaten ernaar streven de toegang tot de arbeidsmarkt krachtens de nationale wetgeving voor Bulgaarse staatsburgers te verruimen, teneinde de aanpassing aan het acquis te bespoedigen. Als consequentie daarvan moet de werkgelegenheid voor Bulgaarse staatsburgers in de EU bij de toetreding van Bulgarije aanzienlijk toenemen. Bovendien zullen de lidstaten van de EU de voorgestelde regeling zo goed mogelijk benutten om het acquis op het gebied van het vrije verkeer van werknemers zo spoedig mogelijk volledig toe te passen." VERKLARING VAN OOSTENRIJK EN DUITSLAND OVER HOOFDSTUK 2 (VRIJ VERKEER VAN PERSONEN) "In de volgende passage van het gemeenschappelijk standpunt van de EU: "Zolang zij nationale maatregelen op het vrij verkeer van Bulgaarse werknemers toepassen, mogen Oostenrijk en Duitsland evenwel, na kennisgeving hiervan aan de Commissie, begeleidende nationale maatregelen toepassen om in te spelen op ernstige verstoringen, of de dreiging daarvan, in specifieke, gevoelige dienstensectoren op hun arbeidsmarkten, die in bepaalde regio's zouden kunnen ontstaan als gevolg van het grensoverschrijdend verrichten van diensten, zoals gedefinieerd in artikel 1 van Richtlijn 96/71/EG, door in Bulgarije gevestigde ondernemingen, dat gepaard gaat met het tijdelijke verkeer van werknemers wier recht om in Oostenrijk en Duitsland werk aan te nemen onder de nationale maatregelen valt. In de bijlage bij dit standpunt treft Bulgarije een door Oostenrijk, respectievelijk Duitsland verstrekte lijst aan van de diensten die onder bovenstaande regeling zouden kunnen vallen, met het oog op de opneming van een overeengekomen lijst in het toetredingsverdrag." moet volgens Oostenrijk en Duitsland, in onderling overleg met de Commissie, onder "bepaalde regio's" in voorkomend geval ook het gehele nationale grondgebied worden verstaan." 9628/02 jel/il/dm 4 BIJLAGE DG E I NL

5 VERKLARING VAN OOSTENRIJK OVER HOOFDSTUK 9 (VERVOERSBELEID) "Oostenrijk heeft bij de toetredingsonderhandelingen over onderhandelingshoofdstuk 9 (Vervoersbeleid) steeds beklemtoond dat het in het kader van een uitgebreide Unie gehecht blijft aan een duurzame verlaging van de door vrachtwagens veroorzaakte uitstoot van schadelijke stoffen. Daarom moet ook een oplossing worden gevonden voor een duurzame vermindering van de emissies van schadelijke stoffen van het wegvervoer in en door Oostenrijk. Oostenrijk wijst er in dit verband op dat de door de Europese Commissie voorgestelde verordening van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van het ecopuntensysteem voor vrachtwagens bij het transitovervoer door Oostenrijk moet worden aangenomen. Deze houdt met name in dat het thans voor het hele grondgebied van de Bondsrepubliek Oostenrijk geldende ecopuntensysteem met drie jaar verlengd wordt (ervan uitgaande dat de nieuwe EU-richtlijn inzake infrastructuurkosten dan nog niet van kracht is geworden). Oostenrijk onderstreept, uitdrukkelijk verwijzend naar het advies van de Juridische dienst van de Raad van 29 november 2001 (14695/01 JUR 360 ELARG 344), dat Hongarije, Polen, Tsjechië, Slovenië, Slowakije, Estland, Litouwen, Letland in elk geval het door bovengenoemd voorstel ontstane acquis moeten overnemen en op passende wijze moeten worden betrokken bij de daardoor vastgestelde verlenging van het ecopuntensysteem. Oostenrijk releveert de betekenis van het aan de gang zijnde monitoringproces met het oog op de omzetting en de praktische toepassing van het acquis en behoudt zich het recht voor eventueel op dit hoofdstuk terug te komen in het licht van de resultaten van dat proces. De instemming van Oostenrijk met het definitieve resultaat van de toetredingsonderhandelingen zal afhangen van een bevredigende oplossing met betrekking tot de verwezenlijking van de beoogde duurzame verlaging van de uitstoot van schadelijke stoffen van het wegvervoer in en door Oostenrijk." VERKLARING VAN PORTUGAL EN SPANJE INZAKE VISSERIJRECHTEN AD HOOFDSTUK 8 (VISSERIJ) (POLEN) "In overeenstemming met hun eerdere verklaringen in de Raad Visserij, herhalen Portugal en Spanje van oordeel te zijn dat de vangstmogelijkheden die uit hoofde van de bestaande visserijovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Polen in ruil voor financiële compensatie zijn verkregen, na de toetreding van Polen geen verworven rechten zullen vormen voor de lidstaten waaraan deze thans ten goede komen." 9628/02 jel/il/dm 5 BIJLAGE DG E I NL

6 VERKLARING VAN OOSTENRIJK OVER HOOFDSTUK 7 (VETERINAIRE EN FYTOSANITAIRE WETGEVING) (TSJECHIË) "De omzetting van de veterinaire en fytosanitaire normen van de EU vormen een centraal element van het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de Unie. De BSE-problematiek van de laatste jaren heeft duidelijk gemaakt dat dit aspect van doorslaggevend belang is voor het vrije verkeer van goederen, voor de veiligheid en de kwaliteit van levensmiddelen alsook voor de Europese volksgezondheid. Bij de vaststelling van het gemeenschappelijk standpunt van de lidstaten inzake het landbouwhoofdstuk "Veterinaire en fytosanitaire wetgeving" bleek dat bepaalde kandidaat-lidstaten, waaronder Tsjechië, nog zo snel mogelijk bijkomende maatregelen moeten nemen om het acquis in deze sector in het algemeen, en vooral op het vlak van de bescherming tegen BSE, te implementeren. De Oostenrijkse instemming voor wat betreft het landbouwhoofdstuk "Veterinaire en fytosanitaire wetgeving" impliceert voor Oostenrijk dat de Commissie in de komende maanden extra nauwlettend zal toezien op de implementatie van het acquis in deze sector, vooral op het vlak van de bescherming tegen BSE, door de kandidaat-lidstaten en vooral Tsjechië, en dat zij uiterlijk bij de volgende voortgangsrapportage een realistische integrale evaluatie van de genomen maatregelen en hun effecten aan de Raad voorlegt. Oostenrijk verwacht in dit verband dat de Commissie, mochten er ernstige tekortkomingen worden vastgesteld, de Raad onverwijld voorstellen doet voor de stappen die dan moeten worden gezet, met inbegrip van het heropenen van dit dossier in het kader van de toetredingsonderhandelingen." VERKLARING VAN FRANKRIJK OVER HOOFDSTUK 10 (BELASTINGEN) (MALTA EN LETLAND) "Frankrijk herinnert eraan dat beperking van de tijdsduur van de overgangsperiodes een van de basisbeginselen is waarop het verlenen van dergelijke periodes stoelt." 9628/02 jel/il/dm 6 BIJLAGE DG E I NL